De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie?

advertisement
Politieke economie
De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie?
Hilda Elena Puerta Rodríguez
De financiële crisis die zich vanaf 2008 vanuit de Verenigde Staten verspreidde, heeft
ernstige gevolgen gehad, want die hielden
bovendien het ernstige gevaar van een nieuwe terugslag in. De gevolgen ervan zouden
uiterst moeilijk in te schatten zijn, zodat op
een adequate manier reageren moeilijk zou
zijn, vooral indien men het verband met
de structurele problemen bekijkt waaronder de getroffen landen vandaag te lijden
hebben en waaraan ze mogelijk weer worden blootgesteld. Tegelijkertijd gaan deze
problemen gepaard met andere crises van
een verschillende dimensie, zoals die van
de grondstoffen, in het bijzonder die van de
aardolie en van de voedingswaren, als ook
van de ecologie die in de huidige wereld de
geesten bezighoudt. Dat kan de problemen
alleen nog meer verscherpen. Zo moet men
de instabiliteit van de belangrijkste munten
en de handelsoorlog bekijken, omdat die
op een directe of indirecte wijze de huidige
ontwikkelingen verklaren. De belangrijkste
wereldmachten trachten immers op die manier hun verlies aan concurrentiekracht te
compenseren.
Hoe voorkomen dat zich een
dergelijke ernstige situatie kan
herhalen zonder het aanpakken
van de essentiële oorzaken die
direct verband houden met de
ongebreidelde ontwikkeling
van de speculatie en van de
quasi totale deregulering van
de financiële activiteiten?
Bij deze elementen komt men ongetwijfeld
de instrumentalisering van de essentieel
neoliberale economische politiek tegen,
evenals de belangen van het internationale
grootkapitaal, wat dan heeft geresulteerd in
de financiële en economische ramp welke
vandaag de hele wereld in haar greep houdt.
Het bijzondere van wat de media bezighoudt is dat in de financiële wereld bijna
alle verrichtingen gebeuren op basis van
kredieten, maar ook in de reële economie,
wat zich direct laat voelen in twee belangrijke motoren van de economie, nl. het verbruik en de investeringen. Tegelijkertijd
heeft de eigenlijke financiële sector die
echt gegroeid is, zich omgevormd tot een
soort laboratorium voor het scheppen van
instrumenten die als hoofddoelstelling hebVan de andere kant stelt men een haast al- ben om de grote managers en investeerders
gemene beweging vast van diegenen die op haast onbeperkte wijze winst te laten
zich hiertegen verzetten en naar een oplos- maken.
sing streven voor de kern van de huidige
problemen door de internationale sociale In deze complexe context denken niet weieisen tegenover die van individuele belan- nigen dat het uitbreken van de crisis een
gen te plaatsen, en dit wegens de ernst van goede kans biedt voor het doorzetten van
de toestand waarmee de regeringen dage- belangrijke veranderingen in de internatilijks te maken krijgen en wegens het gemis onale economische politiek, te meer daar
aan consensus in de besluitvorming van de het voor niemand een geheim is dat zowel
internationale organisaties over heel wat de deregulering evenals de ongelimiteerde
van deze probleemgevallen. De geringe of speculatie de belangrijkste oorzaken zijn
ontbrekende vorderingen in de discussies van de ernstige problemen die ontstonden
over de milieuproblematiek voor het on- in de hypotheeksector en die zich daarna
derschrijven van het Kyoto Protocol kun- in hun nasleep snel hebben voortgeplant
nen hiervoor als een duidelijk voorbeeld naar de economie en in een goed deel van
gelden.
de wereld, vooral dan in Europa en meer
specifiek in de zwakkere landen van de
I 62
eurozone, de zogenaamde PIIGS, d.w.z.,
Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en
Spanje.
Het motto “Grote crises vergen grote oplossingen” zegt nog niets over de inhoud
van de oplossingen die zich opdringen om
op korte termijn aan de nadelige gevolgen
en de meer onmiddellijke effecten van de
crisis via interventionistische beleidsmaatregelen iets te verhelpen, – maatregelen
die in geen enkel geval de essentiële problemen aanpakken, maar eerder reacties
zijn om zo mogelijk op de korte termijn de
markten te kalmeren.
Is het daarom nodig dat zich weer een nieuwe crisis doorzet die erger dan de vorige
is en nog wel met hogere sociale kosten,
opdat de onvermijdelijke maatregelen zouden worden genomen om aan de irrationele
speculatie en de rampzalige deregulering
een halt toe te roepen?
De crisis concentreert zich in de
ontwikkelde landen
Verschillend van de vorige financiële crises
– met de crisis van de jaren 1980 en 1990
die hoofdzakelijk de opkomende markten
troffen – is de crisis die in 2008 in de USA
uitbrak. Die was er eentje die zich daarna
hoofdzakelijk in de richting van de meer
vermogende landen van de planeet, in de
zogenaamde machtige staten van de wereld, heeft voortgeplant. De verklaring voor
de vorige crises luidde dan dat het om weinig ontwikkelde financiële markten ging
die een gebrekkige relatie met de werkelijke economie onderhielden waarin ze opereerden, wat op hun beurt weer resulteerde
in de onmogelijkheid om zich op een adequate manier van de structurele en ondermijnende problemen te ontdoen waarmee
men te maken heeft en waarvan de effecten
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez
van de speculatie zich in toenemende mate
lieten gevoelen. Het gaat hier bovenal om
de Aziatische crisis of het “effect van de
draak” van 1997. Die werd als de eerste
grote financiële crisis van de geglobaliseerde markten gezien, dit wegens de omvang van de “domino-effecten” ervan. Zo
moet men ook de crisis in Brazilië in 1994,
in Mexico in 1995, in Rusland in 1998 en
in Argentinië in 2001, enz. bekijken.
Het gaat hier blijkbaar hoofdzakelijk om
een probleem in verband met het ontwikkelingsniveau van de opkomende markten
dat de meer ontwikkelde naties intussen
niet kennen omdat ze over de noodzakelijke middelen en voorwaarden beschikken
om zich zonder problemen op dat vlak verder te ontwikkelen, hoewel ze vandaag getroffen worden door belangrijke onevenwichten als gevolg van de crisis.
De subprimecrisis van 2008 laat de totale
relativiteit van dergelijke beweringen zien,
iets wat in laatste instantie wordt bewezen
door het feit dat het probleem niet in het
niveau van ontwikkeling van de financiële
markten (misschien is het wel beter zo,
als ze gezien de huidige omstandigheden
minder ontwikkeld zijn) gelegen is, maar
in hun neoliberale werking die gebaseerd
is op een mateloze deregulering en een ongelimiteerde speculatie.
Doordat het gewicht van de zogenaamde
casino-economie werd gestimuleerd,
verkeren de economieën van de ontwikkelde wereld in de onmogelijkheid om de
drijvende kracht of de locomotief van de
wereldeconomie te worden en om die van
impulsen te voorzien. Intussen merken we
eens te meer dat de onevenwichten van
verschillende aard, hoofdzakelijk dan de
fiscale tekorten en de oplopende staatsschuld, allemaal kenmerken zijn van met
elkaar samenhangende structurele problemen die men het hoofd moet bieden
en waarop men geen antwoorden weet te
formuleren, zelfs niet in tijden van economische voorspoed.
