T.OP NOORDRAND TERRITORIAALONTWIKKELINGSPROGRAMMA -----PROEVE VAN PROGRAMMA TOP Noordrand – Proeve van Programma 1 Leeswijzer Dit document bestaat uit een proeve van territoriaal ontwikkelingsprogramma, het verhaal van de noordrand, en een reeks documenten die het programma onderbouwen, de achtergronddocumenten. De proeve van territoriaal ontwikkelingsprogramma is onderwerp van deze consultatie. Ze bevat vier strategieën en vier deelgebieden die geconcretiseerd worden via acties, opgelijst in tabellen. Ze sluit af met een voorstel tot beheer van het programma. Het verhaal van de Noordrand en de achtergronddocumenten zorgen voor context en verdieping. Hier worden de uitdagingen voor de regio beschreven (Context), de ambities en doelstellingen (Doelstellingen), een wervend beeld van de Noordrand op lange termijn (Visie: Dit is geen Rand), en hoe we die visie concreet op het terrein willen realiseren (Strategieën). Op de website www.ruimtelijkeordening.be/topnoordrand vindt u nog meer materiaal. Daar wordt het voorafgaande coproductieproces gedocumenteerd. U vindt er ook het studiemateriaal dat aan de basis ligt van het programma van acties. Het Dagelijks Bestuur van T.OP Noordrand is de auteur van dit ontwikkelingsprogramma. TOP Noordrand – Proeve van Programma 2 TOP Noordrand – Proeve van Programma 3 Inhoudstafel: Leeswijzer ................................................................................................................................................ 2 1. PROEVE VAN PROGRAMMA ................................................................................................................ 5 Vier Strategieën ................................................................................................................................... 9 Stedelijke ontwikkeling enten op een gelaagd mobiliteitsnetwerk .............................................. 10 Open ruimte als motor voor stedelijke ontwikkeling .................................................................... 18 Stedelijke ontwikkeling en Ring R0/luchthaven in balans brengen .............................................. 22 Onderbenutte ruimte activeren .................................................................................................... 28 Vier Deelgebieden ............................................................................................................................ 33 Europese Boulevard Zuidstation – EU – Navo – luchthaven ......................................................... 34 Internationaal evenementen-plateau Heizel ................................................................................ 40 Grootstedelijke corridor Leuvensesteenweg/E40 ......................................................................... 46 Zenne: De gedeelde vallei ............................................................................................................. 50 Governance ...................................................................................................................................... 55 Beheer van het ontwikkelingsprogramma .................................................................................... 56 Projectenmonitor .......................................................................................................................... 58 2. HET VERHAAL VAN DE NOORDRAND ............................................................................................ 61 Context .......................................................................................................................................... 62 Doelstellingen: Vier gedeelde doelen ........................................................................................... 66 Visie: Dit is geen Rand ................................................................................................................... 68 Strategieën .................................................................................................................................... 72 Acties ............................................................................................................................................. 76 Bibliografie ........................................................................................................................................ 78 ACHTERGRONDDOCUMENTEN ......................................................................................................... 79 TOP Noordrand – Proeve van Programma 4 PROEVE VAN PROGRAMMA TOP Noordrand – Proeve van Programma 5 Een Territoriaal Ontwikkelingsprogramma (T.OP) is een nieuwe benadering in het ruimtelijk beleid. We hanteren volgende definitie: Een territoriaal ontwikkelingsprogramma brengt relevante belanghebbenden samen om in een bepaald gebied vanuit gemeenschappelijke doelstellingen te komen tot een programma van realisaties op korte en middellange termijn. Een T.OP is geen “plan” in de klassieke zin van het woord. Het bestaat uit een visie en een reeks van acties. (Bestemmings)plannen kunnen er een onderdeel van uitmaken. De visie van het programma werkt door in de acties. Naarmate acties uitgevoerd geraken, verdwijnen ze uit het programma. Wanneer nieuwe maatschappelijke vragen opduiken, evalueren we de visie en de lijst van acties en passen aan indien nodig. Sommige van de acties kaderen binnen beleidsbeslissingen uit het verleden. Voor andere acties zal een nieuwe beslissing nodig zijn. Het gebied waarvoor we dit T.OP opmaken is de Noordrand van Brussel: het bevat delen van het grondgebied van de gemeenten Vilvoorde, Machelen en Zaventem, Grimbergen, Brussel (NederOver-Heembeek, Haren), Evere en Schaarbeek. De zuidwestelijke grens wordt gevormd door de Van Praetbrug en de Lambermontlaan. De E40 is de zuidoostelijke grens. Het is een ruimtelijk samenhangend gebied met een beheersbare omvang, dat deels in het Vlaams Gewest en deels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt. De opmaak van het territoriaal ontwikkelingsprogramma spoort samen met de vernieuwing van het ruimtelijk plansysteem naar aanleiding van de opmaak van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. TOP Noordrand – Proeve van Programma 6 Het programma is opgebouwd uit vier strategieën en vier deelgebieden. Elke strategie vormt een “paraplu” voor een reeks samenhangende acties. Deze acties zijn generiek van aard, ze gelden voor de hele Noordrand. Omwille van hun eigenheid en strategisch belang krijgen vier deelgebieden een specifieke benadering op maat. De vier strategieën worden er concreet vertaald. Hieruit volgen acties die verbonden zijn aan één bepaald deelgebied in de Noordrand. TOP Noordrand – Proeve van Programma 7 TOP Noordrand – Proeve van Programma 8 Vier Strategieën TOP Noordrand – Proeve van Programma 9 Strategie 1 Stedelijke ontwikkeling enten op een gelaagd mobiliteitsnetwerk TOP Noordrand – Proeve van Programma 10 Om de stedelijke ontwikkeling in de Noordrand in goede banen te leiden koppelen we ze aan het mobiliteitsnetwerk. Hoe beter een plek aansluit op dit netwerk, hoe meer ontwikkelingskansen. We kanaliseren de demografische groei naar knooppunten in dit netwerk. Plekken waar nu ontwikkelingen plaatsvinden, zoals bijvoorbeeld Neder-Over-Heembeek, takken we prioritair aan op het mobiliteitsnetwerk door middel van een bijkomend aanbod aan openbaar vervoer. Nieuwe ontwikkelingen, zoals woningen langs het kanaal, kunnen er enkel komen nadat deze sites aangesloten werden op het netwerk van openbaar vervoer. Rond knooppunten van het openbaar vervoer – zoals de toekomstige tramlijn tussen de luchthaven en Vilvoorde – kan de dichtheid opgedreven worden. (Bron: De gedeelde vallei, p. 92) Het mobiliteitsnetwerk bestaat uit verschillende lagen. Niet alle knooppunten zitten op dezelfde laag. Het station van de luchthaven van Zaventem zit bijvoorbeeld op een internationale laag van het netwerk, in tegenstelling tot het nochtans vlakbij gelegen station van Zaventem. Het belang en de rol van een knooppunt in het netwerk bepaalt de ontwikkeling, zowel qua aard als qua omvang. We onderscheiden verschillende vormen van stedelijke ontwikkeling. Verdichtingsprojecten, kernversterkingsprojecten, stadsvernieuwingsprojecten, economische ontwikkelingsprojecten, reconversieprojecten zijn allemaal mogelijkheden die volop benut moeten worden om tegemoet te komen aan de sterke vraag naar bijkomend woonaanbod in de Noordrand. Woonaanbod en voorzieningen creëren De demografische groei zorgt voor vraag naar extra woningen. Het aanbod moet gevarieerd zijn en veranderingsgericht, met voldoende betaalbare woningen, zodat het bijdraagt aan de sociale samenhang. We zorgen voor voldoende basisvoorzieningen, zoals scholen en zwembaden, op wandel- en fietsafstand. Grootstedelijke voorzieningen krijgen mogelijkheden aan de belangrijke knopen in het mobiliteitsnetwerk, zoals Heizel, Vilvoorde station en Brussel Nationale Luchthaven. TOP Noordrand – Proeve van Programma 11 Grootschalige renovatie van goed ontsloten woongebieden is een must. Nieuwe projectgebieden aansnijden kan, op voorwaarde dat ze aansluiten op belangrijke knooppunten van het mobiliteitsnetwerk. Daarbij moet steeds nagegaan worden of elders bijkomende open of groenblauwe ruimte kan gecreëerd worden. Ook instrumentele aanpassingen, zoals het aanpassen van de bouwlagenrichtlijn en verhandelbare ontwikkelingsrechten, kunnen voor een bijkomende ontwikkelingsdynamiek zorgen. Ruimte voor gevarieerde economische activiteiten voorzien Stedelijke ontwikkeling is gericht op wonen én op werken. De ruimte die nodig is om jobs te creëren mag niet weggedrukt worden door de vraag naar woningen. Om de Noordrand ook economisch veerkrachtig te maken, is een waaier aan economische activiteiten belangrijk. Het verleden van zware industrie moet plaats maken voor een toekomst van creatieve, stedelijke industrie: productieactiviteiten die beter verzoenbaar zijn met een woonomgeving. Door de industrie terug dichter bij de afzetmarkt te brengen verkorten we de keten. Bovendien levert dit jobs die aansluiten bij het toekomstig bevolkingsprofiel van de Noordrand. Het saneren en recycleren van de oude industriezones is één van de belangrijke transformatievraagstukken in het gebied. Grote projecten die op stapel staan, zoals Schaarbeek Vorming, kunnen gebruikt worden als ‘urban catalyst’, om het gebied nieuw leven in de blazen. Dit zal belangrijke investeringen in tijd en middelen vragen. De sterke aanwezigheid van de logistieke sector, recyclagebedrijven, multimodale platformen en vele pakhuizen maken van de Noordrand een interessante schakel in de materialenstroom van de Brusselse metropool. Logistiek zal ook in de toekomst een belangrijke economische sector blijven. De meeste van de activiteiten concentreren zich aan de luchthaven Brussel-Nationaal en de ring R0. In een koolstofarme en circulaire economie verloopt logistiek meer dan nu via water- en spoorwegen. We reorganiseren het distributienet, waarbij we vrachten groeperen en distributieplatformen langs het kanaal voorzien. Winkelcentra kunnen gebruikt worden als stedelijke logistieke platformen. Op buurtniveau gebeurt de distributie via kleinere depots. Onderwijs en onderzoek zijn een katalysator voor economische ontwikkeling in de Noordrand. De bestaande specialisaties vormen de kiem van economische clusters. Zo ontstaat aan de Reyers-site in Schaarbeek een hotspot voor mediagericht onderwijs en onderzoek waar zowel kennisinstellingen als bedrijven zich vestigen. Mediabedrijven die al gevestigd zijn op het terrein of in de directe omgeving, gaan samenwerkingen aan. Media-gerichte opleidingen worden gegeven op locatie, met behulp van de kennis en praktijk van de mediabedrijven. TOP Noordrand – Proeve van Programma 12 De RTBF/VRT-site kan een belangrijke rol spelen in de economie van de Noordrand door samenwerking tussen kennisinstellingen en mediabedrijven (bron: T.OP Noordrand – deelgebied A201-E40-Meiser-Nossegem, p. 105) Rond Toyota Motor Europe of Viessman in Nossegem kan een cleantech-cluster ontstaan. Sterke economische spelers laten toe dat opleidingscentra zich vestigen op of nabij hun site. Werknemers en werkzoekenden krijgen specifieke opleidingen die beter aansluiten op het aanbod. De dynamiek die ontstaat zorgt voor verdere ontwikkeling van het gebied. Stop-principe als voorwaarde voor groei De ontwikkeling van bijkomende stedelijkheid in de Noordrand staat of valt met een oplossing voor de mobiliteit. Vandaag staat mobiliteit voor een groot deel gelijk aan automobiliteit. Door de voortdurend stijgende autodruk neemt de bereikbaarheid steeds verder af. Een belangrijke inspanning voor het bereiken van een modal shift is een absolute voorwaarde voor bijkomende ontwikkelingen in de Noordrand. Inzetten op het STOP-principe is noodzakelijk en dit binnen een globale visie op mobiliteit en bereikbaarheid over de grenzen van de gewesten en gemeenten heen. Thema’s zoals openbaar vervoer, bereikbaarheid, parkeerbeleid, fietsnetwerk, stadsdistributie en kennisontwikkeling over nieuwe mobiliteitstechnologieën maken deel uit van die visie. Intergewestelijke samenwerking rond mobiliteitsplanning is absoluut noodzakelijk. We bouwen