Bijlagen bacheloropleiding Scheikunde 2012-2013 Bijlage I Eindtermen van de bacheloropleiding (artikel 1.3) De bacheloropleiding Scheikunde beoogt door middel van een breed opgezet curriculum zodanige kennis, vaardigheden, inzicht en attitude bij te brengen op het gebied van de scheikunde, dat de afgestudeerde in staat is tot zelfstandige beroepsuitoefening en in aanmerking komt voor een eventuele vervolgopleiding tot wetenschappelijk onderzoeker. Deze doelstelling is vertaald naar eindtermen. De eindtermen zijn in een breed verband binnen het Opleidingsinstituut Natuurwetenschappen en Technologie (ONT) van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen tot stand gekomen. Eerst zijn generieke eindtermen geformuleerd die van toepassing zijn op de bacheloropleidingen Sterrenkunde, Natuurkunde, Technische Natuurkunde, Scheikunde, Scheikundige Technologie, Wiskunde en Technische Wiskunde. Vervolgens zijn per discipline de eindtermen uitgebreid met opleidingsspecifieke eindtermen. A. Generieke eindtermen - Kennis A1. De bachelor heeft een globale kennis van de grondslagen en geschiedenis van de wiskunde, natuurwetenschappen en techniek, in het bijzonder van de eigen discipline. A2. De bachelor beheerst de basisbegrippen van de eigen discipline (voor een nadere specificatie zie Bijlage 1) met een zekere diepgang en kent de samenhang van deze basisbegrippen in de eigen discipline als wel de samenhang met andere disciplines. A3. De bachelor heeft kennis van enkele recente, verdiepende onderwerpen in de eigen discipline. A4. De bachelor is vertrouwd met het kwantitatieve karakter van de wiskunde en natuurwetenschappen en heeft inzicht in de methoden waaronder die met gebruik van computers, die in deze disciplines worden gebruikt, in het bijzonder in de eigen discipline. A5. De bachelor heeft voldoende kennis en begrip van wiskunde en natuurwetenschappen om met succes in te kunnen stromen in een masteropleiding op het gebied van de eigen discipline. A6. De bachelor is zich bewust van de maatschappelijke, ethische en sociale aspecten van het beoefenen van wiskunde en natuurwetenschappen. B. Generieke eindtermen - Vaardigheden B1 (Onderzoeken) De bachelor is in staat begeleid-zelfstandig vanuit een interessegebied een onderzoeksvraag te stellen, onderzoek te ontwerpen en te plannen, dat vervolgens uit te voeren en daarover te rapporteren. De bachelor kan zich een goed beeld vormen van de waarde en de beperkingen van dat onderzoek, en ook een oordeel te vormen over toepasbaarheid buiten het eigen vakgebied. B2 (Ontwerpen) De bachelor is in staat om een probleem, in het bijzonder een ontwerpprobleem, te vertalen naar een plan van aanpak en - rekening houdend met de wensen van de opdrachtgever c.q. technische randcondities - een oplossing te vinden. B3 (Informatie verzamelen) De bachelor is in staat om met behulp van moderne communicatiemiddelen relevante informatie te verzamelen en deze kritisch te interpreteren. B4 (Samenwerken) De bachelor is in staat in een (multidisciplinair) team aan technisch-wetenschappelijke problemen met anderen samen te werken. B5 (Communiceren) De bachelor is in staat om in academische en beroepsmatige contexten mondeling en schriftelijk te communiceren, met zowel vak- als niet-vakgenoten, in het Nederlands en in het Engels. Hij/zij is vertrouwd met de daartoe geëigende communicatiemiddelen. B6 (Reflecteren) De bachelor is in staat zijn/haar eigen en andermans handelen in een natuurwetenschappelijke context te beoordelen, daarbij oog hebbend voor sociaal-maatschappelijke en ethische aspecten. B7 (Leervaardigheden) De bachelor is in staat om leervaardigheden toe te passen, die het mogelijk maken om met een hoge mate van autonomie een vervolgstudie te volgen en kennis te verwerven in nieuwe terreinen. B8 Additionele vakspecifieke vaardigheden staan vermeld in Bijlage 2. Bijlage 1 Opleidingsspecifieke eindtermen - basiskennis - Bacheloropleiding Scheikunde De bachelor Scheikunde heeft: 1.1. kennis van de belangrijkste gebieden van de chemie: anorganische, organische, analytische, fysische chemie, biochemie en polymeerchemie en