4Godsdiensten in Nederland - Profi

advertisement
DC
4
Godsdiensten in Nederland
1 Inleiding
Dit thema gaat over godsdiensten in Nederland. Kennis over godsdiensten is belangrijk
omdat het deel uitmaakt van de achtergrond van mensen. De godsdienst is in feite ook een
van de factoren in de socialisatie van mensen.
Daarom vind je hier een korte schets van de vier grootste wereldgodsdiensten die je binnen
de hedendaagse Nederlandse samenleving aantreft. Het zijn zeer beknopte overzichten en
als je over godsdiensten spreekt, doe je deze per definitie te kort. Immers, godsdiensten zijn
in de meeste gevallen processen van duizenden jaren oud. Er zit in godsdiensten dus een
enorme schat verstopt aan geschiedenis. Het is alleen al daarom de moeite waard meer over
deze zaken te lezen. Daarna lees je over de vraag of er misschien veel en belangrijke overeenkomsten zijn tussen de vier godsdiensten. En dan komt het humanisme aan bod. dat is
strikt genomen geen godsdienst en staat daarom apart.
De twee godsdiensten die voor zover bekend het oudste zijn, zijn het jodendom en het
hindoeïsme. Het christendom is in eerste instantie ontstaan binnen het jodendom, maar
toen het zich meer en meer ging richten op niet-joden werd het een op zichzelf staande
godsdienst. De islam heeft bij het ontstaan veel kenmerken van het jodendom en het
christendom overgenomen. Het heeft zich binnen de Arabische cultuur ontwikkeld tot een
godsdienst met een heel eigen gezicht.
Na een overzicht van de vier grote godsdiensten, gaan we aan het eind van deze paragraaf
in op een paar basisbegrippen die je in elk van de vier godsdiensten terugziet. Overeenkomsten die je in alle vier terug ziet.
OA DC 4 Godsdiensten in Nederland
1
In dit thema komen aan de orde:
• 2 christendom
• 3 jodendom
• 4 islam
• 5 hindoeïsme
• 6 overeenkomsten
• 7 humanisme
• 8 tips voor de praktijk
1
2 Christendom
Het Christendom is zo’n 2000 jaar geleden binnen het jodendom ontstaan. De persoon
Jezus Christus uit Nazareth stelde dat hij de zoon van God was. Hij verrichtte wonderen
en kon mensen genezen. Zijn aanhangers, apostelen genoemd, hebben over hem geschreven, en dat boek is het Nieuwe Testament geworden. De openbaring, informatie over God,
is bij de mensen gekomen, eerst via de profeet Mozes, later door Jezus en weer later door
de apostelen. Samen met het Oude Testament, het boek dat de geschiedenis van de joden
beschrijft, vormt dit de bijbel voor de christenen.
Jezus leefde in de tijd dat de Romeinen een gebied bezet hielden dat we nu Israël noemen.
In het Oude Testament werd de komst van een Messias beloofd en men geloofde dat Jezus
die Messias was. Men weet nog steeds niet wat er precies gebeurd is, maar de Romeinen
beschouwden hem als een onruststoker en de joden hadden ook zo hun vrees voor deze
profeet. Uiteindelijk is hij samen met twee misdadigers ter dood veroordeeld, en geëxecuteerd op de manier die toen gebruikelijk was: aan het kruis. Zijn aanhangers geloven dat
hij kort na zijn dood hieruit is opgestaan en na enkele weken naar de hemel is opgestegen.
De aanhangers van Jezus zijn na zijn dood de wereld ingetrokken om over hem te vertellen.
Ze hebben op hun beurt veel aanhangers gekregen en zo is de christelijke kerk ontstaan,
die nu tot de grote kerken in de wereld behoort.
De leer zegt dat er één God is die uit drie personen bestaat: de Vader, de Zoon en de Heilige geest. Tezamen zijn zij God. God heeft de mens geschapen naar zijn beeld en gelijkenis
en de mens dient dan ook te leven naar Gods wil. Dan zal zijn ziel in de hemel komen.
