Taak vrijwilligerswerk

advertisement
Onderzoeksveld 3: De vitaliteit van een gemeenschap; Waaruit put
een samenleving levenskracht?
Klastaak bij Impuls 5: Vrijwilligers aan het woord
Naam:
IK werk samen met:
Ik zocht info van (organisatie):
→ vergeet niet deze informatie bij je taak te voegen en er je naam op te noteren!!!
Klas:
Datum:
1. Promovideo V.V.K.S.M.
A. Welke organisatie binnen V.V.K.S.M. (scouts) wordt hier voorgesteld? Voor wie zet
zij zich in? Welke waarden streven zij na?
B. Wat spreekt je aan in het videofragment? Wat niet?
+
-
C. Geef twee redenen waarom jongeren zich inzetten bij deze organisatie.
-
2. Stellingen
A. Hieronder vind je een aantal stellingen over vrijwilligerswerk. Kies twee stellingen uit
waarmee jij het volledig eens / oneens bent. Leg bij elke stelling uit waarom jij het eens /
oneens bent.
- Eerste stelling : nr.
: ik ben het ermee eens / oneens omdat:
- Tweede stelling: nr. : ik ben het ermee eens / oneens omdat:
1
1. Wie gratis meehelpt in een organisatie die verklaar ik voor gek! Je moet op z’n
minst een kleine vergoeding krijgen. Tegenwoordig kan je het jezelf niet meer
permitteren om nog iets gratis te doen.
2. Vrijwilliger zijn doe je niet alleen omdat je anderen wil helpen. Je leert er veel
vrienden kennen, er wordt veel plezier gemaakt. Je krijgt er veel voor terug,
dus doe je het ook voor jezelf.
3. Vrijwilligerswerk vind ik goed voor mensen die daar tijd voor hebben;
werklozen, gepensioneerden.
4. Wanneer we alleen maar de handen uit de mouwen willen steken voor eigen
belang, zorgen we er alleen maar voor dat onze samenleving meer en meer
egoïstisch wordt, niemand heeft nog iets voor elkaar over.
5. In een vrijwilligersorganisatie, bv een jeugdbeweging leer je met mensen
omgaan, zelfstandig worden en verantwoordelijkheid dragen.
B. Noteer zelf een stelling die het best jouw mening over vrijwilligerswerk weergeeft.
3. Vrijwilligers aan het woord
Vrijwilligerswerk blijft in onze maatschappij nodig en zinvol. Welke redenen geven
de ‘vrijwilligers aan het woord’ hiervoor? Handboek Respons T5 p.52 (geef telkens
één reden per persoon).
A. Nele?
B. Marleen?
C. Liliane
D. jef?
4. Bespreek de vrijwilligersorganisaties waarvan je info zocht in jouw groep.
a. Voor wie/wat zetten de organisaties zich in?
b. Wat is de taak van de vrijwilliger bij de verschillende organisaties?
c. Welke maatschappelijke betekenis hebben de vrijwilligersorganisaties? Of met
andere woorden: waarom zijn deze organisaties belangrijk voor de goede werking
van onze maatschappij?
d. Welke organisatie in jouw groep spreekt je het meest aan? Welke organisatie zou je
kiezen zou je jezelf willen engageren? Waarom?
2
3
Download