De Messias heeft voor de Jood een zeer belangrijke missie; Het terugbrengen van de wereld tot G-d en er een plaats van vrede, rechtvaardigheid en harmonie van maken. Toen Jezus faalde in dit te bewerkstelligen moesten de vroege-Christenen hun concept van de Messias radicaal veranderen. Als gevolg hiervan veranderde het Christendom van een Joodse sekte in een religie die vervreemd is van vele Joodse basisleerstellingen. Van Messias tot Christus door Aryeh Kaplan Het geloof in de komst van de Messias is altijd een van de fundamenten van het Jodendom geweest. Zo telt bijvoorbeeld Maimonides het geloof in de Messias als een van de dertien (13) belangrijkste principes van het Jodendom. Het is een begrip dat telkens opnieuw wordt herhaald en uitgediept in een groot deel van de Joodse literatuur. Er zijn veel mensen geweest in de Joodse geschiedenis die beweerden de Messias te zijn. De beroemdste was natuurlijk Jezus. Zijn volgelingen gaven hem de titel Christus. Mashiach, het hebreeuwse woord voor Messias, betekent letterlijk 'de gezalfde'. Het Griekse woord voor "gezalfde" is Christos. Alhoewel Christenen beweren dat de Jezus de Messias van de Joden was, is er een aantal verschillen tussen hoe de Jood tegen de Messias aan kijkt en hoe de Christen dat doet. De Joodse Messias Het Joodse concept van de Messias is datgene wat door de profeten uit de Bijbel duidelijk is ontwikkeld; Hij is een leider van de Joden, groot in wijsheid, macht en geestelijke kracht. Hij is het die volledige verlossing zal brengen over het Joodse volk, geestelijk alsook lichamelijk. Gelijktijdig brengt hij eeuwige vrede, liefde, welvaart en morele perfectie voor de gehele wereld. De Joodse Messias is werkelijk menselijk. Hij wordt geboren uit gewone menselijke ouders en is van vlees en bloed zoals alle stervelingen. Zoals het wordt beschreven door de profeet (Jesajah 11:2), de Messias is "vol van wijsheid en inzicht, vol van raad en macht, vol van kennis en ontzag voor Gd." Hij heeft een speciaal gevoel voor recht, of zoals de Talmoed het zegt (Sanhedrin 93b) hij "ruikt en hij oordeelt." Hij kan feitelijk een mens onschuld of schuld vaststellen. 1 De Profeet (Jesajah 11:4) vervolgt met te zeggen dat de Messias "de aarde zal tuchtigen met de roede van zijn mond en de slechte zal slaan met de adem van zijn lippen". Slechtheid en tirannie kunnen geen stand houden voor de Messias. Hoe dan ook, de Messias is hoofdzakelijk een koning van vrede. Onze geleerden leren ons dan ook (Dereg Erets Zuta:1): "Wanneer de Messias onthuld wordt aan Israël zal hij zijn mond alleen openen voor vrede". Zo is het ook geschreven (Jesajah 52:7) "Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van de boodschapper die vrede verkondigt". De eerste taak van de Messias is het verlossen van Israël van ballingschap en onderdrukking. Door dit te doen verlost hij tevens de gehele wereld van het slechte. Verdrukking, lijden, oorlog en allerlei vormen van goddeloosheid zullen verdwijnen. De mensheid zal worden geperfectioneerd. De zonden van de mens tegenover G-d, alsmede de zonden van de mens tegenover zijn medemens zullen worden vernietigd. Alle vormen van oorlog voeren en competitie tussen volkeren zullen ook verdwijnen tijdens de Messiaanse periode. Het belangrijkste, de Joodse Messias zal alle volkeren tot G-d brengen. Dit wordt het best tot uiting gebracht in het Aleejnu gebed waarmee we de drie dagelijkse gebeden besluiten: "Dat bij het vestigen van een wereld onder de regering van de Almachtige alle mensenkinderen Uw Naam zullen aanroepen, dat bij het zich wenden tot U van allen die slecht zijn op aarde, alle wereldbewoners