Op deze wijze is de economische groei van
de laatste jaren in de belangrijkste ontwikkelde landen gedaald, en worden ze geconfronteerd met problemen van verschillende
aard, wat een reeks van moeilijkheden verklaart die men vandaag in de economische
wereldorde tegenkomt (zie Tabel 1).
Om deze ogenschijnlijke contradictie uit
te leggen, moet men zich voor de geest
halen dat hetzelfde argument telkens weer
wordt gebruikt voor belangrijke mondiale
onevenwichten die kenmerkend zijn voor
het bestaan van belangrijke polen van landen met schulden en van crediteurlanden,
van landen met een deficit en van landen
met een overschot, van netto exporteurs en
netto importeurs, van geïndustrialiseerde
en niet-geïndustrialiseerde landen, terwijl
andere landen telkens meer verstrekkers
van diensten worden, en andere meer of
minder worden getroffen door de crisis.
Ten slotte gaat het om onregelmatigheden
die eigen zijn aan het functioneren van het
systeem dat zich vooral in de ontwikkelde
Tabel 1: De groeivoet van het reële BBP van een aantal landen
(jaarlijkse groei in %)
Landen
2011
2012
2013
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Schatting
voorlopig
voorlopig
USA
3,1
2,7
1,9
-0,4
-3,5
3,0
1,7
2,0
2,3
EU
1,9
2,0
2,4
-1,2
-6,3
4,0
-0,7
2,4
1,5
Eurozone
1,9
3,3
3,2
0,3
-4,3
2,0
1,6
0,0
1,0
Japan
1,7
3,2
3,3
0,4
-4,3
1,9
1,5
-0,3
0,7
China
11,3
12,7
14,2
9,6
9,2
10,4
9,2
8,0
8,5
Rusland
6,4
8,2
8,5
5,2
-7,8
4,3
4,3
4,0
3,9
India
9,3
9,6
9,7
7,5
7,0
10,8
7,1
6,1
6,5
Brazilië
3,2
4,0
6,1
5,2
-0,6
7,5
2,7
2,5
4,6
Ontwikkelde landen
Opkomende landen
Bron: UN, World Economic Situation and Prospects, New York, 2012; IMF, ‘Perspectivas de la economía mundial’, juli 2012.
JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013
63 I
gevallen zijn toevlucht moeten nemen tot
de kapitaalmarkt en dat onder nogal prijzige voorwaarden. Of, indien mogelijk –
dit naar het voorbeeld van Noord-Amerika
–, is men door middel van de verschillen
in de rentevoeten of van de veiligheid die
obligaties en waardepapieren in het algemeen bieden, van diverse beleggingsvormen gebruik gaan maken
landen heeft ontwikkeld als het gevolg van
de uitbarsting van de crisis.
Het lijkt erop alsof dat dit gebeurde tijdens
een belangrijke verandering in de structuur
van de wereldeconomie, zowel door de
verplaatsing van de centra van de mondiale groei, als door de groeiende participatie
van de opkomende landen in de internationale economische uitwisseling. Wat men
vanuit een commercieel, financieel of monetair gezichtspunt kan bekijken. De implicaties hiervan zijn niet alleen op economisch, maar eveneens op politiek, sociaal
en milieugebied onbetwistbaar zichtbaar,
hoewel de grote machtscentra hun hegemonie willen behouden op het niveau van de
ontwikkeling en het inmengen in politieke
en militaire zaken, wat zich onder andere
manifesteert in hun grote controle over de
internationale politieke economie.
Er bestaat geen twijfel over dat er zeer betekenisvolle verschillen bestaan tussen al
deze landen, inclusief de vorm en de manier waarop ze zich inschakelen in het proces van de mondiale globalisering. Toch
kan men voorzien dat het internationale
gewicht van de belangrijkere opkomende
landen zal toenemen, hetgeen zou kunnen
resulteren in een onderlinge voorkeursrelatie, ook met de zogenaamde ontwikkelingslanden, met betrekking tot een serie problemen waarmee een meerderheid onder hen
te maken heeft.
Dat komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in
een betekenisvolle groei van de G-20 tegenover de G-8, wat men ten andere als een
positieve verandering in het algemeen kan
zien. Hoewel in de G-20 ook deels landen
I 64
die in werkelijkheid niet de belangen van
de armere landen van de planeet vertegenwoordigen, aanwezig zijn. De andere
landen kunnen echter het tegenovergestelde willen en hun grotere invloed doen
gelden ten aanzien van de beslissingen en
de acties van de eerste, ook al hoeft dat
niet noodzakelijk tot aller tevredenheid te
leiden.
De belangrijkste gevaren
verbonden met de gevolgen
van de crisis
• Het karakter van de crisis: schulden, gebrek aan liquiditeiten en
kredietwaardigheid
De omstandigheden werden geschapen
voor de voorwaarden waardoor de markten
de grote overwinnaars van de crisis werden, en de regeringen de goede werking
ervan moesten garanderen, hen ondersteunen en moesten proberen om de bestaande
economische problemen op te lossen via
een verhoging van de lasten, waardoor
weer enorme onevenwichten worden veroorzaakt die zich in de loop van de voorbije jaren hebben opgehoopt als gevolg
van de vreemde combinatie tussen een
“laissez faire” dat gerelateerd is aan het instrumentarium van de neoliberale politiek
en de staatsinterventie die vooral op het
goed laten werken van de markten gericht
is. Het financieringstekort en de staatsschuld zijn in vele landen een “endemisch
kwaad” geworden, waarbij het geval van
de USA er natuurlijk uit springt.
Daar het noodzakelijk is om het begrotingstekort te financieren, heeft men in vele
Een voorbeeld van de ernst van het probleem is de discussie in het Congres van
de Verenigde Staten om de limiet van de
staatsschuld te verhogen die al een astronomisch niveau had bereikt. De debatten
leidden in augustus 2011 tot de “conclusie” – wat een vergelijk tussen de twee
partijen is – om de staatsschuld voor het
fiscale jaar van 2012 met 900.000 miljoen
dollar te laten stijgen en voor het volgende
jaar met 1,5 miljard dollar. Men stelde dan
voor om een belangrijke verlaging van de
uitgaven door te voeren, maar zonder verhoging van de belastingen, vooral dan geen
belastingen van de progressieve soort, daar
de zeer rijken juist diegenen zijn die het
minste bijdragen.
Het gaat in laatste instantie over een haast
technische benadering die in geen enkel
opzicht werkelijk aanleiding geeft tot een
effectieve oplossing van het probleem,
vandaar allicht dat daarom de politieke
factor sterker aanwezig is, te meer daar niemand de verantwoordelijkheid op zich wil
nemen voor maatregelen die onpopulair
kunnen uitpakken in de aanloop naar de
presidentsverkiezingen. Desalniettemin,
en ondanks alle beperkingen, voorkwam
het akkoord een ernstige ontwrichting van
het financiële systeem van het land.