bovendien basiskennis van diverse meer gespecialiseerde gebieden van chemie, zoals theoretische chemie, materialenchemie etc., 1.2. kennis van minimaal één van de multidisciplinaire toepassingsgebieden “chemistry of life”, “smart materials” en “sustainable energy and chemistry”, 1.3. verbredende kennis van onderwerpen uit de eigen of een andere discipline, 1.4. benodigde achtergrondkennis in wiskunde en natuurkunde, 1.5. inzicht in de plaats en de rol van de discipline binnen de wetenschap en samenleving, en in het internationale karakter van de discipline. De bachelor is tijdens zijn studie vertrouwd geraakt met de onderstaande belangrijke onderdelen van de chemie: a. Belangrijkste aspecten van chemische terminologie, nomenclatuur en conventies. b. Numerieke en rekenvaardigheden, inclusief foutenanalyse, begrip van de juiste grootteorde en juist gebruik van eenheden. c. De belangrijkste typen chemische reacties en hun karakteristieken. d. De principes en procedures die worden gebruikt in de chemische analyse en in de karakterisering van chemische verbindingen. e. De basistechnieken van structuuronderzoek, inclusief spectroscopie. f. De eigenschappen van diverse aggregatietoestanden en de gebruikte theorieën om ze te beschrijven. g. De principes van de kwantummechanica en toepassingen daarvan in de beschrijving van structuur en eigenschappen van atomen en moleculen. h. De principes van thermodynamica en toepassingen in de chemie. i. De kinetiek van chemische processen, katalyse en de mechanische interpretatie van chemische reacties. j. De karakteristieke eigenschappen van elementen en hun verbindingen, inclusief groepsrelaties en trends binnen het periodiek systeem. k. De structurele eigenschappen van chemische elementen en hun verbindingen. l. De karakteristieke eigenschappen van alifatische, aromatische, heterocyclische en organometaal verbindingen. m. Het karakter en gedrag van functionele groepen in moleculen. n. Belangrijke synthetische paden in de (an)organische chemie. o. De relatie tussen bulkeigenschappen van materie en eigenschappen van individuele atomen en moleculen, inclusief macromoleculen (zowel natuurlijk als synthetisch). p. De structuur en reactiviteit van belangrijke categorieën biomoleculen en de chemie van belangrijke biologische processen. q. Het ontwerpen van processen (ook op industriële schaal) rekening houdend met stroming en overdrachtsprocessen van materie en energie. r. Eigenschappen van chemische stoffen en de milieu- en veiligheidsaspecten van het gebruik daarvan. Bijlage 2 Opleidingsspecifieke eindtermen - Vaardigheden - Bacheloropleiding Scheikunde De studenten worden verwacht de onderstaande bekwaamheden en competenties te hebben ontwikkeld aan het einde van hun bacheloropleiding Scheikunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Chemie gerelateerd cognitieve bekwaamheden en competenties De Bachelor Scheikunde is: 2.1. in staat zijn/haar kennis en begrip van essentiële feiten, concepten, principes en theorieën gerelateerd aan de onderwerpsgebieden, als in bijlage Ia gedefinieerd, te laten zien en te gebruiken in diverse situaties, 2.2. in staat kennis en begrip toe passen om tot de oplossing te komen van elementaire kwalitatieve en kwantitatieve problemen, 2.3. bekwaam in het evalueren, interpreteren en combineren van chemische informatie en data, 2.4. in staat “good laboratory practice” te herkennen en te implementeren, 2.5. bekend met projectmatig werken, 2.6. In staat een professionele attitude aan te nemen ten aanzien van milieu- en veiligheidsaspecten en eventuele ethische implicaties zowel in de context van onderzoek, onderwijs en industrie. Chemie gerelateerde praktische vaardigheden De Bachelor Scheikunde is: 2.7. vaardig in het gebruik van standaard laboratoriumprocedures en gebruik van apparatuur voor synthetisch en analytisch werk. 2.8. in staat om chemische eigenschappen te controleren, gebeurtenissen of veranderingen te observeren en door meting vast te leggen, en om systematisch gegevens te archiveren en te documenteren. 2.9. in staat om de verkregen informatie uit observaties en metingen te interpreteren en te relateren aan de juiste theorieën. 