Ontmoetingsonderwijs

Ontmoetingsonderwijs
Door middel van ontmoetingsonderwijs wordt gestreefd om de leerlingen inzicht bij te
brengen in bestaande waarden en normen en de betekenis ervan voor het
persoonlijke leven en de samenleving. Centraal daarbij staat dat leerlingen respect
moeten krijgen voor de verschillen in overtuiging van anderen. Achtergrond hierbij is
de opvatting dat als je een ander kent, je hem of haar kunt respecteren. Dit gaat dus
verder dan 'kennisnemen van'. Kinderen worden gestimuleerd tot exploreren,
onderzoeken. Kinderen leren in de ontmoeting met elkaar te communiceren, hun
mening te geven en vragen te stellen.
We onderscheiden in het scholenproject
drie culturele levenssferen die van de
democratische samenleving, van
school / werk en maatschappelijke
participatie en die van de privé-omgeving. In
het kader van Duurzaam Samenleven en
Betrokken Zelfredzaamheid zullen we
personen en objecten uit die levenssferen
die samen de leefwereld van de leerlingen
vormen als uitgangspunt nemen van onze
lesbrieven zoals vertegenwoordigers van
sociale groepen (religieuze voorgangers, oorlogsgetroffenen maar ook winkeliers
enzovoorts) monumenten, gebouwen, kunstwerken, historische gebeurtenissen
enzovoorts
In dit scholenproject zullen we ons ook richten op ontmoetingen met mensen uit de
verschillende sociale groepen in de vorm van persoonlijke verhalen van
oorlogsgetroffenen, gesprekken voeren en activiteiten samen doen om elkaar beter
te leren kennen met bejaarden, vertegenwoordigers van godsdiensten en etnische
groepen enzovoorts. Vandaar onze Jaarlijkse Ontmoetings- en herdenkingsdag om
nieuwe kennis en existentiële ervaringen op te doen (co-creatie), de lesbus
Wereldexpress de speurtocht Tweede Wereldoorlog en deelname en adopteren van
een Herdenkingsmonument door de school (14 augustus). Maar daar dienen wel
voorbereidingslessen aan vooraf te gaan waarbij de leerlingen basiskennis en
vaardigheden opdoen om in dialoog te gaan met anderen. Zo kunnen we personen
van andere sociale of culturele groepen ontmoeten zoals bejaarden / senioren of
personen van bepaalde godsdiensten.
We hanteren daarbij het volgende model als uitbreiding van het behoeftemodel van
Maslow waarbij de twee piramideachtige modellen twee verschillende
culturen (bijv. godsdiensten)
vertegenwoordigen die elkaar al dan
niet raken en de wederzijds contacten
verbeelden.
Zo kan een klas vanuit zich vanuit een
open leefhouding verdiepen in een
andere (sub)cultuur via de volgende
stappen: ·
 Oriënteren: je bewust worden van
de aanwezigheid van de andere
groep in de gemeente
 Onderzoeken: open staan voor de ander door na te gaan wat er al aan kennis
aanwezig is: bijv. zelf zoeken naar informatie door een filmpje te bekijken of
anderen erover te bevragen
 Communiceren: In dialoog gaan met bijvoorbeeld een gastdocent uit die andere
cultuur
 Samenwerken: aan een gemeenschappelijk project om iets van de andere cultuur
te ervaren en elkaar zo te waarderen
 Beïnvloeden: elkaar overtuigen van je eigen culturele `waarheid’, bijvoorbeeld je
eigen geloof willen uitdragen, seksuele openheid en vrijheid propageren, kinderen
leren dansen enzovoorts. Dit kan soms botsen met andere culturele opvattingen
en tot gevolg hebben wat tot verwijdering met de ander tot gevolg kan hebben.
 Co-creatie: gezamenlijke nieuwe kennis en ervaringen opdoen om van elkaar te
leren wat kan leiden tot een nieuwe (meng)cultuur: een Nieuw-wij.