Over het algemeen heeft de combinatie
van de trage groei waaronder de meer ontwikkelde landen van de planeet de laatste
jaren lijden, met een expansionistische
bestedingspolitiek door de diverse regeringen, ertoe geleid dat de crisis ondanks
alles een crisis van de schulden is geworden, hoewel er telkens kleine verschillen
te noteren vallen, maar dat doet niets af
aan de irrationaliteit van het financiële systeem. Het belangrijke wat men in deze zin
kan opmerken, is dat er sprake is van een
overgang van een liquiditeitscrisis naar
een insolventiecrisis die zich duidelijk in
de reële economie, in een daling of een
vertraging van de economische groei en in
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez
een explosieve groei van de werkloosheid
heeft vertaald.
Met andere woorden: de regeringen en de
armere sociale klassen hebben opgedraaid
voor de kosten, terwijl een minderheid, de
grote investeerders, astronomische winsten hebben geboekt waardoor ze op korte
termijn in miljardairs werden omgetoverd.
In deze zo complexe omstandigheden is
staatsingrijpen onvermijdelijk – wat dan
legitiem is – inclusief een verhoging van
stimuleringsuitgaven. Het probleem zit
echter in de verrichte interventies die gericht zijn op, nu ja, het voorkomen van
de ineenstorting van het financiële systeem zelf dat zelf de hoofdoorzaak van
de huidige problemen is. Ook zal het dan
noodzakelijk zijn om op de een of andere
manier de meest getroffenen en de minst
verantwoordelijken voor de geschapen penibele toestand te steunen.
• De bijzonderheden van de maatregelen
ter stimulering, redding en aanpassing
Bij het uitbreken van de crisis, vooral dan
in het begin, lijkt het erop alsof de autoriteiten er op aanstuurden de markt corrigerend te laten optreden ten aanzien van
de optredende problemen, hoewel dat tot
Tabel 2: De belangrijkste financiële reddings- en ondersteuningsoperaties
Landen
Datum
EU
Oktober 2008
Redding
Voorwaarden
700.000-850.000 M$
Zonder voorwaarden, toegekend door de eigen regering aan
de geselecteerde banken en
instellingen
110.000 M euro (waarvan
30.000 IMF)
7,5 jaar, 4,2 % rente
Eerste redding:
Mei 2010
Tweede redding:
Griekenland
Februari 2012
130.000 M euro (waarvan
49.000 M euro van de privésec- Heronderhandeling met nieuwe
tor en 28.000 M euro van het voorwaarden: 15-30 jaar, 3,5
IMF komen)
% rente
Ierland
November 2010
85.000 M euro (waarvan
22.500 M van het IMF)
3 jaar, 6 % rente
Portugal
Mei 2011
78.000 M euro (waarvan
26.000 M van het IMF)
3 jaar
Andere steun
Europese Stabiliteitsfonds
Datum van goedkeuring
Doel
Beschikbare hulp
Limiet van 440.000 M euro +
60.000 M euro van het Europees
Behouden van de financiële Stabiliteitsmechanisme (ESM)
stabiliteit in de eurozone, ver- (Commissie) + 250.000 M euro
9 mei 2010 voor een duur van lenen van steun aan de landen
3 jaar in principe (short term)
in moeilijkheden
IMF = 750.000 M euro
Bron: Gegevens verwerkt door de auteur op basis van geraadpleegde bronnen.
JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013
65 I
een bankroet van vele bedrijven en ondernemingen zou kunnen leiden. Ongetwijfeld
hing alles in de praktijk ook af van welke
instellingen werden getroffen, waarvoor
dan reddingsplannen werden ontworpen
indien anders het systeem in gevaar zou
komen of indien het ondernemingen met
een emblematisch karakter waren. Zó werd
dan tot de “redding” van de banken en van
de grote bedrijven, zoals General Motors
in de Verenigde Staten, besloten, of tot de
bijstand aan IJsland ten bedrage van 76
procent van het BBP, van bijna 20 procent
voor het Verenigd Koninkrijk en meer dan
12 procent voor de EU, terwijl dat voor de
USA ongeveer 7 procent van het BBP is
(Arias 2010). Dat versterkte in belangrijke
mate de schuldenlast. Dat voegde zich bij
de reeds eerder geleden pijn, speciaal dan
in het geval van de belangrijkste landen.
Het is duidelijk dat de EU met de belangrijkste reservemunt in de wereld en een
goede externe financiering niet verplicht
was om op het IMF beroep te doen en aldus
niet verplicht was om de recepten van die
instelling toe te passen. Met andere woorden: de Noord-Amerikanen kijken wel toe
hoe de anderen zich aanpassen, terwijl het
eigen land één van de meest onevenwichtige economieën van de wereld heeft.
De gemeenschappelijke kenmerken van de
bovengenoemde programma’s kan men in
eerste instantie als “lapmiddelen” beschouwen die niet de grond van de bestaande
structurele problemen aanpakken, maar
erop gericht zijn om de kosten van een totale ineenstorting van het financiële systeem
te voorkomen, waarbij hoopvolle signalen
naar de markten worden gestuurd en waarbij zo goed mogelijk ernstige conflicten
worden ontweken onder het principe dat
het beter is “iets” te doen dan “niets”, maar
waarbij wel alle voorwaarden voorhanden
zijn zodat de toestand niet alleen blijft duren, maar ook op de niet al te lange termijn
zich kan verergeren.
Tegelijkertijd worden er plannen voor de
korte termijn ontwikkeld, daar de problemen van de economieën die in de schulden
steken, te ernstig en complex zijn om ze
op een korte termijn van drie jaar te kunnen oplossen.
De meest getroffenen daarentegen die de
komende jaren hieronder zullen lijden en
praktisch alles verloren hebben, verkrijgen
geen steun en hun situatie is daardoor vele
malen slechter. Met andere woorden: de
veroorzakers van de crisis zijn door hun
regeringen gered, terwijl de slachtoffers
Niettemin kan men belangrijke verschillen
opmerken in de plannen die door de grootmachten werden geïmplementeerd, vooral
dan tussen de Verenigde Staten en de leden
van de eurozone in moeilijkheden (zie Tabel 2).
Het plan dat President George W. Bush
ten slotte eind 2008 praktisch voor eigen
rekening indiende met het oog op het onmiddellijk redden van de banken en de instellingen in problemen, ging niet gepaard
met het opleggen van dwangmaatregelen,
maar gebeurde eerder als gevolg van de
eigenlijke crisis. De redding van de banken in de zogenaamde Europese periferie
gebeurde, met behulp van het zogenaamde
“Troika”, dus van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en
het Internationaal Monetair Fonds (IMF),
toen de banken daar al praktisch bankroet
waren, – veelal als gevolg van schulden
aangegaan op de financiële markten, door
middel van strenge aanpassingsprogramma’s die tot een zeer sterke economische
teruggang hebben geleid en die een gevaarlijke vicieuze cirkel op gang brachten voor
de economische groei en het vooruitzicht
op een economische herneming. Daarbij
zijn er ook de maatregelen die door het
Europees Financieel Stabiliteitfonds werden toegepast om de steun aan de Europese landen met een minder stevige economie in moeilijkheden te kanaliseren en te
vergemakkelijken.