het openbaar vervoer uit. Prioritair realiseren we het Gewestelijk Expresnet (GEN) en het volledige BRABANT-net, en koppelen die aan de bestaande openbaarvervoersnetwerken. Deze bestaande netwerken stemmen we op elkaar af. Daar waar ontwikkelingen dit vereisen vullen we TOP Noordrand – Proeve van Programma 13 aan. Het moet niet steeds gaan om grote infrastructurele werken: ook nieuwe buslijnen of experimentele concepten als personenvervoer via het kanaal kunnen op korte termijn oplossingen bieden. De “volle” sterren op de kaart (p10) aan het begin van dit hoofdstuk geven aan waar er nood is aan nieuwe stopplaatsen van het openbaar vervoer. Knooppunten van het openbaar vervoer kunnen het hart vormen van autoluwe zones of “no careilanden”. Naarmate er meer dergelijke zones komen en deze groter worden, groeien deze eilanden naar elkaar toe en wordt de auto zo goed als overbodig in de Noordrand. We nemen sturende maatregelen die het autogebruik verder ontmoedigen op het moment dat er voldoende alternatieven aanwezig zijn. Er is gewestgrensoverschrijdende samenwerking nodig in verband met parkeren, afgestemd op het meerlagig vervoersnetwerk. We bouwen park-and-rides uit waar mensen kunnen overstappen op het openbaar vervoer. Het Brussels gewest heeft hiervoor reeds locaties geselecteerd. Dit plan moet gekoppeld worden aan een gemeenschappelijke visie voor het hele gebied. Het verdere plannen van de herstructurering van de ring R0 moet in overleg gebeuren, gekoppeld aan een visie op de aantakking en organisatie van toegangswegen en de aanleg van park-and-rides bij knooppunten van het openbaar vervoer. Voor verkeer afkomstig van buiten de Noordrand voorzien we park-and-rides zoveel mogelijk buiten het gebied. De fietser verdient een belangrijke plaats in het gelaagd mobiliteitsnetwerk. De Noordrand is een heel befietsbaar gebied. De mogelijkheden van fietssnelwegen worden op dit moment nog onvoldoende benut. De opkomst van elektrische fietsen verbetert de concurrentiepositie van de fiets en verlaagt drempels voor bepaalde doelgroepen. Dit biedt kansen voor onder meer fietslogistiek en deelfietsen als onderdeel van het openbaar vervoersconcept. Het fiets-GEN (Gewestelijk Expresnet voor fietsverplaatsingen) vormt een uitstekende basis voor de uitbouw van een netwerk van fietssnelwegen. We werken aan een betere integratie van fietsen en openbaar vervoer. De voetganger heeft nood aan voldoende beveiligde wandelroutes. Het hele gebied, dat doorkruist wordt door harde barrières, moet fijnmazig doorwaadbaar gemaakt worden. Lokale woonkernen en mobiliteitsknooppunten moeten in een voetgangersnetwerk verbonden worden. Kleine, lokale ingrepen kunnen hierin al een groot verschil maken. Goederenverkeer speelt een belangrijke rol in de Noordrand. Naast het versterkt gebruik van water en spoor kan de ontwikkeling van een specifiek distributienetwerk, met een differentiatie voor lichtere en zwaardere vrachten (+7,5 ton), de overlast beperken. De uitbouw van een distributiecentrum voor de Noordrand van Brussel kan de performantie verhogen. We stemmen de ontwikkelingsperspectieven voor Schaarbeek-vorming, Cargovil en Brucargo op elkaar af. Ondertussen dienen nieuwe technologieën op vlak van vervoer en transport zich aan. Een intergewestelijk kenniscentrum dat experimenteert met deze nieuwe technologieën zou in de Noordrand een ideale locatie vinden. Nieuwe technologieën kunnen er een toepassing vinden, zoals slimme infopunten over multimodale reiswegen aan belangrijke knooppunten. TOP Noordrand – Proeve van Programma 14 Tabel1 met acties rond strategie 1: Stedelijke ontwikkeling enten op een gelaagd mobiliteitsnetwerk Acties rond stedelijke ontwikkeling: 1 Must have/ nice to have MH 2 MH 3 MH 4 NTH 5 MH 6 MH 7 MH 8 NTH gemeenschapsopbouw in tussengebieden 9 MH Transformatiedoelstellingen bedrijfslocaties 1 Actie titel omschrijving Transit Oriented Development (TOD): stedelijke ontwikkeling afstemmen op belang van OV-knooppunt Intergewestelijke aanpak logistiek Aanpassen ruimtelijk instrumentarium op Actief stimuleren van specifieke groei rond bestaande en geplande OVknooppunten in een gemengde woonwerk omgeving: Pilootprojecten: CAT-site, Haren, Bordet Onderzoek naar localisatiefactoren voor verdichting en het verdichtingspotentieel rond knooppunten OV Afstemming ontwikkelingsperspectieven van de logistieke platformen Cargovil, Brucargo en de ontwikkeling op Schaarbeek-vorming om te komen tot een performant grootstedelijk distributiesysteem. Opzetten van een distributieplatform van waaruit de noordelijke helft van het Brusselse bevoorraad wordt Herbekijken bouwlagenregeling gewestplan en verordening ifv TOD Ontwikkelen instrumentarium voor alternatieve financieringsmechanismen ifv ontwikkelingen in de Noordrand zoals infrastructuur, openbaar domein, ... Bijkomende beleidsaandacht voor betaalbaar wonen en veranderingsgericht (ver)bouwen Onderzoek naar condities voor interactie tussen woon- en werkgebieden in zogenaamde tussengebieden (vb. Koningslo, Strombeek-Bever, NederOver-Heembeek, Diegem) cf. methodiek Fabrieksstraat in Zaventem Doelstellingen formuleren voor de transformatie van bedrijventerreinen Weiveld (Nossegem), Park Hill (Diegem) en Buda (Vilvoorde). De resultaten van het onderzoek kunnen dienen voor de IABR 2016 “the next economy”. Minimaal actoren Betrokken Type Relatie met beslist beleid bron termijn nr. BSO, RV, BM, Citydev, gemeenten, MOW, prov, Vlabinvest KT Beleid, pilootproject Beslist/ Nieuw Ontwerpend onderzoek, Overleg (deputatie) BSO, RV KT onderzoek Nieuw Overleg (stuurgroep 3) BM, MOW, uitbaters logistieke zones ML T Onderzoek, beleid Confor m (ontwer pGPDO) Ontwerpend onderzoek, Werksessies BM, MOW, BSO, prov, RV KT pilootproject Nieuw GDPO, werksessies RV KT Nieuw Werksessie 4 BSO, RV ML T instrumentariu m instrumentariu m nieuw Werksessie 4 Wonen Vlaanderen, BSO KT beleid Nieuw Overleg Prov., ATO, Gemeenten, BSO, KT Uitvoering (interventie) conform Fabrieksstraa t BSO, KT onderzoek conform overleg prov., RV, OVAM AO, Voor de toelichting van de tabel wordt verwezen naar hoofdstuk “Acties” op p. 74. TOP Noordrand – Proeve van Programma 15 Acties rond gelaagd mobiliteitsnetwerk Actie titel 10 Must have/ nice to have MH 11 NTH Gedeeld multimodaal verkeersmodel 12 MH GEN-netwerk 13 MH BRABANT-net 14 NTH 15 MH Afstemmen OV-aanbod 16 NTH 17 MH 18 MH Haalbaarheidsstudie Personenvervoer op kanaal Doorwaadbaarheid voor voetganger/fiets verhogen Fiets-GEN 19 MH Intergewestelijk Villo!systeem 20 NTH 21 MH Heffing personenvervoer Parkeerbeleid afstemmen 22 MH 23 MH 24 NTH 25 MH Mobiliteitsplan Noordrand, gebaseerd op de ruimtelijke visie goederenvervoer mobiliteitscoördinatiec entrum omschrijving Minimaal actoren Betrokken Type Relatie met beslist beleid bron termijn nr. intergewestelijke opmaak mobiliteitsplan waarin ruimtelijke ontwikkeling en globaal mobiliteitsnetwerk (OV, auto, fiets, voetganger) voor metropolitane zone gekoppeld worden Uitwerken gedeeld dynamisch multimodaal verkeersmodel dat de effecten van bestaande/geplande ontwikkelingen in kaart brengt. Dit wordt de basis voor afweging alternatieven, randvoorwaarden, … Gewesten en provincie dringen in Raad van Bestuur NMBS samen aan op versnelling uitvoering GEN-netwerk Besliste tracés trams uitvoeren en waar mogelijk versnellen BM, MOW, AWV, BSO, prov, RV KT beleid nieuw Werksessie 4 BM, MOW, prov KT onderzoek conform Werksessie 4 Vlaamse en Brusselse Regering, deputatie KT uitvoering conform Ontwerpend onderzoek De Lijn, BSO, BM, MOW, MIVB, RV KT Uitvoering conform Ontwerpend onderzoek Onderzoek naar mogelijke uitbreiding OV-net: Ringtram, Neder-OverHeembeek, Grimbergen, optimalisatie A12, verlenging metro naar Wemmel Versnellen van afstemming tussen de OV-operatoren (uurregeling, tariefintegratie, ticketing, …) Onderzoek naar potentie van personenvervoer op water , verknopen met OV-netwerk, fietsnetwerk Opheffen van fysische barrières infrastructuurbundels De Lijn, MIVB, BM, BSO, MOW, RV ML T onderzoek nieuw Ontwerpend onderzoek BM, De Lijn, MOW, MIVB, NMBS, prov., TEC KT uitvoering Confor m Werksessie 4 MB, W&Z, Waterbus ML T onderzoek conform Werksessie 4 Infrastructuurbeheerders , gemeenten ML T uitvoering nieuw Werksessie 4 Versnelde intergewestelijke uitvoering van fiets-GEN-routes (zoveel mogelijk dankzij omvormen bestaande infra) met afstemming op nieuwe OV-knooppunten en OV-infrastructuur Uitrol fietsdeelsysteem in hele Noordrand & onderzoek naar elektrische deelfietssysteem Onderzoek naar mogelijkheden van intelligente heffing op autoverkeer parkeerbeleid in Brussel en rand op elkaar afstemmen P+R realiseren, gekoppeld aan OVknooppunten, maximaal buiten de Noordrand BM, BSO, MOW, Prov, RV KT uitvoering conform Werksessie 4 BM, Prov, gemeenten, JCDecaux, MOW KT uitvoering nieuw Ontwerpend onderzoek BM, MOW, prov LT Onderzoek nieuw Werksessie BM, MOW, gemeenten, prov BM, MOW, Infrabel, NMBS, prov KT beleid nieuw Werksessie KT beleid nieuw Onderzoek ontsluiting Schaarbeekvorming Uitbouw eigen netwerk vrachtvervoer (> 7,5t), zoveel mogelijk gebruik makend van bestaande weginfrastructuur opzetten van een intergewestelijk mobiliteitscoördinatiecentrum en aanstellen van mobiliteitsambtenaar voor bedrijvenzones rond de luchthaven BM, AWV KT onderzoek BM, MOW, prov KT/ ML T KT pilootproject afwijken d nieuw OntwerpGPDO, Ontwerpend onderzoek Overleg Machelen werkssessie Confor m BRV-gebied Luchthaven TOP Noordrand – Proeve van Programma VOKA, BM, MOW uitvoering 16 TOP Noordrand – Proeve van Programma 17 Strategie 2 Open ruimte als motor voor stedelijke ontwikkeling TOP Noordrand – Proeve van Programma 18 De huidige open ruimte in de Noordrand is een gevarieerde mix van landbouwgebieden, snippers langs snelwegen, spoorwegbermen, kanalen, viaducten, natuurdomeinen, bossen, parken, kerkhoven, wateroppervlakken en valleien. Door de verstedelijking en de demografische groei staat de open ruimte onder druk. Al te vaak wordt groen beschouwt als restruimte die bij nieuwe ontwikkelingen dreigt te verdwijnen. Veel van dit groen bevindt zich in de frontlinie van ruimtespeculatie en wordt al te vaak onbezonnen en zonder visie aangesneden. Nochtans wordt het sterk gewaardeerd door bewoners en passanten. Open ruimte maakt een vitaal onderdeel uit van elke verstedelijkte regio en levert vele ecosysteemdiensten. Dit geldt ook in de Noordrand. Zonder voldoende open ruimte van goede kwaliteit is een stedelijk gebied niet leefbaar. Nieuwe verstedelijking moet hand in hand gaan met de versterking van de open ruimte. Door de open ruimte in te zetten als motor voor de stedelijke ontwikkeling vergroten we de veerkracht van de Noordrand en zorgen we voor een goede levenskwaliteit. Kleine ingrepen kunnen van een eenzijdig landbouwgebied een multifunctionele ruimte maken (bron: T.OP Noordrand – deelgebied A201-E40-Meiser-Nossegem, p. 94) We moeten grootschalige landschapsstructuren integraal inschakelen in de werking en ontwikkeling van het stedelijke gebied met de bedoeling ze te versterken. Het gaat hierbij om een ‘geactiveerde open ruimte’, waarin de open ruimte gevrijwaard blijft en op haar beurt opportuniteiten aanreikt om de omliggende gebieden multifunctioneel te ontwikkelen. Zo kan open ruimte een belangrijk antwoord bieden op de grote maatschappelijke uitdagingen waar de Noordrand voor staat. TOP Noordrand – Proeve van Programma 19 Open ruimtes zijn nog sterk aanwezig in de Noordrand maar vormen vaak de “achterkant”. Men heeft de afgelopen vijftig jaar grootschalige infrastructuren aangelegd zonder voldoende aandacht te besteden aan de onderlinge samenhang. Daardoor is de Noordrand moeilijk doorkruisbaar. We verbinden de verschillende fragmenten met elkaar door groenverbindingen, fietsroutes, etc. Dit doen we door de concentrische wandel- en fietsroutes van de Groene Wandeling2 en de Groene Gordel3 te verbinden. Zo vergroten we de samenhang in de Noordrand. Open ruimte kan het bindmiddel zijn van wonen, werken, recreëren, landbouw, duurzame mobiliteit, biodiversiteit en waterbeheer. We stimuleren meervoudig ruimtegebruik zonder de landbouwactiviteit te verdrukken, onder meer door diversificatie van de landbouw, met streekeigen gewassen zoals fruitbomen in Schaarbeek, grondwitloof in Haren, etc. Zo versterken we ook de recreatieve en toeristische waarde van het gebied. We moeten de grote landschappelijke structuren inschakelen in de dynamiek van het hele gebied. Dit kan door middel van de ontwikkeling van continue open ruimte-verbindingen over de gewestgrens heen, waarin ook snelle fiets-infrastructuren ingebed worden. We ontwikkelen de verbindingen langs de Zenne en het Kanaal, maar bijvoorbeeld ook tussen Woluweveld en Zaventem, Neder-OverHeembeek en Vilvoorde en tussen Haren en het Moeraske. Daarnaast kunnen een aantal strategisch gekozen groene oost-west verbindingen de barrièrewerking van de aanwezige infrastructuren (kanaal, spoor-, snel- en steenwegen) verkleinen. Het herdenken van de Ring en een aantal grote invalswegen (E40/Reyers, Leopold III-laan, A12 en A10/Meiselaan) biedt mogelijkheden om deze landschappelijk in te bedden. Naast deze lineaire structuren moeten we ook een aantal grootschalige landschapspolen ontwikkelen, zoals Woluweveld en “Zoniën-Noord”. De zones tussen stedelijk weefsel en ‘platteland’ zijn een uitstekende experimenteerruimte voor duurzame productie en de ontwikkeling van een aantal breed toegankelijke publieke ruimtes waarbij ook marketing en toerisme een rol spelen. Zo kunnen we een succesvol initiatief als “ParckDesign”4 in de twee gewesten organiseren om de agrarische, recreatieve, sociale, landschappelijke en/of natuurlijke uitwisseling tussen het stedelijk gebied en zijn omgeving meer dynamisch te maken. 