Politieke economie De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? Hilda Elena Puerta Rodríguez De financiële crisis die zich vanaf 2008 vanuit de Verenigde Staten verspreidde, heeft ernstige gevolgen gehad, want die hielden bovendien het ernstige gevaar van een nieuwe terugslag in. De gevolgen ervan zouden uiterst moeilijk in te schatten zijn, zodat op een adequate manier reageren moeilijk zou zijn, vooral indien men het verband met de structurele problemen bekijkt waaronder de getroffen landen vandaag te lijden hebben en waaraan ze mogelijk weer worden blootgesteld. Tegelijkertijd gaan deze problemen gepaard met andere crises van een verschillende dimensie, zoals die van de grondstoffen, in het bijzonder die van de aardolie en van de voedingswaren, als ook van de ecologie die in de huidige wereld de geesten bezighoudt. Dat kan de problemen alleen nog meer verscherpen. Zo moet men de instabiliteit van de belangrijkste munten en de handelsoorlog bekijken, omdat die op een directe of indirecte wijze de huidige ontwikkelingen verklaren. De belangrijkste wereldmachten trachten immers op die manier hun verlies aan concurrentiekracht te compenseren. Hoe voorkomen dat zich een dergelijke ernstige situatie kan herhalen zonder het aanpakken van de essentiële oorzaken die direct verband houden met de ongebreidelde ontwikkeling van de speculatie en van de quasi totale deregulering van de financiële activiteiten? Bij deze elementen komt men ongetwijfeld de instrumentalisering van de essentieel neoliberale economische politiek tegen, evenals de belangen van het internationale grootkapitaal, wat dan heeft geresulteerd in de financiële en economische ramp welke vandaag de hele wereld in haar greep houdt. Het bijzondere van wat de media bezighoudt is dat in de financiële wereld bijna alle verrichtingen gebeuren op basis van kredieten, maar ook in de reële economie, wat zich direct laat voelen in twee belangrijke motoren van de economie, nl. het verbruik en de investeringen. Tegelijkertijd heeft de eigenlijke financiële sector die echt gegroeid is, zich omgevormd tot een soort laboratorium voor het scheppen van instrumenten die als hoofddoelstelling hebVan de andere kant stelt men een haast al- ben om de grote managers en investeerders gemene beweging vast van diegenen die op haast onbeperkte wijze winst te laten zich hiertegen verzetten en naar een oplos- maken. sing streven voor de kern van de huidige problemen door de internationale sociale In deze complexe context denken niet weieisen tegenover die van individuele belan- nigen dat het uitbreken van de crisis een gen te plaatsen, en dit wegens de ernst van goede kans biedt voor het doorzetten van de toestand waarmee de regeringen dage- belangrijke veranderingen in de internatilijks te maken krijgen en wegens het gemis onale economische politiek, te meer daar aan consensus in de besluitvorming van de het voor niemand een geheim is dat zowel internationale organisaties over heel wat de deregulering evenals de ongelimiteerde van deze probleemgevallen. De geringe of speculatie de belangrijkste oorzaken zijn ontbrekende vorderingen in de discussies van de ernstige problemen die ontstonden over de milieuproblematiek voor het on- in de hypotheeksector en die zich daarna derschrijven van het Kyoto Protocol kun- in hun nasleep snel hebben voortgeplant nen hiervoor als een duidelijk voorbeeld naar de economie en in een goed deel van gelden. de wereld, vooral dan in Europa en meer specifiek in de zwakkere landen van de I 62 eurozone, de zogenaamde PIIGS, d.w.z., Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje. Het motto “Grote crises vergen grote oplossingen” zegt nog niets over de inhoud van de oplossingen die zich opdringen om op korte termijn aan de nadelige gevolgen en de meer onmiddellijke effecten van de crisis via interventionistische beleidsmaatregelen iets te verhelpen, – maatregelen die in geen enkel geval de essentiële problemen aanpakken, maar eerder reacties zijn om zo mogelijk op de korte termijn de markten te kalmeren. Is het daarom nodig dat zich weer een nieuwe crisis doorzet die erger dan de vorige is en nog wel met hogere sociale kosten, opdat de onvermijdelijke maatregelen zouden worden genomen om aan de irrationele speculatie en de rampzalige deregulering een halt toe te roepen? De crisis concentreert zich in de ontwikkelde landen Verschillend van de vorige financiële crises – met de crisis van de jaren 1980 en 1990 die hoofdzakelijk de opkomende markten troffen – is de crisis die in 2008 in de USA uitbrak. Die was er eentje die zich daarna hoofdzakelijk in de richting van de meer vermogende landen van de planeet, in de zogenaamde machtige staten van de wereld, heeft voortgeplant. De verklaring voor de vorige crises luidde dan dat het om weinig ontwikkelde financiële markten ging die een gebrekkige relatie met de werkelijke economie onderhielden waarin ze opereerden, wat op hun beurt weer resulteerde in de onmogelijkheid om zich op een adequate manier van de structurele en ondermijnende problemen te ontdoen waarmee men te maken heeft en waarvan de effecten VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez van de speculatie zich in toenemende mate lieten gevoelen. Het gaat hier bovenal om de Aziatische crisis of het “effect van de draak” van 1997. Die werd als de eerste grote financiële crisis van de geglobaliseerde markten gezien, dit wegens de omvang van de “domino-effecten” ervan. Zo moet men ook de crisis in Brazilië in 1994, in Mexico in 1995, in Rusland in 1998 en in Argentinië in 2001, enz. bekijken. Het gaat hier blijkbaar hoofdzakelijk om een probleem in verband met het ontwikkelingsniveau van de opkomende markten dat de meer ontwikkelde naties intussen niet kennen omdat ze over de noodzakelijke middelen en voorwaarden beschikken om zich zonder problemen op dat vlak verder te ontwikkelen, hoewel ze vandaag getroffen worden door belangrijke onevenwichten als gevolg van de crisis. De subprimecrisis van 2008 laat de totale relativiteit van dergelijke beweringen zien, iets wat in laatste instantie wordt bewezen door het feit dat het probleem niet in het niveau van ontwikkeling van de financiële markten (misschien is het wel beter zo, als ze gezien de huidige omstandigheden minder ontwikkeld zijn) gelegen is, maar in hun neoliberale werking die gebaseerd is op een mateloze deregulering en een ongelimiteerde speculatie. Doordat het gewicht van de zogenaamde casino-economie werd gestimuleerd, verkeren de economieën van de ontwikkelde wereld