I 66
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez
ten hoogste een doekje voor het bloeden
hebben gekregen.
De realiteit frustreert ongelukkig genoeg
dergelijke verwachtingen.
Van de andere kant worden ook stimuleringsmaatregelen, hier dan in essentie
Keynesiaanse, ingezet die doen denken
aan de mogelijkheid van een zekere verandering in de oriëntatie van de economische
politiek. Ten slotte voelt de staat zich verantwoordelijk voor de nadelige gevolgen
van de excessieve rol van de markt in de
economie, zoals in de neoliberale beginselen is vastgelegd, maar in realiteit hebben
ze de ware oorzaken die aan de basis van
de crisis liggen, niet aangepakt en hebben
ze geen overeenstemming over het veelzijdige karakter ervan weten te bereiken. Het
oude dilemma van “wanneer de staat en
wanneer de markt?” is met een bijzondere
kracht terug opgedoken.
• Onzekerheid die gepaard gaat met de onbeperkte ontwikkeling van de speculatie
Vandaar dus dat de crisis de neoliberale
economische politiek “op de proef stelt”
en voor velen de hoop wettigt dat door
alle dreigingen het neoliberale paradigma
alle steun zal verliezen wanneer er overeenstemming is over de schadelijke resultaten van hetgeen zich heeft voorgedaan.
De mateloze speculatie is niet alleen één
van de meest duidelijke oorzaken van de
crisis, maar het is tegelijkertijd eveneens
in zekere zin een van zijn gevolgen, zolang
er geen actie wordt ondernomen om ze in
werkelijkheid te beperken, terwijl de investeerders trachten om de zo groot mogelijke
winsten in de huidige toch zo onzekere tijd
binnen te halen; ze slagen er dan ook in om
zich hoofdzakelijk op speculatieve operaties te storten die hoogst risicovol zijn,
maar mogelijk hoge winsten afwerpen.
Volgens gegevens van het IMF gaan er dagelijks ongeveer 4 miljard dollar in speculatieve transacties de wereld rond, waarvan
zo een 80 procent gemiddeld een frequentie
van een week hebben (Fernando 2009).
Eén van de meest gevaarlijke aspecten van
de speculatie is de loskoppeling ervan van
de reële economie, want men kan op al
het mogelijke speculeren, wat zich onder
meer op een zeer bijzondere manier reëel
manifesteert in de onbeperkte ontwikkeling van financiële derivaten tot een soort
van laboratorium voor de altijd door de
investeerders graag gewilde en zeer gesofisticeerde “gemaksproducten”.
Deze werkelijkheid die rechtstreeks verband houdt met de gevaarlijke opmars van
de financiële sector, legde en soort “tijdbom” onder de internationale economie,
zoals de eigen onderzoekers van het IMF
al signaleerden: ‘de financiële stabiliteit in
de wereld is nog niet verzekerd’ (Escobar
2011).
Dit geeft zonder enige twijfel een optimistischer beeld voor het definiëren van
de huidige werkelijkheid die tevens een
uiterst complexe, en misschien onmogelijke, uitkomst heeft opgeleverd omdat die
deze ontwikkeling als noodzakelijk voorstelt, ook al gaat ze in tegen de belangen
van het internationale grootkapitaal dat
miljoenen verdiende aan de speculatieve
financiële activiteiten die verbonden zijn
met de deregulering volgens de neoliberale
principes. Misschien zal een nieuwe crisis
van een nog grotere omvang noodzakelijk
worden om tot meer veranderingen in deze
Grafiek 1: Evolutie van de prijsbewegingen van voedsel (2002-2004=100)
Bron: Francia, Lourdes. “La Escalada de los precios de las Materias Primas amenaza con desatar una nueva Crisis Alimentaria” www.
rtve.es. 16 enero, 2011
JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013
67 I
richting te komen, ook al gaat het hier om
een zeer complex en zeer gevoelig thema,
dat dwarsverbindingen legt en dat daardoor immense gevolgen op het niveau van
de hele wereldeconomie laat zien.
• De moeilijkheden om individuele acties
te ondernemen van de zijde van de regeringen als gevolg van de effecten van de
toegenomen financiële globalisering
Als gevolg van de onbeperkte uitbreiding
van de globalisering, in het bijzonder via
haar financiële aspect, hebben de gevolgen
van de economisch-politieke maatregelen
van de regeringen, vooral dan in het geval van de machtigere en invloedrijkere
landen, zich op een extreem snelle manier
over de hele wereld verspreid. Ze hebben
zeer schadelijke effecten op internationaal
vlak kunnen veroorzaken die tegelijkertijd tegen de eigen belangen en bestaande
toestanden indruisten. Gezien de grote heterogeniteit van de toestanden waarin de
verschillende landen verkeren, kunnen de
nadelige effecten van bepaalde maatregelen in vele gevallen mogelijk de aanleiding
vormen voor een verzwakking van heel
wat nationale economieën.
Tegelijkertijd hebben de effecten van de
externe maatregelen zich telkens sterk laten gevoelen, en wel in die zin dat ze tot
een “coördinatie” tussen de centrale banken en andere instellingen hebben geleid.
Maar dat is in dit geval in laatste instantie
beperkt gebleven tot wat incidenten in de
nationale staten, terwijl ze toch in overeenstemming moeten zijn met de marktwerking en met de belangen van de overheersende landen in de hedendaagse wereld.
Het is daarom dat de machtigere landen in
de wereld zelfs hun beslissingen niet helemaal onafhankelijk kunnen nemen, omdat
ze het gebruik van de instrumenten van de
economische politiek naar gelang de heersende omstandigheden aanpassen.
• De gevaren van de gebrekkige supervisie en regulering
De beperkingen die zijn opgelegd door de
neoliberale voorschriften om door het aantrekken van kapitaalstromen concurrentievoordelen te verkrijgen, hebben zich in de
belangrijkste financiële centra en eveneens
in die van de opkomende landen verspreid
via een toenemende deregulering. Dat
komt nu tot uiting in de beperkte macht
van alle superviserende en regulerende instellingen, zowel op het nationale als op
het mondiale niveau, wat zich duidelijk
manifesteerde tijdens de financiële crisis,
toen er helemaal geen bericht verscheen
met betrekking tot de ernst van de nakende
situatie.
Het meest ingewikkelde is dat er zich nog
altijd na de uitbarsting van de crisis, met
al haar schadelijke gevolgen, geen substantiële verandering in deze situatie heeft
voorgedaan, dit ondanks het feit dat het
hier over een zeer ernstig vraagstuk gaat
dat praktisch niet kan worden genegeerd.
