Raadgevend Comité – Beschrijving standpunt sector voor het variapunt aangebracht door de sector Variapunt betreffende: Declaratie additieven L-cysteïne Datum vergadering RC: Woensdag 16 december Contactpersoon: Bram Fronik, Bioforum Vlaanderen Beknopte beschrijving van het variapunt 1. Momenteel heerst er onduidelijkheid over de verplichting om een aantal toevoegingen in bakkerijproducten te declareren op het etiket. In het geval dat de toevoeging kan omschreven worden als technische hulpstof, valt deze niet langer onder de scope van de Verordering (EG) Nr. 1333/2008 van het europees parlement en de raad van 16 december 2008 inzake levensmiddelenadditieven. Deze toevoegingen dienen dan ook niet gedeclareerd te worden op het etiket. Indien de toevoeging kan beschreven worden als additief, valt deze wel onder de scope van deze wetgeving en is declaratie op het etiket verplicht. Het verschil in tussen de beschrijving van een additief en een technische hulpstof zit hem in de aanwezigheid en technologisch effect op het eindproduct. Enkel indien het de toevoeging niet meer in zijn oorspronkelijke vorm aanwezig is en geen technologisch effect heeft op het eindproduct, kan men dit als technische hulpstof beschrijven. In de bakkerijsector wordt gebruik gemaakt van L-cysteïne om de rijstijd van brood te verkorten. L-cysteïne is een aminozuur, en wordt toegevoegd tijdens de deegbereiding, of is aanwezig in een aantal deegverbeteraars. Momenteel is er geen duidelijkheid of dit product als technische hulpstof of additief beschreven moet worden. Standpunt sector [Biofofrum Vlaandere] Wij vragen dat L-cysteïne wel als additief beschreven wordt, en dus ook op het etiket van bakkerijproducten vermeld wordt. L-cysteïne is opgenomen in bijlage II van de Verordening (EG) nr. 1333/2008 van het Europees Parlement en de Raad door opstelling van een EU-lijst van levensmiddelenadditieven. Het draagt het additief nummer E920. Dit is een duidelijke erkenning van deze stof als additief in de wetgeving. L-cysteïne is een aminozuur dat een rol speelt in enzymatische en oxidatie reacties. In broodproductie vervult dit een technologisch effect tijdens de productie, door als vrij aminozuur te binden met zwavelbindingen in de gluten-ketens. Hierdoor wordt het brood makkelijker kneedbaar en versnelt de rijstijd, doordat de glutenketens gemakkelijker ontrollen en een netwerk vormen. Na productie kan L-cysteïne nog steeds aanwezig zijn p. 1 Raadgevend Comité – Beschrijving standpunt sector voor het variapunt aangebracht door de sector in het product. Ook dan is het mogelijk dat ze deze functie kan vervullen, en bijdraagt tot een zachter kruim. De aanwezigheid en het technologisch effect op het eindproduct valt dus zeker niet uit te sluiten. Gezien een groot gedeelte van de commercieel beschikbare L-cysteïne afkomstig is van dierlijke producten (meestal basisproduct veren), is declaratie noodzakelijk voor vegetarische/veganistische consumenten om een bewuste keuze te kunnen maken. Niet dierlijk L-cysteïne wordt gesynthetiseerd uit glucose, maar hiervoor wordt gebruikt gemaakt van gemodificeerde micro-organismen. Dit wordt door veel consumenten als negatief ervaren. Ook in naburige landen (UK en Frankrijk) wordt L-cysteïne in bakkerijproducten als additief erkend. Voor buitenlandse marktdeelnemers is het momenteel niet duidelijk of de vermelding verplicht is in België. Om een correcte marktwerking en eerlijke concurrentie toe te laten, zijn uniforme regels nodig. Een omzendbrief van het FAVV waarin Lcysteïne duidelijk als additief benoemd wordt, en de declaratie verplicht is daarom nodig. p. 2