Tekst 6 - Oude vragen over zorg voor ouderen: zijn er nieuwe antwoorden? 1. Inleiding Verouderende bevolking: Vooral negatieve berichtgeving (tekort aan zorgverleners, betaalbaarheid, ...) Vergrijzing is het resultaat van het succes van de gezondheids-en welzijnszorg. 2. Wie-vraag? Ouderen zijn geen homogene groep. Stereotiepe tweedeling: Gezond en actief ouder worden <=> toenemende achteruitgang en zorgafhankelijkheid. Belang van beeldvorming, voor zowel de ouderen zelf als de samenleving als het beleid (self-fulfulling prophecies). Negatieve leeftijdsstereotypes hebben sterke schadelijke effecten. Tegengaan bv. Campagne 'Vergeet dementie, onthou de mens', voor een meer genuanceerd beeld over dementie. Theorieën: I. Expansion of morbidity hypothesis Een verouderende populatie veronderstelt ook meer mensen met gezondheidsproblemen. II. Theorie van het dynamisch evenwicht De leeftijd waarop men met een slechte gezondheid krijgt te maken, schuift op in verhouding met de levensverwachting. III. Compression of morbidity theory Naast een stijgende levensverwachting, nemen de jaren in slechte gezondheid relatief gezien ook af. Nog geen wetenschappelijke eenduidigheid voor een bepaalde theorie. Meeste steun voor de 'compression of morbidity hypothesis' 43.5% van de personen van 65 jaar en ouder is niet tevreden over hun gezondheidstoestand. Stijging van de niet-tevredenheid neemt toe met de leeftijd. 12% van de personen van 65 jaar en ouder geeft somatische problemen aan. Neemt ook toe met de leeftijd. Slechts 1 op 3 85-plussers verblijft in een woonzorgcentrum. Ouder worden wordt vaak gelijkgesteld met fysieke aftakeling en geestelijke achteruitgang of dementie. DUS: Realiteit is heel genuanceerder dan de heersende beeldvorming. Velen worden ouder zonder noemenswaardige problemen, maar toch is er een grote en groeiende groep van ouderen die wel degelijk zorgbehoevend zijn. 3. Wat-vraag? Wat biedt de welzijns-en gezondheidszorg aan ouderen met gezondheidsproblemen? Vroeger: Zorg voor ouderen sterk gemedicaliseerd. Einde 20ste eeuw: Van een medisch model naar een zorgmodel (langdurig verblijf in ziekenhuizen wordt afgebouwd, speciale afdelingen voor mensen met dementie in rusthuizen, ...) '80:Intramurale zorg wordt selectiever + ook in de residentiële zorg kan men niet zomaar meer terecht (woonzorgcentrum dat veel mensen met een lagere zorgbehoefte opneemt, wordt hier financieel op afgestraft). Gevolg: Heel wat ouderen worden thuis verzorgd. Duidelijke beleidskeuze: Eerst zelfzorg, dan mantelzorg en pas daarna professionele zorg. Haalbaarheid? Druk op informele zorgsystemen zal toenemen (evolutie naar kleinere gezinnen, hogere echtscheidingscijfers, ...) Druk zal harder en sneller toenemen in het Vlaamse Gewest dan in de andere gewesten. 1 Krimpende pool van potentiële informele zorgverleners. 'Sandwich'-generatie. Vanaf 2025 sterke stijging van de familiale zorgindex (verhouding tussen het aantal 80-plussers en de leeftijdsgroep tussen 50 en 59 jaar). Groeiende vraag naar formele thuiszorg Aanbod kan de vraag niet steeds volgen. Besparen op de hoeveelheid hulp. Steeds meer doelgroepen doen een beroep op de gezinszorg en aanvullende thuiszorg. Vooral ouderen maken gebruik van thuisverpleging (68% van de cliënten van het Wit-Geel Kruis Vlaanderen zijn ouder dan 70 jaar). Vlaamse OuderenZorg Studie (VoZs): bevraging ouderen en hun mantelzorgers. Opvallende diversiteit van formele en informele zorgverleners in de dagelijkse zorg voor kwetsbare