Daardoor blijft de uitvoering van aangepaste maatregelen praktisch achterwege
wegens de omvang en de aard van de
belangen die op het spel staan en wegens
de vette winsten die de belanghebbenden
in deze omstandigheden hebben verworven en die ze niet graag zouden willen
verliezen.
• De vluchtige grondstoffenprijzen
De gedurende vele jaren aanhoudend dalende tendens heeft de hele economie
Grafiek 2: Wisselkoersen ten aanzien van de US dollar
Bron: IMF, ‘Perspectivas de la economía mundial’, juli 2012
I 68
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez
informatie over wat in elke nationale economie gebeurt. Hun onderlinge interacties
vertellen hetzelfde betreffende de wisselkoersvolatiliteit van de laatste jaren. Aan
Grafiek 2 kan men zien hoe de wisselkoersen fluctueerden. Het gaat hier ongetwijfeld om een factor die sterk de evolutie van
de economieën heeft bepaald wegens de
onbetwiste invloed die de buitenlandse factoren op om het even welk land uitoefenen.
• Groeiende sociale problemen
Onder de sociale problemen die door de
crisis werden veroorzaakt, bevonden zich
ongetwijfeld de werkloosheid en de groeiende armoede. De cijfers van de werkloosheid stegen tot de alarmerende hoogte van
200 miljoen personen op wereldvlak, met
als bijzonder kritisch geval Spanje waar
het werkloosheidspercentage 24,5 procent
van de economisch actieve bevolking bedroeg, wat ervoor heeft gezorgd dat, samen
met ook andere landen met hoge werkloosheid, deze laatste tot boven de 11 procent
is gestegen. De gegevens voor de Spaanse
jeugdwerkloosheid zijn afschrikwekkend
en de cijfers voor juni 2012 gewagen van
een werkloosheidspercentage van 52,7 procent voor de jongeren (El País, juni 2012).
aangetast. Daarna zijn de grondstoffenprijzen op hol geslagen, ook al leken ze te
willen dalen. Maar veel belangrijker was
dat de productie en de verkoop van voedingswaren bij de bevolking bijzonder gevoelig lagen en slechts geringe inkomsten
opleverden, waarbij het ernstige gevaar
van een uitbrekende voedselcrisis van een
ongekende omvang dreigde.
Hoewel er voor elke periode ontelbare
verklaringen bestaan – die gaan van de klimatologische problemen tot de groeiende
vraag uit China en India –, bestaat er geen
twijfel over het feit dat deze groeiende
vraag niet de fundamentele oorzaak van
de speculatiegolf op de markten kan zijn
geweest. Het gebruik van dezelfde speculatieve technieken voor de ontwikkeling
van tegoeden en derivaten lag er aan de
basis van. Na het uitbreken van de onroerendgoedcrisis en haar verspreiding over
de hele economie en in de wereld gaat het
JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013
dus om het zoeken naar andere objecten
voor speculatie.
Petroleum verdient vanzelfsprekend een
afzonderlijke behandeling wegens zijn
speciale betekenis en omwille van zijn effecten op de gehele samenleving. De aardolie betekent nog altijd een grote onzekerheid voor de wereld. Ze transcendeert het
zuiver financiële domein van de crisis,
waardoor men de aardolie moet zien als
een crisis van een multidimentionele aard.
Daardoor is deze crisis veel moeilijker te
managen en te controleren op grond van
dezelfde principes die vandaag geen essentiële veranderingen in de onstandvastige gedragingen van het systeem willen
realiseren (zie Grafiek 1).
• De instabiliteit van de belangrijkste
wisselkoersen
Dit verschijnsel, samen met de bestaande
ernstige problemen in termen van inkomen
en gemiste kansen, bepalen, samen met andere factoren, het bestaan van enorm grote
aantallen personen die in een situatie van
extreme armoede leven. Hoewel er in toenemende mate studies zijn die gewagen
van een verbetering van de toestand in bepaalde gevallen, gaat het hier niettemin om
een bijzonder ernstig probleem dat ongeveer 1.290 miljoen personen in de wereld
treft, d.w.z. dat quasi een kwart van de bevolking in de ontwikkelingslanden het met
minder dan 1,25 dollar per dag moet stellen
(PNUD 2012).
• Het ernstige gevaar van protectionistische maatregelen in algemene zin
Wanneer de mondiale toestand verergert,
of ten minste zeer moeilijk te managen is,
zijn de mogelijkheden waarmee de landen
hun economieën trachten te beschermen tegen de invloed van de buitenlandse concurrentie erg talrijk.
Het gedrag en de evolutie van de wisselkoersen van een munt geven bijzondere
69 I
De onderhandelingsrondes over de wereldhandel van de World Trade Organization
(WTO) hebben vertragingen opgelopen,
waardoor het sluiten van akkoorden met
betrekking tot de huidige toestand wordt
bemoeilijkt en waardoor dan het protectionisme telkens weer om de hoek komt kijken. Ook vandaag ligt het risico nog altijd
op de loer dat ooit op een dag, hoewel er
een organisatie bestaat die de wereldhandelspolitiek bepaalt, het veel gemakkelijker
zal zijn om telkens weer indirecte protectionistische maatregelen te nemen, die in
combinatie met andere maatregelen zouden
kunnen uitmonden in een internationale
handelsoorlog, inclusief het manipuleren
van de wisselkoersen, waardoor de economische groei in de verschillende landen
ernstig kan worden getroffen.
Het IMF en de crisis
Ondanks de rol van “neoliberale regulator”
van het financiële wereldsysteem en de
enorme sociale kosten die vele landen voor
het verkrijgen van kredieten moeten maken
bij het in werking te stellen van hun aanpassingsprogramma’s, is de analyse van de
huidige crisis, van zijn oorzaken en de gevolgen ervan door functionarissen van het
IMF vreemd genoeg objectief. Ze komen
in essentie tot de conclusie dat er een grote
noodzaak is aan een zekere regulering van
alle speculatieve activiteiten en van een
grote controle op de banken, in de hoop
zo mogelijks de enorme risico’s waarmee de wereld vandaag te maken heeft, te
verminderen.
Het gaat hier beslist om het voeren van een
realistische politiek die de onberekenbare
gevolgen analyseert van een financiële ineenstorting, die zich in enkele seconden
over de hele wereld kan verspreiden. Maar
tegelijkertijd is het ook nuttig om, zoals
altijd gebeurt, de maximale aanpassing
aan de veranderingen in de wereld door te
voeren en om dienovereenkomstig gepaste
middelen aan te wenden. Het is niet met
genoegen dat men mag zeggen dat het IMF
een internationale instelling is geworden
die tijdens haar 60-jarige bestaansgeschiedenis de toon voor de transformaties heeft
gezet die zich in de internationale economie hebben voorgedaan, en die daarbij in
hoge mate een mondiale betekenis heeft
verworven.