zullen erkennen en weten dat voor U elke knie buigt en bij U elke tong de eed aflegt....en allen zullen de wetten van Uw koningschap aanvaarden." We vinden een soortgelijke gedachte in het staande gebed (Amiedah) van de Hoge feestdagen, waarin we bidden: "Laten allen door U gemaakt vol eerbied voor U zijn, alle schepselen zich voor U neerbuigen en laat hen allen één bond vormen om Uw wil van ganser harte te volbrengen." De Joodse Messias heeft dus de taak om de wereld te verbeteren. Hij zal de mens verlossen van slavernij, onderdrukking en van zijn eigen slechte. Er zal een grote materiële welvaart zijn in de wereld en de mens zal terugkeren naar een Eden-achtig bestaan waar hij kan genieten van de opbrengsten van de aarde zonder te hoeven zwoegen. In de Messiaanse tijd zal het Joodse volk vrij wonen in hun land. Er zal een "inzameling van de verbannenen" wanneer alle Joden terugkeren naar Israël. Hierdoor zullen uiteindelijk alle volkeren de G-d van Israël erkennen en de waarheid van zijn geboden accepteren. De Messias zal dus niet alleen koning zijn over Israël maar, in een zekere zin, heerser over alle volkeren. 2 Uiteindelijk komt de verlossing van G-d alleen. De Messias is hierin alleen een instrument in de handen van G-d.. De Messias is menselijk, van vlees en bloed zoals alle stervelingen. Hij is echter het beste van het menselijk ras en moet als zodanig worden bekroond met de hoogste deugden die een sterveling kan bereiken. Alhoewel de Messias de uiterste grenzen van de menselijke perfectie kan bereiken, blijft hij een mens. Het koninkrijk van de Joodse Messias is dus absoluut van "deze wereld". Het Jodendom is een religie gebaseerd op een volk dat G-d dient. De wetten en leer van G-d stralen via de Jood door naar de gehele mensheid. De verlossing van Israël moet daarom vooraf gaan aan de die van de gehele mensheid. Voordat G-d de gehele wereld verlost moet hij eerst Zijn verdrukte, lijdende, verbannen en vervolgde volk verlossen en hen terugbrengen naar hun eigen land en hun status herstellen. De uiteindelijke belofte is echter niet beperkt tot Israël alleen. De verlossing van de Joden is nauw verbonden aan de emancipatie van de gehele mensheid alsook aan de vernietiging van het kwade en van tirannie. Het is de eerste stap van de mens terug tot G-d, waar de gehele mensheid zal worden verenigd in "één bond" om G-ds doelstellingen na te leven. Dit is het "koninkrijk van de Almachtige" in de Messiaanse periode. Hoewel de Messias een centrale plaats inneemt in dit "hemelse koninkrijk" is hij nog steeds niet de belangrijkste figuur. Deze positie kan alleen aan G-d zelf toebehoren. Dit is in het kort het concept van de Joodse Messias. De Christelijke Messias De Primaire figuur in het Christendom is zijn Messias. De naam zelf geeft aan dat het Christendom in het geheel is gebaseerd op de persoon van de Messias. Zoals eerder is vermeld is de naam Christus afgeleid van het Griekse Christos, dat Messias betekent. De Christenen maken dus de persoon van de Messias centraal in hun leer. Het eerste belangrijkste verschil tussen de Joden en de eerste Christenen was dat de Christenen geloofden dat de Messias al gekomen was terwijl de Joden geloofden dat hij nog moest komen. Dit was in het begin het belangrijkste verschilpunt. De Joden hadden een bezwaar tegen de Christelijke Messias en dat was het feit dat hij geen succes had. Het Jodendom had altijd geleerd dat de Messias Israël zou verlossen in een politieke manier en Jezus heeft hierin gefaald. In plaats daarvan werd hij gegeseld en vernederd als een gewone onruststoker en tenslotte gekruisigd met twee gewone dieven aan zijn zijde. 