Taalbeleidsplan 2016 - 2018 1 VOORWOORD Op SBO van Heuven Goedhart zien we het onderwijs in de Nederlandse taal als een heel belangrijk onderdeel van het onderwijs op onze school omdat een goede actieve en passieve taalbeheersing van grote invloed is op de kansen van kinderen in de samenleving. Taal- en leesonderwijs neemt op de VHG daarom een belangrijke plaats in. Taal is een instrument dat kinderen in bijna alle dagelijkse situaties en voor hun (latere) functioneren in de samenleving nodig hebben. Om te communiceren, om de wereld om je heen te ordenen en te verkennen en om weerbaar in de samenleving te staan moet je de teksten waarmee je te maken krijgt, kunnen lezen en begrijpen. In het onderwijs bij ons op school besteden we daarom ruim aandacht aan de ontwikkeling van zowel de mondelinge als de schriftelijke taalvaardigheden. We willen dat kinderen passief, actief, creatief en expressief met taal bezig kunnen zijn. Taal komt steeds terug en het is daarom belangrijk de oefeningen zo effectief mogelijk in te zetten. Dat vraagt om en gedegen analyse van het taal- en leesonderwijs om verbeteringen aan te brengen in onze didactische aanpak en methodieken om de gewenste verbeteringen tot stand te brengen. Onder leiding van Vliegeniers van de PO-Raad Jan Remijn en Kees Vernooij is een taalbeleidsplan ontwikkeld om het taalonderwijs op onze school inzichtelijker te maken, beter te maken en in de dagelijkse praktijk te borgen. Omdat wij veel belang hechten aan een goede invoering van taalbeleid hebben wij Daniëlle van Dijk, leerkracht bij ons, als taalcoördinator aangesteld. In principe is zij vanuit de formatie in ieder geval tot eind januari voor een dag per week vrijgesteld van lesactiviteiten voor haar werkzaamheden als taalcoördinator. Mac Steenaart, directeur SBO van Heuven Goedhart 2 INHOUDSOPGAVE Voorwoord blz. 2 Inhoudsopgave blz. 3 Inleiding Interne aanleiding taalbeleidsplan Externe aanleiding taalbeleidsplan blz. 4 blz. 4 blz. 4 Uitgangspunten en visie van onze school m.b.t. taal/lezen Wat we nu weten Visie school Visie op taal/lezen De relevantie van taal/lezen De populatie van de school Beschrijving van de groepen Beschrijving van het team Externe relaties Instanties Contacten met ouders blz. 6 blz. 6 blz. 6 blz. 7 blz. 7 blz. 7 blz. 7 blz. 8 blz. 8 blz. 8 blz. 8 Beschrijving van de huidige situatie taal/lezen Wat bepaalt de taal-/leesresultaten van de school? Analyse resultaten 2015 – 2016 Wat kenmerkt SBO-leerlingen? Wat vraagt het versterken van het taal-/leesonderwijs op SBO VHG? Het verbeteren van ons taal-/leesaanbod De taalcoördinator Te besteden tijd aan het taal- en leesonderwijs blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz. 9 blz.10 blz.11 blz.13 blz.13 De belangrijkste prioriteiten op een rij voor de periode 2016 – 2018 blz.15 Bijlagen Kerndoelen basisonderwijs Nederlandse taal Procedure leerlingenzorg Tips om een tekst te leren begrijpen blz.17 blz.17 blz.19 blz.20 3 Inleiding Interne aanleiding taalbeleidsplan Op de van Heuven Goedhart werd keurig de taalmethode gevolgd. De handleiding gaf aan welke onderwerpen aan bod moesten komen en wij maakten daarin een keuze voor onze doelgroep die immers niet alles aangeboden kon krijgen. Van taalbeleid was echter geen sprake. Dat had enerzijds te maken met het ontbreken van voldoende professionalisering van het personeel dat al vele jaren verbonden was aan de school, anderzijds met de zich opstapelende (gedrags)problematiek. Na de rode kaart in april 2015 was er echter aanleiding genoeg om ons met een nieuw team en ondersteuning van de Vliegende Brigade van de PO-raad bezig te gaan houden met o.a. taalbeleid. Halverwege het schooljaar 2015-2016 is er een begin gemaakt met het analyseren van het geboden taalen leesonderwijs. We zijn begonnen met technisch lezen en leesbeleving. Ook hebben we gekeken naar begrijpend lezen omdat dit in de bovenbouw wat terugzakte. Woordenschat is daarbij een belangrijk aspect. Onze taalmethode was sterk verouderd en we besloten dat er nieuwe methode moest komen. Met Taalverhaal.nu zijn we in september 2015 gestart. Het hele jaar stond in het teken van de implementatie van de methode. Ook kwam er meer aandacht voor technisch lezen. Naar aanleiding van gesprekken met de Vliegeniers is besloten in het nieuwe schooljaar 2016 – 2017 te starten met de invoering van BOUW en Estafette. Wij verwachten daardoor een meer doorgaande lijn voor technisch lezen door de hele school te creëren waardoor er meer aandacht komt voor de risicoleerlingen. Een taalbeleidsplan is voor ons een belangrijke stap voorwaarts om het taal-/leesonderwijs op een professionele manier te benaderen, te verbeteren en uit te voeren. Bovenliggend doel is dat we daarmee onze leerlingen zoveel mogelijke bagage meegeven op taal-/leesgebied op het niveau dat bij hun