I 70
Een voorbeeld van deze houding zijn de
Akkoorden van Basel (die nu al aan hun
derde editie toe zijn). Het gaat hier om het
stellen van normen die als referentie dienen voor het verminderen van het risico
van het internationale banksysteem door
het instellen van minimale kapitaalverplichtingen en solventiegaranties. Hetgeen
onder andere een hoge mate van toezicht
en disciplinering van de markt betekent.
Men wil ten slotte komen tot het instellen van een sterke regulering die onvermijdelijk met een corresponderende nationale economische politiek moet worden
aangevuld.
Ongetwijfeld, zoals het in dergelijke gevallen gebeurt, werd bij het invoeren van
deze mechanismen met behulp van deze
instrumenten weinig bereikt. In de praktijk
werkten de voorgestelde maatregelen niet.
Men mag niettemin verwachten dat de
laatst voorgestelde maatregelen na 2013
op een geleidelijke manier zullen worden
geïnstrumentaliseerd en dat dit dan in 2017
in een formule zal uitmonden, waarna men
beter de bestaande onevenwichten en problemen kan aanpakken. Laten we dan eens
afwachten of de voorwaarden daarvoor
ook zullen zijn vervuld en of de belangen
verbonden met het grootkapitaal dat eveneens zullen toestaan.
Tegelijkertijd is het IMF in zijn pragmatisme niet bereid om zijn rol van “rector”
van de neoliberale economische politiek in
specifieke gevallen op te geven – zoals de
actuele gevallen van Griekenland en andere landen in de eurozone aantonen – door
het opleggen van harde maatregelen die
niet alleen erg recessief zijn (het scheppen
van een vicieuze cirkel ten aanzien van de
economische groei), maar ook de sociale
kosten verhogen die in belangrijke mate de
kwaliteit van het leven van de bevolking in
deze landen aantasten, en vooral die van de
armsten onder hen, verlagen.
Ook behoudt de instelling de politieke
van de “dubbele moraal”: een land zoals
de USA met de hoogste staatsschuld ter
wereld en met een begrotingstekort dat de
laatste jaren met dubbele cijfers is gestegen, hoeft geen aanpassingsprogramma’s
toe te passen, waardoor het meer dan de
Europese landen een grotere individuele
handelingsmarge bezit. Daarbij bezit het
ook nog eens de belangrijkste wereldmunt,
waardoor men geen beroep hoeft te doen op
steunmaatregelen van het IMF die vandaag
alleen voor de rest van de wereld worden
gereserveerd, wat de Amerikaanse munt
weer aantrekkelijker maakt om die over de
hele wereld te laten circuleren.
Het belangrijkste is om te bekijken hoe het
IMF als de gendarme van de internationale
economische politiek gewend is op te treden. Dat is in de grond een sleutelelement:
zijn beschikbaarheid voor het verstrekken
van steun. Ongetwijfeld is de voorwaardelijkheid die van toepassing is op degenen
die om hulp vragen, de belangrijkste stok
achter de deur als filosofie en blauwdruk
van de globale economische politiek. Dat
essentieel neoliberale moment schrijft bovendien een duidelijk verschillende behandeling voor tussen de arme landen en de
“erg rijke” en betekent een vergroting van
de macht in de wereld.
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez
Nog wat ideeën rond de onvermijdelijke veranderingen in de
economische politiek om aan
de uitdagingen van de crisis het
hoofd te bieden
Er schijnt ongetwijfeld een consensus te bestaan over de noodzaak om de paradigmata
van de internationale economische politiek
te veranderen, hoewel heel wat voorstellen
lijden aan een gebrek aan concreetheid en
bij gelegenheid meer een politiek platform
zijn dan specifieke en realistische politieke
ideeën die als instrumenten in de praktijk
kunnen worden toegepast.
Zonder de pretentie te hebben om dit thema
hier op uitputtende wijze te behandelen en
te verwijzen naar min of meer definitieve
of “magische” oplossingen, is het toch mogelijk om een samenhang van ideeën op te
sommen in relatie met ideeën die men volgens de auteur ongetwijfeld in overweging
zou moeten nemen om de onvermijdelijke
veranderingen door te voeren die voor de
wereldeconomie noodzakelijk zijn. Het
gaat hier niet om definitieve oplossingen,
omdat, zoals al eerder werd gesignaleerd,
de problemen immens en met elkaar structureel vervlochten zijn. Daarbij hebben ze
in laatste instantie te maken met de essentie
van het kapitalistisch systeem. Toch moeten ze ten minste werkelijk helpen om de
economische crisis met de nasleep en schadelijke gevolgen ervan te helpen bestrijden.
Onder hen springen dan naar voren:
• De noodzaak om een grotere regeringscontrole door de verantwoordelijke instellingen te laten voeren over dat onderdeel
van de economie, speciaal dan van de financiële sector, waar zich de sterkste deregulering als gevolg van het neoliberalisme
heeft geconcentreerd.
neutraal zijn, en informeren, en met de is gestegen. Een aangepast beheer van het
grootst mogelijke nauwkeurigheid vooraf belastingstelsel, met bovendien programwaarschuwen voor de risico’s.
ma’s met studiebeurzen en financiële hulp,
kunnen eraan bijdragen. De idee moet zijn
• Het reguleren van de hefboomfondsen om beetje bij beetje het bijstandssysteem
zodat men in de mate van het mogelijke te verminderen door het bevorderen van
kan voorkomen dat de mogelijke risico’s een meer actieve participatie van de bevolzich niet alleen van het ene land of markt king, met behulp van de mogelijkheid om
voortplanten, maar zelfs zich over de hele al naargelang kleine of middelgrote onderwereld verspreiden.
nemingen te kunnen oprichten. Dat zal ook
bijdragen aan een betere beheersing van de
• Recupereren van ideeën, zoals die van de gewelddadigheid en de delinquentie. Dat
Tobin Tax, gericht op het controleren van zou men moeten combineren met een minde speculatieve activiteiten en die aan de der permissief legaal systeem en met een
huidige realiteit aangepast zijn, om ermee universelere en completere opvoeding.
duurzame en doelmatige resultaten te kunnen boeken.
• De vooruitstrevende wereldsamenleving
oproepen om de huidige werkelijkheid
• Structuurhervormingen met een grote diepgaander te bestuderen en om concrete
draagwijdte dringen zich op in de landen en realistische beleidsmaatregelen voor te
die met grote problemen worstelen, zoals stellen voor een oplossing die onafhankede Verenigde Staten en de landen in de Eu- lijk is van de diversiteit van de bestaande
ropese periferie, waar de crisis problemen opinies en de belangen, wat erg gecomaan het licht heeft gebracht die zich jaren- pliceerd kan uitpakken bij het nemen van
lang hebben ontwikkeld en opgehoopt. Ze beslissingen. Het is onvermijdelijk om te
moeten garanderen dat de problemen over- focussen op de gedachte dat het hier gaat
al worden aangepakt, dus niet alleen in de om de toekomst van het systeem waaraan
zwakste landen.
