Waardering van gebieden voor openluchtrecreatie. Over relaties

advertisement
University of Groningen
Waardering van gebieden voor openluchtrecreatie. Over relaties tussen particuliere en
politieke waarderingen.
Kroon, Hendrikus Jacobus Johannes
IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to
cite from it. Please check the document version below.
Document Version
Publisher's PDF, also known as Version of record
Publication date:
1986
Link to publication in University of Groningen/UMCG research database
Citation for published version (APA):
Kroon, H. J. J. (1986). Waardering van gebieden voor openluchtrecreatie. Over relaties tussen particuliere
en politieke waarderingen. s.n.
Copyright
Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the
author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons).
Take-down policy
If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately
and investigate your claim.
Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the
number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum.
Download date: 18-07-2017
-353-
samenvatting
gefundeerde methodologie ontwerpen
Deze studie wi1 een theoretisch
a1s hulpmiddeL om uitspraken
kunnen maken. De uitspraken
te kunnen formuLeren en toetsbaar
moeten handel-en over de wijze
waarderingen komen voor gebieden die zíj
mensen tot
gezichtspunt
wordt er hierbij
a prj-ori
gegegaan dat mensen hun waarderingen in belangrijke
brengen vanuit
ties
de (voor openluchtrecreatie
en de daaraan verbonden instituties.
tot een viertal
a.
waarop
ze7f. of die
gebruiken of kunnen gebruiken.
anderen voor openluchtrecreatie
Vanuit sociologisch
te
vanuj-t
mate tot
relevante)
sociale
Deze studie beoaalt
stand
posizich
posities:
de afzonderlijke
recreant
(mensen als lid
van een potentiële
bezoekersgroep) ,b.
het recreantenaggregaat
al of niet
c-
van een 'marktpartij'
,
geqrganiseerd in een recreantenbelangengroep);
het beheer (mensen als beheerders van gebieden die als recreatieve
d.
(mensen als lid
bestemming kunnen fungeren) ;
de overheid
beleid
(mensen als staatsburgers
In deze studi.e heeft
singstheorie
politici
c.q.
ten aanzien van de openluchtrecreatie
het begrj-ppenkader het karakter
geÍnspireerd
afnemend marginaal nut bij
door het nutsbegrip
frequentere
die een
overwegen) -
van een besLis-
en met name door het
herhaling
van een handeling.
Verruiming van de (neo-)klassieke
het uitdrukkelijk
economie vindt vooral pJ-aats door
rlasten' in de analyopnemen van niet-financiëLe
se, en door uitwerking van het begrip
via 'afgeleiding van nut'.
De analyse sluit
kritisch
Clawson rond 1960 zljn
aan bij
complementaire handelingen
afstandsmodellen zoals die door
geïntroduceerd-
Gezien de central-e rol van
afstanden
van bestemmingsgebieden ten opzichte
plaatsen,
wordt een bereikbaarheid
mobiliteit
van lroon- en verblijf-
van bestemmingsgebieden en aan
van recreanten afzonderJ.ijke
aandacht besteed. ook j.n de
-355-
-354beleidsplannJ-ng speelt bereikbaarheid
m.iddels zgn.'normafstanden'
De overige
ro1, met name
.
gebiedskenmerken worden geacht de aantrekkelijkheid
bestemmingsgebieden uit
te maken, afhankelijk
in,
zíj
het op nationaal
var-
van de voorkeuren va:
eveneens
In de beleidsplannJ-ng nemen inrichtingseisen
recreanten.
een plaats
een centrale
nj.veau in een tamelijk
beschei-
den positie.
Àfzonderlijke
aandacht verkrijgen
de effecten
digheden zoals het weer. en vooral
beleidsplanning
keert het laatste
van wisselende omstar:-
de hj-nder van drukte.