ontwikkeling past. Externe aanleiding taalbeleidsplan In het schooljaar 2015-2016 hebben we de inspectie zowel in oktober als in december 2015 op bezoek gehad. Hun advies was dat we ons als school kritischer moeten richten op de individuele aanpak, de groepsaanpak en het handelen van de leerkrachten. In de groepsplannen ontbreekt veelal de analyse en de gekozen aanpak is te globaal. Er is meer aandacht voor het ‘methode’ denken dan voor het ‘doel’ denken en het leren van de kinderen. Voor kwaliteitszorg zijn er ook een aantal verbeterpunten: de verbeteronderwerpen voor schoolontwikkeling moeten worden geconcretiseerd, er moet een betere borging komen van afgeronde verbeteronderwerpen en een beredeneerde visie die afgestemd is op de onderwijsbehoeften van de groep leerlingen. Leidraad daarbij is ook het door BOOR bovenschools vastgestelde systeem voor kwaliteitszorg waar alle BOOR scholen, en dus ook de VHG, moeten voldoen. Door te werken met een taalbeleidsplan werken we aantoonbaar en planmatig aan kwalitatief goed taalonderwijs en zullen de schoolprestaties van de leerlingen verbeteren. 4 Vanuit de overheid wordt bepaald dat we aan de kerndoelen moeten voldoen. Deze kerndoelen, bij wet vastgelegd, zijn uitgewerkt in tussendoelen en leerlijnen. De tussendoelen (stappen in de ontwikkeling van kinderen) geven aan hoe het onderwijsaanbod over de hele schoolperiode verdeeld kan worden zodat aan het eind van groep acht de kerndoelen zijn bereikt. Voor taal zijn er twaalf kerndoelen beschreven (zie bijlage 1). 5 Uitgangspunten van de school m.b.t. taal/lezen Wat we nu weten Kinderen met taal-leesproblemen zijn succesvoller wanneer ze goede instructie krijgen met betrekking tot de leesvaardigheden die alle leerlingen moeten verwerven. Dit kan bereikt worden door: meer tijd te nemen voor instructie, de instructie zorgvuldig op te bouwen, meer aandacht te geven aan coaching en oefening, toepassen van meer expliciete directe instructie (instructie met veel voorbeelden), meer zorgvuldig volgen van de taal-leesontwikkeling en op basis daarvan de instructie en het programma aanpassen. Een goede taal-leesvaardigheid is van groot belang voor de toekomst van onze leerlingen. Ook versterkt het de basiskwaliteit van een school. Taal- en leesvaardigheid werken immers door op vrijwel alle gebieden in de school. Visie school SBO Van Heuven Goedhart wil een school zijn waarin vanuit een veilige sfeer gewerkt wordt. Het team geeft daarin het goede voorbeeld zodat de leerlingen zich daaraan in de dagelijkse praktijk kunnen spiegelen. Als de leerlingen van school gaan, willen we dat ze voldoende kennis en algemene ontwikkeling hebben meegekregen om op een weerbare manier in de samenleving te kunnen functioneren. Ze moeten zich zelfstandig kunnen redden op een aantal gebieden en zich op een manier gedragen die past bij hun leeftijd. Onze school streeft naar een veilig en positief klimaat waarbij elke leerling uitgedaagd wordt om te leren en het maximale uit zichzelf te halen. We hebben als school oog voor waarden en normen. Binnen onze school willen wij de zelfstandigheid en het verantwoordelijkheidsgevoel van de kinderen bevorderen. Dit doen we onder andere door de kinderen in duo’s en zelfstandig aan taken te laten werken. De school stemt haar pedagogisch en onderwijskundig handelen af op de mogelijkheden van het individuele kind. We stemmen de leerstof, instructie, verwerking en beschikbare tijd af op de onderwijsbehoeften van de kinderen. We hanteren bij het lesgeven het directe instructie model (DIM) met daarbij veel aandacht voor modelen. Als onderwijsdoel formuleren wij: de kinderen basiskennis, inzicht, sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden en houdingen bijbrengen op weg naar de volwassenheid. Wij streven daarbij naar optimale prestaties, zowel als het gaat om het behalen van leerresultaten als ook op het gebied van vaardigheden, houdingen en het ontwikkelen van andere talenten. Opvoeden en onderwijzen beweegt zich op onze school altijd tussen ‘leiden’ en ‘begeleiden’, tussen ‘sturen’ en ‘banen’. Belangrijk is om zo goed mogelijk aan te sluiten bij en rekening te houden met de zone van de feitelijke ontwikkeling van het kind op onderscheiden terreinen. 