2
OA Digitale Content
Door de eeuwen heen is er nogal wat strijd geweest tussen verschillende groeperingen binnen het christendom en er zijn veel afsplitsingen ontstaan. Nu kun je de christenen in Nederland ruwweg verdelen in katholieken en protestanten. Verschillen tussen katholieken en
protestanten zijn onder andere dat voor katholieken de paus in Rome de geestelijk leider is.
Hij is Gods plaatsvervanger op aarde. Voor de protestanten is de paus gewoon een mens,
als ieder ander. Katholieken houden van beelden en schilderijen in hun kerken, met veel
kleur en pracht en praal. Protestanten maken geen afbeeldingen. Een ander verschil is de
organisatie. In de katholieke kerk is een uitgebreide hiërarchie van functies, van hoog tot
laag. De protestanten kennen maar een paar functies. In het algemeen kun je zeggen dat de
protestanten soberder zijn in hun geloofsbeleving en de manier waarop ze die vorm geven.
Enkele kenmerken van het christendom zijn:
• Gaat terug op Jezus Christus en zijn apostelen.
• De bijbel (Oude en Nieuwe Testament) is de belangrijkste leidraad.
• De zondag is rustdag.
• De gelovigen moeten Gods wil opvolgen.
• Het lichaam is sterfelijk maar de ziel is onsterfelijk.
• Gebedshuizen zijn kerken.
3 Jodendom
De joodse godsdienst is ongeveer 3000 jaar geleden ontstaan, in de tijd dat de joden als
nomadenvolk leefden tussen de Egyptenaren, de Sumerische en Semitische volkeren. De
profeet Mozes leidde in opdracht van God het joodse volk naar een berg in de Sinaïwoestijn. Hier ontving hij van God de Thora; een boek met wetten die voorschreven hoe de
joden zouden moeten leven en God dienen. Later is er een soort handleiding voor de toepassing van de Thora ontstaan: de Talmoed. Hierin bespreken de geleerden hoe je de Thora
moet lezen. De joden hebben dus alleen het oude testament.
Je kunt niet spreken van een stichter van het geloof. Wel zijn er profeten en een soort oervaders, de aartsvaderen. Bijvoorbeeld Mozes en Abraham.
Het joodse geloof kent maar één God, JHWH, ofwel Jahweh. Deze God heeft alles
geschapen en de mensen moeten naar zijn voorschriften leven. Een centrale plaats wordt
ingenomen door de tien geboden. Deze geven in kort bestek de belangrijkste leefregels
aan. Van ‘gij zult niet doden’ tot ‘gij zult niet stelen’, en alles wat er tussenin ligt. Ook is er
een voorschrift dat zegt wat je wel moet doen: ‘gij zult uw naaste liefhebben als uzelf ’. De
OA DC 4 Godsdiensten in Nederland
3
wetten en voorschriften uit de Thora beschrijven veel aspecten van het leven. Ze vertellen
hoe je moet leven. Zelfs hoe je met voedsel omgaat. Zo zijn er bijvoorbeeld de spijswetten
waarin staat hoe je eten klaarmaakt. Als je aan het koken bent, mag vlees of gevogelte niet
in aanraking komen met zuivelproducten. Je moet zorgen dat je verschillende ruimtes hebt
waar je met vlees werkt en waar je met zuivelproducten werkt. Dit voorschrift maakt deel
uit van de kosjere joodse keuken. Het woord kosjer betekent zoiets als zuiver. Het is het
Nederlands ingeslopen en wordt gebruikt als betrouwbaar, in orde.
Sinds de uittocht uit Egypte is het joodse volk onderweg naar het land dat door God aan
hen beloofd is. Dat ging toen en het gaat nu nog steeds gepaard met strijd met andere
stammen en volkeren die vinden dat het hún grond is.
Niet alle joden volgen de wetten en voorschriften even streng op. Net als bij andere godsdiensten zijn er veel onderlinge verschillen in geloofsbeleving. Orthodoxe joden zijn heel
precies en volgen de voorschriften nauwgezet op. Er zijn ook veel joden die soepeler met
de wetten omgaan. Het jodendom kent geen centraal gezag dat de zuiverheid van de leer
bewaakt, alleen de orthodoxe joden kennen het Opperrabbinaat.