2 Zie http://www.leefmilieu.brussels/themas/groene-ruimten-en-biodiversiteit/de-groene-wandeling Zie http://www.groteroutepaden.be/nl/route/420/streek-gr-groene-gordel.html 4 Zie www.parckdesign.be 3 TOP Noordrand – Proeve van Programma 20 Tabel5 met acties rond strategie 2 Open Ruimte als motor voor stedelijke ontwikkeling 5 Must have/ nice to have Actie Titel Omschrijving 26 MH Continuïteit Woluweveld 27 MH Masterplan Woluweveld 28 NTH “ParckDesign” (Woluweveld of Grimbergen) 29 MH Verbinden ‘Promenade verte’ en ‘groene Gordel’ 30 MH Kleine open ruimtes in deelgebieden beheren Woluweveld verbinden in een ketting van groene ruimtes van aan de begraafplaats van Brussel richting zuidkant luchthaven Zaventem gekoppeld aan de snelle fietsroute Een gezamenlijk masterplan voor de ontwikkeling van het Woluweveld en zijn stedelijke context Een intergewestelijke editie van “ParckDesign” maakt het belang van open ruimte in de stad tastbaar voor de bevolking, bedrijven en administraties. Dit evenement veronderstelt tijdelijke interventies, acties en happenings. Door de concentrische wandel- en fietsroutes Groene Wandeling en Groene Gordel met elkaar te verbinden vergroten we de samenhang van de noordrand. Goed bereikbare kleine open ruimtes behouden, toegankelijk maken om op de rand ervan bijkomend stedelijk programma te realiseren op wandelafstand van ov-knooppunten: Kassei te Vilvoorde Koningslo te Vilvoorde, Potaarde te Grimbergen, Ossegempark op de Heizel, Militair Hospitaal, Neder-OverHeembeek Stations in Haren Sint-Pieters, Evere Houtweg, Evere Walckiers, Schaarbeek Haachtsesteenweg, Brussel Bessenveld, Diegem Kerkhoven Zaventem Woluwedal Woluwe Open ruimte tussen E19 en woonkern Machelen Nossegemdelle, Zaventem in Betrokken actoren termij n Type Relatie met beslist beleid bron LB, VLM MLT Uitvoering Conform Ontwerpend onderzoek “A201-E40” BSO, RV, LB, VLM KT Onderzoek Conform LB, Brussels by boat, Brusselse Haven, Metrolab, VLM KT Uitvoering Nieuw Ontwerpend onderzoek “A201-E40” Werksessies LB, VLM, BM KT Beleid Nieuw Ontwerpend onderzoek “regionale visie” MLT (na actie 13) Uitvoering Conform/ Nieuw CASS Summer School 2014, Ontwerpend onderzoek “De gedeelde vallei” p. 65 gemeenten AWV, Diegem- Evere en Sint-Stevens- Voor de toelichting van de tabel wordt verwezen naar hoofdstuk “Acties” op p. 74. TOP Noordrand – Proeve van Programma 21 Strategie 3 Stedelijke ontwikkeling en Ring R0/luchthaven in balans brengen TOP Noordrand – Proeve van Programma 22 De Noordrand kende de voorbije decennia een sterke bevolkingsgroei. Deze trend zet zich de komende twintig tot dertig jaar verder. De bevolking van de gemeenten in de Noordrand zal tot 2030 aanzienlijk groeien met Vilvoorde op kop.6 Dit zal leiden tot een meer stedelijk karakter, waardoor ook de manier van samenleven zal veranderen. Het aanbieden van goede en betaalbare woningen wordt een enorme uitdaging. Enerzijds biedt dit gebied heel wat kansen om bijkomende ontwikkelingen op een doordachte manier op te vangen. Anderzijds zijn er een aantal belangrijke randvoorwaarden – in het bijzonder met betrekking tot gezondheid – waarmee we rekening moeten houden. Voor de gebieden rond de ring R0 en de luchthaven Brussel-Nationaal moeten een aantal duidelijke keuzes gemaakt worden - een balans gevonden worden - over ‘waar kunnen we de gezondheid en de leefbaarheid van woningen niet langer garanderen’ en ‘waar willen we dat wel en moeten we de bestaande en nieuwe woningen en/of de infrastructuur daaraan aanpassen’. We accepteren de huidige infrastructuur van de R0 en de luchthaven als randvoorwaarde, ook op lange termijn. Elke aanpassing eraan moet zoveel mogelijk maatschappelijke meerwaarde creëren voor de directe omgeving en de ruime regio. Dit impliceert tweerichtingsverkeer. Enerzijds vermijden we grootschalige nieuwe woonontwikkelingen in de zones met de grootste hinder. Bestaande woonconcentraties als DiegemLo krijgen een duidelijk perspectief. Anderzijds leveren de beheerders van deze infrastructuren inspanningen om de hinder op vlak van geluid, vibraties, luchtkwaliteit, landschap, en waterhuishouding aan de bron te beperken. Dit kan door een betere landschappelijke inbedding, een verminderde barrièrewerking enzovoort. We zoeken naar synergie tussen infrastructuur en omgeving. Zo kunnen we onderzoeken hoe de ring R0 kan ingezet worden voor opwekking en opslag van energie voor de activiteiten in de omgeving. Op zoek naar woningaanbod gaan we In de eerste plaats na waar het juridisch aanbod aan woongebieden gelegen is (register onbebouwde percelen) en hoeveel bijkomende woningen daar theoretisch gezien mogelijk zijn. Dit aanbod moet vervolgens afgezet worden tegen de woonbehoefte (gebaseerd op de bevolkingsprognoses). Daarna moet de beschikbare informatie over vliegroutes, geluidshinder, fijn stof emissies enzovoort als basis dienen om uitspraken te doen over welke gebieden ook op lange termijn in aanmerking komen voor ontwikkeling als woongebied. Woongebieden die niet ontwikkeld kunnen worden met voldoende kwaliteit, krijgen beter een andere bestemming. De goed gelegen plekken kunnen dan via een compensatiemechanisme een meer intensieve ontwikkeling krijgen, waarbij de mate van ontwikkeling gekoppeld moet worden aan de ligging in het gelaagd mobiliteitsnetwerk (zie p. 10). Waar bijkomende woningbouw mogelijk is plannen we voldoende bijkomend aanbod om aan de stijgende vraag naar woningen tegemoet te komen en prijsstijgingen af te remmen. We geven de nodige rechtszekerheid zodat dit aanbod ook effectief gerealiseerd wordt. Waar geluidshinder een 6 Zie deel Context p. 60. TOP Noordrand – Proeve van Programma 23 factor is voorzien we voldoende geluidsisolatie. Woningen extra isoleren kan in bepaalde gebieden bewoning mogelijk maken. Aan nieuwe of vernieuwde woningen kunnen normen opgelegd worden rond geluidsisolatie. In elk voorstel moet de nodige aandacht zijn voor betaalbare huisvesting. We moeten vermijden dat de huidige bewoners verdreven worden. Om de druk op de woningmarkt verder op te vangen laten we toe dat leegstaande gebouwen binnen de gebieden die voor wonen in aanmerking komen als woning gebruikt worden, eventueel tijdelijk. Daarnaast vullen we de bestaande bebouwde ruimte “veranderingsgericht” in: we houden rekening met toekomstige evoluties. TOP Noordrand – Proeve van Programma 24 Tabel7 met acties rond strategie 3: Stedelijke ontwikkeling en Ring R0/luchthaven in balans . Nr . Must have / nice to have Actie Betrokken actoren term ijn Type Relatie met beslist beleid bron Titel omschrijving 31 MH Effecten van het huidig gebruik van de infrastructuur bestuderen In beeld brengen en communiceren van deze effecten (vb. geluidslandschap R0 en luchthaven), mogelijke milderende maatregelen (obv PLAN-MER R0 en MER / milieuvergunning luchthaven) Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL/CELINE) KT Onderzoek conform Experten advies mobiliteit 32 MH Evolutie van de effecten monitoren Het monitoren van de evolutie van de effecten van de infrastructuur Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL/CELINE) LT (na actie 31) Onderzoek Nieuw Experten advies mobiliteit 33 MH Stabiel wettelijk kader voor vliegroutes Vliegroutes vastleggen voor de lange termijn , Harmonisering geluidsnormen (afstemming normering rond luchthaven in Vlaanderen en Brussel) staatssecretaris voor mobiliteit, LB, LNE KT beleid nieuw Werksess ie 4 34 MH Planning van bijkomend, kwalitatief woonaanbod obv effectanalyse Inventariseren van de groei en planning van de bijkomende woningen. Vertrekkend van effectanalyse van R0 en luchthaven een selectie van gebieden die geschikt zijn voor de realisatie van bijkomende woningen (Koppeling met strategie “Stedelijke ontwikkeling geënt op een gelaagd mobiliteitsnetwerk”). Bijzondere aandacht voor betaalbaarheid van woningaanbod. BSO, gemeenten, RV, Wonen Vaanderen, Vlabinvest KT (na actie s 31 en 33) Onderzoek Nieuw Werksess ie 4 35 MH Stedenbouwkundi ge verordening met randvoorwaarden voor gebieden die geschikt zijn voor bijkomende woningen in de noordrand Onderzoek naar randvoorwaarden en opmaak van een toetskader voor geschikte gebieden, rekening houdend met gezondheidscriteria , maatregelen aan koppelen (cfr. actie 31). BSO, RV MLT (na actie 34) instrument arium Nieuw Werksess ie 4, overleg (Machele n) 36 MH Verbetering woningaanbod in voor wonen geschikte gebieden Inzetten op een vernieuwing/verbetering van het woningaanbod (o.a. geluidsisolatie) in gebieden die ook op lange termijn geschikt zijn voor wonen gemeenten MLT (na actie 34) instrument arium nieuw Overleg Machele n 37 MH effectieve milieuzonering Vastleggen van gezondheidscriteria , identificeren van gebieden LB, LNE, BSO, RV KT instrument nieuw Werksess 7 Voor de toelichting van de tabel wordt verwezen naar hoofdstuk “Acties” op p. 74. TOP Noordrand – Proeve van Programma 25 invoeren – wonen niet toegelaten (duidelijke keuzes maken waar gezondheid en leefbaarheid niet kunnen gegarandeerd worden, gekoppeld aan een stabiel wettelijke kader) , toekennen van maatregelen vanuit gezondheid arium ie 4 38 MH Snelheidsbeperkin g op de R0 De snelheid op de R0 beperken tot 100km/u. AWV, BM KT uitvoering nieuw Werksess ie 4 39 NTH Uitwerken van een koppeling van maatschappelijke meerwaarde aan wijzigingen van infrastructuur (MKBA) 1. Lijst maken en definiëren van de maatschappelijke meerwaarde: fileduur, bereikbaarheid, geluidshinder, luchtkwaliteit enz. vb: energie-opwekking R0, plaatselijk overkappen R0, … Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL/CELINE) ML onderzoek nieuw Werksess ie 4 Participatie verhogen opmaak Masterplan Luchthaven Opzetten van een brede overlegstructuur rond het Masterplan luchthaven in opmaak. BAC, AO, BSO, De Lijn, gemeenten Zaventem, Steenokkerzeel, Machelen en Kortenberg, MOW, NMBS, provincie, RV KT beleid Conform Overleg 40 MH bij 2. Bij elke wijziging aan infrastructuur aftoetsen: hoe scoort deze op maatschappelijke meerwaarde? 41 NTH De ring R0 als “common” gedeelde publieke ruimte Ontwerpend onderzoek naar de rol van de R0 als verbindend ruimtelijk element, op schaal van de metropool Brussel, gekoppeld aan de bestaande plannen op vlak van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkelingen langs de R0. Koppeling aan diverse omgevingen, aan economische polen, … AWV, bouwmeesters 3 gewesten, BSO, RV KT onderzoek nieuw Werksess ie 4 42 NTH De ring evenement als Organiseren van autovrije dag op ring/een ringfestival om de ring in een beter daglicht te plaatsen BRAL, IEB, ANB, AWV, BM, gemeenten, LB, VLM KT uitvoering nieuw Werksess ie 4 43 NTH Publiek vervoer op de R0 R0 als verdeelweg en niet enkel als doorgaande weg, ook inzetten voor openbaar vervoer. AWV LT beleid nieuw Werksess ie 4 TOP Noordrand – Proeve van Programma 26 TOP Noordrand – Proeve van Programma 27 Strategie 4 Onderbenutte ruimte activeren TOP Noordrand – Proeve van Programma 28 Men zou verwachten dat de centrale ligging van de Noordrand in België leidt tot een zeer hoog ruimtelijk rendement8. Toch blijft veel ruimte onderbenut. Die onderbenutting neemt vele vormen aan, zoals braakliggende terreinen, leegstaande kantoren (één op drie vierkante meter kantoorruimte staat leeg), lage dichtheden en grote terreinen die slechts voor enkelen toegankelijk zijn. Bodemvervuiling en speculatie zijn enkele van de oorzaken. Deze onderbenutting werkt stedelijk verval in de hand. Het heeft een negatieve impact op de leefbaarheid van en het veiligheidsgevoel in hele stadsdelen, door het ontstaan van bijvoorbeeld stadskankers en het gebrek aan sociale controle. Ze leidt ertoe dat demografische groei leidt tot woonontwikkelingen op slecht ontsloten plaatsen, verhoogt de druk op de resterende open ruimte in de Noordrand en maakt de grondprijzen, en dus ook wonen, duurder. We zullen het ruimtelijk rendement verhogen door de bebouwde ruimte en de nog te bebouwen ruimte zorgvuldiger te gebruiken. We organiseren meer activiteiten op minder ruimte, bijvoorbeeld via hogere dichtheden, verweving van activiteiten, een doordacht hergebruik en tijdelijk, omkeerbaar en aanpasbaar ruimtegebruik. Een gebiedsgerichte afweging is essentieel. Niet elke plek kan op dezelfde wijze worden aangepakt. Om onderbenutte ruimte te reactiveren hebben we onder meer nood aan een goede instrumentenmix en een aangepaste regelgeving. Het nu beschikbare instrumentarium bevordert niet altijd een hoger ruimtelijk rendement: ruimtelijke uitvoeringsplannen en bijzondere bestemmingsplannen worden als te weinig flexibel ervaren. Ondanks de vele brownfieldconvenanten neemt de ruimtelijke ontwikkeling geen hoge vlucht. We moeten niet enkel functies naast elkaar toelaten, maar vooral na elkaar. Tijdelijk gebruik, of korte-termijngebruik, en het tijdelijk huren van ruimte in afwachting van een definitieve bestemming en/of sanering van de gronden, verdienen meer aandacht. Hergebruik, aanpasbaarheid en omkeerbaar ruimtegebruik vereisen in toenemende mate vlotte recuperatiemogelijkheden van de bouwmaterialen en functieneutraliteit van de gebouwen. We moeten rechtszekerheid bieden en willekeur vermijden. De gewesten kunnen visie, beleid en ervaringen uitwisselen rond tijdelijk ruimtegebruik als incubator voor nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast moeten we bestaande Vlaamse en Brusselse sectorale regelgeving en het in te zetten instrumentarium evalueren, op elkaar afstemmen en vereenvoudigen. De financiële mechanismen achter de voortschrijdende bebouwing en verharding vereisen een aanpak en hervorming. Onderhandelen in plaats van eenzijdig door vraag gestuurde systemen zullen de basis van samenwerken zijn, bijvoorbeeld via contractbenadering. Hiervoor is ruimte nodig voor experimenten. Dit kan verschillende vormen aannemen: van het creëren van regelluwe zones, over het stimuleren van toe-eigening van onderbenutte ruimte door lokale groepen voor tijdelijke initiatieven tot het toelaten van kunstprojecten. Deze visie moeten we duidelijk kenbaar maken aan de betrokkenen zoals de eigenaars van de panden, immobiliënkantoren, en projectontwikkelaars. 