Programma / activiteitencode (invulling door FAM):

advertisement
Projectplan DGM Onderzoek
Projectnaam:
Auteur:
Datum:
Kengetallen
S.Bartel (OC) i.s.m. W.Klein
28 oktober 2003
1. Doel (projectbeschrijving)
1.1
Wat willen we onderzoeken ? = centrale vraag
Bij het ontwikkelen van Kwaliteitscriteria1 in het kader van de Professionalisering van de
Milieuhandhaving in workshops gedurende de zomer van 2002 is gebleken dat grote behoefte
bestaat aan “kengetallen” als hulpmiddel voor zowel het bepalen van de formatieomvang als
voor de deskundigheid van handhavers. Ten tijde van de BUGM/VOGM en VRV-regelingen
werden zulke kengetallen (althans voor de omvang) gehanteerd waarmee de hoeveelheid
personeel kan worden berekend die een milieuafdeling zou moeten hebben, afhankelijk van
het aantal inrichtingen en de zwaarte daarvan. Sinds het vervallen van die regelingen hebben
die kengetallen geen formele betekenis meer. Bovendien waren beperkingen van die
kengetallen gebleken, zoals hun starheid en hun kwantitatieve benadering. Anderzijds, zo
bleek tijdens de workshops in 2002, hebben zowel ambtenaren als bestuurders behoefte aan
een actuele handreiking voor de gebruikelijke en wenselijke omvang en deskundigheid van
hun milieukundig personeel.
De landelijke projectgroep Professionalisering heeft besloten dat centraal op te pakken.
De activiteiten die in dit projectplan worden beschreven hebben ten doel om een handreiking
te bieden voor het bereiken van de criteria over omvang en kwaliteit van de
handhavingscapaciteit:
CRITERIUM 3.2 Omvang van de handhavingscapaciteit
De handhavingsorganisatie beschikt over voldoende personele capaciteit, en/of financiële middelen voor het inhuren
van capaciteit voor de uitvoering van de handhavingstaken.
Voldoende handhavingscapaciteit betekent ten minste:
inzicht in de daadwerkelijk beschikbare capaciteit;
voldoende capaciteit voor uitvoering van het onder § 3.1 genoemde handhavings-uitvoeringsprogramma.
CRITERIUM 3.3 Kwaliteit van de handhavingscapaciteit
De handhavingsorganisatie beschikt over voldoende deskundigheid, en/of financiële middelen voor het inhuren van
deskundigheid voor de uitvoering van de handhavingstaken en stimuleert de ontwikkeling van kennis en vaardigheden.
Voldoende deskundigheid betekent ten minste:
inzicht in de benodigde deskundigheid in termen van kennis, houding en vaardigheden;
een opleidingsplan, inclusief vastlegging van de tijd en financiële middelen die voor de uitvoering hiervan nodig zijn.
Het betreft dan in het bijzonder een hulpmiddel om het inzicht in het benodigde capaciteit en
deskundigheid te versterken.
1.2
Waarom ? = wat willen we bereiken ?
Het primaire resultaat van dit project bestaat in een breed onderschreven methodiek, voorzien
van ondersteunende, maar niet normatieve kengetallen voor omvang en deskundigheid van
een milieu(handhavende) organisatie, afhankelijk van aantal en aard van de objecten en
situaties waarbij die organisatie een handhavende taak heeft.
Daarnaast levert dit project een instrumenteel hulpmiddel (computerprogrammatuur) op,
waarmee organisaties desgewenst de toepassing en verfijning van hun interne inzicht en
1
Vastgesteld per 1 november 2002
1
besluitvorming op dit punt kunnen ondersteunen. Het programma wordt uiteraard van een
handleiding voorzien.
Wanneer na ruime toepassing van dat instrument convergentie blijkt te ontstaan in de door
diverse gebruikers gehanteerde kengetallen blijkt het mogelijk een derde resultaat te leveren:
de ondersteunende kengetallen kunnen als richtinggevend worden vastgesteld.
