WI VS 2 1. Meetkunde (deel 1) Grondbegrippen Begrippen waarvan er geen definitie wordt gegeven, deze worden gewoon aangenomen. Bij begrippen horen notaties en voorstellingen. Onderworpen aan regels die niet bewezen worden. Axioma’s / grondstellingen Regels die niet bewezen worden. Axioma’s moeten voldoen aan eisen. - Niet strijdig - Onderling onafhankelijk Er kunnen axioma’s worden toegevoegd om een theorie te verfijnen. Nieuwe begrippen Kunnen worden gedefinieerd door ze equivalent te verklaren met goed omschreven uitspraken met behulp van vorige begrippen. Nieuwe eigenschappen / stellingen Moeten worden bewezen door te steunen op voorafgaande stellingen. In een bewijs mogen enkel voorgaande elementen uit de theorie voorkomen. Synthetische meetkunde Het feit dat in een bewijs enkel voorgaande elementen uit de theorie mogen voorkomen. Meten Meten van een grootheid is deze vergelijken met een gelijksoortige grootheid. Hiervoor bestaan standaard eenheden. Maatgetallen Getallen voor te meten. - Decimaal - Zestigdelig 1 1.1. Inleidende begrippen. 1.1.1. Grondbegrippen. Grondbegrippen in vlakke meetkunde Relaties tussen grondbegrippen Het vlak Een punt Een rechte - Vlak - Punt - Rechte - Ligt op - Gaat door Negaties van deze relaties worden ook gebruikt. Voorgesteld door blad papier of beeldscherm. Voorgesteld door een stip. Notatie: grote letter. Voorgesteld door lijn getekend met liniaal. Notatie: kleine letter. 1.1.2. Axioma’s. Axioma 1: Het vlak is een oneindige verzameling van punten. Axioma 2: Een rechte is een oneindige echte deelverzameling van het vlak. Axioma 3: Een rechte is bepaald door twee verschillende punten van het vlak. Axioma 4: Er bestaan minstens vier punten waarvan er geen drie op een zelfde rechte liggen. Axioma 5: Door een punt gaat juist één rechte die evenwijdig is met een gegeven rechte. Dit is het “parallellenpostulaat van Euclides”. Concurrente rechten Collineaire punten Dualiteit (duale begrippen) Duality 1 Drie rechten die door het zelfde punt gaan. Drie punten die op dezelfde rechte liggen. In de vlakke projectieve meetkunde verwijst het begrip dualiteit naar het feit dat alle stellingen een duale versie hebben die verkregen wordt door de woorden "punt" en "lijn" en hun acties te verwisselen. Het begrip is onafhankelijk van elkaar door Joseph Gergonne en Jean-Victor Poncelet geïntroduceerd.1 In the geometry of the projective plane, duality refers to geometric transformations that replace points by lines and lines by points while preserving incidence properties among the transformed objects. The existence of such transformations leads to a general principle, that any theorem about incidences between points and lines in the projective plane may be transformed into http://nl.wikipedia.org/wiki/Dualiteit_(meetkunde) 2 Duale begrippen Snijdende rechten Parallelle / evenwijdige rechten Om onderlinge ligging punten en rechten in het vlak te bestuderen another theorem about lines and points, by a substitution of the appropriate words.2 “punt” en “rechte” “ligt op” en “gaat door” “collineair” en “concurrent” Rechten met juist één gemeenschappelijk punt. Rechten die niet snijden, dit wil zeggen rechten die geen enkel of alle punten gemeenschappelijk hebben. Zijn we geïnteresseerd in de gemeenschappelijke elementen van verzamelingen. 1.1.3. Halfrechte, lijnstuk en afstand. i Wat is een halfrechte? Notatie: [AB 3 Voorstelling: Wat is een lijnstuk? Notatie: [AB] Voorstelling: 4 5 Achtergrond: Meetkundige definitie van lijnstuk. Lijnstuk kunnen we meten. (def meten zie p1) Afstand van A tot B = lengte van het lijnstuk. Notatie: |AB|, of m.b.v. de afstandsfunctie: d(A,B). Afstand = positief reëel getal. Lengte gemeten met lengtematen. |AB| = 4 cm; “4” is het maatgetal, “cm” is de maat. Hebben twee lijnstukken dezelfde lengte dan noemen we ze “even lang”. Lijnstuk heeft geen begin- en eindpunt. 2 http://en.wikipedia.org/wiki/Duality_(projective_geometry) http://www.heiliggraf.be/secundaironderwijs/infovoorELOV/wiskunde_1j/Oefeningen/Hoofdstuk2/Prenten/Oefening3.jpg 4 http://www.heiliggraf.be/secundaironderwijs/infovoorELOV/wiskunde_1j/Oefeningen/Hoofdstuk2/Prenten/Oefening1.jpg 5 http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/0/0c/Segmento-definicion.png 3 3 1.1.4. Hoek. Wat is een hoek? Notatie: Â of BÂC of ∡A Hoek dikwijls met Griekse letter weergegeven. 6 Voorstelling: [AB en [AC zijn de benen van de hoek, A is het hoekpunt. We duiden de hoek aan met een boogje. Hoek heeft geen beginbeen en geen eindbeen. i Zie ook: http://www.heiliggraf.be/secundaironderwijs/infovoorELOV/wiskunde_1j/Oefeningen/Hoofdstuk2/Rechten.htm 6 http://img.sparknotes.com/content/testprep/bookimgs/newsat/0003/angle.gif 4