De wekelijkse rustdag is de zaterdag, ook wel de sabbat genoemd. Op sabbat werkt men
niet, en in de synagoge zijn gebedsdiensten. Joden hebben ook eigen godsdienstige feestdagen zoals Pesach, het joodse Pasen. Behalve dat joden in een God geloven, geloven ze net
als de christenen in een onsterfelijke ziel.
Enkele kenmerken van het jodendom zijn:
• Er is geen stichter.
• Het is een vrij losse organisatie.
• De tien geboden, de Thora, c.q. de Talmoed als leidraad.
• De joden zijn ‘op weg naar het beloofde land’.
• Zaterdag (sabbat) als rustdag.
• Een gebedshuis heet een synagoge.
• De ziel is onsterfelijk.
4 Islam
De islam is gesticht door Mohammed die opriep tot het dienen van één God (Allah). Mohammed was een koopman uit Mekka aan het begin van de zevende eeuw na Christus. Hij
kreeg goddelijke openbaringen. Deze teksten zijn verzameld in de Koran. De Koran bevat
samenvattingen van het oude en het nieuwe testament en daarnaast veel lofzangen en
4
OA Digitale Content
leefregels. De Koran bevat veel elementen die ook in de Bijbel voorkomen en is de leidraad
voor de islamieten. Ook Jezus komt er in voor, alleen hij is niet de zoon van God maar een
profeet. Een van de profeten.
De leer van de islam is gebaseerd op vijf zuilen, vijf belangrijke principes. De geloofsbelijdenis is de eerste en die behelst de uitspraak: Er is maar een God: Allah, en Mohammed
is zijn profeet. De tweede zuil bestaat uit de dagelijkse gebeden, vijf keer per dag bidt men
met het gezicht naar Mekka gekeerd. De derde zuil schrijft voor dat je aalmoezen geeft aan
de armen. Er zijn verplichte schenkingen en vrijwillige schenkingen. Dan is er als vierde
zuil de vastenmaand (ramadan). Het vasten geeft aan hoezeer de gelovige gehoorzaam is
aan God. De ramadan is altijd in de negende maand van het islamitisch jaar. De vastenperiode wordt afgesloten met een groot feest. De laatste zuil is de bedevaart naar Mekka. Elke
islamiet moet in ieder geval één keer in zijn leven de pelgrimstocht naar Mekka maken.
De zuilen worden gesteund door de jihad, de strijd tegen het kwaad en zelfzucht. De jihad
is niet per definitie een strijd van moslims tegen ongelovigen, zoals veel mensen denken.
Ook is het geen politieke strijd zoals het door sommige moslims gebruikt wordt. Vele moslims benadrukken dat de jihad een innerlijke strijd is tegen het kwaad, een voortdurend
streven om een goed mens te zijn. Dat klopt ook beter met de functie die de jihad heeft.
Hij ondersteunt de vijf zuilen immers. De mens heeft volgens de islam een ziel die terugverlangt naar het Licht, vandaar die strijd tegen het kwaad.
Een opmerking terzijde. Religieuze symbolen of begrippen misbruiken voor politieke doelen,
is erg. Juist omdat het gaat over precies het omgekeerde, iets heiligs. Maar dit gebeurt vaker,
helaas. Denk aan de swastika, een symbool dat door de Duitsers is misbruikt voor het Derde
Rijk en dat nu symbool staat voor een miljoenenslachting. De swastika is een heel oud religieus
symbool en het staat voor welzijn, wijsheid, rijkdom, alles wat maar geluk brengt. In Indiase
tempels kom je het veel tegen. Het woord swastika komt uit het Sanskriet: svastikah of gelukkig
zijn. Svasti is samengesteld uit su ‘goed’ en asti ‘zijn’. In India verwijst het symbool naar gelukkige dingen. Beweging is de oorzaak van al het leven en de ontwikkelingen in het leven, vandaar
het draaiende rad. Het symbool is trouwens ook gevonden in een grafheuvel in Tennessee, het
is dus op meer plekken op aarde bedacht. Het is universeel. Zoals ook de innerlijke strijd tegen
het kwaad universeel is. Het symbool jihad lijkt misbruikt te worden en daardoor een negatieve
betekenis te krijgen. .