3 Hoe kan de carrière van Jezus overeenstemmen met de glorieuze Messias die door de profeten van Israël werd beschreven? De vroege Christenen zagen dit dilemma en veranderden het gehele concept van de Messias om zo Jezus als Messias te rechtvaardigen. De nieuwe Messiaanse ideeën werden ontwikkeld in de geschriften van Johannes en in de brieven van Paulus. Als we in deze bronnen kijken zien we een geleidelijke overgang. De Messias van de Jood wordt geleidelijk omgevormd in de Christus van het Christendom. Dit kunnen we volgen in een serie van logische stappen: 1. Jezus had absoluut geen succes in de (politieke) verlossing van de Joden. Daarom konden de vroege Christenen dit niet langer meer beschouwen als de taak van de Messias. Zijn verlossing moest een nieuwe betekenis krijgen. Zij zeiden daarom dat zijn missie niet het verlossen van politieke verdrukking was maar van het spirituele kwaad. 2. Toen eenmaal het doel van de Messias opnieuw was hergedefinieerd kon het worden uitgebreid. Politieke onderdrukking was een speciaal probleem voor de Joden, maar spiritueel kwaad is wereldwijd. De vroege Christenen begonnen daarom te onderwijzen dat Jezus gekomen was om de gehele wereld te verlossen. Zij verwierpen het punt dat hij zou komen om eerst het Joodse volk en hun land te verlossen, en daarna pas de rest van de wereld. De heerschappij van de Messias is daardoor universeel, maar alleen spiritueel. Het koninkrijk van Jezus is dus niet "van deze wereld". 3. Jezus was gegeseld en vernederd als een gewone rebel. Zijn volgelingen meenden echter dat hij alleen inkeer en goede daden had gepredikt en daarom geen gewone rebel kon zijn. Zij zagen zich toen gesteld voor een belangrijke en moeilijke vraag: Als jezus de Messias was, waarom liet G-d hem dan zo'n angstaanjagend lijden ondergaan? Waarom was hij onderworpen aan de kruisiging, de meest pijnlijke en beschamende dood die er bestond? Waarom had G-d hem niet gered van dit alles? Voor zijn volgelingen kon er maar één antwoord zijn. Het feit dat Jezus was gegeseld, vernederd en gekruisigd moest wel de wil zijn van G-d. Maar een andere vraag bleef onbeantwoord; Als Jezus niet had gezondigd, wat was dan het doel van zijn lijden en van zijn dood? De vroege Christenen vonden hierop een ingenieuze oplossing. Het enige antwoord kon zijn dat hij leed en stierf vanwege de zonden van de mensheid. Maar de vraag was nog niet volledig beantwoord. Bestond er daarvoor ook al niet lijden en dood? Waarom moest Jezus zelf lijden en sterven? Welke zonde was zo groot dat zijn offer noodzakelijk was? De vroege Christenen antwoordden dat het was om verzoenen te bewerkstelligen voor de zonde van Adam. De gehele mensheid is de afstamming van Adam en hebben daardoor zijn zonde geërfd. Deze 'erfzonde' kan niet worden uitgewist door goede daden of door middel van gewoon menselijk lijden. Het enige dat deze zonde ongedaan kan maken was de dood van Jezus. 4 De Christelijke Messias onderging daarom doelbewust een beschamende en pijnlijke dood zodat de mensheid verlost zou worden van de 'erfzonde'. De mensheid is daarom verlost van het slechte, zonde, lijden, dood en de machten van de Satan vanwege het bloed van Christus. Bewijs voor dit geloof was gevonden in hoofdstuk 53 van Jesajah waarin de profeet spreekt over G-d's lijdende dienaar die de 'zonde van velen' draagt. In plaats van het zo uit te leggen dat het betrekking heeft op het lijdende volk, Israël, werd het door de vroege Christenen geïnterpreteerd als verwijzing naar Jezus. 