Kort focus Sterker zaad chimpansees Minder genen op het Y-chromosoom, maar beter presterende zaadcellen. De mannelijke chimpansee mag dan met Y-genen kwantitatief niet zo goed zijn bedeeld als zijn menselijke evenknie, hij steekt hem kwalitatief de loef af. Onderzoekers van de afdeling Voortplanting en Ontwikkeling vonden een mogelijke verklaring. Mensen en chimpansees splitsten zich zes miljoen jaar geleden af van gemeenschappelijke voorouders. Sindsdien verloren chimpansees enkele genen van het manspecifieke deel van het Y-chromosoom, dat nodig is om jongen te worden en dat daarna noodzakelijk is voor de zaadproductie. Mensen kregen er juist twee genen bij en staan nu op 27, terwijl chimpansees er nog maar achttien hebben. Dat werd begin 2010 bekendgemaakt door wetenschappers van het Amerikaanse Whitehead onderzoeksinstituut in Cambridge. De logische vraag was toen: waarom hebben mannelijke chimpansees minder genen op het Y-chromosoom, maar presteren hun zaadcellen beter? Het Erasmus MC verkreeg aanwijzingen dat niet het aantal genen bepalend is, maar de structuur van het Y-chromosoom. Bij chimpansees heeft die een betere samenwerking tussen X- en Y-chromosomen tot gevolg bij de zaadcelvorming. Tijdens dat proces is het noodzakelijk dat het Y-chromosoom het X-chromosoom tijdelijk uitschakelt. De oorzaak van de verschillen? Chimpansees kennen een grotere zaadcelcompetitie dan mensen. De vrouwtjes paren met veel mannetjes, dus de dieren met de beste zaadcellen krijgen het meeste nageslacht. In vergelijking met de chimpansee is de mens een monogaam type. Een evolutionaire drijvende kracht leverde eerstgenoemde soort zijn effectieve structuur van het Y-chromosoom op. De Rotterdamse vondst moet meer duidelijk maken over de stabiliteit van het Y-chromosoom. Instabiliteit is een oorzaak van onvruchtbaarheid. De kennis zal ook bijdragen aan inzicht in hoe het Y-chromosoom het Xchromosoom tijdelijk uitschakelt bij de zaadcelvorming. (GS) IVF-meerlingen vaker te vroeg geboren en hebben ze bijvoorbeeld ook een lager gewicht dan spontaan opgetreden meerlingen. het aantal meerlingen fors slonk. Het Erasmus MC deed vorig jaar dezelfde ervaring op. Het aantal meerlingen daalde van bijna 30% tot 9%, terwijl de hoeveelheid geslaagde behandelingen maar met minder dan 2% afnam. (GS) Minder meerlingen Een iets geringere mogelijkheid tot zwangerschap, maar wel een flinke verkleining van de kans op een meerling en de daarbij vaak optredende problemen. Onder aanvoering van het Erasmus MC brengen medische centra uit de regio Rijnmond sinds dit jaar aanvankelijk nog maar één embryo in bij vrouwen die een IVF-behandeling hebben ondergaan. Voorheen waren dat er meer. Monitor • maart 2011 Lange tijd werd geredeneerd: hoe meer embryo’s worden teruggeplaatst bij een vrouw, hoe hoger de kans op zwangerschap. Neveneffect van de tactiek is dat bij 25 tot 30% van die geslaagde behandelingen een meerling ter wereld komt. Helaas worden In Scandinavië en België heeft deze wetenschap geleid tot een behandeling waarbij slechts één embryo wordt teruggeplaatst in de baarmoeder. Onderzoek wees uit dat de kans op zwangerschap maar licht was verminderd, terwijl 23