Klokkenluiden wettelijk geregeld

advertisement
Au t e u r: M i c h e l l e M a a i j e n e n L i s a n n e B u r g e r s
a r b e i d s r e c h t
Klokkenluiden wettelijk
geregeld
Wanneer een werknemer maatschappelijke misstanden binnen een organisatie aan het licht brengt, kan dit voor zowel de werkgever als de werknemer zeer nadelige consequenties hebben. Deze nadelige consequenties van het
‘klokkenluiden’ zouden ervoor kunnen zorgen dat misstanden binnen een bedrijf niet aan het licht komen. Brengt de
Wet Huis voor klokkenluiders hier verandering in?
H
et doel van de Wet Huis voor klokkenluiders, die
op 1 juli 2016 in werking treedt, is tweeledig:
het vergroten van de rechtsbescherming van de
klokkenluider en een bijdrage leveren aan het oplossen
van maatschappelijke misstanden. Dit doel probeert de
wetgever te bereiken door de nadelige consequenties van
het ‘klokkenluiden’ zoveel als mogelijk weg te nemen.
Die nadelige consequenties bestaan voor de werkgever
uit negatieve publiciteit, met alle gevolgen van dien. De
werknemer die de misstand binnen de organisatie heeft
aangekaart, moet ernstig rekening houden met een ver­
trek bij zijn werkgever. De Wet Huis voor klokkenluiders
moet bewerkstelligen dat een aantal nadelige conse­
quenties van klokkenluiden worden weggenomen.
Voor wie?
De Wet Huis voor klokkenluiders verplicht een onderne­
ming waarin ten minste vijftig personen werkzaam zijn
om een interne procedure voor het melden van misstan­
den op te stellen. In een dergelijke onderneming zal in
de regel, op grond van de wettelijke verplichting daar­
toe, een ondernemingsraad bestaan. Het opstellen, wij­
zigen of intrekken van een interne procedure zoals be­
doeld in de Wet Huis voor klokkenluiders, is op grond
van art. 27 WOR instemmingsplichtig. Daartoe wordt
aan dit artikel een onderdeel toegevoegd, dat inhoudt
dat de ondernemer de ondernemingsraad bij het opstel­
len van de interne procedure voor klokkenluiden zal
moeten betrekken. Ook bij kleine ondernemingen kun­
nen, ondanks het feit dat voor hen op grond van de Wet
Huis voor klokkenluiders geen verplichting geldt om
een interne regeling op stellen, door het opstellen van
een dergelijke regeling misstanden worden voorkomen.
Indien de misstand niet intern gemeld en opgelost kan
worden, ontstaat er alsnog een risico op escalatie voor
zowel werkgever als werknemer.
Interne procedure
Allereerst bepaalt de Wet Huis voor klokkenluiders in
artikel 2 dat er een interne procedure in de onderne­
ming aanwezig moet zijn voor het omgaan met een
melding van een vermoeden van een misstand. Deze
procedure moet aan een aantal randvoorwaarden vol­
doen, die in ieder geval in de interne regeling moeten
worden vastgelegd. Er moet ten eerste in de procedure
worden opgenomen op welke wijze met de interne mel­
ding wordt omgegaan. Hieronder moet bijvoorbeeld
worden verstaan de manier waarop terugkoppeling
plaatsvindt aan de werknemer.
Ten tweede moet worden omschreven wanneer er spra­
ke is van een vermoeden van een misstand. Het moet
gaan om een misstand waarbij het maatschappelijk be­
lang in het geding is. Het maatschappelijk belang is in
ieder geval in het geding wanneer er een schending is
van een wettelijk voorschrift, een gevaar is voor de
volksgezondheid, een gevaar voor de veiligheid van per­
sonen, een gevaar is voor de aantasting van het milieu,
een gevaar is voor het goed functioneren van de open­
bare dienst of een onderneming als gevolg van een on­
behoorlijke wijze van handelen of nalaten.
Ten derde moet worden vastgelegd bij welke functiona­
ris of functionarissen de melding kan worden gedaan.
Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een door
de organisatie aangewezen interne vertrouwenspersoon,
of personen buiten de organisatie zoals een advocaat,
een rechtshulpverlener van een vakbond, een bedrijfs­
arts of de afdeling advies van het Huis voor klokkenlui­
ders. Ten slotte moet worden opgenomen dat er voor de
werkgever een verplichting geldt om de melding ver­
trouwelijk te behandelen wanneer de werknemer hierom
verzoekt. Zoals in de Memorie van toelichting bij het
wetsontwerp is gesteld, is het van groot belang voor de
werknemer dat hij advies in vertrouwen kan inwinnen
bij een daartoe bevoegde persoon of instantie.
Informatieplicht
Naast het opstellen van de interne procedure voor het
melden van misstanden, is de werkgever op grond van
artikel 2 lid 3 Wet Huis voor klokkenluiders ook ver­
plicht om haar werknemers een schriftelijke of elektro­
Loonzaken 2016 - Nummer 5
21
a r b e i d s r e c h t
Externe melding
Het uitgangspunt van de Wet Huis voor klokkenluiders
is dat een melding van een vermoeden van een misstand
eerst intern bij de organisatie wordt gedaan, zodat de
organisatie de mogelijkheid heeft om zelf onderzoek te
verrichten naar de misstand en deze te verhelpen. Hier­
mee kan de organisatie voorkomen dat de misstand
naar buiten komt en dat daar negatieve publiciteit uit
voortkomt.
