November 2008 Computerprogramma’s op de Voorde Lezen Leesladder 1 t/m 4 (leerjaar 3 t/m 5) Leesladder wordt gebruikt bij het aanvankelijke en voortgezette leesproces. Op de Voorde gebruiken we dit incidenteel bij leerlingen die vastlopen in Veilig Leren Lezen. Veilig Leren Lezen (leerjaar 3 en 4) Veilig Leren Lezen wordt gebruikt bij het aanvankelijke en voortgezette leesproces. Het computerprogramma loopt parallel aan de methode in de klas. In het programma kan de leerkracht kiezen voor het niveau ster, maan en zon. Daarnaast kan er ingesteld worden hoe lang de kinderen moeten werken en wat voor opdrachten er gedaan moeten worden. De computer houdt bij of er naar een volgende oefening doorgegaan kan worden. Wel moet de leerkracht de goede kern inschakelen. Flits (leerjaar 1 t/m 8) Bij het lezen is Flits een programma voor het lezen van losse woorden, dat tot doel heeft letterspellende of lettergroep-spellende leerlingen te brengen tot directe woordherkenning. Met behulp van verschillende flitstechnieken wordt de directe woordherkenning getraind. Het is mogelijk eigen woordenlijsten toe te voegen. Er is een speciale uitbreiding voor dyslectische kinderen. Nu kunt u met flits ook zinsdelen binnen een tekst flitsen. Hiermee oefent u het lezen van teksten op tempo. Bij de spelling heeft u met Flits een feilloos trainingssysteem voor het inoefenen van woordpakketten. Ieder woordpakket wordt systematisch en doeltreffend getraind volgens een uitgekiende methode en met de nieuwe spraakuitbreiding laat u ieder Nederlands woord uitspreken. Het is mogelijk eigen woordenlijsten toe te voegen. In versie 3 is de vooruitgang in het woordpakket visueel gemaakt tijdens het oefenen. Ik lees (leerjaar 2 en 3) Een ondersteuning van en een aanvulling op de lessen aanvankelijk lezen. Een programma met gevarieerde oefeningen. Geoefend worden: visuele en auditieve discriminatie, synthese, leesrichting, dictee, flits, woorden met uitgangen zoals – ng –nk –ooi- eeuw etc. Aan het eind van het programma krijgen de kinderen oefening in begrijpend lezen en relaties leggen. ‘ik lees’ wordt ingezet vanaf het begin tot het eind van de periode aanvankelijk lezen. November 2008 Rekenen Maatwerk (leerjaar 3 t/m 6) Maatwerk rekenen is ontwikkeld voor kinderen die problemen hebben met rekenen. In de praktijk blijkt vaak dat deze kinderen de elementaire vaardigheden niet voldoende beheersen. Denk daarbij bv. aan de oriëntatie in de getallenstructuur en de hoofdbewerkingen. Juist daarom besteedt Maatwerk rekenen aan deze onderdelen veel aandacht. Maatwerk rekenen hanteert de volgende uitgangspunten: kleine leerstappen en een duidelijke systematische opbouw; het handelen en de directe belevingswereld van het kind staan centraal; het verwoorden van het oplossingsproces is een belangrijk hulpmiddel; zoveel mogelijk uitgaan van rekenen in contexten; veel aandacht voor inzicht in de structuur van de getallen; de mogelijkheid bieden om voor elk kind een "maatwerk"-programma samen te stellen op basis van goede diagnostiek. Maatwerk groen Maatwerk oranje Maatwerk blauw Ik keer (leerjaar 4 t/m 8) Ik keer heeft oefenvormen om de tafels te automatiseren. Deze oefeningen zijn naar oplopende moeilijkheid geordend. De tafels kunnen apart en door elkaar geoefend worden. Per groep(je) of per leerling kan worden ingesteld welke tafel(s) geoefend moeten worden en met welke oefenvormen. Zo kunt u het oefenniveau gemakkelijk voor individuele leerlingen aanpassen. Ik reken (leerjaar 2 en 3) Een programma voor voorbereidend rekenen. Geoefend worden: sorteren, ordenen, tellen, cijferkennis, getalbegrip, structuur van hoeveelheden, inzicht in getallenlijn tot 12, visuele discriminatie, werken van links naar rechts, ruimtelijke oriëntatie, logisch nadenken, vergelijkende begrippen als