6 Anderzijds proberen we het kind voortdurend vooruit te helpen door het net een stapje voor te zijn (zone van de naaste ontwikkeling). Visie op taal/lezen De relevantie van taal/lezen Bij het realiseren van de door ons aangegeven doelen zijn taal en lezen heel belangrijk. Door taal kun je met anderen communiceren. Door mondelinge taalvaardigheid kun je overleggen, kun je reageren, kun je verslag doen, kom je tot samenwerken. Doordat leerlingen leren lezen, ervaren ze de functie van taal. Door schriftelijk taalonderwijs leren ze informatie te achterhalen, leren ze een verslag, een brief, een werkstuk te maken. Door taalbeschouwing verwerven ze een adequate woordenschat en enkele strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Kinderen leren over taal na te denken en te spreken. Door als school structureel en planmatig te werken aan taalonderwijs op school zullen de schoolprestaties van leerlingen verbeteren. In dit taalbeleidsplan geven we een beschrijving van de huidige situatie bij ons op school op het gebied van het taalonderwijs. Ook stellen we een aantal prioriteiten die we belangrijk vinden om het taalonderwijs bij ons op school te verbeteren. Een eerste aanzet werd gegeven in het schooljaar 2015 2016 door de invoering van Taalverhaal.nu maar ook door de aanschaf in 2016 – 2017 van BOUW en Estafette. Daarnaast besteedden we gerichte aandacht aan woordenschat om het begrijpend lezen van de kinderen te versterken. Vlot kunnen lezen en het beschikken over een goede woordenschat zijn immers voorwaardelijk voor het begrijpend lezen. We hebben vooral in de tweede helft van het schooljaar 2015 - 2016 met praktische ondersteuning en aanwijzingen van de Vliegeniers een aantal flinke stappen op dat terrein gezet. De populatie van de school Vooruitlopend op de inzet van de Vliegeniers heeft een analist van de PO-raad een analyse gemaakt van de wijk waarin de school staat en de populatie van de kinderen. Uit die gegevens blijkt des te meer dat onze populatie gebaat is bij een intensieve benadering van taal- en leesonderwijs om voldoende kansen te krijgen voor een volwaardige deelname in onze maatschappij. Wij zullen daarbij niet enkel de kinderen helpen maar ook de ouders. Reden waarom wij bijvoorbeeld de kosten voor de Voorleesexpres (voorlezen thuis door vrijwilligers) voor onze rekening nemen. De uitgebreide analyse is op school op te vragen. Beschrijving van de groepen Vanwege het geringe leerlingenaantal werken wij met combinatiegroepen. Binnen deze combinatiegroepen werken we vervolgens met niveaugroepen om het ook voor de leerkrachten behapbaar te maken. Wij zijn het schooljaar 2015 – 2016 gestart met een 3/4/5 combinatie, een groep 6/7, een groep 7/8 en een enkele groep 8. In het schooljaar 2016 – 2017 zouden wij oorspronkelijk geen groep 3 leerlingen meer hebben. Maar door de vraag van omliggende scholen en het feit dat er ineens meerdere groep 3 leerlingen in potentie aanwezig leken, hebben wij besloten (we zijn immers een wijkschool) toch ook deze leerlingen mee te nemen. Hierdoor starten we met een groep 3/4, een groep 5/6, een groep 6/7 en een groep 8. 7 Beschrijving van het team Het team is bij de start van het schooljaar 2015 – 2016 flink op de schop gegaan. Twee leerkrachten en de intern begeleidster van het ‘oude’ team bleven. Alle anderen, inclusief de directie vertrokken. En ook degenen die bleven, werkten nauwelijks twee jaar op de school. We zijn op zoek gegaan naar teamleden die pasten bij wat we van plan waren, die affiniteit hadden met het SBO-onderwijs en niet te beroerd waren om een tandje erbij te zetten in het belang van de schoolontwikkeling en de leerlingen. Dat is gelukt, we hebben ze gevonden en samen is er in korte tijd heel veel tot stand gebracht. We starten het jaar met twee nieuwe collega’s. De indeling van de groepen zal halverwege het schooljaar iets veranderen. De reden hiervoor is dat Melissa Otten vanwege zwangerschapsverlof afwezig is van half september 2016 tot eind januari 2017. Om de rust op de groepen te behouden, start Melissa in de eerste drie weken van het nieuwe schooljaar samen met Charelle van der Hoeven, de leerkracht die haar daarna gaat vervangen. Melissa gebruikt die eerste weken om Charelle wegwijs te maken. Na haar terugkeer in januari 2017 wordt Melissa weer ingedeeld bij een groep. Helaas vertrekt ook per 1 oktober een andere, gewaardeerde en zeer ervaren leerkracht. Voor haar moet nog een nieuwe leerkracht gevonden worden. Omdat daarnaast getornd is aan de aanwezigheid van de intern begeleider (2 i.p.v. 4 dagen) en mogelijk getornd gaat worden aan de aanwezigheid van de directeur (2 i.p.v. 4 dagen) lijkt er van de door ons nagestreefde continuïteit te weinig terecht te komen. Wij hebben overigens het bestuur gevraagd de laatste twee mutaties te heroverwegen. Externe relaties Instanties Als school hebben we contacten met de specialisten in het Onderwijs Zorg Overleg (OZO), het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de GGD, PPO, de scholen van de andere besturen in onze omgeving, schoolmaatschappelijk werk en de wijkagent. We komen geregeld bij elkaar om de kinderen in relatie tot hun woonomgeving te bespreken. In het schooljaar 2015 – 2016 kregen we een dag extra schoolmaatschappelijk werk. Deze extra tijd is gebruikt om contact te leggen met ouders thuis waardoor we veel meer informatie hebben gekregen over wat zich buiten schooltijd in de gezinnen