OA DC 4 Godsdiensten in Nederland
5
Bij moslims bestaat geen strakke organisatie zoals bij de christenen, althans bij de katholieken. Wel zijn er lokale gezagsdragers zoals imams en ayatollah’s. Die laatste brengen het
soms, zoals ayatollah Khomeini in Iran na de revolutie, tot staatshoofd. Ook bestaat er
binnen de islam zeker verdeeldheid. Er zijn zoals bij alle godsdiensten strenge en minder
strenge moslims en daarnaast bestaat het onderscheid tussen soennieten en sji’ieten. De
soennieten vormen de meerderheid binnen de islam. Beide groepen hebben hun eigen
opvattingen en tradities. Een belangrijk verschil tussen de twee groepen is dat soennieten
een zekere scheiding erkennen tussen geestelijk leiderschap en wereldlijk gezag (politiek).
De sji’ieten kennen dat onderscheid niet en zien een islamitische staat als de beste aanpak.
Enkele kenmerken van de islam zijn:
• Er is één God en Mohammed is zijn profeet.
• De Koran is leidraad.
• Vijf zuilen en de jihad.
• Er zijn kledingvoorschriften om als moslim herkend te worden.
• Het gebedshuis is de moskee.
• Twee groepen binnen de islam: de soennieten en de sji’ieten.
5 Hindoeïsme
De godsdiensten waar het woord hindoeïsme naar verwijst, zijn waarschijnlijk ongeveer
3000 jaar geleden ontstaan binnen de Indo-Europese volkeren. Er is geen stichter of profeet die het begin van de godsdienst markeert. Het woord hindoeïsme is pas ontstaan in de
negentiende eeuw, en verwijst naar de ‘Indische’ (nu zeggen we Indiase) cultuur die gedurende al die duizenden jaren is ontstaan. Als je over hindoeïsme praat, gaat het niet alleen
over religieuze elementen, maar ook sociologische, economische en literaire. We beperken
ons hier tot religieuze elementen en zijn uiteraard verre van volledig.
Het hindoeïsme is geen godsdienst zoals het christendom, het jodendom of de islam, maar
een verzameling van veel verschillende geloven, tradities, goden en rituelen. Het beweert
niet, zoals de andere grote godsdiensten, de religieuze waarheid in pacht te hebben. Het
heeft geen kerkelijke organisatie, geen autoriteit. Het streeft ernaar alle manieren van religieus beleven in zich op te nemen. In die zin is het dus in de grond tolerant. Ieder individu
moet zelf uitmaken welke god hij wil vereren. Ook de manier waarop iemand dat doet is
tamelijk vrij. Er zijn tempels, beelden en symbolen, maar het is ook heel gebruikelijk om
thuis of op straat met offeranden van bloemen en spijzen een god te vereren.
6
OA Digitale Content
Hoewel het bij het hindoeïsme dus over een veelheid van godsdienstige belevingen gaat, is
er toch een alomvattend principe. Ongeacht welke god of goden men aanbidt, altijd ligt
ten grondslag het begin, een eeuwig oerbeginsel. Dit noemt men brahman. Het brahman
is alles en is in alles. Dit oerprincipe laat zich in alles zien. Dat kan zijn op scheppende
manier, op behoudende manier of op veranderende manier.
Het hindoeïsme kent veel goden, we noemen er drie. Brahma, niet hetzelfde als het brahman, is de god van de schepping. Vishnu is de god van het behouden. Shiva is de god van
de verandering, soms de vernietiging vanuit de gedachte dat je pas kunt veranderen als je
eerst het oude vernietigt.
Naast alle verschillen binnen het hindoeïsme zijn er een aantal min of meer gemeenschappelijk kenmerken.
• Er is net zoals bij andere grote godsdiensten, een gemeenschappelijk geschrift, de Veda,
dat als leidraad dient. Niet alle Hindoes volgen echter de Veda en de openbaring gaat
ook steeds door. Het is niet een afgesloten geheel zoals de Bijbel, Thora en Koran.
• Veel Hindoes zijn vegetarisch, vooral rundvlees eet je niet.
• Een kernbegrip is de wedergeboorte of reïncarnatie. Het streven is om door vele levens
heen zo te groeien dat de onsterfelijke ziel of het zelf, het atman, het oerprincipe brahman benadert. Dan is men bevrijd uit de cirkel van leven en dood.
