Op stapel 2010-01 7/01/2010 In de rubriek Op stapel geven de collega's van Ondewijsorganisatie- en personeel kort toelichting bij regelgeving die eerstdaags wordt gepubliceerd. De toelichting geeft de stand van zaken weer bij de onderhandelingen in Sectorcomité X. Definitief uitsluitsel kan uiteraard alleen de tekst geven die in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd. Voor bijkomende inlichtingen kunt u terecht bij: GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Onderwijsorganisatie en -personeel Guido Liessens E-mail: [email protected] Tel: 02/790 93 51 Een exemplaar van de teksten van de (voor)ontwerpen kunt u aanvragen bij Willy Dessers E-mail : [email protected] Tel: 02/790 93 57 Ontwerp-BVR betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs Ontwerp-BVR tot wijziging van het BVR van 1 september 2006 betreffende de ambtshalve concordantie en tot wijziging van het BVR van 15 februari 2008 tot vaststelling en indeling van de ambten in de centra voor volwassenenonderwijs Ontwerp-BVR betreffende de individuele concordantie in het secundair volwassenenonderwijs Ontwerp-BVR tot wijziging van het KB van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs en van het BVR van 7 oktober 1997 betreffende de nuttige ervaring als bekwaamheidsbewijs voor personeelsleden van het onderwijs Het gaat om wijzigingen aan besluiten ingevolge de modularisering. Tot nog toe werden de bekwaamheidsbewijzen in het modulair georganiseerde volwassenenonderwijs vastgelegd via de omweg van de vakken, de graden en het niveau TSO en BSO waarvan de inhoud met de modules correspondeerde. Met ingang van 1 september 2010 worden de bekwaamheidsbewijzen voor de opleidingen waarvoor een definitief modulair structuurschema is vastgelegd, rechtstreeks gekoppeld aan de opleiding of de module. 1 Er is voorzien in (de mogelijkheid tot) concordanties met overgangsmaatregelen voor personeelsleden die op het ogenblik van de omschakeling in dienst zijn. Overigens wordt nuttige ervaring vanaf 1 september 2010 mee overgenomen bij concordantie. Verder veranderen op 1 september 2010 een aantal ambtsbenamingen: in het hoger beroepsonderwijs en de specifieke lerarenopleiding vervangt ‘lector’ de benaming ‘leraar hoger onderwijs voor sociale promotie’ en de ‘adjunct-directeur voor hoger onderwijs voor sociale promotie’ heet voortaan ‘adjunct-directeur hoger beroepsonderwijs en specifieke lerarenopleiding’. Er wordt ambtshalve naar de nieuwe ambten geconcordeerd. Dat geldt ook met betrekking tot de wijzigingen in ambtsbenamingen op 1 september 2010 die al in het BVR van 15 februari 2008 stónden ingeschreven: ‘leraar secundair onderwijs voor sociale promotie’ wordt ‘leraar secundair volwassenenonderwijs’ en ‘adjunct-directeur voor secundair onderwijs voor sociale promotie’ wordt ‘adjunct-directeur secundair volwassenenonderwijs’. Het GO! onderwijs van de Vlaamse gemeenschap gaat akkoord met de ontwerpbesluiten. Met betrekking tot het BVR betreffende de bekwaamheidsbewijzen en de salarisschalen voor de personeelsleden van de centra voor volwassenenonderwijs blijft het GO! zich wel afvragen of een gedetailleerde oplijsting van enerzijds vereiste en anderzijds voldoend geachte bekwaamheidsbewijzen nog veel relevantie heeft in een zich wijzigende kwalificatiecontext (flexibilisering van het hoger onderwijs, het in aanmerking nemen van elders verworven kwalificaties en competenties, van nuttige en artistieke ervaring, modularisering in het volwassenenonderwijs…) en of het concept werkbaar blijft voor de instellingen en de overheid. Ontwerp-BVR betreffende de prestatieregeling en de vaststelling van het recht op een salaris in een ambt in de centra voor volwassenenonderwijs Het ontwerp bepaalt de prestatieregeling voor de diverse ambten (op de directeur na: die is een zaak van de inrichtende macht) en stelt het recht op salaris vast, met name ook voor het onderwijzend personeel in een modulair stelsel. Voor de adjunct-directeur, de technisch adviseur en de technisch adviseur-coördinator worden de prestatieregeling en het salaris uitgedrukt in 36sten; voor de administratief medewerker in 32sten.; het salaris van de directeur wordt uitgedrukt in twintigsten. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap gaat akkoord met het ontwerp. Het GO! is een loyale partner bij de invoering van de modularisering in het volwassenenonderwijs. Maar het GO! wil toch nog eens benadrukken dat het betreurt dat de overheid de modularisering onvoldoende voorbereid heeft aangepakt en zich onvoldoende bewust was (is?) van de gevolgen in een aantal personeelsaangelegenheden, zoals de prestatieregeling en de bezoldigingsregeling. Dat de overheid zichzelf constant ademruimte moet gunnen door engagementen over impactanalyses met betrekking tot lopende regelgeving, getuigt daarvan. - Zo is op dit moment niet duidelijk wat de effecten zijn van de nieuwe noemers voor benoemde personeelsleden. - Op het allerlaatste is de overheid met betrekking tot de bezoldiging van een interimaris in het modulaire stelsel tegemoet willen komen aan een terechte verzuchting van een van de vakorganisaties. Het laatste lid van artikel 26, § 4 van het decreet Volwassenenonderwijs 2 bepaalt dat het aantal geplande lestijden kan afwijken (maximaal 8%) van het aantal lestijden zoals bepaald in de opleidingsprofielen. De betrokken vakorganisatie had de overheid er op gewezen dat in voorkomend geval iemand die voor de hele module wordt aangesteld, volgens de door de overheid oorspronkelijk voorgestelde formule meer krijgt per effectief gepresteerd uur, dan iemand die maar voor een gedeelte van de module wordt aangesteld. De overheid is de vakorganisatie gevolgd – ze wou, terecht, titularis en vervanger een zelfde verloning geven. Maar in de formule die ze voorstelt, schrijft de overheid nu zelf nadrukkelijk het principe ín van een gedifferentieerde uurverloning: het aantal gepresteerde uren wordt immers afgezet op het aantal georganiseerde uren – dat varieert. Dat komt er op neer dat de uurverloning afhankelijk wordt gemaakt van het relatieve gewicht van het uur binnen het geheel van de module (lees: dat het uur wordt gewogen binnen het gehele pakket aan leerinhouden). Het is niet duidelijk of het hier om een doelbewuste beleidsoptie van de overheid gaat, die ook ingang zal vinden in andere onderwijsniveaus en –vormen. Informeel werd ook nog onderhandeld over een voorstel met betrekking tot de praktische uitvoering van de nieuwe regelgeving over verlofdagen postnatale rust Het gaat om de praktische modaliteiten voor de uitvoering binnen onderwijs van een maatregel in het gewijzigde artikel 39, derde lid van de arbeidswet van 16 maart 1971. Een personeelslid dat haar bevallingsverlof na de negende week met minstens twee weken kan verlengen, omdat ze vóór haar bevalling lang genoeg aan het werk is gebleven, kan maximaal twee weken van haar bevallingsverlof omzetten in ‘vrij’ te kiezen verlofdagen. De maatregel is in voege sinds de eerste april 2009, en is ook opgenomen in de omzendbrieven over de bevallingsverloven, vooralsnog met de vermelding dat de modaliteiten en de praktische werkwijze later worden toegelicht. Over die modaliteiten werd nu het volgende afgesproken: het personeelslid dat dagen wil omzetten, moet dat doen in blokken van zeven aaneensluitende kalenderdagen (weekends inbegrepen). De keuze van de dagen geldt per werkgever, voor alle opdrachten bij die werkgever. De omzendbrieven over de bevallingsverloven worden in die zin aangepast. De maatregel zou ingaan op 1 januari 2010. 3