grootste-kleinste, langste-kortste, meeste-minste, evenveel-meer-minder, samenvoegen tot 10 en splitsen van getallen tot 10. Ik reken tot 20 (leerjaar 3 en 4) De bedoeling van dit programma is het handig leren rekenen t/m 20, waarbij de kinderen zo snel mogelijk loskomen van het tellend rekenen. Er zijn drie fasen: t/m 10, t/m 20 zonder overschrijding van het tiental en t/m 20 met overschrijding van het tiental. In ik reken slim wordt vooral geoefend met het rekenrek (met een vijf-structuur). Dit sluit aan bij de didactiek van het rekenonderwijs. November 2008 Ik reken tot 100 (leerjaar 3 t/m 5) Het programma oriënteert zich op de getallenlijn tot 100. Het leren van slimme strategieën om optel- en aftreksommen tot 100 uit te rekenen. Het sluit nauw aan bij de moderne realistische rekenmethodes. Bij het maken van fouten krijgen de kinderen doordachte hulp van het programma. Het accent ligt op de rijgmethode, waarbij met sprongen op de getallenlijn en met een stappenschema wordt gerekend. Daarnaast wordt er ook aandacht besteed aan de splitsmethode, waarbij de bewerkingen met de tientallen en enen apart worden uitgevoerd Ik reken tot 1000 (leerjaar 6 t/m 8) Ik reken tot 1000 is ontwikkeld in samenwerking met rekendeskundige drs. N.J. Koopman. Het gaat verder in de lijn van ik reken tot 100 met veel oriëntatieoefeningen op de lege getallenlijn, de rijgmethode en de splitsmethode. Het is een afwisselend programma met een geleidelijke opbouw in moeilijkheid en een uitgekiende feedback. Ik kijk op de klok (leerjaar 4 t/m 8) Dit programma biedt een complete leergang klokkijken, zowel analoog als digitaal. Voor kinderen, die de digitale oefeningen niet aan kunnen, is een instelling mogelijk, waarbij zij alleen analoge oefeningen aangeboden krijgen. Diversen Bas gaat digi-taal Bas gaat digi-taal richt zich voornamelijk op de stimulering van de taalontwikkeling in de fase van de beginnende geletterdheid. Het programma tel 4 dozen: De gele doos stelt de auditieve en visuele vaardigheden centraal, met name op het gebied van het geheugen. De rode doos richt zich op de auditieve vaardigheden, vooral op het gebied van de analyse, synthese en discriminatie. De blauwe door stimuleert de visuele vaardigheden, met nadruk op het gebied van de analyse, synthese en discriminatie. De groene doos bevat allerlei doe- en luisteropdrachten. We spreken hier over spelletjes, omdat het spelelement in deze doos voorop staat. Bas heeft een afzonderlijk leerkrachtendeel, waarbinnen de administratie gevoerd kan worden. Dit is het Leerling Volg Systeem. Bas kan worden afgesloten met de toetsencombinatie ALT F4 Ik tover en Ik speel (groep 1 t/m 3) Dit zijn voorlopers van de andere ‘ik’programma’s. Deze bestaan elk uit zes ontwikkelingsoefeningen, waarmee de kinderen ook leren omgaan met de muis: sturen, klikken, lijnen trekken, slepen en kleurplaten invullen. November 2008 Overzicht Computerprogramma’s per leerjaar Leerjaar 1 Lezen/taal - Rekenen - 2 Ik lees Ik reken 3 Veilig Leren Lezen Flits Ik lees 4 Veilig Leren Lezen Flits Ik lees Woordkasteel 5 Flits Ik lees Woordkasteel 6 Flits Woordkasteel 7 Flits Woordkasteel 8 Flits Woordkasteel Maatwerk groen Ik reken Ik reken tot 20 (Ik reken tot 100) (Maatwerk groen) Maatwerk oranje Ik keer (Ik reken tot 20) Ik reken tot 100 Ik kijk klok Maatwerk oranje Ik keer (Ik reken tot 20) Ik reken tot 100 Ik kijk klok Maatwerk oranje Maatwerk blauw Ik keer Ik reken tot 100 Ik reken tot 1000 Ik kijk klok Maatwerk oranje Maatwerk blauw Ik keer Ik reken tot 100 Ik reken tot 1000 Ik kijk klok Maatwerk blauw Ik keer Ik reken tot 100 Ik reken tot 1000 Ik kijk klok Diversen Bas gaat digi-taal Ik speel Ik tover Bas gaat digi-taal Ik speel Ik tover Bas gaat digi-taal Ik speel Ik tover Ik speel Ik tover Leesladder wordt remediërend ingezet en kan, indien nodig door de ICT-er, op de computer worden gezet.