in de onmogelijkheid om de drijvende kracht of de locomotief van de wereldeconomie te worden en om die van impulsen te voorzien. Intussen merken we eens te meer dat de onevenwichten van verschillende aard, hoofdzakelijk dan de fiscale tekorten en de oplopende staatsschuld, allemaal kenmerken zijn van met elkaar samenhangende structurele problemen die men het hoofd moet bieden en waarop men geen antwoorden weet te formuleren, zelfs niet in tijden van economische voorspoed. Op deze wijze is de economische groei van de laatste jaren in de belangrijkste ontwikkelde landen gedaald, en worden ze geconfronteerd met problemen van verschillende aard, wat een reeks van moeilijkheden verklaart die men vandaag in de economische wereldorde tegenkomt (zie Tabel 1). Om deze ogenschijnlijke contradictie uit te leggen, moet men zich voor de geest halen dat hetzelfde argument telkens weer wordt gebruikt voor belangrijke mondiale onevenwichten die kenmerkend zijn voor het bestaan van belangrijke polen van landen met schulden en van crediteurlanden, van landen met een deficit en van landen met een overschot, van netto exporteurs en netto importeurs, van geïndustrialiseerde en niet-geïndustrialiseerde landen, terwijl andere landen telkens meer verstrekkers van diensten worden, en andere meer of minder worden getroffen door de crisis. Ten slotte gaat het om onregelmatigheden die eigen zijn aan het functioneren van het systeem dat zich vooral in de ontwikkelde Tabel 1: De groeivoet van het reële BBP van een aantal landen (jaarlijkse groei in %) Landen 2011 2012 2013 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Schatting voorlopig voorlopig USA 3,1 2,7 1,9 -0,4 -3,5 3,0 1,7 2,0 2,3 EU 1,9 2,0 2,4 -1,2 -6,3 4,0 -0,7 2,4 1,5 Eurozone 1,9 3,3 3,2 0,3 -4,3 2,0 1,6 0,0 1,0 Japan 1,7 3,2 3,3 0,4 -4,3 1,9 1,5 -0,3 0,7 China 11,3 12,7 14,2 9,6 9,2 10,4 9,2 8,0 8,5 Rusland 6,4 8,2 8,5 5,2 -7,8 4,3 4,3 4,0 3,9 India 9,3 9,6 9,7 7,5 7,0 10,8 7,1 6,1 6,5 Brazilië 3,2 4,0 6,1 5,2 -0,6 7,5 2,7 2,5 4,6 Ontwikkelde landen Opkomende landen Bron: UN, World Economic Situation and Prospects, New York, 2012; IMF, ‘Perspectivas de la economía mundial’, juli 2012. JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013 63 I gevallen zijn toevlucht moeten nemen tot de kapitaalmarkt en dat onder nogal prijzige voorwaarden. Of, indien mogelijk – dit naar het voorbeeld van Noord-Amerika –, is men door middel van de verschillen in de rentevoeten of van de veiligheid die obligaties en waardepapieren in het algemeen bieden, van diverse beleggingsvormen gebruik gaan maken landen heeft ontwikkeld als het gevolg van de uitbarsting van de crisis. Het lijkt erop alsof dat dit gebeurde tijdens een belangrijke verandering in de structuur van de wereldeconomie, zowel door de verplaatsing van de centra van de mondiale groei, als door de groeiende participatie van de opkomende landen in de internationale economische uitwisseling. Wat men vanuit een commercieel, financieel of monetair gezichtspunt kan bekijken. De implicaties hiervan zijn niet alleen op economisch, maar eveneens op politiek, sociaal en milieugebied onbetwistbaar zichtbaar, hoewel de grote machtscentra hun hegemonie willen behouden op het niveau van de ontwikkeling en het inmengen in politieke en militaire zaken, wat zich onder andere manifesteert in hun grote controle over de internationale politieke economie. Er bestaat geen twijfel over dat er zeer betekenisvolle verschillen bestaan tussen al deze landen, inclusief de vorm en de manier waarop ze zich inschakelen in het proces van de mondiale globalisering. Toch kan men voorzien dat het internationale gewicht van de belangrijkere opkomende landen zal toenemen, hetgeen zou kunnen resulteren in een onderlinge voorkeursrelatie, ook met de zogenaamde ontwikkelingslanden, met betrekking tot een serie problemen waarmee een meerderheid onder hen te maken heeft. Dat komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in een betekenisvolle groei van de G-20 tegenover de G-8, wat men ten andere als een positieve verandering in het algemeen kan zien. Hoewel in de G-20 ook deels landen I 64 die in werkelijkheid niet de belangen van de armere landen van de planeet vertegenwoordigen, aanwezig zijn. De andere landen kunnen echter het tegenovergestelde willen en hun grotere invloed doen gelden ten aanzien van de beslissingen en de acties van de eerste, ook al hoeft dat niet noodzakelijk tot aller tevredenheid te leiden. De belangrijkste gevaren verbonden met de gevolgen van de crisis • Het karakter van de crisis: schulden, gebrek aan liquiditeiten en kredietwaardigheid De omstandigheden werden geschapen voor de voorwaarden waardoor de markten de grote overwinnaars van de crisis werden, en de regeringen de goede werking ervan moesten garanderen, hen ondersteunen en moesten proberen om de bestaande economische problemen op te lossen via een verhoging van de lasten, waardoor weer enorme onevenwichten worden veroorzaakt die zich in de loop van de voorbije jaren hebben opgehoopt als gevolg van de vreemde combinatie tussen een “laissez faire” dat gerelateerd is aan het instrumentarium van de neoliberale politiek en de staatsinterventie die vooral op het goed laten werken van de markten gericht is. Het financieringstekort en de staatsschuld zijn in vele landen een “endemisch kwaad” geworden, waarbij het geval van de USA er natuurlijk uit springt. Daar het noodzakelijk is om het begrotingstekort te financieren, heeft men in vele Een voorbeeld van de ernst van het probleem is de discussie in het Congres van de Verenigde Staten om de limiet van de staatsschuld te verhogen die al een astronomisch niveau had bereikt. De debatten leidden in augustus 2011 tot de “conclusie” – wat een vergelijk tussen de twee partijen is – om de staatsschuld voor het fiscale jaar van 2012 met 900.000 miljoen dollar te laten stijgen en voor het volgende jaar met 1,5 miljard dollar. Men stelde dan voor om een belangrijke verlaging van de uitgaven door te voeren, maar zonder verhoging van de belastingen, vooral dan geen belastingen van de progressieve soort, daar de zeer rijken juist diegenen zijn die het minste bijdragen. Het gaat in laatste instantie over een haast technische benadering die in geen enkel opzicht werkelijk aanleiding geeft tot een effectieve oplossing van het probleem, vandaar allicht dat daarom de politieke factor sterker aanwezig is, te meer daar niemand de verantwoordelijkheid op zich wil nemen voor maatregelen die onpopulair kunnen uitpakken in de aanloop naar de