Werelddag tegen Kinderarbeid 2011 IAO/ILO vraagt dringende maatregelen tegen gevaarlijke vormen van kinderarbeid In een rapport naar aanleiding van de Werelddag tegen Kinderarbeid waarschuwt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO/ILO) ervoor dat nog altijd een zeer groot aantal kinderen gevaarlijk werk verrichten, namelijk 115 miljoen van de 215 miljoen werkende kinderen. De IAO/ILO vraagt dringend maatregelen om deze praktijk tegen te gaan. GENÈVE/BRUSSEL – In een rapport naar aanleiding van de Werelddag tegen Kinderarbeid waarschuwt de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO/ILO) ervoor dat nog altijd een zeer groot aantal kinderen gevaarlijk werk verrichten, namelijk 115 miljoen van de 215 miljoen werkende kinderen. De IAO/ILO vraagt dringend maatregelen om deze praktijk tegen te gaan. Het rapport “Kinderen en gevaarlijk werk: wat we weten, wat we moeten doen” haalt een reeks studies aan uit zowel geïndustrialiseerde als ontwikkelingslanden. Die tonen aan dat elke minuut ergens op de wereld een werkend kind slachtoffer wordt van ongeval, ziekte of psychologisch trauma te wijten aan de werkomstandigheden. Het rapport zegt ook dat, hoewel het aantal kinderen van 5 tot 17 jaar dat in gevaarlijke omstandigheden werkt daalde tussen 2004 en 2008, het aantal 15 tot 17-jarigen in diezelfde periode met 20% gestegen is van 52 miljoen naar 62 miljoen. Meer dan 60 procent van kinderen in gevaarlijke werkomstandigheden zijn jongens. De grootste daling van het aantal kinderen dat in gevaarlijke omstandigheden werkt werd bij de meisjes vastgesteld. “Ondanks de belangrijke vooruitgang van de laatste tien jaren, blijft het aantal werkende kinderen – en vooral het aantal kinderen dat in gevaarlijke omstandigheden werkt – hoog”, zegt Directeur-Generaal van de IAO/ILO Juan Somavia. “Overheden, werkgevers en werknemers moeten samenwerken, ze moeten noodzakelijke maatregelen invoeren en doen naleven om een einde te maken aan kinderarbeid. Het aanhoudende probleem van kinderarbeid vormt een duidelijke aanklacht tegen het huidige groeimodel. Het uitbannen van werk dat de veiligheid, gezondheid of het zelfvertrouwen van kinderen in gevaar brengt, moet een prioriteit zijn van ons allen”. Vorig jaar stelde het Global report over kinderarbeid van de IAO/ILO een vertraging vast in de inspanningen om de meest ernstige vormen van kinderarbeid te verbannen. Datzelfde rapport drukte toen de vrees uit dat de globale economische crisis de doelstelling om de meest ernstige vormen van kinderarbeid tegen 2016 de wereld uit te helpen, wel eens kon afremmen. Nu, een jaar later, blijft de IAO uitermate bezorgd over de impact van de economische crisis op kinderen. Het rapport roept op tot nieuwe inspanningen om kinderen ten minste onderwijs te laten volgen tot de minimumleeftijd waarop zij mogen gaan werken en vraagt alle landen een lijst op te stellen met gevaarlijk werk, zoals bepaald in de IAO/ILO Conventies over kinderarbeid. Verder stelt het rapport dat er dringend actie moet worden ondernomen voor kinderen die de minimuleeftijd om te gaan werken al bereikt hebben, maar toch bepaalde risico’s lopen die verbonden zijn aan de werkplek. Deze jongeren moeten opgeleid worden zodat ze de risico’s, maar ook hun rechten en hun verantwoordelijkheden goed kennen en begrijpen. Het rapport focust op zes belangrijke economische sectoren: landbouw, visserij, dienstverlening in huis, mijnbouw en de ontginning van delfstoffen, straatverkoop en de dienstenindustrie. Het probleem van kinderen die werken in gevaarlijke omstandigheden doet zich niet alleen voor in ontwikkelingslanden, zo stelt het rapport. Getuigenissen duiden ook op kwetsbaarheid van Europese jongeren en jongeren uit de VS voor ongevallen op het werk. Tot nu toe hebben 173 van de 183 IAO/ILO lidstaten zich geëngageerd om gevaarlijk werk bij kinderen als een belangrijke en dringende aangelegengeid aan te pakken. Ze deden dit door de Conventie 182 over de ergste vormen van kinderarbeid te ratificeren. De Benelux landen bieden steun aan het ILO Internationaal Programma voor afschaffing van kinderarbeid (IPEC) en aan de Sociale Beschermingsvloer/Social Protection Floor. De EU en ILO-IPEC werken samen in 13 ontwikkelingslanden aan de afschaffing van kinderarbeid, maar deze samenwerking kan nog uitgebreid worden. Alle EU-27 lidstaten hebben de Conventies 182 en 138 (minimumleeftijd voor toelating tot arbeid) van de IAO/ILO geratificeerd. Voor informatie of interviews: neem contact op met het Internationaal Programma voor afschaffing van kinderarbeid (IPEC) van de IAO/ILO op het nummer + 41 22 799 6164 or 6107 (Engels) of +41 22 799 6598 of 6618 (Engels, Frans. Of contacteer hen via e-mail: [email protected].