afspeelt maar ook veel meer ondersteuning hebben kunnen bieden, mede in afstemming met andere instanties. Contacten met ouders Wij vinden het belangrijk dat ouders/verzorgers bij de school betrokken zijn en proberen dan ook om de contacten zo goed mogelijk te laten verlopen. Er zijn een aantal vaste contactmomenten in het jaar. Op 15 september 2016 wordt een algemene informatieavond georganiseerd. De directeur schetst de actuele ontwikkelingen en de leerkracht vertelt o.a. hoe er in de groep wordt gewerkt. Tweemaal per jaar (week 23 t/m 27 januari 2017 en week 26 t/m 30 juni 2017) zijn er rapportgesprekken waarbij zowel de didactische ontwikkeling als de sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen met ouders besproken wordt. Verder laten we regelmatig per mail weten hoe het met het individuele kind gaat. Dat zal altijd positief nieuws zijn. 8 9 Beschrijving van de huidige situatie taal/lezen 3.1. Wat bepaalt de taal-/leesresultaten van een school? Volgens onderzoek gaat het vooral om: doelen effectief curriculum voldoende tijd effectieve instructie omgaan met verschillen preventief/curatief/intensief. Analyse van de resultaten op het einde van het schooljaar 2015-2016 De gegevens van dit schooljaar zijn door de intern begeleider samen met Kees Vernooy geanalyseerd. Door die gegevens op deze manier te bekijken, verwachten wij in het schooljaar 2016 – 2017 doelgerichter betere resultaten te kunnen behalen. De vanaf maart 2016 ingezette aandacht moet worden gecontinueerd maar ook verder worden geïntensiveerd. Om tot betere resultaten te komen voor technisch lezen is in 2016 – 2017 BOUW en Estafette ingezet. Daarnaast wordt er in groep 3 naar gestreefd om minimaal 10 kernen van VLL te behandelen. Beter technisch lezen zal vervolgens ook betere resultaten voor woordenschat en begrijpend lezen tot gevolg moeten hebben. De analyse over 2015 – 2016 laat zien dat de vaardigheidsscores voor de DMT in groep 3 en 4 verbeterd zijn t.o.v. juni 2015. Dit geldt ook voor spelling. De AVI-scores blijven echter in de hele linie achter. Uit de groepsoverzichten blijkt dat er werk aan de winkel is. Positief is groep 4 waar 50% van de kinderen II of III scoort op de DMT. De kinderen halen daar ook gemiddeld een AVI M4 beheersingsscore. Bij de resultaten moet overigens opgemerkt worden dat de school verschillende leerlingen met specifieke problemen kent. Deze leerlingen beïnvloeden de groepsoverzichten ook enigszins. De groepsoverzichten tonen dat in het schooljaar 2016 – 2017 spelling, woordenschat, rekenen, begrijpend lezen maar ook technisch lezen om doelgerichte aandacht in alle groepen vragen. Die gebieden zullen daarom absolute prioriteit krijgen. Monitoren van de resultaten Kenmerken SBO-leerlingen Smit geeft in een onderzoek uit 2015 aan dat de meeste SBO-leerlingen een lagere intelligentie hebben dan basisschool leerlingen. Veelal is er bij SBO-leerlingen sprake van een gediagnosticeerd probleem als ADHD, autisme, dyslexie e.d. Ander onderzoek toont aan dat leerlingen in het SBO vooral behoefte hebben aan leerkracht gestuurd onderwijs. Daar profiteren ze het meest van (zie Vernooy, 2008 in Lezen stopt nooit, Over de effectiviteit van het LISBO- en EL2-project). Het directe instructiemodel (DIM) dient daarbij een belangrijke plaats in 10 te nemen. Gebleken is dat leerlingen daar sterk van profiteren en er sterk op vooruit gaan. Maar er zijn meer zaken belangrijk als het gaat om het aanbieden van taal-/leesonderwijs aan SBO-leerlingen: Het gegeven dat ‘modeling’ (= voordoen en tegelijkertijd hardop denken) ertoe doet! Observerend leren! Niet laten aanmodderen! Leerlingen veel laten (begeleid) toepassen (automatiseren en toepassen). Feedback geven tijdens het zelfstandig werken. Yan (2010): de hierboven genoemde punten motiveren leerlingen om te participeren. Kortom: in het SBO gaat het om leerlingen met grote en gerichte onderwijsbehoeften. Dat betekent dat we ons als school sterk moeten richten op: vroegtijdig signaleren van leerlingen met grote onderwijsbehoeften: hoe eerder, hoe beter! de expliciete instructie die deze doelgroep nodig heeft, de (langere) instructietijd die deze kinderen nodig hebben, meer oefenen en herhalen vanuit de methode (is effectief gebleken, zo toont onderzoek van Therrien uit 2004 aan). de kinderen meer laten lezen door rekening te houden met hun interesses. Wat vraagt het versterken van het taal-/leesonderwijs op SBO van Heuven Goedhart? Kijken we naar de resultaten van het leerlingvolgsysteem dan kunnen we vaststellen dat onderstaande gebieden in 2016-2017 onze aandacht vragen: het versterken van de leesresultaten in groep 3. het versterken van de resultaten voor technisch lezen in groep 4 t/m 8. het versterken van de resultaten voor begrijpend lezen. het versterken van het taal-spelling onderwijs. het werken aan een betere leesmotivatie. Het zijn echter geen doelen op zichzelf. We moeten deze onderwerpen zien als met elkaar samenhangende gebieden. Slechte resultaten op het gebied van begrijpend lezen kunnen vaak aan slecht technisch kunnen lezen worden toegeschreven. Wij zijn van mening dat ons onderwijs doelgerichter en opbrengstgerichter moet. Om die reden hebben we de volgende doelen geformuleerd. 