2.10. in staat om de risico’s van het gebruik van chemische middelen en laboratoriumprocedures in te schatten, 2.11. vaardig in het veilig omgaan met chemische materialen, hierbij de fysische en chemische eigenschappen in acht nemend, inclusief de diverse specifieke risico’s bij gebruik, in staat om in noodsituaties in het laboratorium adequaat te handelen. 2.12. in staat om ICT-vaardigheden die aansluiten bij de gekozen specialisatie, te gebruiken. Bijlage II Doorstroommasteropleidingen (artikel 1.5) De bacheloropleiding geeft recht op onvoorwaardelijke toegang tot de volgende masteropleidingen van de Rijksuniversiteit Groningen: o Chemistry o Educatie en Communicatie in de Wiskunde en Natuurwetenschappen o Energy and Environmental Sciences De bacheloropleiding met richting Chemistry of Life geeft onvoorwaardelijk toegang tot de masteropleiding: o Molecular Biology and Biotechnology. Bijlage III Majoren en minoren van de opleiding (artikel 2.1, lid 2) De opleiding omvat een major en een minor. 1) Binnen de major kan worden gekozen uit drie richtingen: a) Chemistry of Life b) Smart Materials c) Sustainable Chemistry and Energy 2) De minor kan gekozen worden uit de verdiepende Minor Scheikunde ‘Science for Scientists’ of het aanbod verbredende minoren van faculteit en universiteit. Bijlage IV Studieonderdelen van de propedeutische fase - Lijst met studieonderdelen; artikel 3.1.1 - Vakken met een of meerdere practica; artikel 3.2 - Vorm van de tentamens; artikel 7.4 studieonderdeel ECTS tentamenvorm practicum Calculus 1 5 schriftelijk tentamen, toets x Moleculen: structuur, reactiviteit en functie 5 schriftelijk tentamen, practicumbeoordeling, x verslag Keuze uit: 5 Van bacterie tot kunststof opdrachten, logboek, practicumbeoordeling, Natuurkunde practicum 1 schriftelijk tentamen, practicum beoordeling x nabespreking Oriëntatie Wiskunde x schriftelijk tentamen Organische Chemie 1 5 schriftelijk tentamen Practicum Synthese en Analyse 1 5 opdrachten, practicumbeoordeling, verslag, Fysische Chemie 1 5 Biochemie 5 schriftelijk tentamen x Biochemie Practicum 5 practicumbeoordeling x Spectroscopie 5 schriftelijk tentamen, computeropdracht x Inleiding Proces- en Producttechnologie 5 schriftelijk tentamen Anorganische Chemie 5 schriftelijk tentamen Propedeusecongres 5 essay, presentatie, deelname verplichting x nabespreking schriftelijk tentamen, practicumbeoordeling, x huiswerkopdrachten x Bijlage V Studieonderdelen van de post-propedeutische fase - Lijst met studieonderdelen; artikel 6.1 - Vakken met een of meerdere practica; artikel 6.2 - Verplichte volgorde tentamens; artikel 7.2 - Vorm van de tentamens; artikel 7.4 studieonderdeel ECTS tentamenvorm Eigenschappen van Materialen 1 5 schriftelijk tentamen Organische Chemie 2 5 schriftelijk tentamen, practicum huiswerkopdrachten Practicum Synthese 2 5 practicumbeoordeling, verslagen, x nabespreking Fysische Chemie 2 5 schriftelijk tentamen, x practicumbeoordeling Lineaire Algebra 1 5 schriftelijk tentamen, x practicumbeoordeling Kwantumchemie 5 schriftelijk tentamen, x practicumbeoordeling Wetenschap, Ethiek, Technologie en Maatschappij 5 schriftelijk tentamen, functioneren, essay, presentatie, deelname verplicht x Macromoleculaire Chemie 5 schriftelijk tentamen, toetsen, x ingangseis presentatie Practicum Macromoleculaire Chemie 5 practicumbeoordeling, verslagen, Richting Smart Materials Sustainable Chemistry and Energy Chemistry of Life 25 Track practicum 5 Bacheloronderzoek 15 x nabespreking zie onderstaande tabellen practicumbeoordeling, verslag, zie onderstaande zie onderstaande tabellen tabellen x nabespreking functioneren, presentatie, verslag x 150 ECTS van het bachelorprogramma moet zijn voltooid Vrije minor 30 zie bijlage IV en V van de OER van de zie bijlage IV en V zie bijlage IV en V desbetreffende opleiding van de OER van de van de OER van de desbetreffende desbetreffende opleiding opleiding Chemistry of Life studieonderdeel ECTS tentamenvorm practicum Bio-energetics and Metabolism 5 schriftelijk tentamen Recombinant DNA and Biotechnology 5 