presidentsverkiezingen. Desalniettemin, en ondanks alle beperkingen, voorkwam het akkoord een ernstige ontwrichting van het financiële systeem van het land. Over het algemeen heeft de combinatie van de trage groei waaronder de meer ontwikkelde landen van de planeet de laatste jaren lijden, met een expansionistische bestedingspolitiek door de diverse regeringen, ertoe geleid dat de crisis ondanks alles een crisis van de schulden is geworden, hoewel er telkens kleine verschillen te noteren vallen, maar dat doet niets af aan de irrationaliteit van het financiële systeem. Het belangrijke wat men in deze zin kan opmerken, is dat er sprake is van een overgang van een liquiditeitscrisis naar een insolventiecrisis die zich duidelijk in de reële economie, in een daling of een vertraging van de economische groei en in VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez een explosieve groei van de werkloosheid heeft vertaald. Met andere woorden: de regeringen en de armere sociale klassen hebben opgedraaid voor de kosten, terwijl een minderheid, de grote investeerders, astronomische winsten hebben geboekt waardoor ze op korte termijn in miljardairs werden omgetoverd. In deze zo complexe omstandigheden is staatsingrijpen onvermijdelijk – wat dan legitiem is – inclusief een verhoging van stimuleringsuitgaven. Het probleem zit echter in de verrichte interventies die gericht zijn op, nu ja, het voorkomen van de ineenstorting van het financiële systeem zelf dat zelf de hoofdoorzaak van de huidige problemen is. Ook zal het dan noodzakelijk zijn om op de een of andere manier de meest getroffenen en de minst verantwoordelijken voor de geschapen penibele toestand te steunen. • De bijzonderheden van de maatregelen ter stimulering, redding en aanpassing Bij het uitbreken van de crisis, vooral dan in het begin, lijkt het erop alsof de autoriteiten er op aanstuurden de markt corrigerend te laten optreden ten aanzien van de optredende problemen, hoewel dat tot Tabel 2: De belangrijkste financiële reddings- en ondersteuningsoperaties Landen Datum EU Oktober 2008 Redding Voorwaarden 700.000-850.000 M$ Zonder voorwaarden, toegekend door de eigen regering aan de geselecteerde banken en instellingen 110.000 M euro (waarvan 30.000 IMF) 7,5 jaar, 4,2 % rente Eerste redding: Mei 2010 Tweede redding: Griekenland Februari 2012 130.000 M euro (waarvan 49.000 M euro van de privésec- Heronderhandeling met nieuwe tor en 28.000 M euro van het voorwaarden: 15-30 jaar, 3,5 IMF komen) % rente Ierland November 2010 85.000 M euro (waarvan 22.500 M van het IMF) 3 jaar, 6 % rente Portugal Mei 2011 78.000 M euro (waarvan 26.000 M van het IMF) 3 jaar Andere steun Europese Stabiliteitsfonds Datum van goedkeuring Doel Beschikbare hulp Limiet van 440.000 M euro + 60.000 M euro van het Europees Behouden van de financiële Stabiliteitsmechanisme (ESM) stabiliteit in de eurozone, ver- (Commissie) + 250.000 M euro 9 mei 2010 voor een duur van lenen van steun aan de landen 3 jaar in principe (short term) in moeilijkheden IMF = 750.000 M euro Bron: Gegevens verwerkt door de auteur op basis van geraadpleegde bronnen. JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013 65 I een bankroet van vele bedrijven en ondernemingen zou kunnen leiden. Ongetwijfeld hing alles in de praktijk ook af van welke instellingen werden getroffen, waarvoor dan reddingsplannen werden ontworpen indien anders het systeem in gevaar zou komen of indien het ondernemingen met een emblematisch karakter waren. Zó werd dan tot de “redding” van de banken en van de grote bedrijven, zoals General Motors in de Verenigde Staten, besloten, of tot de bijstand aan IJsland ten bedrage van 76 procent van het BBP, van bijna 20 procent voor het Verenigd Koninkrijk en meer dan 12 procent voor de EU, terwijl dat voor de USA ongeveer 7 procent van het BBP is (Arias 2010). Dat versterkte in belangrijke mate de schuldenlast. Dat voegde zich bij de reeds eerder geleden pijn, speciaal dan in het geval van de belangrijkste landen. Het is duidelijk dat de EU met de belangrijkste reservemunt in de wereld en een goede externe financiering niet verplicht was om op het IMF beroep te doen en aldus niet verplicht was om de recepten van die instelling toe te passen. Met andere woorden: de Noord-Amerikanen kijken wel toe hoe de anderen zich aanpassen, terwijl het eigen land één van de meest onevenwichtige economieën van de wereld heeft. De gemeenschappelijke kenmerken van de bovengenoemde programma’s kan men in eerste instantie als “lapmiddelen” beschouwen die niet de grond van de bestaande structurele problemen aanpakken, maar erop gericht zijn om de kosten van een totale ineenstorting van het financiële systeem te voorkomen, waarbij hoopvolle signalen naar de markten worden gestuurd en waarbij zo goed mogelijk ernstige conflicten worden ontweken onder het principe dat het beter is “iets” te doen dan “niets”, maar waarbij wel alle voorwaarden voorhanden zijn zodat de toestand niet alleen blijft duren, maar ook op de niet al te lange termijn zich kan verergeren. Tegelijkertijd worden er plannen voor de korte termijn ontwikkeld, daar de problemen van de economieën die in de schulden steken, te ernstig en complex zijn om ze op een korte termijn van drie jaar te kunnen oplossen. De meest getroffenen daarentegen die de komende jaren hieronder zullen lijden en praktisch alles verloren hebben, verkrijgen geen steun en hun situatie is daardoor vele malen slechter. Met andere woorden: de veroorzakers van de crisis zijn door hun regeringen gered, terwijl de slachtoffers Niettemin kan men belangrijke verschillen opmerken in de plannen die door de grootmachten werden geïmplementeerd, vooral dan tussen de Verenigde Staten en de leden van de eurozone in moeilijkheden (zie Tabel 2). Het plan dat President George W. Bush ten slotte eind 2008 praktisch voor eigen rekening indiende met het oog op het onmiddellijk redden van de banken en de instellingen in problemen, ging niet gepaard met het opleggen van dwangmaatregelen, maar gebeurde eerder als gevolg van de eigenlijke crisis. De redding van de banken in de zogenaamde Europese periferie gebeurde, met behulp van het zogenaamde “Troika”, dus van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Monetair Fonds (IMF), toen de banken daar al praktisch bankroet waren, – veelal als gevolg van schulden aangegaan op de financiële markten, door middel van strenge aanpassingsprogramma’s die tot een zeer sterke economische teruggang hebben geleid en die een gevaarlijke vicieuze cirkel op gang brachten