11 Leren lezen in groep 4: in december hebben de kinderen een technisch leesniveau van AVI – E3. Voortgezet technisch lezen met Estafette: eind groep 8 lezen de kinderen minimaal AVI E6. Dit niveau betekent dat de kinderen functioneel geletterd zijn en zich daarmee in het voortgezet onderwijs en in de samenleving kunnen redden. Begrijpend lezen: eind groep 8 lezen en begrijpen de kinderen minstens teksten van het niveau AVI E6 en scoren een E6 resultaat op de Cito toets voor begrijpend lezen. Spelling: de kinderen halen minimaal een E 6 resultaat op de Cito spellingtoetsen. Voor het stimuleren van de leesmotivatie: vanaf groep 5 lezen kinderen minstens 15 boeken per jaar. Tijdens een studiedag in maart 2016 is afgesproken dat we als school werken met een hoog ambitieniveau en een goed curriculum. Om dat te realiseren hebben het volgende nodig: Inzetten van BOUW (fonemisch bewustzijnsprogramma) in groep 3 en 4. Inzetten van Estafette als programma voor voortgezet technisch lezen voor groep 4 t/m 8. Vooral het onderdeel Vlot en veilig vinden we belangrijk voor onze school. We streven ernaar om de kinderen 15 minuten per dag te laten stillezen. We streven ernaar om iedere week voor te lezen in de groep (vergroten woordenschat). De jonge leerlingen t/m groep 5 gaan meedoen aan de Voorleesexpres waarbij ze thuis voorgelezen worden door vrijwilligers. Dit programma wordt door school aan ouders aangeboden, school neemt de kosten op zich. We gaan de kinderen helpen bij het kiezen van leuke boeken uit de schoolbibliotheek. Ook schrijft de school in voor de wisselcollectie van de Openbare Bibliotheek. We gaan de Werkmap Samen Lezen van Expertis bestuderen om leerlingen meer in duo’s te laten lezen. Onderzoek laat zien dat dit zowel effectief voor de leesontwikkeling als voor de leesmotivatie is. We gaan onze ‘Klassenorganisatie/klassenmanagement’ versterken, o.a. om beter op kinderen met grote onderwijsbehoeften te kunnen inspelen. Het verbeteren van ons taal-/leesaanbod We werken sinds dit schooljaar met een nieuwe taalmethode, Taalverhaal.nu. Ons aanbod ziet er momenteel als volgt uit: Leren lezen: Veilig leren lezen (tweede maanversie) waar wij 2 jaar over doen (groep 3 en 4); Voortgezet technisch lezen met de oude versie van de Leesweg. Begrijpend lezen: Nieuwsbegrip. Taalmethode: Taalverhaal.nu Doelen om tot verbetering te komen: We gaan explicieter aandacht besteden aan potentiële risicolezers door de aanschaf van BOUW voor groep 3 en 4. De taalcoördinator instrueert de onderwijsassistent in de methode waarna de onderwijsassistent met de kinderen uit groep 3 en 4 die dat nodig hebben met deze methode gaat werken. De kinderen moeten sneller leren lezen. Niet in twee jaar maar in de periode groep 3 tot en met december groep 4. Te lang over het leren lezen doen, leidt in de praktijk namelijk tot kinderen die spellend blijven lezen. Wij gebruiken de Tweede maanversie van Veilig leren lezen. De kinderen zullen worden gevolgd door de herfst-, winter-, lente-, en eindsignalering. Dat zijn vier meetmomenten. Na elke kern volgt er een methodetoets. Verder zullen bij de kinderen twee keer per jaar de toetsen van Cito leerlingvolgsysteem worden afgenomen. Vanaf januari wordt in groep 4 gewerkt met Estafette waarbij vooral tempo en toon bij het technisch lezen gestimuleerd worden. De implementatie van deze methode wordt d.m.v. teamtrainingen verzorgd door Susan v.d. Linden, één van de auteurs van deze methode. 12 Vanaf begin groep 5 vindt het begrijpend lezen plaats met de basisversie Nieuwsbegrip, met teksten uit Taalverhaal.nu en met teksten uit de methoden voor de kennisgebieden. Als interventie zal er aandacht zijn voor herhaald lezen van de teksten omdat dit volgens onderzoek het begrijpend lezen sterk versterkt (zie o.a. Therrien 2004). Daarnaast komt er meer aandacht voor het leren omgaan met multiple choice en voor ‘luisterlezen’. Vanaf begin groep 4 vindt er een effectieve invoering van Taalverhaal.nu plaats. Door het jaar heen worden studiemomenten georganiseerd door de taalcoördinator die module gewijs de invoering zal begeleiden. Er zal o.a. aandacht zijn voor leesbegrip, woord- en zinsbouw en voor stellen. Voor effectief taal- en leesbeleid is het van belang dat de genoemde methoden door de leerkrachten aan het begin van het nieuwe schooljaar goed worden ingepland en zo getrouw mogelijk worden uitgevoerd. Een ander aandachtspunt bij de invoering, is