Schriftelijk tentamen Chemical Biology 5 schriftelijk tentamen x (Bio)-catalysis 5 schriftelijk tentamen, presentatie x Cellular Chemistry 5 Schriftelijk tentamen x Ingangseis Smart Materials studieonderdeel ECTS tentamenvorm Soft Molecular Materials 5 schriftelijk tentamen Properties of materials 2 5 schriftelijk tentamen Molecular Design 5 schriftelijk tentamen, practicumbeoordeling, Materials design: theoretical methods 5 Trends in polymer science 5 practicum Ingangseis x essay schriftelijk tentamen, x computerpracticumbeoordeling, verslag schriftelijk tentamen Sustainable Chemistry and Energy studieonderdeel ECTS tentamenvorm Bioenergie en biogrondstoffen 5 schriftelijk tentamen Electrochemistry and Energy 5 schriftelijk tentamen, Green Chemistry and Technology 5 schriftelijk tentamen (Bio)-catalysis 5 schriftelijk tentamen, presentatie Physical organic and photo-chemistry 5 schriftelijk tentamen practicum Ingangseis x practicumbeoordeling x Onverminderd hetgeen bepaald is in artikel 5 van deze regeling en onverminderd opmerkingen terzake in bovenstaande tabellen kan aan de tentamens van de studieonderdelen worden deelgenomen door studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven. De vakken Bioenergetica en Metabolisme en Bioenergie en biogrondstoffen hebben een dusdanig grote overlap dat niet beide vakken mogen worden opgenomen in het programma. Verdiepende Minor Scheikunde ‘Science for Scientists’ De minor heeft een omvang van 30 ects, en dient een samenhangend en verdiepend pakket van vakken te zijn. studieonderdeel ECTS vorm van de tentaminering practicum Medicinal chemistry I 5 schriftelijk tentamen, x Medicinal chemistry II 5 Ingangseis computerpracticumbeoordeling schriftelijk tentamen, x computerpracticumbeoordeling, aanwezigheid excursie Moleculaire Biofysica 5 schriftelijk tentamen Biomaterials 2 5 schriftelijk tentamen Structural probes for solid materials 5 schriftelijk tentamen, Organic and molecular Electronics 5 schriftelijk tentamen Physical Chemistry 3 5 schriftelijk tentamen x computerpracticumbeoordeling x computerpracticumbeoordeling Solar cells 5 schiftelijk tentamen, presentatie, verslag From complex to complex matter 5 schriftelijk tentamen Keuzevakken, vakken uit de opleidingen 0-30 zie bijlage IV en V van de OER van de zie bijlage IV en V zie bijlage IV en V desbetreffende opleiding Scheikunde, Scheikundige Technologie, x van de OER van van de OER van de (Technische) Natuurkunde, de desbetreffende desbetreffende Sterrenkunde, (Technische) Wiskunde, opleiding opleiding Technische Bedrijfskunde, ter individuele beoordeling van de examencommissie Bijlage VI Vooropleidingseisen A. HBO-propedeuse 1. Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.28, lid 3 van de wet, worden de volgende eisen gesteld: Opleiding Vakken op VWO-niveau B Biologie wia of wib + na+sk+bio B Farmacie wia of wib + na+sk B Farmaceutische Wetenschappen wia of wib + na+sk B Life Science and Technology wib+na+sk B Informatica wib B Kunstmatige Intelligentie wia of wib B Natuurkunde wib+na B Scheikunde wib+na+sk B Sterrenkunde wib+na B Wiskunde wib B Scheikundige Technologie wib+na+sk B Technische Bedrijfskunde wib B Technische Natuurkunde wib+na B Technische Wiskunde wib 2. Voor niet-Nederlandstaligen geldt eveneens de eis van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II (NT2-II). 3. De deficiënties worden vervuld ten genoegen van de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit. B. Buitenlands diploma (EER-diploma) 1. Een diploma dat in een Europees land toelating geeft tot de universiteit, geeft in Nederland eveneens toegang tot de universiteit. 2. Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.28, lid 3 van de wet gelden de eisen als geformuleerd voor kandidaten met een HBO-propedeuse (zie A). 3. Voor niet-Nederlandstaligen geldt eveneens de eis van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II (NT2-II). 4. Voor beheersing van de Engelse taal wordt vereist: een IELTS score van 6.5, een TOEFL-score van 580 (paper-based), van 237 (computer-based) of van 92 (internet –based) of equivalent. 