Convenant bevordering middelenvrije school tussen Gemeente ………………. - Voortgezet Onderwijs……………. Dit convenant is tot stand gekomen als resultaat van de lokale educatieve agenda (LEA) d.d. ……………… Schoolbestuur …………………………… en de gemeente …………………… constateren met alle scholen in het voortgezet onderwijs, dat het belangrijk is dat schoolgaande jeugd opgroeit in een gezonde en veilige omgeving hierin bij voorkeur geen plaats is voor het gebruik van middelen als alcohol, drugs en tabak alcohol en ander middelengebruik een aantoonbare negatieve invloed hebben op startkwalificaties sinds 1 januari 2014 stelt de wet, dat aan jongeren beneden de 18 jaar geen alcohol en tabak meer verkocht mag worden en zij in de publieke ruimte (waartoe ook schoollocaties behoren) tot aan die leeftijd geen alcohol in hun bezit mogen hebben dat de grens van 18 jaar al eerder is bepaald ten aanzien van de verkoop van softdrugs ouders een belangrijke rol hebben in het bevorderen van een gezonde leefstijl, waaronder het zo lang mogelijk uitstellen van middelengebruik, maar dat zij ook andere partijen zoals scholen kunnen ondersteunen dat scholen hierin ook hun eigen verantwoordelijkheid hebben, en komen daarom het volgende overeen: Het schoolbestuur: 1. heeft een beleid waarin een gezond schoolklimaat wordt bevorderd, waarbinnen alcohol, roken en andere drugs niet passen Hierbij is bijzondere aandacht voor: het voorkomen van indrinken bij door school georganiseerde activiteiten het bevorderen van het middelenvrij houden van schoolfeesten en bij (andere) door school georganiseerde buitenschoolse activiteiten , de naleving van de leeftijdsgrenzen van de Drank- en Horecawet en de Tabakswet bij schoolevenementen en schoolactiviteiten, zoals schoolfeestjes, schoolkampen en culturele reizen, het voorkomen van alcohol- en tabaksgebruik van docenten en mentoren zelf bij door de school georganiseerde activiteiten het betrekken van de ouder(raad), docenten, mentoren en leerlingen zelf, een zorgstructuur op de scholen met participatie van CJG/GGD en verslavingszorg scholing ten aanzien van signaleren van genotmiddelenproblematiek. 2. streeft naar een ‘gezonde school' en maakt daarbij gebruik van landelijk erkende lesprogramma’s voor het onderwijs die opgenomen staan in de databank van De Gezonde School (www.gezondeschool.nl), zoals de “Gezonde School en Genotmiddelen”. 3. neemt ten behoeve van de introductie c.q. aanscherping van voornoemde punten deel aan een scholings- en voorlichtingsaanbod voor docenten, door professionals die in het kader van “De Gezonde School en Genotmiddelen” getraind zijn; 4. werkt actief mee, in overleg met de verslavingszorg aan de vroegsignalering van middelengerelateerde problematiek bij leerlingen, onder andere door het volgen van trainingen in de vorm van e-learning en het gebruik van het landelijk aangeboden protocol vroegsignalering. 5. ondersteunt activiteiten, gericht op de doelstellingen van dit convenant, waaronder voorlichtingsactiviteiten richting ouders en leerlingen (bijv. ouderavonden, stukjes in het schoolblad of op de website); 6. benoemt een vaste contactpersoon middelenpreventiebeleid voor partijen als gemeente, GGD, Verslavingszorg en politie 7. Zorgt voor draagvlak bij school personeel, ouders en leerlingen voor de in dit convenant gemaakte afspraken De gemeente: 8. draagt bij in de bekostiging van de lesprogramma’s van “De Gezonde School en Genotmiddelen” en de daarbij behorende inzet van GGD en Verslavingszorg; 9. ondersteunt preventieplannen van scholen waarin aandacht bestaat voor het bevorderen van psychische gezondheid en preventie van middelengebruik en verslaving in het onderwijs 10. ondersteunt (regionale) beleidsplannen Passend Onderwijs met aandacht voor het bevorderen van psychische gezondheid en preventie van middelengebruik en verslaving in het onderwijs 11. bekijkt (waar mogelijk ook in regionaal verband) de mogelijkheid tot het aanscherpen van de aandacht voor riskant middelengebruik onder jongeren in het Periodiek Gezondheidsonderzoek en andere activiteiten van de Jeugdgezondheidszorg in de onderbouw en tijdens het extra contactmoment in de bovenbouw; 12. benoemt een vaste contactpersoon voor het middelengerelateerd preventiebeleid voor de scholen. Een keer per jaar, bij voorkeur in het overleg van de LEA, wordt de voortgang van dit convenant geëvalueerd. …………………… (plaats, datum) …………………….. (schoolbestuur) …………………. (gemeente)