4. Maar nog steeds is er de vraag hoe de carrière van de verlosser kon eindigen op zo'n beschamende wijze? Het verhaal moest een vervolg krijgen. Zo'n vervolg vond men in een ander traditioneel Joods geloof; De herleving van de doden. De vroege Christenen beweerden daarom dat Jezus uit de dood was opgestaan en, bovendien, dat hij de eerste was. Daarom was hij geen sterveling zoals andere mensen. 5. Jezus volgelingen konden zichzelf er niet toe brengen te beweren dat G-d dit lijden aan Jezus had opgelegd. Daarom beweerden zij dat de wil van de Messias gelijk is aan de wil van G-d, zelfs wanneer het gaat om zijn eigen kruisiging. Maar hoe kan een sterveling zulk lijden ondergaan? De vroege Christenen beweerden dat Jezus geen sterveling was. Omdat zijn wil zo bijzonder verbonden was met die van G-d moest hij wel aan G-d verbonden zijn op een speciale manier. 6. Tijdens zijn leven sprak Jezus regelmatig over G-d als 'mijn vader in de hemel'. Voor een Jood was dit een gewone poëtische uitspraak die nog steeds gebruikt wordt in de Joodse gebeden. Voor een heidense niet-Jood had het een meer letterlijke betekenis. De Grieken hadden al legenden over mensen die werden opgevoed door goden die met menselijke vrouwen geslachtsgemeenschap hadden gehad. Legenden zoals deze waren zelfs ontstaan over eminente persoonlijkheden als Plato, Pythagoras en Alexander de Grote. Waarom zou Jezus daar dan voor onder doen? Zij interpreteerden zijn poëtische uitdrukkingen daarom nogal letterlijk als had hij een genetische relatie met G-d. Jezus werd daarom 'de zoon van G-d', verwekt toen de Heilige Geest Maria bezocht. En als 'zoon van G-d' was Jezus onontvankelijk voor zonde of de dood. De dood van Jezus was daarom alleen maar tijdelijk. De enige reden waar die dood voor nodig was, was om te vergeven voor de zonde van Adam. Zijn volgelingen zeiden dat Jezus was opgestaan voor eeuwigheid en ten hemel is opgevaren. Daar zit hij 'aan de rechterhand van G-d', zelfs hoger dan de engelen. Dit was de eerste stap in de vergoddelijking van jezus. Voor een heidense wereld was het ook niet moeilijk de tweede stap te nemen. Jezus had de volgende uitspraken gedaan (Joh. 10:30) "Ik en de vader zijn één" en (Mat. 28:19) "De vader, de zoon en de heilige geest". Het was zeer makkelijk voor de verheidenste Christenen die drie als gelijkwaardig te beschouwen en Jezus te identificeren met de "zoon". 5 Jezus werd daardoor G-d-mens, een persoon met twee aarden. Hij is G-d en mens tegelijk. Christenen spraken niet snel daarna over Maria als "de moeder van G-d". 7. Echter, er waren nog veel profetieën die Jezus niet had vervuld. De vroege Christenen zeiden daarom dat hij zou terugkomen op aarde in "de wederkomst". De dag des oordeels breekt dan aan. Jezus zal dan, zittende aan de rechterhand van de vader, ieder mens dat ooit geleefd heeft beoordelen. Die personen die in hem hebben geloofd zullen worden verlost, zij die dit niet deden zullen voor eeuwig in de hel branden. Alleen na dit oordeel zal de Satan worden overwonnen. Het slechte zal dan ophouden te bestaan, zonde zal verdwijnen en dood zal stoppen. De machten van het duister zullen worden geëlimineerd en het hemelse koninkrijk zal worden gevestigd. 