• Samenhangend met reïncarnatie bestaan de kasten (sociale klassen). Men wordt geboren in een kaste die men in een vorig leven ‘verdiend’ heeft. Als je goed geleefd hebt,
kun je in een volgend leven in een andere kaste tot leven komen.
Enkele kenmerken van het hindoeïsme zijn:
• Er is geen stichter.
• Er is geen kerkelijke organisatie, geen autoriteit.
• Tolerantie in geloofsuitingen.
• Brahman als oerprincipe.
• Men kent een veelheid aan goden.
• Veda als geschrift maar de openbaring gaat door.
• Reïncarnatie en het kastenstelsel met de belofte van verlossing.
OA DC 4 Godsdiensten in Nederland
7
6 De overeenkomsten
In deze subparagraaf gaan we in op enkele vragen die met godsdienstige beleving te maken
hebben. Bijvoorbeeld: er zijn veel verschillen tussen godsdiensten te ontdekken. Hoe ver,
hoe diep gaan die verschillen? Zijn er misschien ook overeenkomsten? Hoe ver gaan die?
Zijn er overeenkomsten die even veelzeggend, mogelijk zelfs veelzeggender zijn dan de
verschillen?
We beginnen met duidelijk te maken waarom we deze vragen aan de orde stellen. We leven
in een wereld waarin de grenzen weggevallen zijn. Er zijn al decennia lang grote emigratiestromen en die houden voorlopig nog niet op. Mensen uit alle windstreken blijken
soms ineens buren te zijn geworden. Dat is niet alleen in Nederland zo, dat is over de hele
wereld zo, ook in de Derde Wereldlanden. We leven dus samen met mensen die voorheen
vreemden voor ons waren. Dat geldt voor ons allemaal, voor de autochtone Nederlander
die een Somalische buurvrouw krijgt en voor die Somalische vrouw die ineens een Nederlandse buurman heeft en in een land woont waar ze een paar jaar geleden nog nooit van
gehoord had. We zullen daar dus iets mee moeten doen.
De reacties van mensen die ongevraagd moeten samenleven met andere mensen die ze
niet kennen en die ze vreemd vinden, is vaak afweer. In positieve gevallen willen mensen
elkaar leren kennen. Dat leren kennen gaat vaak in de vorm van het in kaart brengen van
verschillen. Daar is ook niets tegen, maar we moeten niet vergeten dat we allemaal mensen
zijn en dat iedereen behoefte heeft aan waardering, respect, genegenheid, maatschappelijke
erkenning en een eigen identiteit. Het is daarom mogelijk dat er op dieper vlak, op religieus vlak, ook zaken overeenkomstig zijn die aan de oppervlakte verschillend lijken. Het
zoeken naar die overeenkomsten kan een basis leggen voor begrip.
Terug naar de boven gestelde vragen. We kunnen uiteraard geen definitief antwoord op
deze vragen geven. Wel kunnen we een aanzet geven tot gedachtewisseling. We gaan in op
drie begrippen die op de een of andere manier alle godsdiensten met elkaar verbinden: het
begrip ziel, het godsbegrip en de belofte van heil.
8
OA Digitale Content
Overeenkomsten tussen godsdiensten bij:
• het begrip ziel
• het godsbegrip
• een goed mens zijn
• de belofte van heil
• tolerantie
2
6.1 Het begrip ziel
Het begrip ‘ziel’ komt in vrijwel elke godsdienst terug. De betekenis kan ogenschijnlijk
verschillen, maar er lijken ook overeenkomsten te zijn.
In het christendom is de ziel onsterfelijk. Na de dood verlaat hij het lichaam en voegt zich
in de hemel bij God. Of, als je slecht geleefd hebt, bij de duivel in de hel. De ziel leeft in
het lichaam, maar kan het zomaar verlaten, op eigen kracht. Er is een belofte van eeuwige
verlossing.
Het joodse geloof kent een onsterfelijke en goddelijke ziel. De ziel heeft te maken met het
zelfbewustzijn, de psyche. Na de dood keert de ziel terug naar God. Terugkeren betekent
dat hij teruggaat naar waar hij vandaan gekomen is. De ziel komt dus direct van God.