Het resultaat brengt geen wijziging in de afgesproken criteria. Zolang er nog geen landelijke
kengetallen zijn zal iedere organisatie toch voor zichzelf voldoende inzicht moeten
waarmaken en wanneer er wel landelijke, richtinggevende kengetallen zijn vormen die geen
harde norm: weloverwogen, transparant en consistent kan iedere organisatie haar eigen
keuzen maken.
1.3
Wat gaan we er mee doen ? = hoe ziet het product er uit ?
Kenmerk van de werkwijze is dat niet “centraal en van achter het bureau” kengetallen worden
neergezet, maar dat de kengetallen het resultaat zijn van een gezamenlijk proces van
methodiekontwikkeling en toepassing van die methodiek.
Voorverkenning
Verzamelen van wat er al ontwikkeld is aan kengetallen-methoden: allerlei
verfijningen en actualiseringen van BUGM/VOGM (zoals met name de VNGhandreiking verruimde reikwijdte), VRV en methoden in de water(schaps)wereld. Dit
materiaal, deels al verzameld of nog te verzamelen via de werkgroep
Praktijkvoorbeelden kan dienen als “eerste orde kengetallen”, zolang de hierna
beschreven aanpak nog geen nadere leerervaringen heeft opgeleverd.
Voor wat betreft de voorverkenning naar bestaande beschrijvingen van benodigde
kennis en opleiding wordt met name verwezen naar de “Gids milieuopleidingen voor
gemeenteambtenaren” en naar de recente “EU minimum criteria for inspectors”. Beide
documenten maken helder onderscheid in diverse functies naar niveau en specialisme.
Het resultaat van de voorverkenning wordt in compacte, goed toegankelijke en direct
door handhavende instanties bruikbare vorm gerapporteerd.
Methodiek
Beschrijven van een algemene, flexibele en door elke gebruiker van eigen keuzen
en kengetallen te voorziene methodiek voor het berekenen van benodigde omvang en
deskundigheid.
Zo’n methodiek zou de stappen kunnen beschrijven die nodig zijn, zoals (nu nog
globaal):
 Definieer categorieën objecten en situaties, waar gehandhaafd moet worden;
 Stel de bestuurlijke prioriteit voor de afzonderlijke categorieën vast, mede op
grond van de potentiële effecten van overtredingen en van het daadwerkelijk
naleefgedrag;
 Ken op grond daarvan een gewenste controlefrequentie toe per categorie;
 Bepaal uit ervaring de gemiddelde behandeltijd voor verschillende benodigde
deskundigheden per controle (inclusief nazorg en afhandeling) per categorie;
 Bepaal het actuele aantal objecten en situaties per categorie;
 Bereken de totaal benodigde capaciteit voor verschillende benodigde
deskundigheden;
 Houd bij hoe de werkelijke behandeltijd per categorie is en gebruik die ervaring
voor de volgende toepassing.
Instrument
2
De consequente toepassing van zo’n methodiek, waarbij niet alleen intern, maar ook
extern geleerd kan worden door ervaring, is eigenlijk alleen mogelijk met
computerondersteuning. Daartoe wordt de methodiek vertaald in een flexibel
applicatieprogramma dat door elke gebruiker van eigen keuzen, selecties,
uitbreidingen en kengetallen te voorzien is. Met levering van het programma berusten
alle rechten bij de opdrachtgever, die het om niet ter beschikking stelt aan
belangstellende overheidsdiensten.
Vervolg van het deelproject, maar buiten de offerte-aanvraag:
Proeftuin
Het instrument wordt ter beschikking gesteld aan een variëteit van typen organisaties.
In de ter beschikking gestelde versie zijn bij wijze van handreiking “startkeuzen”
gemaakt: fictieve, maar realistische aannamen voor categorieën, prioriteiten,
behandeltijden etcetera, deels gebaseerd op vroegere BUGM- en VRV-kengetallen.