Een werknemer mag slechts direct een externe melding
van een misstand doen, indien niet van hem gevraagd
kan worden de melding intern te doen. Dit is bijvoor­
beeld het geval wanneer het vermoeden van een mis­
stand de directie of een andere leidinggevende behelst.
Ook kan de werknemer een externe melding doen als de
organisatie niet naar behoren handelt naar aanleiding
van de melding. In deze situatie moet de werknemer dus
wel eerst een interne melding hebben gedaan bij de in
de procedure voorgeschreven personen.
Het Huis voor klokkenluiders
Met ingang van 1 juli 2016 is er een Huis voor klok­
kenluiders, waar de externe melding van een misstand
door een werknemer kan worden gedaan. Het Huis voor
klokkenluiders bestaat uit een afdeling advies en een
afdeling onderzoek. De afdeling advies heeft tot taak:
• het informeren, adviseren en ondersteunen van een
werknemer over de te ondernemen stappen inzake het
vermoeden van een misstand;
• het verwijzen naar bestuursorganen of diensten die
zijn belast met de opsporing van strafbare feiten of
met toezicht op instanties waar het vermoeden van
een misstand kan worden gemeld;
• het geven van algemene voorlichting over het omgaan
met een vermoeden van een misstand.
nische opgave te verstrekken van de interne procedure.
Daarnaast moet de werkgever de werknemer actief in­
formeren over de omstandigheden waaronder een ver­
moeden van een misstand buiten de organisatie kan
worden gemeld en welke rechtsbescherming de werk­
nemer heeft bij het melden van een misstand (zie hier­
na).
tip
INFORMEER EN HANDEL ZORGVULDIG
Van belang is werknemers duidelijk te informeren over het bestaan
van de interne regeling. Stel een duidelijke brief op om hen te attenderen en te informeren over de interne regeling en zorg dat de informatie ook daarna beschikbaar is (personeelshandboek, intranet).
Behandel een interne regeling ook altijd naar behoren. Zo voorkomt
of beperkt u de schade voor de onderneming vanwege het melden
van een vermoeden van een misstand.
22
www.loonzaken.nl
Werknemers kunnen aan het Huis voor klokkenluiders
informatie, advies of ondersteuning vragen. Het Huis
voor klokkenluiders mag de identiteit van de werkne­
mer die informatie, advies of ondersteuning vraagt niet
bekend maken zonder diens instemming. Dit betekent
dat de identiteit van een werknemer voor de buitenwe­
reld onbekend blijft bij het advies dat hij aan het Huis
voor klokkenluiders vraagt en waar mogelijk, ook tij­
dens het onderzoek dat wordt ingesteld. Het spreekt
voor zich dat een vertrouwelijke behandeling van hun
adviesaanvraag of verzoek om een onderzoek voor
werknemers een belangrijke voorwaarde is om informa­
tie, advies of ondersteuning te vragen en wellicht daar­
na een melding van een misstand te doen.
De afdeling onderzoek van het Huis voor klokkenluiders
heeft tot taak:
• het beoordelen of een verzoekschrift ontvankelijk is;
• het op basis van een verzoekschrift instellen van een
onderzoek naar het vermoeden van een misstand en/
of de wijze waarop de werkgever zich jegens de
werknemer heeft gedragen naar aanleiding van een
melding van een vermoeden van een misstand;
• het instellen van een onderzoek naar het vermoeden
van een misstand naar aanleiding van een of
Au t e u r: M i c h e l l e M a a i j e n e n L i s a n n e B u r g e r s
meerdere adviesaanvragen;
• het formuleren van algemene aanbevelingen over het
omgaan met een vermoeden van een misstand.
De wet heeft specifieke regels vastgesteld voor het on­
derzoek naar een vermoeden van een misstand in de pu­
blieke­ en in de private sector. Op deze manier wordt
geprobeerd zoveel mogelijk rekening te houden met de
specifieke kenmerken van de publieke en de private sec­
tor. Een voorbeeld hiervan is dat de onderzoeksbe­
voegdheden in de private sector alleen zien op het ge­
ven van inlichtingen of het overleggen van stukken. In
de publieke sector kan, in tegenstelling tot de private
sector, een onderzoek ter plaatse worden ingesteld.
Benadelingsverbod
De nadelige gevolgen van het klokkenluiden voor de
werkgever worden weggenomen door de introductie van
een verplichte interne procedure, die de werknemer
dwingt een misstand eerst intern te melden. De organi­
satie kan hier zijn een voordeel mee doen, omdat zij de
misstand buiten de publieke aandacht op kan lossen.