In de islam is de ziel iets anders dan het ik. Het ik is gebonden aan de materie, maar de ziel
wil terug naar het eeuwige Licht. Ook hier gaat het over terugkeren, alsof die terugkeer een
bevrijding inhoudt.
Het ‘atman’ in het hindoeisme is de kern van de persoonlijkheid, van de psychische processen. Je kunt het ook het ‘zelf ’ noemen. Het atman is onsterfelijk en komt bij de wedergeboorte in een ander lichaam terug. Ook hier dus een zekere onafhankelijkheid van het
lichaam en de persoon. Als je maar lang genoeg gereïncarneerd bent, en je bent zo goed
geworden dat je het brahman benadert, wordt je ziel bevrijd. Ook hier dus een belofte van
verlossing en eeuwige rust.
OA DC 4 Godsdiensten in Nederland
9
Het begrip ziel lijkt dus in alle vier de godsdiensten een bepaalde verwantschap te hebben.
Het is een principe dat los staat van de persoon, maar in dit leven wel verbonden is met de
persoon. De ziel weerspiegelt het feit dat de mens een goddelijk aspect met zich meedraagt,
dicht bij God, of Allah, of het brahman staat. Na de dood, of, in het geval van reïncarnatie
na de laatste dood, wordt de ziel bevrijd uit de verbinding met het lichaam. Hij keert terug
naar zijn eigenlijke bestemming: het goddelijke.
6.2 Godsbegrip
Er bestaan verschillen tussen de godsdiensten wat hun godsbegrip betreft. We hoeven alleen maar te denken aan Jezus, die in het christendom direct aan God verbonden is maar
in de Koran als een profeet gezien wordt, zij het wel als een heel bijzondere. De koran
accepteert zelfs de maagdelijke ontvangenis van Maria! Ook dwars door dit verschil liggen
dus weer verwantschappen en verbindingslijnen. Wij richten ons nu echter op God zelf,
laten we zeggen op God de Vader, en op wat een overeenkomst zou kunnen zijn tussen de
christelijke God de Vader en God in de andere godsdiensten.
Om te beginnen lijkt het erop dat in alle vier de godsdiensten sprake is van een zogenoemde Onbewogen Beweger. Daarmee doelen we op een wezen, of een eigenschap, of een
iets, dat ten grondslag ligt aan alles. In het christendom, de islam en het jodendom is God
de schepper van hemel en aarde. Het hindoeïsme kent een ontelbaar groot aantal goden.
In feite is voor alles wat men denken kan, een God te aanbidden. Maar daarachter ligt het
oerprincipe, het brahman. Het lijkt erop dat dit principe een vergelijkbare rol inneemt, namelijk die van Onbewogen Beweger. Het brahman is alles en het manifesteert zich in alles.
In die zin maakt het mogelijk alles, is het voortdurend bezig met scheppen van alles wat
bestaat. Ook doet het alomtegenwoordige van het brahman denken aan de islamitische,
christelijke en joodse god, die overal is.
Het lijkt erop dat alle vier de godsdiensten in hun God een almachtige entiteit of energie
zien, die alles beweegt, over alles heerst en in elk aspect van de schepping zijn aanwezigheid
laat zien.
6.3 Een goed mens zijn
In de tekst over de islam hebben we al besproken dat het streven om een goed mens te
zijn, universeel is. En dat is ook zo. Elke godsdienst bevat elementen die ons oproepen
om een zo goed mogelijk mens te zijn. Elke godsdienst geeft daar ook leefregels voor. Het
christendom roept de mens op om zijn naaste lief te hebben als hemzelf. Barmhartigheid is
10
OA Digitale Content
een centraal begrip. Dat gaat erover dat je je over je medemens bekommert. Ook vergiffenis hoort daarbij. De tien geboden van de joden gaan duidelijk over een goed mens zijn.
Ze gelden overigens ook voor de christenen. Ook de spijswetten beschrijven precies hoe je
moet handelen, in dit geval in verband met je voedsel. Het jodendom in zijn geheel is bijna
een gedragsleer in plaats van een geloof. Het beschrijft in detail hoe je moet leven. De al
eerder genoemde jihad van de islam is een oproep om het kwaad en de zelfzucht in jezelf te
bestrijden en dus een goed mens te worden. De ramadan is bedoeld om je te doen ervaren
wat het is, honger hebben. Zodat je mensen helpt die problemen hebben. In het hindoeisme kom je pas tot verlossing en hoef je niet meer opnieuw geboren te worden, als je het
oerprincipe benadert. De regel om geen levende wezens te eten is een van veel leefregels die
een beter mens van je maken.