In de
terug vJ-a de capaciteitsnormen-
Àangezien de waarderingen
van afzondr
punt van de probleemstelling
vormen,
,theoremenr
enkel-e
opgebouwd- Het gae
theoretische
kunnen reageren op het aanbod van bes
omstandj.gheden- Àan de orde komen: aÍ
zen, activiteitenkeuzen,
attributen
e
omstandigheden, gebiedskenmerken, soc
In hoofdstuk 3 worden methoden ontwik
hypothesen omtrent gedragskenmerken a
op individueel niveau- Het toetsen va
tief
Zowel in theorievorming
a1s in de beleidsplanning
matiek van de uitwisselbaarheid
retisch
blijft
vooralsnog onopgelost,
de problehoeweL theo-
methoden om te formuLere
ties
gedragsonderzoek is van belang v
omtrent de theoremen en de aggre
nen dan hypothesen omtrent geaggregee
geconfronteerd
enkele uitgangspunten worden geformuleerd-
met geaggregeerde gedr
zich op methoden ten aanzien van de vol-
gende vragen:
Zoals alLe 'consumentenr streven recr
hun (manifest) nut; dat is het uitgan,
-
in hoeverre en hoe kan de geaggregeerde waardering (b) empi-
Dan moet voor de baten in een rpareto,
risch
recenten (a)?
de nutstoename, en bijvoorbeeld niet r
p1us, noch met een LastenvoordeeL aLs
in hoeverre en hoe wordt de waardering van beheerders (c)
aanleg of verbetering
gebaseerd op de geaggregeerde waardering (b)?
hun belangenverenigingen
De probleemstelling
-
-
richt
worden afgeleid
uit
de waarderingen van afzonderlijke
in hoeverre en hoe kan de poli-tieke
waardering (d) worden
komen ze pas bij
van. bestemmings
verhaaLd maa
de politieke
waarder:
gebaseerd op de geaggregeerde waardering (b)? En in hoeverere
gebeurt dat ook in het vigerende rijksbelei.d
t-a.v.
openlucht-
Er worden methoden ontwikkeld
om op g€
aan te geven van veranderingen in afst
recreatie ?
bestemmingsgebieden) op de bereikbaarl
gebiedskenmerken op de aantrekkelijkhe
f n s'chena:
te drukken in veranderingen in geaggre
methode gegeven ter bepaling van het'g
a ------?
b <-'-.........---=
u
slotte
wordt modelmatig het effect
wee
het aantal bestemmingsgebieden binnen
-355lngezien
lnt
de waarderingen
van afzonderlijke
recreanten
het start-
van de probleemstelling
vormen, worden hiervoor in hoofdstuk 2
'theoremenr opgebouwd- Het gaat daarbij om algemene gedrags-
calele
methoden om te formuleren
tàeoretische
hoe recreanten
individueel
bmnen reageren op het aanbod van bestemmingsgebieden en op andere
Aan de orde komen: afstandslasten
cstandigheden-
zen, activiteitenkeuzen,
In hoofdstuk
attributen
gebiedskenmerken,
cstandigheden,
en vaardigheden,
sociale
op individueel
om op geaggregeerd niveau
gedragskenmerken af te leiden
niveau-
Het toetsen
wisselende
achtergronden-
3 worden methoden ontwikkeld
bypothesen omtrent
en vervoerswij-
uit
van zulke hypothesen in recrea-
tief
gedragsonderzoek is van belang voor inhoudelijke
ties
omtrent
de theoremen en de aggregatie-effecten-
nen dan hypothesen omtrent
geconfronteerd
Zoals alle
de theoremen
interpretafndirect
geaggregeerde waarderingen
beter
kunworden
met geaggregeerde gedragskenmerken-
'consumentent streven recreanten naar maximalisatie
hun (manifest)
van
dat is het uitgangspunt in hoofdstuk 4Dan moet voor de baten in een rPareto-optimum' gerekend worden met
de nutstoename,
nut;
en bijvoorbeeld
niet
p1us, noch met een lastenvoordeel
aanleg of verbetering
verhaald
de politieke
Worden kosten van
in afstanden
op de bereikbaarheid
gebiedskenmerken op de aantrekkelijkheid
(bijv-
door nièuwe
en van veranderingen
in
- en om deze effecten
uit
in geaggregeerd nut-
Voorts wordt een
methode gegeven ter bepaling van het'gewenst bezoeksniveau'slotte
wordt modelmatig het effect
het aantal
dan
aan de orde-
om op geaggregeerd niveau effecten
aan te geven van veranderingen
te drukken in veranderingen
op recreanten of
maar op de staatsburgers,
waardering
Er worden methoden ontwikkeld
bestemmingsgebieden)
zodanig.
van'bestemmingsgebieden niet
hun belangenverenigingen
konen ze pas bij
met een toename van het sur-
als
Ten
Í^teergegeven van een toename van
bestemmingsgebieden binnen een te bepalen type.