8 Ruimtelijk rendement is het verschil tussen de maatschappelijke opbrengsten en de maatschappelijke kosten als gevolg van een verandering in gebruik van een ruimte. TOP Noordrand – Proeve van Programma 29 Het afstemmen van vraag en aanbod is hierbij belangrijk, maar ook het creëren van een meerwaarde voor alle partijen, zowel vanuit de overheid als de private sector. Het reactiveren van onderbenutte ruimten en het bevorderen van mobiliteit van ruimtegebruikers is een continu proces. In afwachting van de bouw van een woonproject op de locatie van de voormalige Kruitfabriek in Vilvoorde wordt het pand gebruikt voor tijdelijke evenementen. Dergelijke oplossingen kunnen ook elders in de Noordrand toegepast worden. (bron: Het Laatste Nieuws) De Noordrand vormt een proeftuin voor de verhoging van het ruimtelijk rendement. Het gebied is geschikt om te experimenteren met bijvoorbeeld tijdelijk gebruik van onderbenutte terreinen, het aftoetsen van nieuwe bestemmingen en het flexibel instellen van vraag en aanbod en ruimtegebruik. Financiële mechanismen maken deel uit van het experiment. De overheid werkt aan een juridisch kader om deze pilootprojecten en test cases mogelijk te maken In het Brussels Gewest bestaan ‘precare contracten’; in het Vlaams gewest ‘tijdelijke vergunningen’. Het planningsproces moet voldoende flexibel kunnen inspelen op maatregelen en ingrepen uit andere beleidsdomeinen, zoals bijvoorbeeld binnen onderwijs. We moeten de ‘experimenten’ evalueren en indien wenselijk structurele bestemmingswijzigingen voorzien. Door het ruimtelijk rendement te verhogen vergroten we tenslotte het woonaanbod, zodat wonen in de Noordrand betaalbaar blijft. TOP Noordrand – Proeve van Programma 30 Tabel9 met acties rond strategie 4: Onderbenutte ruimte activeren Nr . Acties titel 44 Must have/ nice to have MH 45 MH Onderzoeken van instrumentarium om de ontwikkelingsdynamiek in de Noordrand te verhogen Case: experiment verhogen ruimtelijk rendement MH MH NTH 46 MH sturende rol van overheden in bodemregie 47 NTH innovatieve saneringstechniek en gericht op tijdelijk gebruik 48 MH bottom initiatieven stimuleren 9 Betrokken actoren termijn Type Relatie met beslist beleid bron Aan de slag met 1 terrein op grensgebied, bijvoorbeeld Buda, Eventueel aansluiten bij Pilootprojecten “Terug in omloop” van Vlaams Bouwmeester Onderzoek naar instrumenten om overheidsinvesteringen in een gebied te recupereren of om stadsontwikkeling zelfbedruipend te maken. Deze investeringen doen grondprijzen in de buurt stijgen en leveren onevenredig profijt voor aanpalende grondeigenaren. ATO, Steden-beleid, AO, eigenaar, OVAM, RV, TVB KT pilootpr oject nieuw Werksessie 4 OVAM, ATO, BSO, gemeente, RV KT onderzo ek nieuw Aanpassing opmaak RUP: waar tijdelijke invullingen worden voorzien, deze transformatie in een RUP vastleggen (al dan niet met een tijdsdimensie). Het RUP doorloopt eerst een fase van toetsingskader met randvoorwaarden, die de invulling en financiële consequenties verantwoorden. Contractbenadering: Onderzoek van juridisch instrument van contract om tijdelijk gebruik toe te laten op specifieke locaties Onderzoek naar ‘stedelijke herverkaveling’: Toepassing van het instrument ‘ruilverkaveling en landinrichting’ in een stedelijke context. Onderzoek in de sturende/actieve rol van overheden in bodemregie (regie van de ondergrond via beheer van bodem en watersysteem). Innovatieve ontwikkelingsinstrumenten en saneringstechnieken die de aantrekkingskracht van het gebied verhogen. Bekijk het saneringsverhaal vanuit het perspectief van stadsontwikkeling. Ontwikkel een performant instrumentarium zoals grondenbank of land readjustment waardoor collectieve sanering eenvoudiger wordt. Innovatieve saneringstechnieken die tijdelijk/gefaseerde aanpak bodemverontreiniging ondersteunen, gericht op tijdelijk gebruik van ruimte (gefaseerde aanpak) Het inzichtelijk maken van (rest)verontreiniging voor toekomstige ontwikkelingen Als case kan de gezamenlijke aanpak van regionale grondwaterverontreiniging Vilvoorde-Machelen worden genomen. Plan van aanpak om initiatieven in coproductie te stimuleren, bijvoorbeeld via organiseren van een oproep voor bijkomende initiatieven door stakeholders, eigenaars en RV KT instrum entariu m afwijkend Werksessie 4, ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei”, Ontwerpend onderzoek “regionale visie” Werksessie 4 BSO, RV, ATO, VVSG KT instrum entariu m nieuw werksessies VLM, Stedenbeleid, ATO, BSO, RV, MLT nieuw werksessie LB, OVAM, BSO, LNE, RV, VMM MLT onderzo ek, instrum entariu m onderzo ek, instrum entariu m conform ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei”, expertenadvies ondergrond LB, OVAM MLT onderzo ek Conform (beleidsnota Omgeving OD33/34) ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei”, expertenadvies ondergrond KT uitvoeri ng nieuw Werksessie 4, ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei”, omschrijving up ATO, RV, gemeenten BSO, Voor de toelichting van de tabel wordt verwezen naar hoofdstuk “Acties” op p. 74. TOP Noordrand – Proeve van Programma 31 exploitanten in het gebied (zoals bvb. affordable spaces for artists, Cityatrium, …), een jaarlijks evenement om draagvlak te creëren voor het reactiveren van de onderbenutte ruimte 49 NTH Opmaak grondreserve-plan 50 MH Herdenken Vlaams instrument brownfieldconven ant (BFC) Onderzoek en opmaak van een plan met ‘no-go zones = bevriezen of definitief niet bebouwde zones aanduiden In de huidige brownfieldconvenanten ligt de nadruk op de samenwerking tussen overheid en privé en financieringsmogelijkheden om via samenwerking een vervuild gebied tot ontwikkeling te brengen. De voorwaarden wanneer een gebied in aanmerking komt voor een BFC kunnen verruimd worden naar reactivatie onderbenutte terreinen. Omdat een BFC mede gefinancieerd wordt met overheidsgeld is het aangewezen om in de randvoorwaarden van het convenant op te nemen dat het ruimtelijk rendement moet verhoogd worden. TOP Noordrand – Proeve van Programma BSO, RV, VMM, OVAM, KT uitvoeri ng nieuw AO, BSO, LB, LNE, OVAM, RV, VMM KT instrum entariu m afwijkend Ontwerpend onderzoek “A201-E40”, Ontwerpend onderzoek “regionale visie” ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei” werksessies 32 Vier Deelgebieden TOP Noordrand – Proeve van Programma 33 Deelgebied 1 Europese Boulevard Zuidstation – EU – Navo – luchthaven TOP Noordrand – Proeve van Programma 34 De A201/N22 is de weg die de luchthaven via Bordet en Josaphatpark verbindt met het Brusselse stadscentrum. Vandaag is dit een anonieme stadsautostrade omgeven door grootschalige, monofunctionele en autogerichte kantoorcomplexen, onderbenutte gebieden en open ruimtes. Het is een barrière die wijken en functies van elkaar scheidt. Om de link tussen stad en luchthaven te versterken wordt de tramverbinding die vandaag aan de NAVO-site stopt doorgetrokken tot aan de luchthaven. Dit project, gevolgd door de uitbreiding van het metronet tot aan Bordet, moet de aanleiding zijn om de volledige as te herdenken en in te bedden in een versterkt stedelijk weefsel. De herontwikkeling van deze as kan zo als hefboom dienen voor de creatie van een nieuw en specifiek stadsgedeelte, ‘de Europese Boulevard’, perfect gelegen voor internationale bedrijven en organisaties, goed bereikbaar met het openbaar vervoer en de fiets en met een zeer hoge kwaliteit van openbare ruimte. We versterken de bestaande internationale kantoren en beslissingscentra en vullen dit aan met een mix van gerelateerde internationale functies zoals specifieke woonmilieus, R&D en onderwijs. Bovendien kan deze specifieke roeping en identiteit de betrokken actoren langsheen deze as verenigen. Ze dragen allen bij aan de branding als ‘Europese Boulevard’. De Europese Boulevard De geplande tramlijn biedt de mogelijkheid de weg zelf te hertekenen. De auto ruimt een deel van zijn huidige plaats in voor kwalitatief openbaar vervoer. We vormen de huidige stadsautostrade om tot een stedelijke boulevard met publieke ruimte en groen. Dwarsverbindingen voor fietsers en voetgangers doorbreken de barrièrewerking en verbinden de achterliggende woonzones en TOP Noordrand – Proeve van Programma 35 openruimtegebieden met elkaar, zoals Woluweveld en Bessenveld. Om de passage over de ring te vergemakkelijken wordt een gedeeltelijke overkapping onderzocht, gekoppeld aan bijkomende ontwikkelingsmogelijkheden, in het kader van de herinrichting van de Ring. We structureren de ontwikkelingen rond de Europese Boulevard op basis van knooppunten, zoals de luchthaven, Bordet en Josaphat. Hier zorgen we voor hoogwaardige publieke ruimte en een grote dichtheid aan verschillende functies. Bij de haltes van de nieuwe tramlijn komt ruimte voor aanvullende functies. Reizigers die met het vliegtuig in Brussel aankomen krijgen hierdoor op hun tocht naar de stad een positieve indruk van het internationale en stedelijke karakter van de hoofdstad van Europa. De as loopt door naar de Europese wijk en kan verder ontwikkeld worden tot aan die andere internationale toegangspoort van de Brusselse metropool: het Zuidstation. TOP Noordrand – Proeve van Programma 36 Acties om de strategieën in deelgebied ’Europese Boulevard Zuidstation – EU – Navo – luchthaven’ te realiseren10: Nr . Must Acties have titel omschrijving / nice to have Stedelijke ontwikkeling geënt op een gelaagd mobiliteitsnetwerk 51 MH Heraanleg A201 De aanleg van de tram aangrijpen om het met inbedding volledige wegprofiel te hertekenen, met in meerlagig beperktere plaats voor auto (2x1 rijvak, 50 netwerk km/u, asverschuivingen), meer plaats voor actieve weggebruikers, aandacht voor publieke ruimte aan haltes OV, connecties en dwarsverbindingen tussen de verschillende plekken en zones, groen, …) 52 MH Versnelde Tracé tussen Belgocontrol en Luchthaven aanleg tram wordt versneld aangelegd Betrokken actoren term ijn Type Relatie met beslist beleid bron BM, AWV, Beliris KT uitvoerin g afwijkend ontwerpend onderzoek “A201-E40” De Lijn KT uitvoerin g Werksessie 4 53 MH MIVB, Lijn LT onderzoe k 54 MH BSO, RV KT instrume nt Conform (Brussels Regeerakko ord) Werksessie 4 55 MH Knooppuntont wikkeling Bordet Na de realisatie van de metro naar Bordet wordt onderzocht of deze kan doorgetrokken worden naar de luchthaven i.p.v. naar Haren De heraanleg van de A201 is de aanzet voor de herontwikkeling van de zone in zijn geheel: de creatie van een kwalitatieve vestigingslocatie voor internationale bedrijven en instellingen. Hiervoor is nood aan verdichting en diversificatie via de transformatie van bestaande gebouwen (oa. creatie van façades aan de Europese Boulevard) en een bijkomend gevarieerd en verweven programma van kantoren, voorzieningen, specifiek woonaanbod voor internationale doelgroep, open ruimte, handel, …. Pilootprojecten en aan experimenten met een innovatief, flexibeler planningsinstrumentarium maken deze transformatie mee mogelijk. Herinrichting van dit knooppunt als volwaardig knooppunt met performant OV-aanbod, hoogwaardige publieke ruimte en een verdicht en gevarieerd programma (betaalbare woningen, kleinschalige economie) Conform (beslissing Vlaamse en Brusselse Regering) afwijkend BSO, Beliris, BM, Brussel, Citydev, Evere, MIVB, NMBS, eigenaars KT Pilootproject nieuw ontwerpend onderzoek “A201-E40” (p.59) 56 MH Knooppuntontwikkeling Luchthaven De luchthaven wordt een belangrijk knooppunt en het start/eindpunt van de Europese boulevard. Dit moet dan ook overeenkomstig vormgegeven worden met een aangepast programma, waar ook internationale activiteiten een plek kunnen vinden. BAC De Lijn, MOW, NMBS, Publiekprivaat platform (zie actie 61), RV MLT uitvoerin g Conform (masterpla n BAC in opmaak) Werksessie 4 AWV, TVB LT onderzoe k nieuw Werksessie 4 Haalbaarheidsst udie Metro naar luchthaven Ontwikkeling Europese Boulevard vormt toetskader in ontwikkelingsen vernieuwingsprojecten. Stedelijke ontwikkeling en Ring R0/luchthaven in balans 57 MH Onderzoeken Om de passage over de ring te Plaatselijke vergemakkelijken wordt een gedeeltelijke overkapping overkapping, gekoppeld aan bijkomende Ring ontwikkelingsmogelijkheden, onderzocht in 10 De Ontwerpend onderzoek Voor de toelichting van de tabel wordt verwezen naar hoofdstuk “Acties” op p. 74. TOP Noordrand – Proeve van Programma 37 het kader van de herinrichting van de Ring. Onderbenutte ruimte activeren 58 MH Reconversie van Nadat de NAVO verhuist naar de overkant van huidige NAVO- de A201 wordt de oude NAVO-site site herontwikkeld met een geherstructureerde nieuwe generale staf voor Defensie, ruimte voor ontwikkelingen met een internationale uitstraling en/of een nieuwe gemengde stadswijk en aandacht voor groen en actieve mobiliteitsverbindingen. 