het klassenmanagement. Klassenmanagement vormt de basis voor effectief onderwijs. Het lesgeven en leren met de genoemde methoden moet plaatsvinden vanuit het directe instructiemodel (DIM). Onderzoek toont namelijk aan dat risicoleerlingen daar het meeste profijt van hebben. In het bijzonder SBO-leerlingen hebben een leerkracht nodig die uitlegt, voordoet, hardop denkt, veel voorbeelden geeft, helpt bij het toepassen en daarbij veel toegespitste feedback op hun lezen en spellen geeft met veel aandacht voor automatisering. Andere concrete verbeteringssuggesties zijn: We gaan meer tijd vrijmaken voor de rol van automatisering, belangrijk voor spelling maar vooral voor het technisch lezen. Om die reden spreken we af dat in groep 3 tot en met 5 bij spelling en technisch lezen de eerste 10 minuten er aandacht is voor automatisering. In dat verband kan er gebruik gemaakt worden van de Veilig en Vlot-boekjes bij Veilig leren lezen en van Estafette. We besteden vanuit het belang van een efficiënte aandacht voor woordenschat bij elke les waar een tekst aan de orde is door pre-teaching aandacht aan twee kernwoorden uit de tekst. Onderzoek toont aan dat oefenen en herhalen een belangrijke, maar ook actieve activiteit voor risicoleerlingen is. We plannen tijd in om aspecten van technisch lezen en spelling te herhalen. Starten met koorlezen. Deze methodiek kan ook bij Taalverhaal.nu en bij de kennisgebieden ingezet worden. Laat kinderen minimaal drie keer per week (totaal 75 minuten) samen lezen. Onderzoek toont aan dat dit een effectieve activiteit is. Het samenlezen kan georganiseerd worden door kinderen uit groep 7 en 8 tutor te laten zijn voor kinderen uit groep 3 tot en met 6. Ook kun je ervoor kiezen om kinderen tutor voor elkaar in de eigen groep te laten zijn. Om succesvol te zijn, moeten we het tutorlezen op een gestructureerde wijze invoeren op school- en groepsniveau. Ook gaan we na of we de ouders kunnen stimuleren om hun kind te te tutoren. Een structurele invoering van tutoring kan ook de relatie tussen leerlingen in de school verbeteren. Bovendien versterkt deze methodiek het werken in klassen met combinatiegroepen. Creëer een stilleesbeleid om kinderen minstens drie keer per week 15 minuten te laten stillezen. We zorgen ervoor dat er voldoende boeken aanwezig zijn zodat de kinderen wat te kiezen hebben. Tijdens de stilleesperiode heeft de leerkracht ruimte om zwakke lezers extra-aandacht te geven. 13 De Taalcoördinator De leerkrachten zijn verantwoordelijk voor een juiste invoering van de afspraken die we maken binnen ons taalbeleidsplan. Het is immers van groot belang dat de nieuwe methoden effectief worden ingevoerd en dat als zich daarbij knelpunten voordoen deze onmiddellijk worden aangepakt. Daarbij moet er ook ruimte zijn voor het inschakelen van externe deskundigen. Intern vinden we het echter belangrijk dat er iemand vanuit het team is die de activiteiten coördineert en toezicht houdt op de gemaakte afspraken. Deze taken brengen we onder bij een taalcoördinator. Dit jaar is Daniëlle van Dijk als taalcoördinator aanspreekpunt voor het team. Zij coördineert de implementatie van Taalverhaal, Estafette en BOUW en houdt de vinger aan de pols voor wat betreft de voortgang. Ook is zij contactpersoon richting de mensen van de VOORLEESEXPRES en de Openbare Bibliotheek (wisselcollectie). In ieder geval de eerste helft van het schooljaar 2016 – 2017 is Daniëlle een dag per week vrij geroosterd van lesgebonden activiteiten. Deze uren vervallen als Daniëlle moet invallen. Te besteden tijd aan taal-leesonderwijs Een hard onderzoeksgegeven is dat risicoleerlingen meer tijd nodig hebben om een goede lezer of speller te worden. Krijgen kinderen niet voldoende tijd, dan zullen ze altijd in leesontwikkeling achterblijven. Tijdens de al eerder genoemde studiedag in maart 2016 is in kaart gebracht hoeveel tijd we aan taal/lezen besteden. Die inventarisatie leverde het volgende beeld op: Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 lezen lezen lezen Begrijpend lezen lezen Begrijpend lezen lezen Begrijpend lezen lezen Begrijpend lezen 135 minuten 150 minuten 120 minuten 60 minuten 120 minuten 60 minuten 120 minuten 60 minuten 120 minuten 60 minuten Deze tijdsindeling is niet adequaat voor effectief taal- en leesbeleid. De gewenste tijd is: leren lezen voortgezet technisch begrijpend lezen spelling stillezen samen lezen 14 400 tot 500 minuten per week 80 minuten per week (vanaf de tweede helft van groep 4) minimaal 150 minuten per week de tijd die Taalverhaal.nu daarvoor aangeeft 75 minuten per week 75 minuten per week. Met het opstellen van het nieuwe rooster is met de gewenste tijd rekening gehouden. Streven is een tijdsindeling per groep die er als volgt uitziet: Groep 3 Groep 4 Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8 