8. Ondertussen moeten in deze wereld alle gebeden gericht worden aan jezus. De Christen besluit daarom ieder gebed met "In de naam van Jezus Christus onze heer". Op deze manier is Jezus de middelaar tussen G-d en de mens. *** Dit is in essentie wat de vroege Christenen hebben gedaan met het Joodse concept van de Messias. De Messias was niet meer een mens maar passeerde de grenzen van de sterfelijkheid. Zij leerden dat de mens zichzelf niet kan verlossen van de zonde en dat G-d daarom, in de gedaante van de Messias, zijn eigen bloed moest vergieten om de mensheid te verlossen. Omdat Jezus de belangrijkste Messiaanse profetieën niet heeft vervuld verwachtten dat hij zijn taak zou vervullen bij de "wederkomst". In het begin verwachtten de Christenen dat de "wederkomst" snel zou komen en ze baden dat het in hun levensdagen zou geschieden. Toen hun gebed onbeantwoord bleef hoopten ze dat het duizend jaar na Jezus' dood zou zijn. Dit was het millennium of het "duizendjarige koninkrijk". Uiteindelijk, na het passeren van die duizend jaar zonder terugkeer verplaatsten ze de "wederkomst" naar een onbepaalde tijd. We zien dat de vroege Christenen vanwege Jezus' tekortkomingen het Joodse concept van de Messias noodgedwongen moesten veranderen. Dit, vermengd met de heidense invloed binnen de vroege kerk, was de basis voor een Messiaans concept dat totaal vreemd is aan het Jodendom. 6 Het Joodse antwoord Het is niet moeilijk te begrijpen waarom de Joden de geschillen met het Christendom verwierpen. Ten eerste hadden de Joden een traditie, die goed onderbouwd is door de profeten, dat de Messias grote veranderingen zou brengen in de wereld. Het 'spirituele koninkrijk' vervult op geen enkele wijze de profetieën.. De Joden waren verder niet overtuigd door het antwoord van de 'wederkomst' omdat nergens in de Bijbelse literatuur zelfs maar een kleine verwijzing hiernaar staat. De Jood vond dus absoluut geen bewijs om Jezus' aanspraak op het Messias zijn te ondersteunen. Aan de andere kant leek zelfs het gebrek aan succes zijn aanspraak te verwerpen. Nog belangrijker is echter het feit dat de Christenen hun geloof in Jezus op zo'n manier hebben veranderd dat ze op een radicale wijze veel Joodse basisprincipes hebben aangepast. Zelfs de basisregel van G-d's eenheid werd bedreigd door hun leer. Ook al was het bewijs voor Jezus' Messiasschap duidelijker dan nog moest de logische consequentie zijn dat het verworpen moest worden. De vroege Christenen hebben geprobeerd hun geschil te rechtvaardigen door aanwijzingen te zoeken in de Bijbel. Zij gingen daarom de gehele Bijbel na met een stofkam opzoek naar de kleinste aanwijzing om te bewijzen dat Jezus de Messias zou zijn en om te bewijzen dat hun logische structuur volgens de oude Joodse leer zou zijn. In veel gevallen waren ze er niet vies van om verzen uit hun context te halen, teksten te veranderen of om ze zelfs verkeerd te vertalen om zodoende hun standpunt te bewijzen. Men hoeft ook verder geen ander aanwijzing dan dat de moderne Christelijke Bijbelgeleerden het meeste 'bewijs' van de vroege Christenen geheel verwerpen. De beste weerleggingen van de 'bewijzen' kunnen worden gevonden in hedendaagse Christelijke Bijbelcommentaren. Het Christendom heeft geprobeerd zichzelf te positioneren als 'het nieuwe Israël' en het keek neer op de Joden als volkomen verworpen door G-d. Het leerde daarom dat het Jodendom een verdorven en stervende religie was, zonder hoop op groei en succes. De Joden daarentegen deden veel meer dan dit beargumenteren met woorden; Zij verwierpen het door een van de meest creatieve perioden in hun geschiedenis in te gaan. De gehele omvang van Talmoedische literatuur werd grotendeels tijdens de vroege na-Christelijke tijd ontwikkeld. Het grootste verweer van de Jood tegen het Christendom was het feit dat het Jodendom zelf levend en levenskrachtig bleef. De Jood wist en zag dat hij kan bestaan en bloeien zonder de Christelijke dogma's te accepteren. Hij geloofd dat 7 de Messias nog moet komen en dat in die tijd de waarheid bekend zal worden en hij dan in het gelijk gesteld zal worden tegenover de gehele mensheid. 8