59 MH Herstructurerin Verdichten door transformeren van kantoren, g Keiberg toevoegen van (betaalbare) woningen en voorzieningen, aanleg fietsinfrastructuur aansluitend op de HST-fietsroute 60 MH Herstructurerin g Da Vinci Governance 61 NTH Oprichting Publiek-privaat platform Europese Boulevard Ministers van RO, Defensie, ATO, BSO, RV KT uitvoerin g Conform (Brussels Regeerakko ord en bestemmin gsplan) Werksessies, ontwerpend onderzoek “A201-E40” (p.57) RV, eigenaars, ontwikkela ars, MOW, prov, Publiekprivaat platform (zie actie 61), Vlabinvest, Zaventem MLT uitvoerin g nieuw (BRVgebied Luchthaven ) ontwerpend onderzoek “A201-E40” (p. 63) Verdichten door transformeren van kantoren, toevoegen van (betaalbare) woningen en voorzieningen. Herbijken erfpachtovereenkomsten en eigendomsstructuur Citydev, BSO, Brussel, Eigenaars, Evere, ontwikkela ars, Publiekprivaat platform (zie actie 61) MLT uitvoerin g Conform (BBP van gemeenten Evere/ Brussel in opmaak) Werksessie 4 Dit platform moet een ‘coalition of the willing’ worden met vertegenwoordigers van publieke (beide gewesten, gemeenten, OV-operatoren) en private (bedrijven, vastgoedpromotoren, instellingen, bewoners) actoren die de transformatie begeleidt/monitort. Het platform is verantwoordelijk voor de branding van de Europese Boulevard als toegangspoort tot de Europese hoofdstad. Brussels metropolita n K T Conform werksessie 4 TOP Noordrand – Proeve van Programma Instrumentari um 38 TOP Noordrand – Proeve van Programma 39 Deelgebied 2 Internationaal evenementen-plateau Heizel ingebed in ontwikkeling van mobiliteit, stad en open ruimte TOP Noordrand – Proeve van Programma 40 Het Heizelplateau te Laken, Grimbergen en Wemmel is een evenementensite waar in 1935 en 1958 wereldtentoonstellingen georganiseerd werden. Vandaag vinden we hier een indrukwekkend aantal grootstedelijke voorzieningen, zoals een multifunctioneel stadion, een concertzaal en het grootste tentoonstellingspark van het land. We willen de uitstraling van deze voorzieningen verhogen zodat ze kunnen meespelen op een internationale markt. Daarnaast ligt het Heizelplateau geïsoleerd en maakt het te weinig deel uit van zijn omgeving. We willen het plateau met zijn metropolitane karakter inbedden in de stedelijke ontwikkeling door in te zetten op de randen met o.a. een ambitieuze woningprogrammatie. Het Heizelplateau moet het visitekaartje worden voor internationale evenementen, maar vormgegeven op mensenmaat. Er staan al heel wat ingrepen op stapel. Met plannen voor een nieuw stadion en het project NEO, waarin handel, toerisme en recreatie, wonen, congresfaciliteiten en lokale voorzieningen gecombineerd worden, zijn belangrijke stappen in de herontwikkeling gezet. Toch is er nog ruimte voor verbetering en aanvulling. Een grote uitdaging is het verbeteren van de bereikbaarheid. Vooral de nationale en internationale bereikbaarheid is problematisch. De meeste bezoekers komen met de auto maar de wegen zijn gesatureerd. Wie met het openbaar vervoer komt, moet in het Zuidstation overstappen. We werken aan een multimodaal mobiliteitssysteem dat afgestemd is op grootschalige ontwikkelingen. Belangrijk hierbij is een vlotte doorstroming op piekmomenten en een doordachte inplanting van stopplaatsen. Heizel krijgt bovendien een meer prominente plek in het stedelijke en het nationale netwerk van openbaar vervoer. Op korte termijn beijveren we een intergewestelijke aanpak voor de mobiliteitsplannen, waarin we nieuw aanbod van openbaar vervoer, zoals het Brabantnet, de verlenging van de metro en inleggen van snelle busverbindingen, koppelen aan een gewestgrensoverschrijdende aanpak van het parkeerbeleid. We werken ook organisatorische maatregelen uit, zoals timemanagement en ticketing. Op lange termijn onderzoeken we de realisatie van een nieuwe oost-west treinverbinding die Heizel, Gent, Vilvoorde en de nationale luchthaven rechtstreeks met elkaar verbindt en zo de Noord-Zuid verbinding ontlast. Op lokaal niveau zijn goede fietsverbindingen nog onbestaande. We zorgen voor aantakking op de fietssnelwegen en het fiets-GEN (Gewestelijk Expresnet). Op het plateau zelf is de autoinfrastructruur nu te dominant aanwezig. Door de publieke ruimte anders in te richten maken we het gebied aantrekkelijker voor toeristen en recreanten. Om het geheel om te vormen tot een volwaardige stadswijk is bovendien een diversificatie van de activiteiten aangewezen. Wonen en werken moeten er een volwaardige plaats krijgen. Dit bereiken we door tussen heizel en de omgeving nieuwe stadswijken te ontwikkelen. Deze zijn verbonden met de omliggende open ruimtes. Een continue verbinding van toegankelijke en geïntensiveerde open ruimtes, van aan het koninklijk domein tot aan de kernen van Wemmel en Meise, moet de de springplank worden naar de open ruimte rond Grimbergen. TOP Noordrand – Proeve van Programma 41 We verankeren het Heizelplateau in zijn stedelijke omgeving door een ambitieuze woonprogrammatie rond een continue verbinding van open ruimtes (bron: CASS Winter workshop 2014) TOP Noordrand – Proeve van Programma 42 Acties om de strategieën in deelgebied ‘Internationaal evenementen-plateau Heizel ingebed in ontwikkeling van mobiliteit, stad en open ruimte’ te realiseren11 Nr . Must Actie have/ titel omschrijving nice to have Stedelijke ontwikkeling geënt op een gelaagd mobiliteitsnetwerk 62 MH Intergewestelijk Een onafhankelijke, technische en mobiliteitsplan objectieve studie met effectenrapport, m.b.t. het alternatieve oplossingen en Eurostadion en compenserende maatregelen waarbij de Heizelplateau draagkracht op vlak van autoverkeer en OV (voornamelijk vanuit Vlaanderen: Brabantnet , snelbussen) van het gebied moet bepaald worden. 63 MH Intergewestelijk parkeerplan 64 MH Verlenging metro tot aan het Eurostadion 65 MH Integrale ontwikkeling knooppunt MIVBDe Lijn langs Romeinsesteenwe g 66 NTH verhogen nationale OVbereikbaarheid Heizelplateau 67 MH Afstemming evenementen en mobiliteit 68 MH Fietsplan binnen straal van 15km Heizelplateau 11 Plaats en functioneren van de 10.000 voorziene parkeerplaatsen (waarvan ± 3.000 park&ride)moeten zorgvuldig gepland worden. Deze parkeerplaatsen kunnen mogelijk ook op lokaal niveau gebruikt worden. Bovendien wordt de parkeercapaciteit afgebouwd naarmate de ontsluiting met het OV verbetert. Bij de aanleg van de parkings moet dan ook rekening gehouden worden met reconversie naar een andere functie. Een verlenging van de huidige metro tot aan het Eurostadion is goedgekeurd door de Brusselse Regering en wordt momenteel uitgewerkt door MIVB. Een afstemming tussen MIVB en De Lijn is noodzakelijk. Aandachtspunt: frequentie, capaciteit, scheiding supportersstromen. De tramhalte aan de Romeinsesteenweg wordt dankzij de geplande tramlijnen (MIVB, Brabantnet) een belangrijk knooppunt. We onderzoeken een optimale ontwikkeling (wonen, voorzieningen werken) rond deze OVknoop. Opmaak haalbaarheidsstudie hoe het Heizelplateau kan ingebed worden in het nationale treinnetwerk (met oa. ruimtelijk, capaciteit, frequentie, uurregeling, ticketprijzen). Afspraken met OV-operatoren en organisatoren van evenementen om tot een vlotte en flexibel OV-aanbod te komen: frequentie, capaciteit, uurregeling, , tijdstip evenementen, ticketintegratie OV, etc. Het fietsplan geeft aan hoe mensen met de fiets binnen een straal van 15km het stadion vlot kunnen bereiken. T.h.v. Eurostadion worden in de huidige plannen ± 5.000 fietsstalplaatsen voorzien. Vlotte aansluitingen op het stadion moeten voorzien worden, cf. bovenlokaal fietsroutenetwerk en fietssnelwegen (oa. Langsheen A12, Betrokken actoren termi jn Type Relatie met beslist beleid bron 3 ministers mobiliteit (Smet, Galant en Weyts), BM, Brussel-stad, Expo, Ghelamco, Grimbergen, MOW, NEO, Wemmel 2 ministers mobiliteit (Smet, Weyts), BM, Brussel-stad, Expo,Ghelam co, Grimbergen, lokale politie, MOW, NEO, Wemmel MIVB, Beliris, BM, BSO, De Lijn, MOW, RV KT beleid afwijkend Werksessie 4 KT (na actie 62) beleid Nieuw Werksessie 4 KT Uitvoeri ng Conform (Brussels Regeerakkoord) CASS Brussel-stad, ATO, BSO, De Lijn, Grimbergen, MIVB, RV, Wemmel, Wonen Vlaanderen NMBS KT uitvoeri ng Conform Werksessie 4 LT onderzo ek nieuw CASS Organisatore n en eigenaars (Eurostadion , EXPO, NEO), BM, De Lijn, MIVB, MOW NMBS Dienst mobiliteit provincie Vl.Brabant, BM, AWV, Brussel-stad, De Lijn, Grimbergen, Wemmel KT uitvoeri ng conform Werksessie 4 KT uitvoeri ng conform Overleg Voor de toelichting van de tabel wordt verwezen naar hoofdstuk “Acties” op p. 74. TOP Noordrand – Proeve van Programma 43 Romeinsesteenweg). Op en rond het Heizelplateau is plaats voor bijkomende kwalitatieve (en betaalbare) woongelegenheden met lokale voorzieningen. Dit versterkt de stedelijke integratie van het Heizelplateau. 70 MH Vernieuwen van Op niveau van het plateau zelf dient het het publiek publiek domein aangepast te worden domein op het aan de menselijke schaal. Specifiek is er Heizelplateau aandacht voor de actieve mobiliteit (stromen), de ruimte voor voetgangers en fietsers wordt herbekeken. Open ruimte als motor voor stedelijke ontwikkeling 71 MH Robuuste groene De bestaande parken worden ingebed in link met een grootschalige en intergewestelijke fietsvoorziening openruimtestructuur. Hieraan worden tussen fietsverbindingen gekoppeld die de opengesteld verschillende deelgebieden met elkaar koninklijk domein, verbinden. Afstemming met het koninklijke parken fietsplan Eurostadion en het fiets-GEN. en Wemmel/Meise 72 NTH Zoniën Noord De robuuste groene link van het koninklijk park tot de agrarische open ruimte in Wemmel en Grimbergen wordt aangevuld met een groot nieuw bos. De bestaande bosfragmenten in Meise en Merchtem vormen het vertrekpunt en groeien tot een groot woud, met een vergelijkbare rol voor natuur, bos en recreatie als het Zoniënwoud in het zuidoosten van Brussel. 73 NTH Parkway We reduceren het profiel van het Meiselaan wegsegment tussen Van Praet en R0. We maken het toegankelijk en richten het in als een park. We realiseren veel bouwmogelijkheden met een beperkte footprint in en langs het park voor een betere aansluiting bij Strombeek Bever. Afstemming met het fiets-GEN en het Brabant-net. Governance 69 74 MH MH Voorzien bijkomende betaalbare woningen van Projectmanager Heizelplateau Er is nu nood aan een voltijds projectmanager die de verschillende lopende initiatieven met elkaar verbindt. De huidige versnipperde aanpak binnen dit gebied moet zo snel mogelijk aangepakt worden. TOP Noordrand – Proeve van Programma BSO, Wonen Vlaanderen, gemeenten, RV MLT uitvoeri ng afwijkend CASS gemeenten, Expo, Ghelamco, LB, NEO KT uitvoeri ng nieuw Werksessie 4 LB, VLM, BM, Brussel-stad, BSO, Dienst mobiliteit provincie Vl.Brabant, Koninklijke Stichting, MOW, RV ANB, VLM MLT uitvoeri ng nieuw CASS MLT Onderzo ek afwijkend CASS AWV, BM, ATO, LB, VLM MLT Beleid Conform CASS gemeente Grimbergen, stad Brussel KT uitvoeri ng nieuw Overleg stuurgroep 44 TOP Noordrand – Proeve van Programma 45 Deelgebied 3 Grootstedelijke corridor Leuvensesteenweg/E40 TOP Noordrand – Proeve van Programma 46 De Leuvensesteenweg en de E40 vormen samen een grootstedelijke corridor die vandaag sterk autogericht is. Er bevinden zich veel kantoren en baanwinkels. We zoeken naar uitwegen uit deze monofunctionele ontwikkeling. Tussen Evere en Diamant is de E40 zeer ruim gedimensioneerd. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest onderzoekt of de snelweg hier hertekend kan worden. Een minder breed tracé zou bijkomende ontwikkelingen in het gebied mogelijk maken, zeker als er meer ingezet wordt op alternatieven voor het autoverkeer. Dit alles biedt kansen om ook langs Vlaamse kant de snelweg te herbekijken. Het herdenken van de E40 kan niet zonder ook stil te staan bij de Leuvensesteenweg, die er parallel mee loopt. Er is immers een sterke wisselwerking tussen beiden. De Leuvensesteenweg vandaag en morgen (bron: On the road of Leuvensesteenweg/Chaussée de Louvain, p. 83) Door een herinrichting maken we de Leuvensesteenweg van Sint-Stevens-Woluwe tot Schaarbeek fiets- en voetgangersvriendelijker. Projecten als de aanleg van een tram van Roodebeek naar de nationale luchthaven en de aansluiting van het gebied op de fietssnelweg helpen de omslag maken naar een minder autogericht karakter. Misschien wordt de Leuvensesteenweg wel een gezellige winkelstraat? Heel wat terreinen in de buurt kunnen versterkt worden door aanvullende functies en clustering. De mediabedrijven VRT, RTBF en Canal+ trekken de realisatie van een mediapark aan de Reyers-site te Schaarbeek. Bedoeling is hier mediagerichte bedrijvigheid te clusteren met research en innovatie om zo nieuwe dynamiek te genereren. Waarom de terreinen van Mercedes tussen E40 en Leuvense Steenweg niet ontwikkelen tot een ‘Mercedes City’ met 5000 woningen en 2 ha maakindustrie? Het bedrijventerrein Weiveld in Zaventem biedt dan weer kansen voor een Research & Development cluster met 5 hectaren ruimte voor industrie en wonen. TOP Noordrand – Proeve van Programma 47 Acties om de strategieën in deelgebied ‘Grootstedelijke corridor Leuvensesteenweg /E40’ te realiseren.12 Nr . Must actie have/ titel omschrijving nice to have Stedelijke ontwikkeling geënt op een gelaagd mobiliteitsnetwerk 75 MH Verdere Brussels Gewest informeert Vlaanderen uitwerking over en betrekt Vlaanderen bij de opmaak Masterplan van het masterplan Reyers. Reyers 76 NTH Herinrichting Fiets- en voetgangersvriendelijker maken Leuvensestee van Leuvensesteenweg van Meiser tot nweg Nossegem 77 MH Versterking Verdichting en reconversie in deze corridor van aanbod is enkel mogelijk met een versterking van openbaar het openbaar vervoer en kwalitatieve vervoer fietsverbindingen. Zowel radiale (parallel aan de corridor Leuvensesteenweg/ E40) als tangentiële verbindingen zijn hierbij noodzakelijk. 78 MH Herinrichting Vlaanderen wordt betrokken bij het lopend E40 tot onderzoek van het Brussels Hoofdstedelijk stadsbouleva Gewest. rd Stedelijke ontwikkeling en Ring R0/luchthaven in balans 79 MH Onderzoeken Om de passage over de ring te Plaatselijke vergemakkelijken wordt een gedeeltelijke overkapping overkapping, gekoppeld aan bijkomende Ring ontwikkelingsmogelijkheden, onderzocht in het kader van de herinrichting van de Ring. Onderbenutte ruimte(n) activeren 80 MH Reconversie reconversie en verdichting van en kantoorzones, bedrijventerreinen en verdichting winkeloppervlaktes tot gemengde locaties (met wonen, research en vorming, groen, …): 12 Mercedes-site: clustering bedrijvigheid met research en vorming, in combinatie met wonen Toyota/Viessmann: cleantechcluster gekoppeld aan research en vorming Kolonel Bourglaan: reconversie van kantoren naar wonen Weiveld: R&D cluster met industrie, gekoppeld aan wonen Lozenberg Bedrijvenzone Zuid’ Betrokken actoren ter mij n Type Relatie met beslist beleid bron BSO, RV ATO, KT beleid Conform Ontwerpend onderzoek “A201-E40”, AWV, BM, ATO, BSO, prov, RV De Lijn, MIVB, AWV, BM, BSO, MOW, prov, RV ML T uitvoering nieuw CASS ML T/L T uitvoering nieuw Ontwerpend onderzoek “A201-E40”, Werksessie 4 ATO, AWV, BM, BSO, prov, RV KT (ge ko pp eld aan acti e 77) onderzoek afwijkend Ontwerpend onderzoek “A201-E40”, AWV, TVB LT onderzoek nieuw Werksessie 4 BSO, gemeenten, prov, RV, AO, ATO, CityDev, POM, Vlabinvest, ML TLT (ge ko pp eld aan acti e 77) Pilootprojecten nieuw Ontwerpend onderzoek “A201-E40”, Werksessie 4 ‘Zaventem- Voor de toelichting van de tabel wordt verwezen naar hoofdstuk “Acties” op p. 74. TOP Noordrand – Proeve van Programma 48 TOP Noordrand – Proeve van Programma 49 Deelgebied 4 Zenne: De gedeelde vallei TOP Noordrand – Proeve van Programma 50 Het reconversiegebied gelegen in de kanaalzone tussen de Van Praetbrug en het centrum van Vilvoorde heeft een groot ontwikkelingspotentieel dat vooralsnog onderbenut blijft. Als we water, sediment en bodem in de vallei meer ruimte geven, ontstaan kansen voor robuuster bodem- en waterbeheer. De vallei wordt weer zichtbaar als landschap en het kanaal kan zijn rol als logistieke as beter opnemen. Door het grote aandeel aan verharde oppervlakten en de talrijke infrastructurele barrières kent dit gebied heel wat waterproblemen. Projecten moeten steeds vergezeld worden van een watertoets. Het industrieel verleden heeft de bodem op vele plaatsen zwaar verontreinigd. Een ruimtelijke visie voor de ontwikkeling kan pas opgemaakt worden wanneer de door water en bodem veroorzaakte economische ontwikkelingskost duidelijk is. Zowel de bodem- als de waterproblematiek zijn belangrijke randvoorwaarden voor het terug in ontwikkeling brengen van het gebied. De ontwikkeling zal ook afhankelijk zijn van de ontsluitingsmogelijkheden. Voor de CAT-site te Vilvoorde loopt een opdracht voor zo’n geïntegreerde aanpak. Dit is een dankbaar pilootproject voor het hele gebied. Een groen-blauw netwerk zorgt voor waterbeheer en voor ruimtelijke samenhang. Het maakt verbindingen met de openruimtestructuur. De groene ruimte biedt mogelijkheden voor recreatief medegebruik, stadslandbouw en ecologische corridors. Ze zorgt voor een verbetering van de algemene kwaliteit van het gebied. Bij de opmaak van het plan vormt de geomorfologie van de vallei het fundament voor toekomstige ontwikkelingen. De herontdekking van de vallei wordt aangegrepen om een algemene kwaliteits- en imagoverbetering te bewerkstelligen. Binnen het gebied worden structurele oost-westverbindingen uitgebouwd tot stedelijke assen met een mix van functies. Hier wordt een verdichting van wonen, voorzieningen, kantoren (beperkt) en bedrijvigheid gekoppeld aan langzame verkeersassen en verknoopt met stationsomgevingen. In het gebied zijn reeds een aantal bedrijven aanwezig die actief zijn in de sector van de recyclage, logistiek en distributie zoals SITA Recycling Services, Aquiris, Brussels Re-cycling Metal, Mil-Tek,… . Omwille van de vooropgestelde klimaatdoelstellingen is een verdere inzet op circulaire economie noodzakelijk. Er dient actief gezocht naar win-win situaties voor bedrijven waar ook het milieu bij gebaat is. Circulaire economie gaat verder dan recyclage. Het betreft ook het zoeken en afstemmen van kringlopen van materiaalstromen, ruimte, mensen, sociale aspecten, etc. Om deze herontwikkeling te ondersteunen zorgen we dat dit gebied leeft in de hoofden van de ruimtegebruikers. Dit kan via bestaande evenementen zoals Festival Kanal, Brussel Bad en Periferia festival. We kunnen ook nieuwe evenementen creëren zoals monumententochten, kunstmarkten, repairfestival of een havenfeest. De Kruitfabriek kan hierbij functioneren als motor. De VlaamsBrusselse complementariteit vormt het uitgangspunt. TOP Noordrand – Proeve van Programma 51 Acties om de strategieën in het deelgebied “Zenne: De gedeelde vallei” te realiseren.13 nr Must Titel Omschrijving have/ Nice to have Stedelijke ontwikkeling geënt op gelaagd mobiliteitsnetwerk 81 MH Performant De vallei is geen centrum-stedelijk fietsnetwerk op gebied dat homogeen bediend kan verschillende worden met een hoogwaardig OV niveaus en systeem. Op korte termijn dringt de verknoopt met uitvoeren van volgende fietsroutes het openbaar zich op: Kanaalroute naar Brussel, vervoer spoorroute tussen kanaal en HSTroute, dwarsverbindingen thv station Vilvoorde, Kerklaan, Dobbelenberg, Bordet en Schaarbeek. De routes worden aangesloten op de halten van het openbaar vervoer en waterbus. Overstapvoorzieningen worden uitgebouwd (fietshalte, blue bike, …). 82 MH No car-eiland Stationsomgeving Kerklaan uitbouwen Kerklaan als test-case 83 NTH Toekomst Ontwikkeling UPlace site afstemmen UPlace-site op juridisch kader en in evenwicht met ontwikkeling Kerklaan als stedelijke oost-west as 84 MH Realiseren van Het betreft : structurerende Stedelijke as stedelijke oostLuchthavenlaanwest verbindingen Stationslei 85 MH Woluwelaan 86 MH Intergewestelijk e aanpak ontsluiting Schaarbeek Vorming gevangenis Haren stelplaats De Lijn samenwerkings verband tussen bedrijven ifv sluiten materiaal- en energiestromen 87 13 actoren ter mij n type Relatie beslist beleid type provincie, MB, AWV, BRVM, De lijn, MIVB, NMBS, stad Brussel KT uitvoering Conform Ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei”, Werksessies BRVM , Infrabel RV, BSO, Machelen prov., Vilvoorde BSO, prov., RV KT afwijkend KT Pilootproject onderzoek ML T Onderzoek, uitvoering Mogelijke aanpassing GRUP VSGB C3 Afwijkend (RUP VSGB) Ontwerpend onderzoek Ontwerpend onderzoek, Werksessies, CASS Op korte termijn kan het profiel van de Woluwelaan gereduceerd worden t.h.v. de woonkern van Diegem. Naar aanleiding van de aanleg van de tram, het herleggen van de gewestweg R22 naar R0 en het openmaken van de Woluwemaken we een masterplan op om de toekomst van Diegem te versterken. Op middellange termijn, na realisatie van de eerste no careilanden en tramlijn, kan het profiel van de Woluwelaan gereduceerd worden. Omwille van de nauwe interactie van de verschillende projecten wordt de ontsluitingstructuur intergewestelijk en via een multimodaal verkeersonderzoek bepaald. AWV, BRVM ML T onderzoek afwijkend Ontwerpend onderzoek, overleg gemeenten BM, MOW, BSO gemeenten, RV KT Onderzoek, uitvoering nieuw Ontwerpend onderzoek, Werksessies, overleg In de Zennevallei zijn een aantal bedrijven aanwezig die aanzienlijke materiaalstromen verwerken: SITA Recycling Services, Aquiris, Brussels Recycling Metal, Mil-Tek,…. We inventariseren input en output van de verschillende bedrijven en detecteren mogelijke synergieën bvb: Bedrijven, BSO, gemeenten, LB, OVAM, RV KT Uitvoering Conform (Aansluiting bij Irisphere) Ontwerpend onderzoek, Werksessies Stedelijke as KerklaanBroekstraat Industriële Budasteenweg Grootstedelijke as Heembeek-Schaarbeek Ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei”, Metropolitan Landscapes as Voor de toelichting van de tabel wordt verwezen naar hoofdstuk “Acties” op p. 74. TOP Noordrand – Proeve van Programma 52 energierecuperatie voor stadsverwarming Open ruimte als motor van stedelijke ontwikkeling 88 MH Intergewestelijk Ruimte voor een blauw-groen Landschapsplan netwerk op basis van de natuurlijke voor realisaties valleien. Dit netwerk geeft ruimte op het terrein voor waterbeheer, recreatief medegebruik, stadslandbouw en ecologische corridors. De koppeling met de bebouwde omgeving wordt meegenomen. 89 Must Zuiver water in Zuiver het Zennewater op Zenne en duurzame wijze. Zo moet de Woluwe natuurlijke vallei aangewend worden voor de zuivering van oppervlaktewater. LB, VLM, BSO, RV KT, ML T Onderzoek, uitvoering Afwijkend Ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei”, Werksessie LB, VMM Coördinatie Zenne, Vivaqua, VLM KT Uitvoering conform Werksessie 4 Machelen, stad Brussel, BSO, LB, RV, VLM, ML T onderzoek Afwijkend (richtschema SV) Ontwerpend onderzoek ANB, LB, RV BSO, ML T Uitvoering Afwijkend Metropolitan Landscapes LB, VLM, Infrabel/ NMBS ML T (Zi e acti e 90) uitvoering conform CASS LB, VLM, Infrabel/ NMBS ML T Uitvoering Conform CASS 90 MH Dobbelenberg 91 NTH Landschapspark Machelen Onderbenutte ruimte activeren 92 Groene oostwestverbinding en 93 MH Groene noordzuidverbindinge n Afkoppeling van het regenwater voor de Woluwe, en zuivering in zuiveringsvelden langs de Woluwelaan. We bouwen Dobbelenberg uit tot een kwalitatieve werkomgeving. Door intensivering ontstaat ruimte voor groenblauwe dooradering. Om de waterproblematiek op te lossen worden wetlands ingeplant aan de voet van de Dobbelenberg De ontwikkeling van een metropolitaan park ter hoogte van het ringviaduct in Machelen kan nieuwe potenties scheppen in de infrastructurele ruimte tussen Vilvoorde en Brussel en een nieuwe centraliteit vormen Het betreft: Verbinding tussen Park Meudon en Moeraske (parckoduct) Kerklaan Ten zuiden van luchthavenlaan Budasteenweg Dobbelenberg Heembeek-Schaarbeek de – Het betreft: Continuïteit HarenMoeraske: Het activeren en publiek toegankelijk maken van de restruimten langs Schaarbeek-Vorming, met een link tot Buda en Woluwelaan Continuïteit NOHVilvoorde Een ecologische en recreatieve verbinding tussen de open ruimtestructuren van NOH en het Park Drie Fonteinen, gekoppeld aan een verdichting rond deze open ruimtes TOP Noordrand – Proeve van Programma 53 94 Place making 95 NTH 96 MH 97 Tuinen van Haren als motor voor woonontwikkeli ng Schaarbeeklei als stedelijke boulevard Ontwikkelen CAT-site Woluwelaan: ecologische verbinding als een parkstructuur met ruimte voor water Zenne: herwaarderen als blauwgroen lint tussen Vilvoorde en De Trooz De zone dient op de mentale kaart gezet te worden. gebruik van de viaduct van Vilvoorde als restaurant, overzet, klimmuur, fietsverbinding, uitkijkplatform. Budabrug en verlaten sites komen in aanmerking. Mogelijkheden hiertoe zijn de inschrijving binnen bestaande evenementen Evenementen als Festival Kanal, Brussel Bad uitbreiden tot de Noordrand organisatie tour of the monuments, kunstmarkten, repairfestival, celebrating haven Noord, … De Kruitfabriek vormt hiervan een motor. Woonontwikkelingen enten op tuinstructuur Haren De Schaarbeeklei (gelegen in een gebiedmet veel convenanten) wordt heringericht als verblijfsruimte We zetten de geïntegreerde benadering van wateren bodemproblematiek verder. Deze vormt een randvoorwaarde voor de ontwikkeling van een stedelijk programma, gekoppeld aan het station, met ruimte voor grootstedelijke voorzieningen. TOP Noordrand – Proeve van Programma BRVM, Stad Brussel, MADlion KT Uitvoering afwijkend Ontwerpend onderzoek, Werksessies Stad Brussel KT beleid Conform CASS burgerbevraging AWV, Brussel