De werknemer die te goeder trouw en naar behoren een
melding heeft gedaan van een misstand mag niet wor­
den benadeeld door de werkgever, het zogeheten ‘bena­
delingsverbod’. In het Burgerlijk Wetboek wordt in
art. 7:658c een nieuwe algemene bepaling omtrent het
verbod op benadeling opgenomen. Onder het algemene
benadelingsverbod valt de loonbetalingsverplichting
voor de werkgever wanneer de werknemer geen arbeid
verricht door een verstoorde arbeidsverhouding als ge­
volg van het doen van de melding van het vermoeden
van een misstand. Ook het opzegverbod valt onder het
benadelingsverbod. Het is niet toegestaan om ontslag te
verlenen of een tijdelijke arbeidsovereenkomst tussen­
tijds te beëindigen of niet te verlengen als die verlen­
ging, zonder de melding van de werknemer, wel in de
rede zou hebben gelegen. Daarnaast geldt ook dat an­
dere pesterijen onder het benadelingsverbod vallen. Zo
mag een werkgever niet een promotiekans of bijvoor­
beeld een salarisverhoging onthouden, nadat een werk­
nemer een melding heeft gedaan van een misstand.
Om een beroep te kunnen doen op het benadelingsver­
bod, dient de werknemer aan een aantal vereisten te
voldoen. Ten eerste moet er sprake zijn van een op rede­
lijke gronden gebaseerd vermoeden van een misstand.
Ten tweede dient de melding van een vermoeden van
een misstand te goeder trouw en naar behoren te zijn
gedaan. Er dient in zowel procedureel als in materieel
opzicht zorgvuldig te worden gehandeld.
De werknemer mag in ieder geval niet benadeeld wor­
den tijdens en na de behandeling van de melding. De
werknemer wordt dus tijdens en na het onderzoek door
het Huis voor klokkenluiders beschermd. Deze rechtsbe­
scherming is niet slechts gekoppeld aan de periode van
het onderzoek bij het Huis, maar bestrijkt een langere
periode. Het gaat om een ruime benadering in tijd.
De vraag is nog wel wat er precies onder het benade­
lingsverbod zal gaan vallen en hoe ver het begrip opge­
rekt wordt. In de Memorie van toelichting wordt aange­
tip
STEL EEN PROCEDURE OP!
De verplichting tot het hebben van een interne regeling geldt vanaf
1 juli 2016. Stel als organisatie dus zo snel mogelijk een gedegen interne procedure op. Ook voor ondernemingen met minder dan vijftig
werknemers is het verstandig een interne regeling op te stellen. Een
modelregeling kan men vinden op de website van het Adviespunt
Klokkenluiders (www.adviespuntklokkenluiders.nl).
geven dat de bescherming van de werknemer ingevuld
moet worden door zowel de jurisprudentie van het Eu­
ropese Hof voor de Rechten van de Mens als de Neder­
landse rechtspraak. Ook de open normen ‘te goeder
trouw’ en ‘naar behoren melden’ geven onduidelijkheid.
Wanneer een werknemer hieraan voldoet en dus onder
het benadelingsverbod valt moet blijken uit de praktijk.
Consequenties
In de wet zijn geen consequenties opgenomen voor de
werkgever wanneer er geen interne procedure wordt op­
gesteld voor het melden van een vermoeden van een
misstand. Voor de werkgever is het echter wel nuttig
om een dergelijk procedure op te stellen. De werknemer
is namelijk verplicht de melding eerst intern te doen. De
ondernemer krijgt zo de mogelijkheid het vermoeden
van de misstand zelf op te lossen en de schade te beper­
ken. Daarbij geldt natuurlijk wel dat de werkgever zich
moet onthouden van benadeling van de werknemer. De
werknemer kan een verzoek indienen bij het Huis om te
onderzoeken hoe de werkgever heeft gehandeld jegens
de werknemer naar aanleiding van de melding van het
vermoeden van de misstand.
Conclusie
Klokkenluiden zal altijd een gevoelig onderwerp blijven.
Voor de werknemer blijft er een drempel bestaan om
een melding van een misstand te doen en voor de werk­
gever blijft er een risico bestaan op schade. Zeker in de
beginfase van deze nieuwe wet moeten open begrippen
nog ingevuld worden en blijft er dus onduidelijkheid be­
staan. Daar waar het benadelingsverbod er is om de
werknemer te beschermen, is de interne procedure er
om de werkgever te beschermen. Om zowel werknemer
en werkgever meer bescherming te laten genieten zou
het verstandig zijn er consequenties aan te verbinden
als de werkgever geen interne procedure opstelt. Hierbij
kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het bieden van
bescherming aan de werknemer die in zulke situaties
direct extern een melding doet, ook zonder een leiding­
gevende te informeren. De Wet Huis voor klokkenlui­
ders is in onze ogen zeker een stap in de goede richting.
De praktijk zal moeten uitwijzen of de doelstellingen
van de wet daadwerkelijk zullen worden gehaald. ■
mr. M. Maaijen en L. Burgers, Pallas Advocaten,
www.pallas.nl
Wet: Wet Huis voor
Klokkenluiders (Stb
2016, 148)
Bron: TK 2014­2015,
34 105, nr. 7
De bronnen bij dit ar­
tikel zijn te raadpelgen
via www..oonzaken.nl
Loonzaken 2016 - Nummer 5
23
Download