PowerPoint-presentatie

advertisement
Pensioenakkoord en het nieuwe pensioencontract
tijd om keuzes te maken
Amsterdam, 10 oktober 2012
drs. N.M. Winter, KWPS
Een jaar later …
•
•
•
•
•
•
•
•
Pensioenakkoord 9 juni 2011
Wetsvoorstel 33 046
Financiële crisis
Herziening FTK
Wetsvoorstel 33 290
Belastingplan 2013
Deelakkoord VVD -PvdA
Septemberpakket 2012
Nieuwe ontwikkelingen pensioencontract?
1995-1999
Witteveenwetgeving
• Afbakening fiscale grenzen
• Intertemporele flexibiliteit?
• Afschaffen vroegpensioen
• Levensloopregeling
2006 Wet VPL
2013/2014 verhoging
pensioenrichtleeftijd
• Rapport Goudswaard, etc
• Pensioenakkoord
• (euro) Crisis
• Verhoging AOW-leeftijd, pensioenrichtleeftijd en verlaging opbouwpercentages
AOW-maatregelen
laatste stand van zaken, maatregelen uit het deelakkoord 2013
• Verhoging met steeds 1,
resp. 3, resp. 4 maanden
• Vanaf 2021 wordt de AOW-leeftijd
(waarschijnlijk) gekoppeld aan de
stijging van de levensverwachting
• Een verhoging wordt minimaal
vijf jaar van tevoren
aangekondigd (vooralsnog)
AOW-maatregelen
resterende levensverwachting blijft stijgen
Ontwikkeling resterende levensverwachting bij 65 jaar
*Kamerstukken II 2011-2012, 33 046, nr 3
Fiscale pensioenmaatregelen
•
Per 2014 fiscale pensioenrichtleeftijd 67 jaar
•
Verhoging wordt gekoppeld aan levensverwachting
•
Jaarlijks wordt bezien of de ontwikkeling van de levensverwachting
aanleiding geeft om pensioenrichtleeftijd te verhogen
•
Verhoging vindt plaats in stappen van een jaar
•
Naar verwachting is de fiscale pensioenrichtleeftijd per 2019 68 jaar
•
Aanpassing wordt doorgevoerd 10 jaar voorafgaande aan tijdstip waarvoor
is geraamd dat de macro gemiddelde resterende levensverwachting weer
met een jaar is gestegen
Fiscale pensioenmaatregelen
• Verlaging opbouwpercentages
• Eindloon
1,9%
• Middelloon 2,15%
• Beschikbare premie, vergelijkbare verlaagde premies
(zie V&A 012-005)
• Wijzigingen zien op toekomstige opbouw, bestaande aanspraken blijven
gehandhaafd
Fiscale pensioenmaatregelen in de tijd
fiscaal maximale opbouwpercentages op 60 jaar (ter vergelijking)
Gevolgen
•
Wetgeving leidt tot noodzakelijke wijzigingen van arbeidsovereenkomsten
en pensioenreglement
• Ontslagdatum
• Pensioenleeftijd
•
Veel arbeidsovereenkomsten kennen beëindiging ‘van rechtswege’ op 65jarige leeftijd; vanaf 2013 is dit niet meer mogelijk. Koppeling aan AOWleeftijd is min of meer noodzakelijk
•
Noodzakelijke wijzigingen in pensioenreglement vragen om nadere
beschouwing van de pensioenregeling:
• Welk pensioenstelsel ga ik hanteren?
• Waartoe dient de pensioenregeling eigenlijk?
Aandachtspunten pensioenrichtleeftijd
• Wat wordt de pensioenrichtleeftijd in het pensioenreglement?
• Koppeling aan verschuivende AOW-leeftijd (met actuariële
herrekening van pensioen)?
• Standaard fiscale pensioenrichtleeftijd?
• Wat te doen met het uiteenlopen van AOW en fiscale pensioenleeftijd
• In 2013 (AOW: 65 jaar en 1 maand; fiscaal: 65 jaar; actuariële
herrekening en toepassing hoog-laag voor periode van 1 maand?
• Vanaf 2014 een continu aanwezig gat tussen AOW en fiscale
leeftijd
Aandachtspunten pensioenrichtleeftijd
• Hoe gaan sociale partners om met een (eventueel) lagere benefit vanaf
2014?
• Compensatie?
• Hoe om te gaan met continu dalende fiscale ruimte en dus continu dalende
benefit?
• Automatische wijziging in regeling?
• Automatische compensatie?
Gat tussen AOW en pensioenrichtleeftijd
2013: 1 maand hoog-laag om gemis aan AOW gedurende 1 maand op te vangen?
2014: standaard actuariële vervroeging pensioen?
Keuze pensioenleeftijd: keuze
pensioensysteem?
Geeft nieuwe pensioenrichtleeftijd aanleiding om het pensioensysteem te
herzien? Welke keuzen zijn er?
• Keuze voor bestaand nominaal systeem
• Aanspraak zonder indexatie
• Scheiding nominale uitkering en voorwaardelijke indexering
• Herstelsystematiek conform (verzwaard) FTK
• Keuze voor nieuwe reële systeem
• Aanspraak met indexatie
• Indexatie vormt verplicht onderdeel dat samen met nominale deel
één geheel vormt
• Financiële schokken worden gespreid in de tijd verwerkt
(RAM/LAM)
• Keuze voor bestaand DC-systeem (premieovereenkomst)
Kwalificatie pensioencontracten
• Nominale contract
• Juridisch: uitkeringsovereenkomst
• Fiscaal: eindloon of middelloon
• Reële contract
• Juridisch: uitkeringsovereenkomst, of toch premieovereenkomst?
• Fiscaal: middelloonkader of toch beschikbare premiekader?
• DC regeling
• Juridisch: premieovereenkomst
• Fiscaal: beschikbare premieregeling
Kenmerken/aandachtspunten reële contract
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Onbekend stelsel voor deelnemers
Geeft meer realistisch beeld
Eerder nominaal korten
Korting: geleidelijk en beperkt
Communicatie complex: aanspraken die voorwaardelijk en reëel zijn
Invaren
Aansluiting reeds opgebouwde pensioenen volgens nominaal systeem met
nieuwe reële systeem
Fiscale kwalificatie
Uitvoering is complex
Keuze pensioenuitvoerder?
Leidt keuze pensioensysteem uiteindelijk ook tot keuze pensioenuitvoerder?
• Een premieovereenkomst leidt binnen een pensioenfonds tot discussie over
ringfencing, toerekenen rendementen en effecten stijging levensverwachting
• API komt tegemoet aan dit probleem:
• Opbouwfase met DC op basis van collectieve beleggingen (al
dan niet met doorsneepremie) in ring 1
• Uitkeringsfase met pensioenrechten in ring 2, op basis van UFR
• Ingevaren aanspraken kunnen eveneens in ring 2 worden
ondergebracht
Download