Opgave ec-vs-10 schoolexamen economie vwo Marktfalen door asymmetrische informatie Er is sprake van asymmetrische informatie wanneer de koper of de verkoper meer weet over de kwaliteit van het product waarover onderhandeld wordt, dan de andere partij. Het klassieke voorbeeld is de tweedehands automarkt. De eigenaar wéét dat het een uitstekende en betrouwbare auto is, terwijl de koper de eigenaar maar op diens woord moet geloven. Kopers van gebruikte auto’s zijn bang dat eigenaren van slechte tweedehands auto’s zullen proberen een hogere prijs te krijgen door informatie over de werkelijke staat van de auto voor zich te houden en net te doen alsof het goede auto’s zijn. Stel je voor dat er maar twee soorten tweedehands auto’s zijn: goede en slechte. Ze zien er van buiten hetzelfde uit en ook bij een proefrit merk je weinig verschil. Maar er zijn grote verschillen in de levensduur en de tijd die ze nog te rijden hebben voordat de motor het begeeft. Vanwege dit verschil in motorkwaliteit en levensduur zijn de goede auto’s meer waard dan de slechte. Volgens de Nobelprijswinnaar Akerlof zullen uiteindelijk op de tweedehands automarkt alleen nog maar slechte auto’s verhandeld worden en halen de potentiële verkopers van goede auto’s deze van de markt. 1p 1 Noem naast asymmetrische informatie nog een andere manier waarop marktfalen tot uiting kan komen. 2p 2 Beredeneer waarom theoretisch door de asymmetrische informatie en het daaruit voortvloeiende gedrag van de kopers, alleen nog maar slechte auto’s op de tweedehands automarkt zullen worden verkocht. 2p 3 Beschrijf twee concrete oplossingen om marktfalen op de tweedehands automarkt te voorkomen. Stel dat de markt van tweedehands auto’s met de volgende vraagvergelijkingen kan worden weergegeven: qg = -6pg+10ps-2.000 qg= vraag naar goede tweedehands auto’s qs = -2ps+pg+12.000 qs= vraag naar slechte tweedehands auto’s pg = 1,6ps pg= prijs van een goede tweedehands auto qsa = 10.000 ps= prijs van een slechte tweedehands auto qsa = aanbod van slechte tweedehandsauto’s 2p 4 Toon met een berekening aan dat er op deze markt geen goede auto’s worden verhandeld. 1p 5 Bereken de kruislingse prijselasticiteit van de vraag naar slechte auto’s in het gevonden evenwicht. Ga ervan uit dat pg = €8.000,- indien je bij vraag 4 geen uitkomst hebt gevonden. 2p 6 Beredeneer of de theorie van Akerlof uitgaat van hoge of juist lage kruiselingse prijselasticiteiten. © Cito B.V.(2011) Pagina 1 De minister is niet blij met de negatieve externe effecten van het wagenpark in dit land en overweegt daarom een drastische maatregel te nemen: een vergunningenstelsel voor het bezit van slechte auto’s omdat deze veel schade opleveren voor het milieu. Van alle kanten uit de samenleving komt kritiek op dit plan. 2p 7 Leg uit dat het doorberekenen van de negatieve externe effecten in de prijs van het autorijden een effectieve methode kan zijn om de welvaart van dit land te verhogen. 1p 8 Beoordeel in welk geval de kritiek uit de samenleving op dit vergunningenstelsel economisch gezien terecht is en in welk geval niet. © Cito B.V.(2011) Pagina 2