voor de economische groei en het vooruitzicht op een economische herneming. Daarbij zijn er ook de maatregelen die door het Europees Financieel Stabiliteitfonds werden toegepast om de steun aan de Europese landen met een minder stevige economie in moeilijkheden te kanaliseren en te vergemakkelijken. I 66 VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez ten hoogste een doekje voor het bloeden hebben gekregen. De realiteit frustreert ongelukkig genoeg dergelijke verwachtingen. Van de andere kant worden ook stimuleringsmaatregelen, hier dan in essentie Keynesiaanse, ingezet die doen denken aan de mogelijkheid van een zekere verandering in de oriëntatie van de economische politiek. Ten slotte voelt de staat zich verantwoordelijk voor de nadelige gevolgen van de excessieve rol van de markt in de economie, zoals in de neoliberale beginselen is vastgelegd, maar in realiteit hebben ze de ware oorzaken die aan de basis van de crisis liggen, niet aangepakt en hebben ze geen overeenstemming over het veelzijdige karakter ervan weten te bereiken. Het oude dilemma van “wanneer de staat en wanneer de markt?” is met een bijzondere kracht terug opgedoken. • Onzekerheid die gepaard gaat met de onbeperkte ontwikkeling van de speculatie Vandaar dus dat de crisis de neoliberale economische politiek “op de proef stelt” en voor velen de hoop wettigt dat door alle dreigingen het neoliberale paradigma alle steun zal verliezen wanneer er overeenstemming is over de schadelijke resultaten van hetgeen zich heeft voorgedaan. De mateloze speculatie is niet alleen één van de meest duidelijke oorzaken van de crisis, maar het is tegelijkertijd eveneens in zekere zin een van zijn gevolgen, zolang er geen actie wordt ondernomen om ze in werkelijkheid te beperken, terwijl de investeerders trachten om de zo groot mogelijke winsten in de huidige toch zo onzekere tijd binnen te halen; ze slagen er dan ook in om zich hoofdzakelijk op speculatieve operaties te storten die hoogst risicovol zijn, maar mogelijk hoge winsten afwerpen. Volgens gegevens van het IMF gaan er dagelijks ongeveer 4 miljard dollar in speculatieve transacties de wereld rond, waarvan zo een 80 procent gemiddeld een frequentie van een week hebben (Fernando 2009). Eén van de meest gevaarlijke aspecten van de speculatie is de loskoppeling ervan van de reële economie, want men kan op al het mogelijke speculeren, wat zich onder meer op een zeer bijzondere manier reëel manifesteert in de onbeperkte ontwikkeling van financiële derivaten tot een soort van laboratorium voor de altijd door de investeerders graag gewilde en zeer gesofisticeerde “gemaksproducten”. Deze werkelijkheid die rechtstreeks verband houdt met de gevaarlijke opmars van de financiële sector, legde en soort “tijdbom” onder de internationale economie, zoals de eigen onderzoekers van het IMF al signaleerden: ‘de financiële stabiliteit in de wereld is nog niet verzekerd’ (Escobar 2011). Dit geeft zonder enige twijfel een optimistischer beeld voor het definiëren van de huidige werkelijkheid die tevens een uiterst complexe, en misschien onmogelijke, uitkomst heeft opgeleverd omdat die deze ontwikkeling als noodzakelijk voorstelt, ook al gaat ze in tegen de belangen van het internationale grootkapitaal dat miljoenen verdiende aan de speculatieve financiële activiteiten die verbonden zijn met de deregulering volgens de neoliberale principes. Misschien zal een nieuwe crisis van een nog grotere omvang noodzakelijk worden om tot meer veranderingen in deze Grafiek 1: Evolutie van de prijsbewegingen van voedsel (2002-2004=100) Bron: Francia, Lourdes. “La Escalada de los precios de las Materias Primas amenaza con desatar una nueva Crisis Alimentaria” www. rtve.es. 16 enero, 2011 JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013 67 I richting te komen, ook al gaat het hier om een zeer complex en zeer gevoelig thema, dat dwarsverbindingen legt en dat daardoor immense gevolgen op het niveau van de hele wereldeconomie laat zien. • De moeilijkheden om individuele acties te ondernemen van de zijde van de regeringen als gevolg van de effecten van de toegenomen financiële globalisering Als gevolg van de onbeperkte uitbreiding van de globalisering, in het bijzonder via haar financiële aspect, hebben de gevolgen van de economisch-politieke maatregelen van de regeringen, vooral dan in het geval van de machtigere en invloedrijkere landen, zich op een extreem snelle manier over de hele wereld verspreid. Ze hebben zeer schadelijke effecten op internationaal vlak kunnen veroorzaken die tegelijkertijd tegen de eigen belangen en bestaande toestanden indruisten. Gezien de grote heterogeniteit van de toestanden waarin de verschillende landen verkeren, kunnen de nadelige effecten van bepaalde maatregelen in vele gevallen mogelijk de aanleiding vormen voor een verzwakking van heel wat nationale economieën. Tegelijkertijd hebben de effecten van de externe maatregelen zich telkens sterk laten gevoelen, en wel in die zin dat ze tot een “coördinatie” tussen de centrale banken en andere instellingen hebben geleid. Maar dat is in dit geval in laatste instantie beperkt gebleven tot wat incidenten in de nationale staten, terwijl ze toch in overeenstemming moeten zijn met de marktwerking en met de belangen van de overheersende landen in de hedendaagse wereld. Het is daarom dat de machtigere landen in de wereld zelfs hun beslissingen niet helemaal onafhankelijk kunnen nemen, omdat ze het gebruik van de instrumenten van de economische politiek naar gelang de heersende omstandigheden aanpassen. • De gevaren van de gebrekkige supervisie en regulering De beperkingen die zijn opgelegd door de neoliberale voorschriften om door het aantrekken van kapitaalstromen concurrentievoordelen te verkrijgen, hebben zich in de belangrijkste financiële centra en eveneens in die van de opkomende landen verspreid via een toenemende deregulering. Dat komt nu tot uiting in de beperkte macht van alle superviserende en regulerende instellingen, zowel op het nationale als op het mondiale niveau, wat zich duidelijk manifesteerde tijdens de financiële crisis, toen er helemaal geen bericht verscheen met betrekking tot de ernst van de nakende situatie. Het meest ingewikkelde is dat er zich nog altijd na de uitbarsting van de crisis, met al haar schadelijke gevolgen, geen substantiële verandering in deze situatie heeft voorgedaan, dit ondanks het feit dat het hier over een zeer ernstig vraagstuk gaat dat praktisch niet kan worden genegeerd. Daardoor blijft de uitvoering van aangepaste