Handleiding subsidieaanvraag jeugdkernen Handleiding subsidieaanvraag jeugdkernen De Commissie Jeugdbridge (CJB) streeft ernaar jeugdbridgeactiviteiten te concentreren in jeugdkernen. Een jeugdkern is een georganiseerde groep mensen met een gezamenlijk plan en gezamenlijke doelstellingen met betrekking tot jeugdbridge. Jeugdkernen komen in aanmerking voor subsidie. In deze handleiding vindt u de volgende informatie: Typen jeugdkernen Subsidieregeling Toelichting formulieren Toelichting beleid pag. 1 pag. 2 pag. 3 pag. 4 Typen jeugdkernen De CJB onderscheidt vier soorten jeugdkernen, die oplopend moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:1 C-kern: Er wordt structureel mini- of jeugdbridge gegeven. Leerlingen nemen deel aan de Nederlandse Kampioenschappen van de NBB. De kern legt jaarlijks verantwoording af aan de CJB. B- en S-kern: Er wordt bridge (incl. bieden) gegeven. De kern wordt gedragen door minstens drie personen. Er zijn minstens twee actieve docenten. Er is sprake van reguliere clubactiviteit: de leden leren/spelen op een vast tijdstip. De organisatie neemt deel aan de jaarlijkse jeugdkaderdag. Er wordt jeugdbridge (incl. bieden) gegeven door een gekwalificeerde docent (alleen B-kern). A-kern: 1 Er is een continue doorstroom van jeugdspelers naar volwassenencompetities. Een B-kern moet dus ook voldoen aan de voorwaarden onder C, enzovoorts. 1 Versie 2.0 2016-12 Handleiding subsidieaanvraag jeugdkernen Subsidieregeling Toekenning De CJB verleent subsidie per seizoen lopend van september t/m augustus. De subsidieverstrekking vindt achteraf plaats, op aanvraag van de jeugdkern. Jeugdkernen die zich enkel richten op bekendmaking van bridge bij kinderen door het geven van minibridge, worden door de CJB ondersteund met cursusmateriaal. Er worden hiervoor geen aanvullende subsidiegelden toegekend. Bedragen De hoogte van de subsidie is in de eerste plaats afhankelijk van het type kern. Kernen die voldoen aan de bovenstaande voorwaarden kunnen het basissubsidiebedrag (basispakket) aanvragen. Voor de A-kern is dit €600, voor de B- en S-kern €400, en voor de C-kern €200. Voor C-kernen is het basispakket tevens het maximumbedrag. Bovendien hebben C-kernen slechts twee jaar recht op subsidie. Daarna moet de kern zich ontwikkeld hebben tot een A-, B-, of S-kern om in aanmerking te komen voor subsidie. A-, B-, en S-kernen kunnen, bovenop het basispakket, extra subsidie aanvragen op basis van de uitgevoerde activiteiten voor jeugdspelers. De extra bedragen vindt u op de subsidieformulieren. Opgeteld mag de subsidie niet uitkomen boven het gestelde maximumbedrag. Voor een A-kern ligt dit maximum op €1.500; voor een B- en S-kern op €1.000. Samengevat gelden per kern de volgende bedragen: A-kern: B-Kern: S-kern: C-kern: € 600,- tot € 1.500,€ 400,- tot € 1.000,€ 400,- tot € 1.000,maximaal € 200,- voor een maximale periode van twee jaar. In die tijd heeft de C-kern de kans zich te organiseren en zo een A-, B-, of S-kern te worden. Aanvragen Er zijn aparte formulieren voor de A/B-kern, de C-kern en de S-kern. U vindt deze formulieren op www.bridge.nl/jeugdkernen. In het formulier geeft u aan wie de organisatie vormen van de jeugdkern en welke activiteiten er zijn georganiseerd in het afgelopen seizoen. De jeugdkern legt zo verantwoording af aan de CJB om voor subsidie in aanmerking te komen. Het ingevulde formulier mailt u naar [email protected]. Hier kunt u ook met vragen terecht. Enkele voorwaarden uit de formulieren worden hieronder toegelicht. 