-357-
-356Ter aanvulling
van de directe
trekkelijkheid
bepalen, zí)n
taties
teren-
factoren
Leden van bezoekersgroepen
kunnen uit
zulke argumentaties
beheerders en over-
indruk
de waardering
instantie
gelet
door beheerders
op bedrijfseconomische
beargumenteerd dat gratís
ook zonder zulke
6) wordt
overwegingen.
toegankelijkheid
wordt uitgelokt,
overheidsmaatregelen
standigheden
(hoofdstuk
niet
wordt de politieke
In hoofdstuk
Met name wordt
a1leen door directc
maar onder bepaalde marktom-
ingrepen optreedt.
worden
voorts
enkele overwegingen gegeven omtrent niet-commercieël
Tenslotte
in eerste
aanbod.
waardering aan de orde gesteld'ethos'
? worden drj.e modellen van een politiek
peerd - enkele algemene politieke
ontwikkelingen
gety- speci-
geschetst
fieke
tie
ontwikkelingen
van het rijksbeleid
omtrent de openluchtrecreabeschreven - en de organisatiestructuur
advirond de politieke
sering lJeergegeven.
Hoofdstuk I beschrijft
planningsinstrument
de 'Behoefteraming'
in het rijksbeleid,
tuurschema Openluchtrecreatier
gehanteerd
ten behoeve van het 'Strucals feitelijk
. Voor de systematiek
teraming wordt nagegaan hoe ze kan worden gebruikt
curve van het politiek
reconstrueren.
om de feitelijke
nut van bestemmiïgsgebieden
Voorts wordt aan de hand van inhoudelijke
van de behoefteraming
kritisch
marginaal
van deze Behoef-
de systematiek
van het planningsinstnment
onder de loep genomen. Er wordt geconcludeerd
verwarrende menging is van proÉFose van feitelijke
en scenario's
Daarmee zijn
van wenselijke
dat het een
ontwikkelingen
ontwikkelingen.
de voorwaarden verkend waaronder de centrale
en de alternatieve
te
resultaten
hypóthese
hypothesen kunnen en moeten worden getoetst.
De
worden ge
wel ad hoc afg
en de systematiek
in
is die van een gemengd karakt,
onduidelijke
partiëIe
Bij
volledig
aan de hand van de doels.
Structuurschema
kunnen op zulke ethische modellen teruggrijpen-
heidsinstellingen
nog niet
hypothesen,
tegenover hun
te rechtvaardigen
om hun openluchtrecreatie
'
e
t
h
o
s
r
,
anderen' die van elkaar, en die van'relevante
eigen
Belangenverenigingen,
deels analoog is aan de geaggregeerd,
deze hypothese echter
putten
eventueel als strategie.
centraLe hypothese (dat de politieke
kan zelf
kunnen legirni-
.r"r, í""ruurrten
die de voorkeuren
verzameld,
en aan-
die bereikbaarheid
in hoofdstuk 5 enkele ad hoc argumen-
wijze
\rraarop die menginr
uitwerking
daarvan in succer
-357centrale
hypothese (dat de politieke
waardering geheel of groten-
deeLs anafoog is aan de geaggregeerde nutscurve van de recreanten)
kan zelf
nog nJ.et volledig
worden getoetst.
In hoofdstuk 9 wordt
deze hypothese echter wel ad hoc afgezet tegen enkele alternatieve
hypothesen,
aan de hand van de doelstellingen
in Structuurvisie
en
structuurschema en de systematiek in de Behoefteraming. De sterke
indruk
is die van een gemengd karakter
onduidelijke
partiële
wijze
uitwerking
van de doelstellingen,
r{raarop die menging plaatsvindt,
daarvan in succes-criteria.
een
en een sLechts
Download