maatregelen praktisch achterwege wegens de omvang en de aard van de belangen die op het spel staan en wegens de vette winsten die de belanghebbenden in deze omstandigheden hebben verworven en die ze niet graag zouden willen verliezen. • De vluchtige grondstoffenprijzen De gedurende vele jaren aanhoudend dalende tendens heeft de hele economie Grafiek 2: Wisselkoersen ten aanzien van de US dollar Bron: IMF, ‘Perspectivas de la economía mundial’, juli 2012 I 68 VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez informatie over wat in elke nationale economie gebeurt. Hun onderlinge interacties vertellen hetzelfde betreffende de wisselkoersvolatiliteit van de laatste jaren. Aan Grafiek 2 kan men zien hoe de wisselkoersen fluctueerden. Het gaat hier ongetwijfeld om een factor die sterk de evolutie van de economieën heeft bepaald wegens de onbetwiste invloed die de buitenlandse factoren op om het even welk land uitoefenen. • Groeiende sociale problemen Onder de sociale problemen die door de crisis werden veroorzaakt, bevonden zich ongetwijfeld de werkloosheid en de groeiende armoede. De cijfers van de werkloosheid stegen tot de alarmerende hoogte van 200 miljoen personen op wereldvlak, met als bijzonder kritisch geval Spanje waar het werkloosheidspercentage 24,5 procent van de economisch actieve bevolking bedroeg, wat ervoor heeft gezorgd dat, samen met ook andere landen met hoge werkloosheid, deze laatste tot boven de 11 procent is gestegen. De gegevens voor de Spaanse jeugdwerkloosheid zijn afschrikwekkend en de cijfers voor juni 2012 gewagen van een werkloosheidspercentage van 52,7 procent voor de jongeren (El País, juni 2012). aangetast. Daarna zijn de grondstoffenprijzen op hol geslagen, ook al leken ze te willen dalen. Maar veel belangrijker was dat de productie en de verkoop van voedingswaren bij de bevolking bijzonder gevoelig lagen en slechts geringe inkomsten opleverden, waarbij het ernstige gevaar van een uitbrekende voedselcrisis van een ongekende omvang dreigde. Hoewel er voor elke periode ontelbare verklaringen bestaan – die gaan van de klimatologische problemen tot de groeiende vraag uit China en India –, bestaat er geen twijfel over het feit dat deze groeiende vraag niet de fundamentele oorzaak van de speculatiegolf op de markten kan zijn geweest. Het gebruik van dezelfde speculatieve technieken voor de ontwikkeling van tegoeden en derivaten lag er aan de basis van. Na het uitbreken van de onroerendgoedcrisis en haar verspreiding over de hele economie en in de wereld gaat het JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013 dus om het zoeken naar andere objecten voor speculatie. Petroleum verdient vanzelfsprekend een afzonderlijke behandeling wegens zijn speciale betekenis en omwille van zijn effecten op de gehele samenleving. De aardolie betekent nog altijd een grote onzekerheid voor de wereld. Ze transcendeert het zuiver financiële domein van de crisis, waardoor men de aardolie moet zien als een crisis van een multidimentionele aard. Daardoor is deze crisis veel moeilijker te managen en te controleren op grond van dezelfde principes die vandaag geen essentiële veranderingen in de onstandvastige gedragingen van het systeem willen realiseren (zie Grafiek 1). • De instabiliteit van de belangrijkste wisselkoersen Dit verschijnsel, samen met de bestaande ernstige problemen in termen van inkomen en gemiste kansen, bepalen, samen met andere factoren, het bestaan van enorm grote aantallen personen die in een situatie van extreme armoede leven. Hoewel er in toenemende mate studies zijn die gewagen van een verbetering van de toestand in bepaalde gevallen, gaat het hier niettemin om een bijzonder ernstig probleem dat ongeveer 1.290 miljoen personen in de wereld treft, d.w.z. dat quasi een kwart van de bevolking in de ontwikkelingslanden het met minder dan 1,25 dollar per dag moet stellen (PNUD 2012). • Het ernstige gevaar van protectionistische maatregelen in algemene zin Wanneer de mondiale toestand verergert, of ten minste zeer moeilijk te managen is, zijn de mogelijkheden waarmee de landen hun economieën trachten te beschermen tegen de invloed van de buitenlandse concurrentie erg talrijk. Het gedrag en de evolutie van de wisselkoersen van een munt geven bijzondere 69 I De onderhandelingsrondes over de wereldhandel van de World Trade Organization (WTO) hebben vertragingen opgelopen, waardoor het sluiten van akkoorden met betrekking tot de huidige toestand wordt bemoeilijkt en waardoor dan het protectionisme telkens weer om de hoek komt kijken. Ook vandaag ligt het risico nog altijd op de loer dat ooit op een dag, hoewel er een organisatie bestaat die de wereldhandelspolitiek bepaalt, het veel gemakkelijker zal zijn om telkens weer indirecte protectionistische maatregelen te nemen, die in combinatie met andere maatregelen zouden kunnen uitmonden in een internationale handelsoorlog, inclusief het manipuleren van de wisselkoersen, waardoor de economische groei in de verschillende landen ernstig kan worden getroffen. Het IMF en de crisis Ondanks de rol van “neoliberale regulator” van het financiële wereldsysteem en de enorme sociale kosten die vele landen voor het verkrijgen van kredieten moeten maken bij het in werking te stellen van hun aanpassingsprogramma’s, is de analyse van de huidige crisis, van zijn oorzaken en de gevolgen ervan door functionarissen van het IMF vreemd genoeg objectief. Ze komen in essentie tot de conclusie dat er een grote noodzaak is aan een zekere regulering van alle speculatieve activiteiten en van een grote controle op de banken, in de hoop zo mogelijks de enorme risico’s waarmee de wereld vandaag te maken heeft, te verminderen. Het gaat hier beslist om het voeren van een realistische politiek die de onberekenbare gevolgen analyseert van een financiële ineenstorting, die zich in enkele seconden over de hele wereld kan verspreiden. Maar tegelijkertijd is het ook nuttig om, zoals altijd gebeurt, de maximale aanpassing aan de veranderingen in de wereld door te voeren en om dienovereenkomstig gepaste middelen aan te wenden. Het is niet met genoegen dat men mag zeggen dat het IMF een internationale instelling is geworden die tijdens haar 60-jarige bestaansgeschiedenis de toon voor de transformaties heeft gezet die zich in de internationale economie hebben voorgedaan, en die daarbij in hoge mate een mondiale betekenis heeft verworven. I 70 Een voorbeeld van deze houding zijn de Akkoorden van Basel (die nu al aan hun derde editie toe zijn). Het gaat hier om het stellen