2 Versie 2.0 2016-12 Handleiding subsidieaanvraag jeugdkernen Toelichting formulieren Voor C-kernen is alleen de toelichting op de lesstof van toepassing. Organisatie van de kern De taken moeten ongeveer gelijk verdeeld zijn over de organisatoren (i.e. ze moeten allemaal actief bijdragen). De organisatoren kunnen verschillende soorten functies vervullen (denk aan docent of verenigingsrollen). Een organisator mag meerdere functies vervullen. Docenten De jeugdbridgedocent binnen een A- of B-kern dient geschikt te zijn om bridge te leren aan jonge mensen. Dit vereist meer kwaliteiten dan bij volwassenen: kinderen leren op een andere manier, stellen lastiger vragen, etc. Kwalificaties zijn bijvoorbeeld het certificaat tot jeugdbridgedocent of (les)ervaring met kinderen. U geeft zelf aan wat de JB-docent geschikt maakt. Deze eis geldt niet voor de S-kern. Lesniveau Basisstof bridge Bijvoorbeeld het klaveren-ruitenboekje van de jeugdbridgemethode, startboekjes van Berry Westra, presentaties met beginnersstof, etc. U kiest zelf welke methode uw voorkeur heeft. Verdiepingsstof bridge Bijvoorbeeld het harten- of schoppenboekje van de jeugdbridgemethode, verdiepingsboekjes van Berry Westra met gelijksoortige stof, presentaties over lastiger onderwerpen, etc. U kiest zelf welke methode uw voorkeur heeft. Deelname aan evenementen NK jeugdviertallen Voor de bonus van €50 dienen minimaal twee spelers uit uw kern mee te doen. Trainingen De jeugdtrainingen zijn niet vrijblijvend. Spelers die zich aanmelden dienen in principe bij iedere training aanwezig te zijn (voor meer informatie over de trainingen, zie www.jeugdbridge.nl/6trainingen). Alleen spelers die zich hieraan houden vallen onder de betreffende subsidieregel. Externe activiteit Dit kan een landelijk toernooi zijn, een kroegentocht, etc. Alleen activiteiten waaraan minstens vier spelers uit uw kern meedoen vallen onder de betreffende subsidieregel. Organisatie van evenementen Lokale activiteit die de lesgroepen overstijgt Bijvoorbeeld een feestelijke slotdrive, een gezamenlijke activiteit met de overkoepelende volwassenenclub, etc. A-kernvoorwaarden Structurele talentontwikkeling Dit gaat verder dan moeilijkere lesboekjes of lesstof, en moet een continu karakter hebben. U hoeft het echter niet aan te bieden aan de hele kern; vaak richt het zich op de ambitieuze speler(s). Neem vooraf contact op met het bondsbureau voor overleg over de activiteit en de subsidie. 3 Versie 2.0 2016-12 Handleiding subsidieaanvraag jeugdkernen Toelichting beleid De subsidieregeling legt nadruk op de continuïteit van jeugdactiviteiten en doorstroming van jeugdbridgers naar volwassenenbridgeclubs. Dit wordt bereikt door de volgende voorwaarden: De kern wordt georganiseerd door minimaal drie personen. Hierdoor: o is het niet meer mogelijk dat de meeste subsidie gaat naar jeugdactiviteiten die door één of twee personen getrokken worden. Dergelijke activiteiten blijken op den duur namelijk niet levensvatbaar. Op deze manier dragen de investeringen bij aan continuïteit in het jeugdbridge; o kan er mogelijk een grotere variatie aan activiteiten en leerniveaus aangeboden worden. Dit biedt betere mogelijkheden tot doorstroming, zowel binnen de kern als naar landelijke activiteiten. De jeugdspelers nemen deel aan activiteiten die de eigen jeugdkern overstijgen, zoals landelijke toernooien en kampioenschappen. Dit draagt eraan bij dat kinderen bridge zien als een sport die door meer kinderen in het hele land beoefend wordt. Ook doen ze contacten op met andere jeugdspelers en blijven hierdoor in contact met de bridgesport. De subsidietoekenning stopt of wordt lager wanneer het beoogde beleid niet wordt bereikt. Het is daardoor niet meer mogelijk dat grote hoeveelheden subsidie terechtkomen bij een organisatie die zich alleen richt op het genereren van minibridgediploma’s, zonder dat dit leidt tot het ontwikkelen van jeugdbridgers. 4 Versie 2.0 2016-12