15 leren lezen leren lezen voortgezet technisch lezen spelling stillezen samen lezen voortgezet technisch lezen begrijpend lezen spelling stillezen samen lezen lezen begrijpend lezen spelling stillezen samen lezen lezen begrijpend lezen spelling stillezen samen lezen lezen begrijpend lezen spelling stillezen samen lezen 400 - 500 minuten 400 - 500 minuten 80 minuten 20 minuten 75 minuten 75 minuten 80 minuten 150 minuten 20 minuten 75 minuten 75 minuten 80 minuten 150 minuten 20 minuten 75 minuten 75 minuten 80 minuten 150 minuten 20 minuten 75 minuten 75 minuten 80 minuten 150 minuten 20 minuten 75 minuten 75 minuten Prioriteiten op een rij voor de periode 2016 – 2018 Kernpunten van ons nieuwe taal- en leesbeleid zijn: vroegtijdig signaleren, goede programma’s en methoden die effectief worden gebruikt, meer tijd, o.a. voor pre- en re-teaching, etc. Herhaling is de meest effectieve methodiek, dagelijkse ondersteuning, meer intensiteit: kleine groepjes waarin gericht aan problemen gewerkt kan worden en die meer reacties van de leerling tot gevolg hebben, meer taak- en procesgerichte feedback in kleine groepjes. De planning van SBO Heuven Goedhart is om op basis van de gemaakte afspraken en de nieuwe methodes op een effectieve wijze te starten in 2016 - 2017. Al op woensdag 7 september oktober zal tijdens een studieochtend op een rij worden gezet hoe de implementatie van de afgesproken verbeteringen verloopt en dan in het bijzonder de invoering van Bouw, Taalverhaal.nu, Estafette en Nieuwsbegrip. Professionalisering van het team Zoals gemeld werken we met een taalcoördinator. Deze coördinator werkt nauw samen met Kees Vernooy, onze taal-/leesspecialist die namens de Vliegende Brigade ondersteuning biedt. Kees deelt zijn ervaringen die hij opgedaan heeft op (SBO) scholen in het land, stuurt artikelen door en brengt ons in contact met mensen uit zijn netwerk die van belang kunnen zijn voor ons traject. Verder heeft hij in de aanloop naar het nieuwe jaar een drietal congressen over taal/lezen aanbevolen die Daniëlle kan volgen om haar kennisniveau uit te breiden en heeft hij haar geadviseerd over een scholingstraject. Op teamniveau organiseert Daniëlle zes scholingsbijeenkomsten ter begeleiding van de implementatie van de methode Taalverhaal.nu. De basis daarvoor wordt geleverd door de uitgeverij. De eerste bijeenkomsten vonden al plaats, de andere bijeenkomsten zijn verspreid over het jaar. De volgende onderwerpen zullen aan de orde komen: 19 augustus: module 1: Opbouw, structuur, materialen 30 augustus: module 2: Visie en uitgangspunten, oefen - en toetssoftware 3 november: module 3: Didactiek, differentiatie en leerdomeinen Taalverhaal.nu 12 januari: module 4: Monitoren, toetsen en observeren in Taalverhaal.nu 21 februari: module 5: Opbrengstgericht werken met Taalverhaal.nu 9 mei: module 6: Helder denken en Filosoferen met Bas Haring Dergelijke trajecten vinden ook plaats voor BOUW waarbij ondersteuning komt van de uitgever. Daarnaast wordt de expertise van Susan van der Linden ingehuurd om de implementatie van Estafette in relatie tot Veilig Leren Lezen te begeleiden door het geven van teamtrainingen. Susan is één van de auteurs van de methode en daarnaast ook werkzaam op een SBO-school. 16 Op 7 september vindt een studiedag plaats voor het hele team o.l.v. de Vliegeniers over de eerste fase van uitvoering van het taalbeleidsplan. Als zich verder nog implementatieproblemen voordoen, dan is Kees Vernooy als Vliegenier van de PO Raad bereid te assisteren bij het implementatietraject. Het is namelijk van groot belang dat de invoering van de nieuwe methodes goed verloopt. Daarnaast is het van belang om bij de afname van de toetsen van het Cito leerlingvolgsysteem in februari 2017 te kijken of de taal-/leesresultaten van de leerlingen verbeterd zijn. Indien nodig kunnen er dan vervolg interventies plaatsvinden om als nog tot betere resultaten te komen. Het is niet nodig het wiel uit te vinden. Daarom maken we graag gebruik maken van de opgebouwde expertise en ervaringen op gelijkwaardige scholen in het land. Kees heeft een netwerk opgebouwd waar wij graag op meeliften. Hij heeft ons verschillende scholen genoemd die de moeite waard zijn om te bezoeken. Een advies dat we graag overnemen. Omdat wij gebruik gaan maken van de wisselcollectie van de Openbare Bibliotheek volgen wij de training Open Boek. Als tegenprestatie ontvangen wij vervolgens 50 uur ondersteuning en begeleiding bij het vrij lezen. 