van normen die als referentie dienen voor het verminderen van het risico van het internationale banksysteem door het instellen van minimale kapitaalverplichtingen en solventiegaranties. Hetgeen onder andere een hoge mate van toezicht en disciplinering van de markt betekent. Men wil ten slotte komen tot het instellen van een sterke regulering die onvermijdelijk met een corresponderende nationale economische politiek moet worden aangevuld. Ongetwijfeld, zoals het in dergelijke gevallen gebeurt, werd bij het invoeren van deze mechanismen met behulp van deze instrumenten weinig bereikt. In de praktijk werkten de voorgestelde maatregelen niet. Men mag niettemin verwachten dat de laatst voorgestelde maatregelen na 2013 op een geleidelijke manier zullen worden geïnstrumentaliseerd en dat dit dan in 2017 in een formule zal uitmonden, waarna men beter de bestaande onevenwichten en problemen kan aanpakken. Laten we dan eens afwachten of de voorwaarden daarvoor ook zullen zijn vervuld en of de belangen verbonden met het grootkapitaal dat eveneens zullen toestaan. Tegelijkertijd is het IMF in zijn pragmatisme niet bereid om zijn rol van “rector” van de neoliberale economische politiek in specifieke gevallen op te geven – zoals de actuele gevallen van Griekenland en andere landen in de eurozone aantonen – door het opleggen van harde maatregelen die niet alleen erg recessief zijn (het scheppen van een vicieuze cirkel ten aanzien van de economische groei), maar ook de sociale kosten verhogen die in belangrijke mate de kwaliteit van het leven van de bevolking in deze landen aantasten, en vooral die van de armsten onder hen, verlagen. Ook behoudt de instelling de politieke van de “dubbele moraal”: een land zoals de USA met de hoogste staatsschuld ter wereld en met een begrotingstekort dat de laatste jaren met dubbele cijfers is gestegen, hoeft geen aanpassingsprogramma’s toe te passen, waardoor het meer dan de Europese landen een grotere individuele handelingsmarge bezit. Daarbij bezit het ook nog eens de belangrijkste wereldmunt, waardoor men geen beroep hoeft te doen op steunmaatregelen van het IMF die vandaag alleen voor de rest van de wereld worden gereserveerd, wat de Amerikaanse munt weer aantrekkelijker maakt om die over de hele wereld te laten circuleren. Het belangrijkste is om te bekijken hoe het IMF als de gendarme van de internationale economische politiek gewend is op te treden. Dat is in de grond een sleutelelement: zijn beschikbaarheid voor het verstrekken van steun. Ongetwijfeld is de voorwaardelijkheid die van toepassing is op degenen die om hulp vragen, de belangrijkste stok achter de deur als filosofie en blauwdruk van de globale economische politiek. Dat essentieel neoliberale moment schrijft bovendien een duidelijk verschillende behandeling voor tussen de arme landen en de “erg rijke” en betekent een vergroting van de macht in de wereld. VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez Nog wat ideeën rond de onvermijdelijke veranderingen in de economische politiek om aan de uitdagingen van de crisis het hoofd te bieden Er schijnt ongetwijfeld een consensus te bestaan over de noodzaak om de paradigmata van de internationale economische politiek te veranderen, hoewel heel wat voorstellen lijden aan een gebrek aan concreetheid en bij gelegenheid meer een politiek platform zijn dan specifieke en realistische politieke ideeën die als instrumenten in de praktijk kunnen worden toegepast. Zonder de pretentie te hebben om dit thema hier op uitputtende wijze te behandelen en te verwijzen naar min of meer definitieve of “magische” oplossingen, is het toch mogelijk om een samenhang van ideeën op te sommen in relatie met ideeën die men volgens de auteur ongetwijfeld in overweging zou moeten nemen om de onvermijdelijke veranderingen door te voeren die voor de wereldeconomie noodzakelijk zijn. Het gaat hier niet om definitieve oplossingen, omdat, zoals al eerder werd gesignaleerd, de problemen immens en met elkaar structureel vervlochten zijn. Daarbij hebben ze in laatste instantie te maken met de essentie van het kapitalistisch systeem. Toch moeten ze ten minste werkelijk helpen om de economische crisis met de nasleep en schadelijke gevolgen ervan te helpen bestrijden. Onder hen springen dan naar voren: • De noodzaak om een grotere regeringscontrole door de verantwoordelijke instellingen te laten voeren over dat onderdeel van de economie, speciaal dan van de financiële sector, waar zich de sterkste deregulering als gevolg van het neoliberalisme heeft geconcentreerd. neutraal zijn, en informeren, en met de is gestegen. Een aangepast beheer van het grootst mogelijke nauwkeurigheid vooraf belastingstelsel, met bovendien programwaarschuwen voor de risico’s. ma’s met studiebeurzen en financiële hulp, kunnen eraan bijdragen. De idee moet zijn • Het reguleren van de hefboomfondsen om beetje bij beetje het bijstandssysteem zodat men in de mate van het mogelijke te verminderen door het bevorderen van kan voorkomen dat de mogelijke risico’s een meer actieve participatie van de bevolzich niet alleen van het ene land of markt king, met behulp van de mogelijkheid om voortplanten, maar zelfs zich over de hele al naargelang kleine of middelgrote onderwereld verspreiden. nemingen te kunnen oprichten. Dat zal ook bijdragen aan een betere beheersing van de • Recupereren van ideeën, zoals die van de gewelddadigheid en de delinquentie. Dat Tobin Tax, gericht op het controleren van zou men moeten combineren met een minde speculatieve activiteiten en die aan de der permissief legaal systeem en met een huidige realiteit aangepast zijn, om ermee universelere en completere opvoeding. duurzame en doelmatige resultaten te kunnen boeken. • De vooruitstrevende wereldsamenleving oproepen om de huidige werkelijkheid • Structuurhervormingen met een grote diepgaander te bestuderen en om concrete draagwijdte dringen zich op in de landen en realistische beleidsmaatregelen voor te die met grote problemen worstelen, zoals stellen voor een oplossing die onafhankede Verenigde Staten en de landen in de Eu- lijk is van de diversiteit van de bestaande ropese periferie, waar de crisis problemen opinies en de belangen, wat erg gecomaan het licht heeft gebracht die zich jaren- pliceerd kan uitpakken bij het nemen van lang hebben ontwikkeld en opgehoopt. Ze beslissingen. Het is onvermijdelijk om te moeten garanderen dat de problemen over- focussen op de gedachte dat het hier gaat al worden aangepakt, dus niet alleen in de om de toekomst van het systeem waaraan