ouderen. Medische en niet-medische zorg worden in Vlaanderen door verschillende organisaties geboden. => Zorgverleners vullen elkaar aan. Niet langer de kwaliteit van de zorg, maar de kwaliteit van het leven van de oudere staat centraal. Zorg-en welzijnsbeleid is niet meer enkel gebaseerd op structurele indicatoren, maar wordt ook uitgebouwd rond procesindicatoren. Begrip 'levenskwaliteit', 4 dimensies volgens de Wereldsgezondheidsorganisaties: Het fysieke, het psychische, het sociale en de omgeving. Onduidelijkheid over de definiëring en de meetbaarheid van kwaliteit van leven. Uitdaging: Efficiënte van zorg in functie van levenskwaliteit meten en er een aangepast beleid laten op inspelen. Doelstellingen huidig beleid: Investeren in een toereikend zorg-en gezondheidsaanbod om zo maximaal zorg op maat te kunnen aanbieden & overheden moeten zorgzaam omgaan met hun schaarse middelen. Samengevat: Formele zorg wordt door het beleid als aanvullend gezien na de zelfzorg en de informele zorg. Maar door maatschappelijke evoluties is er minder informele zorg beschikbaar en overstijgt de vraag naar formele zorg het aanbod. 4. Hoe-vraag? Voorgaande zorgt voor nieuwe uitdagingen + oude uitdagingen: ouderenzorg is versnipperd, gefragmenteerd en ontoegankelijk. Meer aandacht aan de kwaliteit van de woonomgeving: meer aandacht voor levenslang wonen en meer middelen voor woningaanpassingen. Residentiële ouderenzorg: Alternatieve woonconcepten ter vervanging van de grote instellingen bv. kleinschalig genormaliseerd wonen (KGW). Thuiszorg: Zoeken naar innovaties die het mogelijk maken om ouderen met een hoge zorgbehoefte toch thuis te laten blijven (Vlaams Woonzorgdecreet 2009: Sterke focus hierop). Ziekenhuizen: Streven naar een optimaal herstel van de functionele performantie en een zo groot mogelijke zelfredzaamheid en levenskwaliteit van de oudere persoon verkrijgen. Samengevat: Maatschappelijke evoluties hebben tot gevolg dat de wijze waarop de zorg wordt georganiseerd, in vraag wordt gesteld. 5. Wie betaalt? Vermarkting van de zorg: Meer vermarkting impliceert een verschuiving van diensten van de publieke naar de private (al dan niet for-profit) zorg. Markwerking wordt gestimuleerd door het feit dat ouderen meer keuze en beslissingsbevoegdheid willen. Onbetaalbaarheid van de zorg (door de oudere zelf): Pensioen is vaak ontoereikend voor een rusthuisfactuur. Zorgverzekering: 2 Verplichte bijdrage voor iedereen die in het Vlaamse Gewest woont en ouder dan 25 jaar is, 25 euro per jaar. Wie ernstig en langdurig zorgbehoevend is, kan vervolgens een beroep doen op de zorgverzekering. Bedoeld voor niet-medische zorgkosten. Niet-medische zorgkosten zijn vaak veel hoger dan medische kosten, waarvoor wel terugbetalingsmechanismen en maximumfacturen bestaan + Minder transparant voor de gebruiker hoeveel de zorg kost of zal kosten. Oplossing: Decreet voor de Vlaamse sociale bescherming (mximumfactuur in de thuiszorg + vereenvoudigde bijdrageberekening in de gezinszorg). Concluderend: In een groeiende markt, met een zich diversifiërende vraag, neemt de belangstelling van commerciële partners toe. Het is niet duidelijk in hoeverre deze evolutie de betaalbaarheid beïnvloedt. 6. Tot slot Vergrijzing is in de eerste plaats een maatschappelijk succes dat gepaard gaat met een aantal uitdagingen. Groeiende vraag naar zorg en hulp + groeiende vereisten aan die zorg. Vragen voer haalbaarheid en betaalbaarheid. Ouderenzorg is op zoek naar een nieuw evenwichtspunt. 3