5. De deficiënties worden vervuld ten genoegen van de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit. C. Buitenlands diploma (Duits diploma) 1. De kandidaat dient in het bezit te zijn van het Zeugnis der Allgemeinen Hochschulreife (‘Arbitur’). 2. Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.28, lid 3 van de wet, worden de volgende eisen gesteld: Opleiding B Biologie wi (LK of GK) na (LK of GK) sk (LK of GK) bio (LK of GK) (tenminste één vak op Leistungskursniveau) B Farmacie B Farmaceutische Wetenschappen B Life Science and Technology B Scheikunde B Scheikundige Technologie wi (LK of GK) na (LK of GK) sk (LK of GK) (tenminste één vak op Leistungskursniveau) B Informatica B Wiskunde B Technische Wiskunde B Kunstmatige Intelligentie wi (LK) B Natuurkunde B Sterrenkunde B Technische Natuurkunde B Technische Bedrijfskunde wi (LK) na (LK of GK) wi (LK of GK) na (LK of GK) (tenminste één vak op Leistungskursniveau LK = Leistungskursniveau; GK is Grundkursniveau gevolgd t/m klas 13 of klas 12 (in geval het gymnasium 12 jaren telt). 3. Voor niet-Nederlandstaligen geldt eveneens de eis van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II (NT2-II). 4. De deficiënties worden vervuld ten genoegen van de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit. D. Buitenlands diploma (International Baccalaureate) 1. Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.28, lid 3 van de wet, worden de volgende eisen gesteld: Opleiding B Biologie vanaf 2010/2011 Biol (SL of HL) Math (SL of HL) Physics (SL of HL) Chem (SL of HL) twee van deze vakken op HL B Farmacie B Farmaceutische Wetenschappen B Life Science and Technology B Scheikunde B Scheikundige Technologie Math (SL of HL) Physics (SL of HL) Chem (SL of HL) twee van deze vakken op HL B Informatica B Wiskunde B Technische Wiskunde Math HL B Kunstmatige Intelligentie Math SL or Math HL B Natuurkunde B Sterrenkunde Math HL B Technische Natuurkunde Physics HL B Technische Bedrijfskunde SL = Standard Level, HL = Higher Level 2. Voor niet-Nederlandstaligen geldt eveneens de eis van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II (NT2-II). 3. De deficiënties worden vervuld ten genoegen van de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit. E. Buitenlands diploma (niet-EER diploma) 1. Een niet–Europees diploma dat volgens standaarden van de NUFFIC en/of NARIC gelijkwaardig is aan een Nederlands VWO-diploma geeft in Nederland toegang tot de universiteit. 2. Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.28, lid 3 van de wet gelden de eisen als geformuleerd voor kandidaten met een HBO-propedeuse (zie A.). 3. Voor niet-Nederlandstaligen geldt eveneens de eis van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II (NT2-II). 4. Voor beheersing van de Engelse taal wordt vereist: een IELTS score van 6.5, een TOEFL-score van 580 (paper-based), van 237 (computer-based) of van 92 (internet –based) of equivalent. 5. De deficiënties worden vervuld ten genoegen van de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit. F. Colloquium doctum 1. Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.29 van de wet, worden de volgende eisen gesteld: Opleiding B Biologie B Farmacie B Farmaceutische Wetenschappen B Life Science and Technology B Informatica B Kunstmatige Intelligentie B Natuurkunde B Scheikunde B Sterrenkunde B Wiskunde B Scheikundige Technologie B Technische Bedrijfskunde B Technische Natuurkunde B Technische Wiskunde Natuur en Gezondheid VWO-niveau en, wia of b, sk, bio, na en, wia of b, sk, bio, na en, wia of b, sk, bio, na en, wib, sk, bio, na en, wib, sk, bio en, wia of b, sk, bio en, wib, sk, bio, na en, wib, sk, bio, na en, wib, sk, bio, na en, wib, sk, bio en, wib, sk, bio, na en, wib, sk, bio en, wib, sk, bio, na en, wib, sk, bio óf Natuur en Techniek VWO-niveau en, wib, na, sk, bio en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk en, wib, na, sk 2. Voor niet-Nederlandstaligen geldt eveneens de eis van het staatsexamen Nederlands als tweede taal, programma II (NT2-II). 3. De deficiënties worden vervuld ten genoegen van de Commissie Bijzondere Toelatingen van de faculteit.