zwakste landen. ten slotte diegenen die het meeste bezitten ook het meeste verknocht zijn. Misschien • Het bevorderen van een betere inkomens- is het systeem van de Verenigde Naties nog verdeling in de wereld, niet alleen uit hu- het meest adequaat om te voorkomen dat manitaire overwegingen, maar ook voor de maatregelen grotendeels door de rijkste het bevorderen van een grotere consump- landen worden genomen, maar dat laatste tie. Dit voorstel zal de situatie van de ar- is weinig realistisch gezien de mondiale men verbeteren, maar ook de middenklasse geo-economie, waardoor het onvermijdebevoordelen (meer economische groei), die lijk wordt om een forum te scheppen dat beide door de crisis ernstig werden getrof- die realiteit weergeeft. Maar dan gaat het fen, waardoor het aantal armen in de wereld niet om het optuigen van de al ontluisterde • Aan de grote financiële spelers en investeerders laten weten dat er intussen handelend wordt opgetreden tegen de onverantwoordelijkheid waarmee ze de laatste jaren hebben gehandeld, waardoor de mondiale toestand steeds meer onbestuurbaar en gevaarlijk is geworden, hier vooral dan het perspectief van een grote schade ten gevolge van het verwoesten van het internationale financiële systeem. • Garanderen dat de controlerende agentschappen die over het risico gaan, werkelijk JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013 71 I instellingen als die van Bretton Woods of om de G-20 die niet de werkelijkheid of de belangen van de meerderheid van de bevolking van deze planeet weerspiegelen. Bij wijze van conclusie Een van de preoccupaties die allicht het sterkste aanwezig is in de huidige debatten op wereldvlak over de toekomst van de wereld, is direct verbonden met de oplossing van de crisis in haar diverse uitingen en het voorkomen dat ze zichzelf kan reproduceren en aldus voor nog grotere problemen zorgen. Hoe voorkomen dat zich een dergelijke ernstige situatie kan herhalen zonder het aanpakken van de essentiële oorzaken die direct verband houden met de ongebreidelde ontwikkeling van de speculatie en van de quasi totale deregulering van de financiële activiteiten? Hoe kan men bovendien in deze richting verder gaan indien men hiermee de machtigste sector van de internationale economie treft die met de “casino-economie” en met het grootkapitaal wordt geassocieerd en die met de meest risicovolle operaties astronomische winsten belooft? Zonder grondige hervormingen zal dat allicht leiden tot een verdere verslechtering van de toestand en wel op een dusdanige manier dat de getroffen sectoren serieus in gevaar zullen komen, niet alleen voor wat hun winsten op de korte termijn betreft, maar ook voor wat het behoud van het internationaal financieel systeem zelf betreft. Dan zullen de belangrijkste “lobbies” meer dirigistische ingrepen toestaan ten gunste van een grotere regulering, hetgeen ten minste de onbeperkte heerschappij van de irrationele speculatie aan banden kan leggen. De crises hebben telkens complexere en diepere gevolgen gehad met onbetaalbare sociale kosten als gevolg. Er zal ooit een dag komen dat de zeepbel als vanzelf uit elkaar zal spatten en niet alleen het financiële systeem zal ontwrichten, maar ook het functioneren van de economie in het algemeen aantasten, dit gezien het belang van het krediet- en het financiële systeem voor de economische activiteit en de groei van de wereldeconomie. I 72 Wat kunnen we van de nieuwe generaties verwachten? Een permanente crisisdreiging die verder gaat dan een gedragskwestie? Een wereld waarin de rijken een sprookjesleven leiden en waarin de armen geen toegang krijgen tot het bevredigen van de meest elementaire behoeften? Een toestand waarin de grote welvaart geboekt door bepaalde personen vaak het gevolg is van corruptie, van handel in narcotica en in illegalen en van de afwezigheid van waarden in het algemeen? verminderen van de speculatieve activiteiten en trachten een betere verbinding tussen de financiële sector en de reële economie te leggen, waarbij bovendien de bestaande grote onevenwichten worden verminderd, zowel op het mondiale als op het binnenlandse niveau van de landen, inclusief het bouwen aan een minder onrechtvaardige samenleving. Dat kan dan weer op zijn beurt bijdragen aan een rechtvaardiger en voor iedereen voordeliger consumptiepatroon, wat zich dan weer zal vertalen in een verschuiving naar de reële economie die Laten we hopen dat men louter om te over- dan over veel betere voorwaarden beschikt leven de onontbeerlijke minimale voorzor- om voor herstel te zorgen. gen neemt om een adequate oplossing te bieden voor de buitensporige deregulering Ten slotte gaat het in de grond om de dwinen de onbeperkte speculatie. Zal het in de gende noodzaak om het neoliberalisme als huidige omstandigheden dan toch mogelijk ondersteunende theorie van de politieke zijn om, zonder belangrijke veranderingen economie aan te pakken, omdat die neolite bewerkstelligen, de mondiale verhoudin- berale politieke economie een van de fungen tussen de grootmachten te wijzigen? damentele oorzaken van de onevenwichten Het antwoord is hier negatief. en van de economische en sociale crisis in het algemeen is. Die vermag men niet onDe veranderingen waar de wereld om der de huidige omstandigheden te overwinsmeekt, moeten radicaal zijn. De nood- nen. Tegelijkertijd is een betere inkomenszaak van een controle over de financiële verdeling onvermijdelijk geworden, niet sector is urgent. De huidige toestand en alleen omwille van het algemeen belang perspectieven laten dat zien. De belangrijk- of het altruïsme, maar eveneens als stimuste opkomende landen, die de motor van leringsmaatregel van de markten via de de wereldeconomie zijn geworden, zullen consumptieve vraag. Want in een situatie een belangrijke rol moeten spelen om door waarin de rijkdom zeer ongelijk verdeeld is middel van grote of kleine maatregelen in- en de middenklasse quasi totaal verdwenen vloed uit te oefenen op de problemen van is, zal stimuleren veel moeilijker zijn. verschillende aard waarmee ze te maken hebben. Een grotere mate van staatsingrijpen is ten slotte onvermijdelijk geworden. Het zogeHet gaat hier niet om de utopie, maar wel naamde Keynesianisme in een of andere om de betekenis of het belang van het finan- vorm moet trachten om op een adequate ciële kapitaal voor de economie radicaal manier efficiëntie met de marktwerking te te verminderen of te elimineren door een combineren via een logische, realistische, belangrijke controle over hun functioneren opportune en