ten slotte diegenen die het meeste bezitten
ook het meeste verknocht zijn. Misschien
• Het bevorderen van een betere inkomens- is het systeem van de Verenigde Naties nog
verdeling in de wereld, niet alleen uit hu- het meest adequaat om te voorkomen dat
manitaire overwegingen, maar ook voor de maatregelen grotendeels door de rijkste
het bevorderen van een grotere consump- landen worden genomen, maar dat laatste
tie. Dit voorstel zal de situatie van de ar- is weinig realistisch gezien de mondiale
men verbeteren, maar ook de middenklasse geo-economie, waardoor het onvermijdebevoordelen (meer economische groei), die lijk wordt om een forum te scheppen dat
beide door de crisis ernstig werden getrof- die realiteit weergeeft. Maar dan gaat het
fen, waardoor het aantal armen in de wereld niet om het optuigen van de al ontluisterde
• Aan de grote financiële spelers en investeerders laten weten dat er intussen handelend wordt opgetreden tegen de onverantwoordelijkheid waarmee ze de laatste jaren
hebben gehandeld, waardoor de mondiale
toestand steeds meer onbestuurbaar en gevaarlijk is geworden, hier vooral dan het
perspectief van een grote schade ten gevolge van het verwoesten van het internationale financiële systeem.
• Garanderen dat de controlerende agentschappen die over het risico gaan, werkelijk
JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013
71 I
instellingen als die van Bretton Woods of
om de G-20 die niet de werkelijkheid of de
belangen van de meerderheid van de bevolking van deze planeet weerspiegelen.
Bij wijze van conclusie
Een van de preoccupaties die allicht het
sterkste aanwezig is in de huidige debatten
op wereldvlak over de toekomst van de wereld, is direct verbonden met de oplossing
van de crisis in haar diverse uitingen en het
voorkomen dat ze zichzelf kan reproduceren en aldus voor nog grotere problemen
zorgen.
Hoe voorkomen dat zich een dergelijke
ernstige situatie kan herhalen zonder het
aanpakken van de essentiële oorzaken die
direct verband houden met de ongebreidelde ontwikkeling van de speculatie en
van de quasi totale deregulering van de
financiële activiteiten? Hoe kan men bovendien in deze richting verder gaan indien
men hiermee de machtigste sector van de
internationale economie treft die met de
“casino-economie” en met het grootkapitaal wordt geassocieerd en die met de
meest risicovolle operaties astronomische
winsten belooft?
Zonder grondige hervormingen zal dat allicht leiden tot een verdere verslechtering
van de toestand en wel op een dusdanige
manier dat de getroffen sectoren serieus in
gevaar zullen komen, niet alleen voor wat
hun winsten op de korte termijn betreft,
maar ook voor wat het behoud van het internationaal financieel systeem zelf betreft.
Dan zullen de belangrijkste “lobbies” meer
dirigistische ingrepen toestaan ten gunste
van een grotere regulering, hetgeen ten
minste de onbeperkte heerschappij van
de irrationele speculatie aan banden kan
leggen.
De crises hebben telkens complexere en
diepere gevolgen gehad met onbetaalbare
sociale kosten als gevolg. Er zal ooit een
dag komen dat de zeepbel als vanzelf uit
elkaar zal spatten en niet alleen het financiële systeem zal ontwrichten, maar ook het
functioneren van de economie in het algemeen aantasten, dit gezien het belang van
het krediet- en het financiële systeem voor
de economische activiteit en de groei van
de wereldeconomie.
I 72
Wat kunnen we van de nieuwe generaties
verwachten? Een permanente crisisdreiging die verder gaat dan een gedragskwestie? Een wereld waarin de rijken een
sprookjesleven leiden en waarin de armen
geen toegang krijgen tot het bevredigen
van de meest elementaire behoeften? Een
toestand waarin de grote welvaart geboekt
door bepaalde personen vaak het gevolg is
van corruptie, van handel in narcotica en in
illegalen en van de afwezigheid van waarden in het algemeen?
verminderen van de speculatieve activiteiten en trachten een betere verbinding tussen
de financiële sector en de reële economie
te leggen, waarbij bovendien de bestaande
grote onevenwichten worden verminderd,
zowel op het mondiale als op het binnenlandse niveau van de landen, inclusief het
bouwen aan een minder onrechtvaardige
samenleving. Dat kan dan weer op zijn
beurt bijdragen aan een rechtvaardiger en
voor iedereen voordeliger consumptiepatroon, wat zich dan weer zal vertalen in een
verschuiving naar de reële economie die
Laten we hopen dat men louter om te over- dan over veel betere voorwaarden beschikt
leven de onontbeerlijke minimale voorzor- om voor herstel te zorgen.
gen neemt om een adequate oplossing te
bieden voor de buitensporige deregulering Ten slotte gaat het in de grond om de dwinen de onbeperkte speculatie. Zal het in de gende noodzaak om het neoliberalisme als
huidige omstandigheden dan toch mogelijk ondersteunende theorie van de politieke
zijn om, zonder belangrijke veranderingen economie aan te pakken, omdat die neolite bewerkstelligen, de mondiale verhoudin- berale politieke economie een van de fungen tussen de grootmachten te wijzigen? damentele oorzaken van de onevenwichten
Het antwoord is hier negatief.
en van de economische en sociale crisis in
het algemeen is. Die vermag men niet onDe veranderingen waar de wereld om der de huidige omstandigheden te overwinsmeekt, moeten radicaal zijn. De nood- nen. Tegelijkertijd is een betere inkomenszaak van een controle over de financiële verdeling onvermijdelijk geworden, niet
sector is urgent. De huidige toestand en alleen omwille van het algemeen belang
perspectieven laten dat zien. De belangrijk- of het altruïsme, maar eveneens als stimuste opkomende landen, die de motor van leringsmaatregel van de markten via de
de wereldeconomie zijn geworden, zullen consumptieve vraag. Want in een situatie
een belangrijke rol moeten spelen om door waarin de rijkdom zeer ongelijk verdeeld is
middel van grote of kleine maatregelen in- en de middenklasse quasi totaal verdwenen
vloed uit te oefenen op de problemen van is, zal stimuleren veel moeilijker zijn.
verschillende aard waarmee ze te maken
hebben.
Een grotere mate van staatsingrijpen is ten
slotte onvermijdelijk geworden. Het zogeHet gaat hier niet om de utopie, maar wel naamde Keynesianisme in een of andere
om de betekenis of het belang van het finan- vorm moet trachten om op een adequate
ciële kapitaal voor de economie radicaal manier efficiëntie met de marktwerking te
te verminderen of te elimineren door een combineren via een logische, realistische,
belangrijke controle over hun functioneren opportune en systemische confrontatie met
en de repercussies ervan, hier vooral dan de crisis in haar vele gedaanten en via overdoor hun speculatief optreden, in te stellen. heidsingrijpen dat alle dimensies bestrijkt.