Alle besproken godsdiensten stimuleren dat de gelovige zichzelf verbetert, een zo goed
mogelijk mens is.
6.4 Belofte van heil
We hebben het begrip ‘ziel’ al besproken. Een andere vraag is: beloven alle hier besproken
godsdiensten een toekomstig heil voor onze zielen?
Het hindoeïsme belooft dat de ziel, na voldoende teruggekeerd te zijn, en voldoende
geleerd te hebben, bevrijd wordt uit de molen van het karman. Hij hoeft niet opnieuw geboren te worden. Dat is verlossing. Je mag van een heilsboodschap spreken. Het Christendom belooft na dit leven, als je tenminste goed genoeg geleefd hebt, verlossing in de vorm
van een hemel, waar de ziel eeuwig mag blijven. Ook het jodendom stelt dat de ziel na de
dood terugkeert naar God. De islam ziet de ziel als terugverlangend naar het Licht. Ook de
islam kent een hemel en een hel. Slechte mensen gaan naar de hel, hoewel de profeet nog
voor ze kan bemiddelen, waardoor ze toch in de hemel komen.
Het lijkt er dus op dat in alle vier de godsdiensten een vergelijkbare boodschap zit van
hoop op verlossing. Alle hebben ze een bepaald zielsbegrip, als geketend in het lichaam,
min of meer onvrijwillig gebonden aan het vlees, maar met de belofte om daar ooit uit
bevrijd te worden.
Dat betekent ook dat alle vier de godsdiensten een troost lijken te bieden voor het feit dat
wij mensen sterfelijk zijn. Na de dood komt iets wat verre te verkiezen is. Het is niet erg
om te sterven.
OA DC 4 Godsdiensten in Nederland
11
6.5 Tolerantie
We hebben hardop denkend enkele gemeenschappelijk aspecten van de godsdiensten
aangestipt. We hebben dit gedaan omdat de vraag voor ons ligt hoe je in een pluriforme
maatschappij met elkaar kunt omgaan. Je kunt, om het zwart-wit te stellen, de verschillende godsdiensten beschouwen als stijlen van leven die naast elkaar en los van elkaar staan.
Als je elkaar respecteert, hoef je elkaar niet te begrijpen, daarvoor is het allemaal te verschillend. Dat is één manier om er naar te kijken. En, het is waar, er zijn verschillen.
Maar je kunt de verschillende godsdiensten ook beschouwen als opvattingen die in de
grond verwant aan elkaar zijn. Niet hetzelfde maar wel verwant, zoals je ook verwant bent
aan je broeders en zusters. Je kunt constateren dat er verschillen zijn maar ze gaan uiteindelijk over hetzelfde: over de zoektocht om zo goed mogelijk te leven, over aanbidding en
over verlossing.
Als mensen met verschillende opvattingen met elkaar praten, hoor je vaak: “Okay, dat is
jouw mening, dat mag.” Dit lijkt heel tolerant, maar hiermee kap je elke vorm van gesprek
af. Er is de laatste jaren dan ook een groeiend verzet tegen dergelijke uitspraken. Meer en
meer mensen zijn van mening dat dan het gesprek pas zou moeten beginnen. ‘Leg eens uit,
wat bedoel je precies’, dat soort vragen kunnen meer gesteld worden. ‘Wat je zegt lijkt op
mijn opvatting over God omdat…’ dat zoeken naar overeenkomst, dat kunnen we meer
doen. Is het mogelijk godsdiensten te beschouwen als opvattingen waarbinnen je elkaar
kunt vinden omdat je elkaar herkent? Omdat je elkaar herkent door alle verschillen heen? Is
het mogelijk om het eigene te behouden, juist omdat er een gemeenschappelijke bodem is?