17 Bijlagen taalbeleidsplan Bijlage 1 Kerndoelen basisonderwijs Nederlandse taal Mondeling taalonderwijs: Kerndoel 1 De leerlingen leren informatie te verwerven uit gesproken taal. Ze leren tevens die informatie, mondeling of schriftelijk, gestructureerd weer te geven. Kerndoel 2 De leerlingen leren zich naar vorm en inhoud uit te drukken bij het geven en vragen van informatie, het uitbrengen van verslag, het geven van uitleg, het instrueren en bij het discussiëren. Kerndoel 3 De leerlingen leren informatie te beoordelen in discussies en in een gesprek dat informatief of opiniërend van karakter is en leren met argumenten te reageren. Schriftelijk taalonderwijs: Kerndoel 4 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema's, tabellen en digitale bronnen. Kerndoel 5 De leerlingen leren naar inhoud en vorm teksten te schrijven met verschillende functies, zoals: informeren, instrueren, overtuigen of plezier verschaffen. Kerndoel 6 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, en bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale bronnen. Kerndoel 7 De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten. Kerndoel 8 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het schrijven van een brief, een verslag, een formulier of een werkstuk. Zij besteden daarbij aandacht aan zinsbouw, correcte spelling, een leesbaar handschrift, bladspiegel, eventueel beeldende elementen en kleur. Kerndoel 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten. 18 Kerndoel 10 De leerlingen leren bij de doelen onder 'mondeling taalonderwijs' en 'schriftelijk taalonderwijs' strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen. Kerndoel 11 De leerlingen leren een aantal taalkundige principes en regels. Zij kunnen in een zin het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde en delen van dat gezegde onderscheiden. De leerlingen kennen: regels voor het spellen van werkwoorden; regels voor het spellen van andere woorden dan werkwoorden; regels voor het gebruik van leestekens. Kerndoel 12 De leerlingen verwerven een adequate woordenschat en strategieën voor het begrijpen van voor hen onbekende woorden. Onder 'woordenschat' vallen ook begrippen die het leerlingen mogelijk maken over taal te denken en te spreken. 19 Bijlage 2 Procedure leerlingenzorg We hebben in ons zorgtraject een indeling gemaakt op drie niveaus: 1. Basiszorg: reguliere cyclus. Dit is zorg op maat voor alle leerlingen van groep 1 tot en met 8 2. Breedtezorg: interne en licht zorg. Extra zorg voor leerlingen door middel van een hulpplan, verweven in een groepsplan. 3. Dieptezorg: externe en zware zorg. De zorgvraag wordt onderzocht door een externe instantie. Dit zorgtraject is uitgewerkt in een checklist leerlingbegeleiding Noorderbasis. Op de Van den Heuven Goedhart wordt gewerkt met vier zorgperiodes. Voor elke zorgperiode wordt een groepsplan gemaakt voor de vakken: rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen. De plannen lopen acht weken, daarna één week om alle plannen te evalueren en één week om nieuwe plannen te maken. In de groepsplannen worden de kinderen verdeeld in subgroepen: A+: reguliere aanpak en verrijking B: basis, reguliere aanpak C: risico, reguliere aanpak en verlengde instructie D/E: zeer zwak, gerichte individuele aanpak S-Groep: eigen leerlijn. Voor elke groep beschrijven we het doel, de analyse (alleen voor de oranje en rode groep en eigen leerlijn), de inhoud, de aanpak en methodiek, de organisatie en evaluatie/observatie. Na elke zorgperiode stellen we de pannen bij aan de hand van toets gegevens, evaluaties en observatie. Ook werken we voor zo ver mogelijk volgens het IGDI-model. Na elke zorgperiode is er een zorgspreekavond. De ouders van zorgleerlingen worden dan uitgenodigd voor een spreekavond. Met de ouders wordt gesproken over de individuele en gerichte aanpak van hun kind. Als het nodig is, kan er een gesprek plaatsvinden met de IB-er. Dit wordt wel eerst met de ouders besproken. Van dit gesprek komt een verslag in Parnassys te staan. Ook worden na elke zorgperiode IB-gesprekken gevoerd met de leerkrachten na aanleiding van de groepsplannen: evaluatie en nieuwe plannen. Elk half jaar volgt er een IB-gesprek over de analyse van de Cito toetsen. 20 Bijlage 3 Tips om een tekst te leren begrijpen. 1. Lees nog een keer wat je gelezen hebt. Misschien heb je iets niet goed gelezen. Herlezen helpt leerlingen hun gedachten verduidelijken. Onderzoek laat zien dat herlezen een zeer effectieve aanpak is. 2. Laat de leerling de tekst of het tekstdeel dat hij niet goed begrijpt hardop lezen. 3. Kijk of er aanwijzingen in de tekst zijn die helpen de tekst te begrijpen. Kijk naar de titel, kopjes, vetgedrukte woorden, illustraties. 4. Stel je vragen zoals: wat zou dat gedeelte kunnen betekenen? Wat was de titel of het leesdoel? Waar gaat het in de tekst verder over? 5. Denk na over wat je al gelezen hebt en brengt dat in verband met het lastig te begrijpen tekstdeel en vraag je af wat het doel van de tekst is? 6. Lees het tekstdeel eens langzaam. Misschien begrijp je het dan. 7. Denk na over het doel van de schrijver. Dit kan je helpen het lastige tekstdeel te begrijpen. 21