Maar dat zal afhangen van de positie die de De gezonde samenwerking tussen staat en
grote financiële machten in de wereld hier markt moet zich daarom doorzetten.
tegenover zullen aannemen. Die zullen immers slechts onder twee voorwaarden met De bazen van het mondiale financiële sysdeze veranderingen akkoord willen gaan: teem moeten begrijpen dat een ineenstorofwel in geval hun winsten niet worden ting van het financiële systeem zal leiden
aangetast, ofwel indien de crisis dusdanige tot het scheppen van een onvermijdelijke
proporties aanneemt dat zij deze winsten chaos en dat ze zelf daarvan de belangrijkserieus bedreigd weten.
ste slachtoffers zullen worden. Een beter
uitgangspunt voor het opleggen van een
Er bestaat geen twijfel over het feit dat het vermindering van de winsten van de miljohier gaat om substantiële wijzigingen van nairs is er niet, want die zullen op een gehet systeem. Veranderingen moeten gericht geven moment alles verliezen door toedoen
zijn op het in de mate van het mogelijke van de “casino-economie”.
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez
De opdracht is niet eenvoudig, maar vormt
wel een uitdaging die, of men nu rijk of arm
is, verband houdt met de toekomst van de
wereld. Misschien is dat een van de “positieve” aspecten van de crisis met haar schadelijke consequenties en perspectieven.
Dat vormt de kern van een belangrijk mondiaal debat over de grondslagen van de politieke economie, waarbij veel thema’s naar
boven zijn gekomen die men, inclusief in
academische middens, tot dan toe dood had
gewaand, zoals de economische ontwikkeling in de wereld en de weg die men moet
bewandelen om dat doel te bereiken.
(Vertaling: André Mommen)
Geraadpleegde werken:
ABC, ‘Bush firma el Plan de Rescate financiero aprobado por la Cámara de Representantes’, 4 oktober 2008.
América Latina’, Revista del Postgrado en El País, Economía, ‘España lleva la tasa de
Ciencias del Desarrollo CIDES-UMSA, nr. desempleo de la Zona Euro a un record del
5, Juni 1999.
11%’, 1 juni 2012.
Euronews, ‘Alemania aprueba el Segundo Palley, Thomas, ‘Después de la crisis:
Plan de Rescate para Grecia’, 27 februari ¿Cuáles son las perspectivas de una nueva
2012.
economía política progresista?’, in: Ibarra,
David; Manz, Thomas; Mineiro, Adhemar;
Fernando Ruíz, Andrés, ‘El Impuesto To- Palley, Thomas; Escobar, Saúl; Villamar,
bin’, Política Económica, 09/2009. http:// Sarahuen (red.), De la crisis mundial hacia
www.gestiopolis.com/canales/economia/ una nueva política económica, Friedrich
articulos/23/imptobin.htm
Ebert Stiftung, juli 2011.
FMI, ‘Perspectivas de la economía mun- Paredes Rodríguez, Rubén, ‘Crisis Asiádial’, juli 2012.
tica: La primera gran crisis de los mercados
globalizados’, Revista Mundus, vol. 2, nr.
Francia, Lourdes, ‘La escalada de los 4, 1999, Facultad de Ciencias Políticas y
precios de las materias primas amenaza Relaciones Internacionales, Universidad de
con desatar una nueva crisis alimentaria’, Rosario, Argentina.
RTVE.ES, 16 januari 2011. www.rtve.es
Perilla Jiménez, Juan Ricardo, ‘La política
Fundación para el Análisis y los Estudios económica de las crisis financieras: Una
Sociales, ‘La crisis financiera, orígenes y aproximación empírica’, Revista de Ecosoluciones’, oktober 2008. www.fundaci- nomía Institucional, vol. 10, nr. 18, eerste
onfaes.org
semester 2008.
Arias, Xose Carlos, ‘Crisis financiera y
cambio político económico: El regreso de
la historia’, Universidad de Vigo, España,
Revista Análisis, 2010, nr. 6.
González Páramo, José Manuel, Miembro
del Comité Ejecutivo del Banco Central
Caruana, Jaime, ‘Basilea III: Hacia un Europeo, ‘La crisis financiera, lecciones y
sistema financiero más seguro’, Discurso retos’, Discurso pronunciado en actividad
pronunciado por el Director General del de La Caixa, Barcelona, 12 februari 2009.
Banco de Pagos Internacionales de Basilea,
Madrid, 2010.
Jara, Alejandro; Moreno, Ramón; Tovar,
en Camilo, ‘La crisis internacional y AméCNN Expansión, ‘La Zona Euro aprueba rica Latina: Repercusiones financieras y
rescate de Grecia’, 20 februari 2012.
políticas de respuesta’, Informe Trimestral
del BPI, juni 2009.
Couriel, Alberto, ‘Los Bancos, la Política y
la Crisis Financiera Actual’, Portal Rio, 20, Mineiro, Adhemar, ‘De la crisis mundial
24 december 2011.
hacia una nueva política económica’ in:
Ibarra, David; Manz, Thomas; Mineiro,
Datos Macro,com, ‘Desempleo en España’, Adhemar; Palley, Thomas; Escobar, Saúl;
juni, 2012.
Villamar, Sarahuen (red.), De la crisis
mundial hacia una nueva política econóEl Mundo, ‘Grecia en cifras, crisis econó- mica, Friedrich Ebert Stiftung, juli 2011.
mica’ 17 juni 2011.
United Nations, World Economic Situation
Escobar, Toledo en Saúl, ‘La crisis Mun- and Prospects, New York, 2012.
dial: Una cuestión de autonomía y de velocidades’, in Ibarra, David; Manz, Thomas; Novales, Alfonso, ‘Política monetaria antes
Mineiro, Adhemar; Palley, Thomas; Esco- y después de la crisis financiera’, Departabar, Saúl; Villamar, Sarahuen (red.), De la mento de Economía Cuantitativa, Univercrisis mundial hacia una nueva política sidad Complutense de Madrid, maart 2010.
económica, Friedrich Ebert Stiftung, juli
2011.
Ontiveiros, Emilio; Valero, Francisco, ‘El
alcance del Acuerdo de Basilea’, 2005.
Estay Reyno, Jaime, ‘La Crisis Asiática: Impactos regionales, globales y en
JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013
Plaza Vidaurre, Marco Antonio, ‘La política económica aplicada durante la crisis
económica internacional del año 2008.’,
Universidad Científica del Sur, Lima, Perú,
december 2009.
PNUD, Informe de Desarrollo Humano,
2012.
Prensa Latina, ‘EE UU y la crisis financiera: ¿En qué consiste el paquete de rescate
presentado por Bush?’, 2008.
Rosenthal, Gert, ‘La crisis financiera y
económica de 2008 y su repercusión en
el pensamiento económico’, Revista de la
CEPAL, nr. 100, april 2010.
RTVE,es, ‘La Eurozona formaliza el segundo plan de rescate a Grecia y libera
una primera ayuda de 39,400 millones’, 14
maart 2012.
Sistema Económico Latinoamericano
(SELA), ‘La acentuación de la crisis
económica global: Situación e impacto en
América Latina y el Caribe’, Caracas, Venezuela, april 2009.
World Economic Forum, ‘Global Risks
2010’, A Global Risk Network Report, januari 2010.
73 I
Download