De vraag is welke benadering de beste is. Zoeken naar de verschillen, ze proberen te begrijpen en elkaar met rust laten. Of koersen op de overeenkomsten, daar naar blijven kijken,
en die als basis zien voor contact. Wij weten het niet. Verschillen verdoezelen is zinloos en
schijnheilig. Politiek correcte onzin. Maar de overeenkomsten dan? Die zijn er ook. Die
verdoezelen is dan precies even onzinnig en ook politiek correcte onzin, maar dan van de
andere kant bezien.
Beide benaderingen zouden dus moeten kunnen. Alleen, we vragen ons wel iets af. Als je
je concentreert op de verschillen, glijd je o zo makkelijk af naar het idee ‘zoals wij het doen
is het beter’. Dat gaat vanzelf. Je bent immers gewend aan je eigen religieuze context, al
het andere is afwijkend. En als dat er in sluipt, is het moment dichtbij dat je elkaar weer
bestrijdt.
12
OA Digitale Content
Een ding is zeker, wij stellen slechts de vragen. Antwoorden kan iedereen alleen zelf geven.
We kunnen wel bereid zijn hier met zijn allen over na te denken.
7 Humanisme
Naast de grote godsdiensten is er in Nederland nog een belangrijke levensbeschouwing. We
bedoelen het humanisme. Door de secularisatie zijn veel mensen uit de kerk getreden. Ze
zeggen ook wel: ik ben van mijn geloof afgevallen. Maar toch ervaart bijna iedereen dat je
wel een levensbeschouwing hebt, iets serieus, een stel opvattingen die net zo zwaar wegen
als een godsdienst. Alleen er is geen God bij. Deze mensen komen vaak terecht bij het
humanisme.
Het humanisme is net zo oud of ouder dan het christendom. Het heeft als belangrijkste
kenmerk dat het geen autoriteit buiten de mens erkent. Geen God dus die buiten ons
staat. De mensen zelf moeten vorm geven aan hun verbondenheid, en een wereld scheppen
die menselijk is en gebaseerd op morele waarden.
Er is in het humanisme geen belofte van verlossing na dit leven. De verlossing zit in het
leven zelf. Het gaat erom dat je moet leven als mens, met de mensen. De samenhang van
alle mensen, dat is het kerngegeven dat het leven zijn zin geeft. Als je daarin slaagt, dan
ben je gelukkig en ‘verlost’.
Kernbegrippen:
• verbondenheid maakt je mens
• je hebt daarin je eigen verantwoordelijkheid
• verlossing en zin bestaan alleen hier, in dit leven
OA DC 4 Godsdiensten in Nederland
13
8 Tips voor de praktijk
De theorie in dit thema komt voor jou aan de orde in vier rollen:
1
Als teamlid
2
Als gesprekspartner van ouders
3
Als vertegenwoordiger van de school in overige externe contacten
4
Als onderwijsassistent
Je zult, in de meeste van deze hoedanigheden, merken dat je nog te weinig weet. Je kunt dan
doorvragen of jezelf informeren.
1
Als teamlid draag je uit hoe jouw religieuze beleving in elkaar zit. Daarbij sluit je aan bij het
beleid en de identiteit van de school. Hoe strikt of hoe los is haar identiteit? Hoe veel van
haar identiteit laat de school concreet in activiteiten zien?
2
Om te weten hoe gezinnen concreet vorm geven aan hun religieuze beleving, vraag je het
de mensen zelf. Je kunt daarbij denken aan kerkbezoek, gewoontes zoals vasten, feesten,
hoe men denkt over andersdenkenden, enzovoort. Maar let op dat je beleefd en bescheiden bent. Het moet niet zo zijn dat je mensen ‘aan de tand voelt’ over zoiets gevoeligs als
hun godsdienst.
3
Naar andere externe contacten buiten school zal het onderwerp godsdienst niet gauw ter
sprake komen. Dan zorg je dat je houding is zoals de school van je verwacht.
4
Voor jouw bijdrage als onderwijsassistent aan de lessen raadpleeg je het thema Godsdienstles in Nederland. Daarnaast raadpleeg je de methode die op school gebruikt wordt.
Valkuil
Denken dat in alles wat je doet een religieuze identiteit moet zitten. Ieder mens doet op een
dag veel dingen zonder dat daar een religieus kleurtje aan zit. Dat hoeft ook niet.
14
OA Digitale Content
Download