systemische confrontatie met en de repercussies ervan, hier vooral dan de crisis in haar vele gedaanten en via overdoor hun speculatief optreden, in te stellen. heidsingrijpen dat alle dimensies bestrijkt. Maar dat zal afhangen van de positie die de De gezonde samenwerking tussen staat en grote financiële machten in de wereld hier markt moet zich daarom doorzetten. tegenover zullen aannemen. Die zullen immers slechts onder twee voorwaarden met De bazen van het mondiale financiële sysdeze veranderingen akkoord willen gaan: teem moeten begrijpen dat een ineenstorofwel in geval hun winsten niet worden ting van het financiële systeem zal leiden aangetast, ofwel indien de crisis dusdanige tot het scheppen van een onvermijdelijke proporties aanneemt dat zij deze winsten chaos en dat ze zelf daarvan de belangrijkserieus bedreigd weten. ste slachtoffers zullen worden. Een beter uitgangspunt voor het opleggen van een Er bestaat geen twijfel over het feit dat het vermindering van de winsten van de miljohier gaat om substantiële wijzigingen van nairs is er niet, want die zullen op een gehet systeem. Veranderingen moeten gericht geven moment alles verliezen door toedoen zijn op het in de mate van het mogelijke van de “casino-economie”. VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT De mondiale crisis: een nieuwe politieke economie? - Hilda Elena Puerta Rodríguez De opdracht is niet eenvoudig, maar vormt wel een uitdaging die, of men nu rijk of arm is, verband houdt met de toekomst van de wereld. Misschien is dat een van de “positieve” aspecten van de crisis met haar schadelijke consequenties en perspectieven. Dat vormt de kern van een belangrijk mondiaal debat over de grondslagen van de politieke economie, waarbij veel thema’s naar boven zijn gekomen die men, inclusief in academische middens, tot dan toe dood had gewaand, zoals de economische ontwikkeling in de wereld en de weg die men moet bewandelen om dat doel te bereiken. (Vertaling: André Mommen) Geraadpleegde werken: ABC, ‘Bush firma el Plan de Rescate financiero aprobado por la Cámara de Representantes’, 4 oktober 2008. América Latina’, Revista del Postgrado en El País, Economía, ‘España lleva la tasa de Ciencias del Desarrollo CIDES-UMSA, nr. desempleo de la Zona Euro a un record del 5, Juni 1999. 11%’, 1 juni 2012. Euronews, ‘Alemania aprueba el Segundo Palley, Thomas, ‘Después de la crisis: Plan de Rescate para Grecia’, 27 februari ¿Cuáles son las perspectivas de una nueva 2012. economía política progresista?’, in: Ibarra, David; Manz, Thomas; Mineiro, Adhemar; Fernando Ruíz, Andrés, ‘El Impuesto To- Palley, Thomas; Escobar, Saúl; Villamar, bin’, Política Económica, 09/2009. http:// Sarahuen (red.), De la crisis mundial hacia www.gestiopolis.com/canales/economia/ una nueva política económica, Friedrich articulos/23/imptobin.htm Ebert Stiftung, juli 2011. FMI, ‘Perspectivas de la economía mun- Paredes Rodríguez, Rubén, ‘Crisis Asiádial’, juli 2012. tica: La primera gran crisis de los mercados globalizados’, Revista Mundus, vol. 2, nr. Francia, Lourdes, ‘La escalada de los 4, 1999, Facultad de Ciencias Políticas y precios de las materias primas amenaza Relaciones Internacionales, Universidad de con desatar una nueva crisis alimentaria’, Rosario, Argentina. RTVE.ES, 16 januari 2011. www.rtve.es Perilla Jiménez, Juan Ricardo, ‘La política Fundación para el Análisis y los Estudios económica de las crisis financieras: Una Sociales, ‘La crisis financiera, orígenes y aproximación empírica’, Revista de Ecosoluciones’, oktober 2008. www.fundaci- nomía Institucional, vol. 10, nr. 18, eerste onfaes.org semester 2008. Arias, Xose Carlos, ‘Crisis financiera y cambio político económico: El regreso de la historia’, Universidad de Vigo, España, Revista Análisis, 2010, nr. 6. González Páramo, José Manuel, Miembro del Comité Ejecutivo del Banco Central Caruana, Jaime, ‘Basilea III: Hacia un Europeo, ‘La crisis financiera, lecciones y sistema financiero más seguro’, Discurso retos’, Discurso pronunciado en actividad pronunciado por el Director General del de La Caixa, Barcelona, 12 februari 2009. Banco de Pagos Internacionales de Basilea, Madrid, 2010. Jara, Alejandro; Moreno, Ramón; Tovar, en Camilo, ‘La crisis internacional y AméCNN Expansión, ‘La Zona Euro aprueba rica Latina: Repercusiones financieras y rescate de Grecia’, 20 februari 2012. políticas de respuesta’, Informe Trimestral del BPI, juni 2009. Couriel, Alberto, ‘Los Bancos, la Política y la Crisis Financiera Actual’, Portal Rio, 20, Mineiro, Adhemar, ‘De la crisis mundial 24 december 2011. hacia una nueva política económica’ in: Ibarra, David; Manz, Thomas; Mineiro, Datos Macro,com, ‘Desempleo en España’, Adhemar; Palley, Thomas; Escobar, Saúl; juni, 2012. Villamar, Sarahuen (red.), De la crisis mundial hacia una nueva política econóEl Mundo, ‘Grecia en cifras, crisis econó- mica, Friedrich Ebert Stiftung, juli 2011. mica’ 17 juni 2011. United Nations, World Economic Situation Escobar, Toledo en Saúl, ‘La crisis Mun- and Prospects, New York, 2012. dial: Una cuestión de autonomía y de velocidades’, in Ibarra, David; Manz, Thomas; Novales, Alfonso, ‘Política monetaria antes Mineiro, Adhemar; Palley, Thomas; Esco- y después de la crisis financiera’, Departabar, Saúl; Villamar, Sarahuen (red.), De la mento de Economía Cuantitativa, Univercrisis mundial hacia una nueva política sidad Complutense de Madrid, maart 2010. económica, Friedrich Ebert Stiftung, juli 2011. Ontiveiros, Emilio; Valero, Francisco, ‘El alcance del Acuerdo de Basilea’, 2005. Estay Reyno, Jaime, ‘La Crisis Asiática: Impactos regionales, globales y en JAARGANG 47 NUMMER 1 I LENTE 2013 Plaza Vidaurre, Marco Antonio, ‘La política económica aplicada durante la crisis económica internacional del año 2008.’, Universidad Científica del Sur, Lima, Perú, december 2009. PNUD, Informe de Desarrollo Humano, 2012. Prensa Latina, ‘EE UU y la crisis financiera: ¿En qué consiste el paquete de rescate presentado por Bush?’, 2008. Rosenthal, Gert, ‘La crisis financiera y económica de 2008 y su repercusión en el pensamiento económico’, Revista de la CEPAL, nr. 100, april 2010. RTVE,es, ‘La Eurozona formaliza el segundo plan de rescate a Grecia y libera una primera ayuda de 39,400 millones’, 14 maart 2012. Sistema Económico Latinoamericano (SELA), ‘La acentuación de la crisis económica global: Situación e impacto en América Latina y el Caribe’, Caracas, Venezuela, april 2009. World Economic Forum, ‘Global Risks 2010’, A Global Risk Network Report, januari 2010. 73 I