ILO arbeidsnormen en internationale handelsbetrekkingen

advertisement
ILO arbeidsnormen en internationale handelsbetrekkingen
Het naleven van fundamentele ILO arbeidsnormen wordt – zeker in de toekomst –
steeds belangrijker voor een positieve ontwikkeling van handelsbetrekkingen en
economische samenwerking. Dit was de centrale boodschap die de deelnemers aan
de goed bezochte VSB/ILO workshop “The Role of Labour Standards in Accessing
International Markets and Supporting the Caribbean Single Market” van 25 juli 2013,
mee naar huis namen.
Internationale handelsbetrekkingen gaan steeds meer in de richting van het
verminderen of opheffen van tariefbarrières en het implementeren van nieuwe niettarifaire handelsbelemmeringen. Arbeidsnormen maken onderdeel uit van niettarifaire voorwaarden. In handelsovereenkomsten wordt steeds vaker een paragraaf
ingelast over het naleven van internationale (ILO) arbeidsnormen. Bepalingen in
overeenkomsten tussen handelsblokken, zoals de EU-CARIFORUM Partnership
Agreement, (EPA), illustreren dit.
“Hoe kunnen wij als werkgevers en als werkgeversorganisaties ons ervan verzekeren
dat in het kader van EPA en de CARICOM Single Market & Economy (CSME) onze
belangen veilig worden gesteld”, was dan ook de introductievraag die VSB voorzitter Ferdinand Welzijn stelde in zijn
welkomstwoord. In zijn presentatie over de CSME benadrukte hij dat werkgevers zich bewust moeten zijn van de
veranderende handelsrelaties met de EU. Hij ging in op de sociale paragraaf in de CARIFORUM-EPA overeenkomst
waarin onder meer de fundamentele ILO arbeidsnormen zijn opgenomen over kinderarbeid, gedwongen arbeid,
discriminatie op het werk en vakbondsrechten.
Het is noodzakelijk dat werkgevers in Suriname aangeven ‘waar
ze staan’ in relatie tot zaken als maatschappelijk verantwoord
ondernemen en fundamentele arbeidsnormen. De 10 principes
van het Global Compact van de Verenigde Naties zijn hierbij een
goede leidraad. Grote ondernemingen zullen daar minder moeite
mee hebben dan MKB’s die veelal al een zwakkere
concurrentiepositie hebben. Een apart zorgpunt is de kwestie
van de informele economie. Kinderarbeid komt over de hele
wereld voor, ook in Suriname, hoewel met uitzondering van de
goudmijnbouw de situatie niet zo ernstig is als in andere landen.
In Suriname is ook het Staatsbesluit # 175 uit 2010 van kracht
dat aangeeft wat onder gevaarlijke arbeid voor jeugdigen moet
worden verstaan.
Het uitbannen van kinderarbeid gaat samen met ‘decent work’ voor de ouders. Focal punt voor werkgevers wat
betreft kinderarbeid is de VSB vertegenwoordiger in de Nationale Commissie Uitbanning Kinderarbeid (NCUK).
Voor meer informatie over de ILO arbeidsnormen en de NCUK kunt u contact maken met VSB Secretaris mevr. Helen Doelwijt: telf.
475287/475286 of op [email protected].
Download