Dit zijn de “kengetallen van de eerste orde”, zoals bepaald aan de hand van de
voorverkenning.
Organisaties die het instrument ontvangen nemen daarbij de verplichting op zich om
het ten minste twee jaar daadwerkelijk te gebruiken en de ervaringsgegevens die hen
dat oplevert ter beschikking te stellen van het landelijk project.
Deze proeftuin levert allerlei vormen van aangepaste categorieën objecten en
ervaringskengetallen op.
Landelijke kengetallen
De in eerste orde in het instrument ingebouwde “kengetallen van de eerste orde”
zullen al enige handreiking bieden. Echt nieuwe, landelijk onderschreven kengetallen
kunnen pas ontstaan na de proeftuin, dus na twee jaar ervaring. En dan nog alleen
wanneer de ervaringen voldoende gelijkgestemde resultaten oplevert. Het deelproject
is afgerond wanneer zulke kengetallen zijn vastgesteld of wanneer is geconcludeerd
dat de praktijk te zeer verschillend is om, zelfs als handreiking, landelijk kengetallen
vast te stellen.
3
2. Planning
2.1
Tijd en producten
Offertes, selectie, opdrachtverlening
Start
Methodiek
Instrument
Proeftuin
oktober/november 2003
november 2003
november/december 2003
januari/februari 2004
maart 2004- maart 2006
2.2
Capaciteit
Naast de inzet van W. Klein en S. Bartel zal er een beperkte inzet worden gevraagd van de
andere partners in het project Professionalisering. Deze is inmiddels toegezegd.
2.3
Afstemming (relatiematrix)
Afstemming met landelijke projectleiding, projectgroep, werkgroep praktijkvoorbeelden en
indien nodig de werkgroep communicatie. Daarnaast is het van belang de resultaten in het
project te betrekken van het onderzoek van de ECWM over de capaciteit voor
vergunningverlening. Het rapport verschijnt in de tweede helft van november.
3. Beheersing van het project, incl. risico’s en evaluatie
3.1
Organisatie
Specifiek voor het deelproject Kengetallen wordt ter begeleiding van het uitvoerend bureau
een werkgroep kengetallen ingesteld, bestaande uit W. Klein (VROM, vz), S. Bartel (VROM,
secr.) en vertegenwoordigers van de VI, IPO, VNG, UvW, IVW/RWS. Deze werkgroep
rapporteert aan de projectgroep Professionalisering en legt bij relevante beslissingen deze ook
voor aan de projectgroep.
3.2
Informatie en communicatie (evt. opstellen van een matrix).
Resultaten per fase in het project:
 Het resultaat van de voorverkenning wordt in compacte, goed toegankelijke en direct door
handhavende instanties bruikbare vorm gerapporteerd.
 Een beschrijving van een algemene, flexibele en door elke gebruiker van eigen keuzen
en kengetallen te voorziene methodiek voor het berekenen van benodigde omvang en
deskundigheid.
 Een flexibel applicatieprogramma dat door elke gebruiker van eigen keuzen, selecties,
uitbreidingen en kengetallen te voorzien is.
3.3
Kwaliteitsbewaking
Per fase in het project worden door de werkgroep kengetallen de resultaten bekeken en
beoordeeld. Indien nodig zullen de instrumenten aan enkele hho’s ter beschikking worden
gesteld om de bruikbaarheid in de praktijk te testen.
3.4
Risicoanalyse
Problemen die tijdens het project ontstaan zullen in overleg worden bezien en opgelost. In
dien noodzakelijk worden daarvoor de leden van de Projectgroep en/of Stuurgroep
ingeschakeld.
3.5
Evaluatie
Het project is geslaagd wanneer de aangegeven resultaten in een bruikbare vorm aan de hho’s
ter beschikking kan worden gesteld.
4
Download