Oefenvragen 1e jaar biologie theorie inleiding biologie en microbiologie Naam:……………. DATUM: Vraag 1: De biologie bestudeert het leven. Eén van de kenmerken van het leven is stofwisseling. a- leg kort uit wat de term stofwisseling betekent. Noem ook twee processen die behoren tot de stofwisseling b- noem de 4 andere kenmerken van het leven. aalle processen in een cel, die te maken hebben met opname, verwerking (omzetting) en uitscheiding van stoffen - bv de afbraak van glucose, de opname van zuurstof -alles wat leeft bestaat uit 1 of meer cellen -waarnemen van en reactie op signalen -groei en voortplanting -voortplanting Vraag 2: De meest voorkomende elementen die voorkomen in levende wezens zijn CHONSP . Welke elementen zijn dit. C H O N S P Koolstof Waterstof Zuurstof Stikstof Zwavel Fosfor Vraag 3: Hieronder staan een 5-tal organismen genoemd. Vermeld van alle 5 tot welk rijk ze behoren, of ze pro- of eukaryoot zijn en of ze heterotroof zijn of autotroof. Organisme Mens Champignon Malariaparasiet Salmonella Eik Rijk Pro- of eukaryoot Auto- of heterotroof Animalia Fungi Protista Monera plantae Eu Eu Eu Pro eu Hetero Hetero Hetero Hetero Auto Vraag 4: Hieronder staan een aantal bacteriën genoemd. Hoe zullen ze er uit zien in een gefixeerd en gekleurd preparaat. (tekenen) Bacillus cereus Vibrio cholerea Stafyloc occus aureus Vraag 5: Hieronder staat de groeicurve van bacteriën in een gesloten systeem. (bijv. een erlenmeyer met steriele nutrient broth met daarin geënt E. coli ) ----I-----.---II---.-----------III-------------.---------IV---------------------. ab- benoem de 4 fasen van de curve verklaar het verloop van de 4 fasen. Fase Naam Lag fase I Verklaring verloop Gewenningsfase, aanpassen stofwisseling, aanmaak enzymen II Log fase Max. groei van aangepaste individuen III Stationaire fase Voedselgebrek/ ruimtegebrek IV afstervingsfase Ophoping afvalstoffen (toxisch) Vraag 6: Hieronder staan een aantal stellingen die waar of niet waar zijn. Welke zijn waar, welke niet waar. Stelling Waar / niet waar Solanum tuberosum (aardappel) en Solanum lycopersicum (tomaat) zijn 2 soorten die tot hetzelfde geslacht behoren Alle bacteriën zijn ziekteverwekkers Gistcellen bevatten een celkern Alle bacteriën groeien het beste bij 37oC Nutriënt agar en Plate Count agar zijn heel specifiek media Waar Niet waar Waar Niet waar Niet waar Vraag 7: Hieronder staan een aantal maatregelen die bederf/ groei van bacteriën kunnen voorkomen. Noem van elke maatregel een voorbeeld uit de keuken of levensmiddelenindustrie en een voorbeeld uit het (werken in ) een lab. Maatregel Voorbeeld uit keuken of levensmiddelenindustrie Voorbeeld uit (werken in) een lab Koelen Vleeswaren in koelkast Kweek bewaren in koelkast Verhitten Koken, bakken,braden Pasteuriseren Koekjes, instant soep Steriliseren Drogen Voorraad medium Vraag 8: De mens en zijn darmflora zijn symbionten, ze leven in symbiose met elkaar. averklaar de term symbiose aan de hand van dit voorbeeld. bNoem een totaal ander voorbeeld van symbiose + verklaring. ade mens levert aan de bacterien van de darmflora een plek om te wonen, met een optimale temp, voeding etc de bacterie levert de mens weerstand (competitie met pathogenen), vitamines bkorstmos alg + schimmel nijlpaard enn vogels die parasieten van de rug eten Vraag 9: Hieronder staan een aantal organismen. Tot welk rijk behoren ze. Vertel ook kort waarom je ze bij dat rijk indeelt. A: gisten (celwand, celkern, geen plastiden) TERMINOLOGIE UIT DE BIOMEDISCHE WETENSCHAP (geef een verklaring van de termen) zie uw eigen schrift term Autotroof heterotroof Morfologie Anatomie Fysiologie Producent Consument Verklaring Reducent Pathogeen Opportunistisch pathogeen Symbiose Parasiet Mineralisatie Oxidatie Species Subspecies