Mobiliteit KT uitvoering afwijkend RV, gemeenten, provincie, OVAM, VMM KT, ML T Onderzoek, uitvoering afwijkend (GRUP VSGB C3) Ontwerpend onderzoek “de gedeelde vallei” Ontwerpend onderzoek, Werksessies 54 Governance TOP Noordrand – Proeve van Programma 55 Beheer van het ontwikkelingsprogramma De Noordrand is een dynamisch en complex gebied. Er staat een kluwen aan projecten op stapel, zowel vanuit publieke actoren als vanuit de private sector . De veelheid aan projecten heeft geleid tot een kluwen van projectstructuren. In het reconversiegebied Vilvoorde-Machelen bijvoorbeeld, telden we er twee jaar geleden maar liefst vijftien. Waar meerdere actoren actief zijn in een zelfde gebied ontstaan vaak conflicten. Uiteenlopende actoren bekampen elkaar om ruimte en wederzijdse afhankelijkheden worden genegeerd.Men dringt elkaar een visie op of neemt de ander in snelheid. Dit leidt in vele gevallen tot gemiste kansen, voldongen feiten of ruimtelijke stilstand. Daar komt bij dat de Noordrand zich uitstrekt over twee gewesten die elk autonoom bevoegd zijn voor hun eigen grondgebied. Ze delen niet steeds dezelfde visie op ontwikkelingen in de regio. De impact van grote projecten stopt echter niet bij een gewestgrens. Wederzijdse consultatie rond projecten verloopt niet steeds optimaal. Sommige projecten, gesteund door de Vlaamse respectievelijk de Brusselse gewestregering, lijken in een concurrentielogica te passen, die de sociale en functionele samenhang onder spanning brengt. Het territoriaal ontwikkelingsprogramma voor de Noordrand wil concurrerende belangen ombuigen naar win-wins. Er zijn tal van financieringsbronnen en subsidiekanalen beschikbaar voor het gebied. Afstemming ertussen of combinatie ervan is niet altijd mogelijk. Geen enkele actor heeft een duidelijke regierol voor dit gebied. Om tot daadwerkelijke realisaties te komen vereist het ontwikkelingsprogramma een gepast beheer. We richten hiervoor een nieuw orgaan op: het Platform Noordrand. Dit Platform bestaat uit Vlaamse en Brusselse vertegenwoordigers van de overheid en werkt grensoverschrijdend. Om de slagkracht te verzekeren beperken we het aantal deelnemers. Hoofdtaak van het Platform is het beleid voor het gebied in de twee gewesten (Vlaanderen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest) en op de drie bestuursniveaus (gewest, provincie, gemeente) op elkaar af te stemmen. Daarom bestaat het Platform uit vertegenwoordigers van alle betrokken overheden. De leden vertegenwoordigen volgende beleidsdomeinen: Mobiliteit en Openbare Werken, Leefmilieu, Economie en Wonen, en de respectievelijke Bouwmeesters. Het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening/Omgeving neemt de regierol op, omwille van de nood aan afstemming en integratie tussen sectorale belangen. Het Platform bevat zowel administratieve als politieke vertegenwoordigers. Besluitvorming gebeurt in de schoot van de Vlaamse en de Brusselse regering en de Deputatie van de provincie VlaamsBrabant. De oprichting van het Platform kan aanleiding zijn om bestaande overlegstructuren zoals START en het coördinatieplatform VSGB te integreren. Dit kan op verschillende manieren: Indien de Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap wordt opgericht kan het Platform opgaan in een werkgroep van deze Gemeenschap of het kan ingebed worden in het Intergewestelijk Forum Ruimtelijke Ordening. TOP Noordrand – Proeve van Programma 56 Het ontwikkelingsprogramma is tot stand gekomen in co-creatie met belanghebbenden uit de Noordrand. Hun inzet heeft geleid tot een ambitieus programma dat van onderuit vorm kreeg. Verschillende belanghebbenden gaan engagementen aan voor realisatie van een of meerdere acties. Zij moeten betrokken worden bij het beheer van het programma. We brengen de belanghebbenden minstens twee keer per jaar terug samen om de voortgang te bespreken. Dergelijke bijeenkomsten zijn vergelijkbaar met de werksessies die plaats vonden tijdens het opmaakproces van dit programma. Dit is cruciaal om de collectieve kennis en de informele netwerken die in het proces zijn uitgebouwd te behouden, en om tot realisatie te komen. Het Dagelijks Bestuur blijft instaan voor de dagelijkse werking van TOP Noordrand. Het bestaat uit vertegenwoordigers van Ruimte Vlaanderen, Brussel Stedelijke Ontwikkeling14, provincie VlaamsBrabant en OVAM. Het Bestuur treedt op als interface tussen het Platform en de belanghebbenden. Het houdt de bal aan het rollen. Het dagelijks bestuur kan uitgebreid worden, of andere vertegenwoordigers van beleidsdomeinen in rotatie opnemen, net om dynamiek en aandacht voor integrale aanpak te bevorderen. Platform Noordrand Platform Noordrand procesarchitectuur voor TOP Noordrand Het T.OP bevat hoge ambities rond samenwerking. Binnen de verschillende onderdelen wordt een trekker of ambassadeur aangesteld die de acties opvolgt en aanjaagt. Het welslagen hangt af van de beschikbaarheid van voldoende middelen, in termen van budgetten, human resources en besliskracht. Belanghebbenden die het programma onderschrijven kunnen zich engageren voor een of meerdere acties. Dit impliceert een bijdrage onder de vorm van de hierboven genoemde middelen. Bundeling van deze middelen laat toe efficiënt te werken. Daarom onderzoeken we de oprichting van een fonds voor gebiedsontwikkeling van de Noordrand, waarover het Platform kan beschikken, de mogelijkheden van het instrument IBA15 en de inzet van Europese middelen in de Noordrand. We volgen de acties op en bewaken de samenhang. Komen uit de realisatie van acties nieuwe inzichten voort, dan wordt de visie bijgestuurd. 14 15 Vanaf 2016 het Brussels Planningsbureau (BPB) Internationale Bauausstellung TOP Noordrand – Proeve van Programma 57 Projectenmonitor Om de uitrol van het territoriaal ontwikkelingsprogramma op te volgen ontwikkelen we een zogenaamde ‘Projectenmonitor’. Dit gebiedsgericht instrument bevat een dynamische inventaris van de gekende projecten in de Noordrand. Het is een laagdrempelige kaart-gebaseerde webtoepassing waarop alle lopende projecten en acties in de Noordrand worden aangeduid. De Monitor wordt ontsloten via de website topnoordrand.be. We nemen enkel projecten op van een bepaalde grootte en/of met een gewestgrensoverschrijdende impact. Het instrument bevat een dataset voor elk project, met de meest relevante informatie zoals categorie, trekker en programma. De projectenmonitor bevat lopende projecten en locatiegebonden acties uit het programma. Ruimte Vlaanderen en Brussel Stedelijke Ontwikkeling zorgen voor de ontwikkeling en het onderhoud van de projectenmonitor. Zij verbinden zich ertoe alle relevante projecten op de monitor aan te duiden en de informatie up to date te houden. Zo is deze informatie beschikbaar voor alle belanghebbenden, inclusief de gewone ruimtegebruiker. We kunnen het instrument gebruiken om elkaar te informeren, om overtollige projectstructuren te detecteren, om synergiën of conflicten tussen projecten te ondervangen en om impactanalyses te maken. TOP Noordrand – Proeve van Programma 58 De Projectenmonitor moet ook informatie kunnen capteren. De gebiedskennis van belanghebbenden en ruimtegebruikers kan immers helpen om het territoriaal ontwikkelingsprogramma te verbeteren. Het moet via de Projectenmonitor bijvoorbeeld mogelijk zijn voor een ontwikkelaar om een project te agenderen, of voor een buurtcomité om een bezorgdheid over een gepland project te ventileren. Daarnaast willen we met regelmaat initiatieven zoals de burgerbevraging16 van eind 2014 lanceren. Zo houden we via crowdsourcing de vinger aan de pols. 16 Zie RUIMTE VLAANDEREN, Inwoners Noordrand waarderen inspanningen voor groene ruimte, http://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Algemeen/Home/Nieuwsberichten/articleType/ArticleView/articleId/8 864/Inwoners-Noordrand-waarderen-inspanningen-voor-groene-ruimte TOP Noordrand – Proeve van Programma 59 TOP Noordrand – Proeve van Programma 60 HET VERHAAL VAN DE NOORDRAND TOP Noordrand – Proeve van Programma 61 Context De Noordrand van Brussel staat voor grote uitdagingen op vlak van ruimtelijke ontwikkeling. De ruimte kreeg er grotendeels vorm in de naoorlogse periode, toen industriële activiteiten er gecombineerd werden met suburbaan wonen. Vandaag is deze ruimte echter niet meer afgestemd op onze postindustriële en geglobaliseerde samenleving. De twee belangrijkste maatschappelijke trends in de Noordrand zijn de demografische ontwikkeling, die de bevolkingssamenstelling en de woonfunctie gevoelig verandert, en een postindustriële ontwikkeling die de economische herbestemming op de agenda zet. Demografische ontwikkeling De sterke demografische groei zorgt voor een snelle verstedelijking van kernen als Neder-overHeembeek, Strombeek-Bever, Haren, Vilvoorde, Machelen en Zaventem. Het is een logische eerste linie van “migratie” uit Brussel op zoek naar betaalbaar wonen. Bovendien maakt de Noordrand deel uit van de (voorheen) sterk geïndustrialiseerde Zennevallei van Halle over Brussel tot Vilvoorde, waar de desindustrialisering hard heeft toegeslagen. Ondanks de internationale connectiviteit van de luchthaven en de economische kansen die deze biedt, slaagt het gebied er maar moeizaam in om een nieuwe economische roeping te vinden. In totaal woonden er in 2012 216.794 mensen in de Noordrand17. De dalende bevolkingstrend veroorzaakt door de stadsvlucht is vanaf de eeuwwisseling gekeerd en omgezet in een gevoelige bevolkingsgroei. Hoewel de projecties van het Federaal Planbureau, de studiedienst van de Vlaamse Regering en het BISA wat uiteenlopen, voorspellen ze allen een aanzienlijke verdere bevolkingsgroei in de komende jaren en decennia. Uit de cijfers blijkt bovendien dat de groei in de Noordrand, net als in de rest van de ruime Brusselse Kanaalzone, veel sterker is dan de rest van België. De bevolkingsgroei in het Brussels Gewest (en bij uitbreiding de gehele as Brussel-Vilvoorde-Mechelen) steunt op een relatief hoge nataliteit en op buitenlandse immigratie. Deze dynamieken spelen evenzeer in de Noordrand, waar bovendien een opwaartse sociale mobiliteit van lagere middenklasse huishoudens met een immigratie-achtergrond uit de Brusselse kanaalbuurten op zoek naar een betaalbare woning bovenop komt. De crisis op de woonmarkt, met een groot tekort aan betaalbare en sociale huisvesting, vormt dan ook een belangrijke uitdaging. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de procentuele groei voor de 7 gemeenten in de Noordrand van 2015 tot 2020. Uit deze cijfers blijkt dat de betrokken gemeenten sterker groeien dan gemiddeld in Vlaanderen en Brussel. Vilvoorde is de sterkste groeier. 17 Bron: wijkmonitor BISA, Studiedienst Vlaamse Regering; eigen bewerking. TOP Noordrand – Proeve van Programma 62 Tabel: Procentuele bevolkingsgroei Gemeenten in de Noordrand 2015-2020 Gemeente Procentuele groei Brussel 106,5% Evere 104,6% Grimbergen 104,0% Machelen 106,3% Schaarbeek 105,5% Vilvoorde 107,1% Zaventem 104,9% Gewest Brussel 103,0% Gewest Vlaanderen 101,9% Procentuele bevolkingsgroei Gemeenten in de Noordrand 2015-2020 (bron: wijkmonitor BISA, Studiedienst Vlaamse Regering) Die demografie versterkt en versnelt de sociologische evolutie naar een “grootstedelijke bevolkingsmix” in de Noordrand. De snelle groei zorgt voor meer jonge mensen, meer diversiteit en meer mensen met lage inkomens. Deze verstedelijking en multiculturalisering staat in contrast met het traditionele beeld van een groene residentiële, suburbane middenklasse. Ze vraagt om de versterking van stedelijke functies en diensten, in de vorm van bijkomende voorzieningen inzake wonen, onderwijs, zorg, mobiliteit enzovoort. Economische ontwikkeling Intussen heeft Brussel de omslag van een nationale industriële hoofdstad naar een internationale post-industriële hoofdstad gemaakt. In de na-oorlogse periode werd de Noordrand, en dan vooral de Noordelijke Kanaalzone, gekenmerkt door grote industriële complexen, zoals Renault in Vilvoorde. De economische roeping ging ten koste van het leefmilieu, de open ruimte en de rivieren. Na de economische crisis en mondialisering vanaf de jaren zeventig en tachtig is een snelle desindustrialisering ingezet, met grote, structurele werkloosheid en verlaten grootschalige en vervuilde industriële sites tot gevolg. Het gebied kampt tot op vandaag met deze erfenis, die zonder een positief toekomstperspectief het imago van het gebied bepaald. Uitdaging wordt de transitie naar een verdicht, meer stedelijk weefsel te koppelen aan het behoud van de economische activiteiten én het realiseren van meer kwalitatieve omgevingen. Bovendien is een sterke groei,, met een aanbodbeleid voor woningen, op sommige plaatsen moeilijk te verzoenen met de hinder die uitgaat van de economisch vitale infrastructuren als de R0 en de luchthaven. De Brusselse economie groeide de afgelopen decennia in de diensten- en zorgsector, niet in het minst gedreven door de groeiende internationale functies. Die internationalisering van de Brusselse economie is ook sterk voelbaar in de Noordrand, voornamelijk bij de logistieke functies in en rond dé economische troef van de zone: de luchthaven. Andere belangrijke sectoren in de Noordrand zijn groothandel en de nog overgebleven diensten aan bedrijven, stammend uit de industriële periode. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de tewerkstelling in deze sector de laatste jaren vertraagt, net TOP Noordrand – Proeve van Programma 63 als in de transport- en de communicatiesector. De uitdaging voor de Noordrand is dus ook economisch van aard. In tegenstelling tot enkele decennia geleden, toen er nog een duidelijke industriële concurrentielogica speelde, is de enige sector waar stadscentra en periferie elkaars concurrenten blijven de winkelcentra en leisure (denken we maar aan de op stapel staande shoppingprojecten). Zelfs de kantorenmarkt specialiseert zich naargelang de locatie in het stadscentrum of meer in de rand.18 Bovendien stond in 2013 één op drie vierkante meter kantoorruimte in de luchthavenregio leeg.19 Cohesie De laatste 10 jaar verslechterde de situatie in de Noordrand op vlak van mobiliteit en de hiermee samenhangende gezondheidsfactoren als luchtkwaliteit en geluidsoverlast. Ondanks haar sterk verstedelijkt karakter heeft de Noordrand een mobiliteitsprofiel vergelijkbaar met landelijke gebieden: er is een grote afhankelijkheid van de auto. De historische troef van de Noordrand, haar ligging in het centrum van het land, aan de Zenne, aan een kruispunt van wegen, wordt een groot probleem zonder oplossing voor de mobiliteit. Een samenhangende visie en intergewestelijke samenwerking voor het creëren van een regionale aanpak ontbreekt. Hoewel klimaat en energie, mobiliteit en luchtkwaliteit bij uitstek thema’s zijn die zich niet beperken tot institutionele grenzen schuiven de verschillende overheden de zwarte piet al te vaak naar elkaar door. De historische evoluties maakt de Noordrand een zeer heterogeen en complex gebied, gekenmerkt door grote ruimtelijke en programmatische contrasten. De ruimte is een superpositie van het natuurlijk landschap met zijn valleien en intussen versnipperde agrarische zones, diverse vormen van huisvesting, gaande van historische nederzettingen, sociale huisvesting uit de jaren 1970 tot alleenstaande woningen in verkavelingen, sterk vervuilde voormalige industriële zones, grootschalige detailhandel en de luchthavenregio. Bovendien is het gebied doorsneden door grote infrastructuurnetwerken die functioneren op zowel lokale als (inter)nationale schaal, maar ook belangrijke barrières vormen in het gebied: autosnelwegen, sporen, de Zenne, het kanaal. Het maakt het tot een hybride lappendeken van vaak ingesloten, monofunctionele eilanden zonder ruimtelijke samenhang en met heel wat restruimtes. De bebouwde ruimte in transitie omvat zowel gebieden die te maken hebben met hoge mate van leegstand (bijvoorbeeld bedrijventerrein Keiberg), als oude brownfields die potenties bezitten voor ontwikkelingen (bijvoorbeeld de Kanaalzone) en gebieden waar reeds concrete plannen voor zijn (bijvoorbeeld Josaphat). Ondanks de gelijklopende ruimtelijke uitdagingen wordt het gebied gevoed door tegenstrijdige beslissingen. De Vlaamse visie zou gekenmerkt worden door een antistedelijke reflex20, met lage 18 VANDERMOTTEN, C., expertenadvies ihkv TOP Noordrand, 2014. BRUSSEL STEDELIJKE ONTWIKKELING; CITYDEV.BRUSSELS, Overzicht van het kantorenpark leegstand 2013, Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Brussel, 2013, p. 5, https://stedenbouw.irisnet.be/actualiteitenonthaal/nummer33-van-het-overzicht-van-het-kantorenpark-is-netverschenen/ pdf/ObsBur_33%20Vacance%202013%20Bxl%20et%20periph.pdf 20 BOUSSAUW, K.; ALLAERT, G.; WITLOX, F., Colouring Inside What Lines? Interference of the Urban Growth Boundary and the Political–Administrative Border of Brussels, in: European Planning Studies, Volume 21, Issue 10, 2013, pp. 1509-1527. 19 TOP Noordrand – Proeve van Programma 64 dichtheden in een stedelijke setting. Door de negatieve connotaties die soms aan verstedelijking worden gehecht vindt een stedelijk beleid er moeilijk ingang. Het ruimtelijk kader zou eerder defensief zijn. De Brusselse visie, daarentegen, zou de Noordrand beschouwen als een vergaarbak voor plaatselijk ongewenst ruimtegebruik, zoals infrastructuur, een woonwagenterrein of een gevangenis. Beide gewesten behandelen het gebied als hun achtertuin en beconcurreren elkaar om inwoners en investeringen. Een gezamenlijke, grootstedelijke visie wordt moeilijk zonder het bijstellen van deze denkkaders. De Noordrand moet op zoek naar een nieuw evenwicht tussen de vereisten van een nieuwe centraliteit in de polycentrische (met behoud van de identiteit van de verschillende kernen) en kosmopolitische Brusselse metropool enerzijds en de Vlaamse wensen inzake monoculturele uitstraling anderzijds. Intussen is een veelheid aan actoren actief in de Noordrand. Een kluwen van projecten staat op stapel. Hoewel vele van deze projecten een ruimtelijke impact over de gewestgrens heen hebben, is de grensoverschrijdende afstemming over projecten beperkt. De uitdaging bestaat er dan ook in deze dynamiek in te zetten om de ruimtelijke samenhang en identiteit van de hele zone te verbeteren. TOP Noordrand – Proeve van Programma 65 Doelstellingen: Vier gedeelde doelen De doelstellingen vormden de opgave voor het T.OP-proces. Het Vlaams en Brussels gewest hebben een eigen agenda voor dit gebied, die zijn basis vindt in het Witboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen respectievelijk Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling, beide in ontwikkeling. Op basis van deze beleidsdocumenten formuleerden we volgende 4 gedeelde doelen: Zet de demografische groei in als hefboom om in het gebied een nieuwe stedelijkheid te creëren met verhoogd ruimtelijk rendement, een functiemix met voldoende lokale voorzieningen, een versterkte sociale cohesie, landschappelijke kwaliteit en een verdicht openbaar en actief mobiliteitsnet; Ontwikkel de ruimte in functie van een significant lager verbruik van natuurlijke hulpbronnen (grond, energie, lucht, water, materialen, …), het terugdringen van gezondheidsrisico’s (luchtkwaliteit, bodemkwaliteit, geluid, …) en het creëren van een betere leefomgeving Bepaal de rol van dit gebied als deel van het polycentrisch stedelijke netwerk en verhoog de functionele en ruimtelijke samenhang tussen de verschillende deelgebieden binnen het gebied en tussen de stad en het ommeland o.a. door middel van het ontwikkelen van synergiën en veerkrachtige open ruimte-structuren; Versterk kwaliteitsvol een robuuste economische roeping voor het gebied, verspreid over een spectrum van sectoren en rekening houdend met de connectiviteit van dit gebied op internationaal niveau. Door deze doelstellingen af te zetten ten opzichte van andere Europese steden kunnen we het ambitieniveau inschatten. We maken hierbij gebruik van de ‘Siemens European green city index’ rangschikking21. rang 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 stad Copenhagen Stockholm Oslo Vienna Amsterdam Zurich Helsinki Berlin Brussels Paris London Madrid Vilnius Rome Riga score 87,31 86,65 83,98 83,34 83,03 82,31 79,29 79,01 78,01 73,21 71,56 67,08 62,77 62,58 59,57 TOP 15 van hoogst gerangschikte Europese steden in de index (bron: European Green City Index, p. 11) 21 Zie http://www.siemens.com/entry/cc/en/greencityindex.htm TOP Noordrand – Proeve van Programma 66 In de Siemens European Green City Index staat het Brussels Hoofdstedelijk gewest op de negende plaats. Gedetailleerde gegevens voor de zeven gemeenten van de Noordrand zijn niet beschikbaar, maar het is duidelijk dat de noordrand minder goed zal scoren, bijvoorbeeld voor het gebruik van openbaar vervoer of de CO2-uitstoot. De ambitie op korte termijn met TOP noordrand is om de volledige Noordrand op het kwaliteitsniveau te tillen van het Brussels Gewest. Het aandeel van het autogebruik voor woon-werk verkeer in de noordrand moet dan dalen tot 63%, de CO2-uitstoot per inwoner moet dalen tot 3.91 ton per jaar. Om deze doelstellingen te kunnen monitoren moeten de juiste gegevens verzameld worden voor het gebied van de Noordrand. Eens de monitoring operationeel is, kunnen ambitieuzere doelen vooropgesteld worden op middellange en lange termijn. TOP Noordrand – Proeve van Programma 67 Visie: Dit is geen Rand 2050, een ochtend in de herfst. Boven het gebied dat in een ver verleden de Brusselse Noordrand werd genoemd, lossen de dunne wolken snel op. Het wordt een zonnige dag. In Diegem, Evere, Haren, Machelen, Neder-Over-Heembeek, Strombeek, Vilvoorde en Zaventem komt de ochtendspits op gang. Een meerderheid van de werknemers gebruikt het stedelijke openbaarvervoersnetwerk naar de tewerkstellingspolen in en rond Brussel. Light-rail treinen voeren pendelaars van en naar Antwerpen, Gent, Leuven en Ottignies - Louvain-la-Neuve, over sporen die soms nog maar 20 jaar oud zijn. Heel wat inwoners werken op fietsafstand van hun woning. Ze rijden langs degelijke fietsostrades en kunnen zich nog amper voorstellen dat hun ouders hier dagelijks op of onder de viaduct van Vilvoorde stonden de vergassen in de dieseldampen. Levendige drukte Na de vroege ochtenddrukte worden de straten ingenomen door ouders die met kroost stappen en trappen op weg naar creche of school. Buurtwinkels en kappers openen de deuren. Senioren kuieren door de straten. Ze herinneren zich nog welke percelen er in hun jeugd troosteloos bijlagen, soms terreinen van vele voetbalvelden groot. Bodemvervuiling en leegstand hebben er plaats gemaakt voor nieuwe wijken en toonaangevende projecten zoals een universiteit, ziekenhuis en cultuurtempel waar internationaal gerenommeerde acts hun opwachting maken. Deze topvoorzieningen zijn ook vlot bereikbaar via nieuwe vervoersinfrastructuur vanuit de rest van de metropool en het land. Ondanks de veranderingen herkennen de oudere bewoners nog de kernen van weleer: nieuwe ontwikkelingen hebben rekening gehouden met de eigenheid en historische structuur. Hier gebeurde maatwerk. Geen eenheidssaus. Een aandachtig beleid is erin geslaagd een ware caleidoscoop aan plaatselijke identiteiten te creëren. De Noordrand maakt volwaardig deel uit van het hoogwaardig Brussels stedelijk vervoersnetwerk. De knooppunten in dit netwerk zijn uitgebouwd tot centrale plekken waar wonen, werken en voorzieningen en ook groen en recreatie geconcentreerd en in elkaars nabijheid voorkomen. Die ontwikkelingen zorgden er voor dat het openbaar vervoer beter rendeert en dat de auto zo goed als overbodig geworden is. Dit is een gevolg van een no-car beleid dat werd ingezet, stap per stap vanuit een visie van bereikbaarheid van stations en knooppunten. Ook werden ‘eilanden’ van autoluwe zones aangelegd. Dit werd ook gekoppeld aan een fijner netwerk van fietspaden in aansluiting met voornoemde knooppunten. De Noordrand is ook ingebed in een netwerk op regionale, nationale en zelfs internationale schaal. Vlotte verbindingen van en naar Brussel, Antwerpen, Gent, Leuven, Ottignies en andere steden maakten plaatsen zoals Vilvoorde, de luchthaven of de Heizel site tot belangrijke schakels in het bovenlokale openbaar vervoersnetwerk. Er wonen een pak meer mensen dan in 2014. Nieuwe oplossingen tot samenleven dienden voorgesteld te worden. Een omvangrijk, flexibel en verscheiden aanbod houdt wonen in de regio betaalbaar. De drukte brengt de levenskwaliteit niet in het gedrang. Integendeel: verstedelijking op mensenmaat heeft de levenskwaliteit verhoogd en zowel de sociale cohesie als de economische positie versterkt. De ruimtelijke ontwikkeling, gericht op het vrijwaren van open ruimte naast het versterken van verdichting en mobiliteit als basislaag voor ontwikkeling, droeg dan ook bij aan het TOP Noordrand – Proeve van Programma 68 terugdringen van de sociale tegenstellingen tussen de verschillende delen van het verstedelijkte gebied. Hogere eisen rond luchtkwaliteit, bodem en geluid hebben de gezondheidsrisico’s doen dalen. Daardoor konden hier meer mensen komen wonen. Ook op het vlak van duurzaamheid ligt de lat hoger. Grondstoffen zoals ruimte, bodem, water en energie worden beter benut en gerecycleerd. Een andere manier van bouwen heeft het beslag op deze grondstoffen grondig teruggeschroefd. Via warmtenetten worden sommige wijken verwarmd met restwarmte uit de industrie of uit de ondergrond. In de handboeken van planners en beleidsmakers is de term “leefbaarheid” vervangen door het ambitieuzere “levenskwaliteit”. Mensen willen geen “leefbare” omgeving. Ze willen gewoon dat het er aangenaam toeven is. Veerkracht Een belangrijk sleutelwoord bij de transformatie van dit gebied was veerkracht, zowel op economisch als op milieuvlak. Deze regio staat economisch sterk. Er is werk voor zowel kort- als langgeschoolden. Bij het stimuleren van bedrijvigheid werd ingezet op diversiteit. Door in te zetten op een brede mix van activiteiten, waaronder diensten, stedelijke industrie, creativiteit, onderwijs en vorming en hi-tech logistiek, is de werkgelegenheid in dit gebied crisisbestendig. Bestaande logistieke diensten specialiseren verder (oa. Ingezet met Schaarbeek Vorming als logistieke site voor de Noordrand), logistieke voorraadpunten (de logistieke driehoek) nemen ook energie in rekening. Gaat het in de ene sector tijdelijk minder goed, dan zijn er nog steeds voldoende andere sectoren als vangnet: de economie is veerkrachtig. Ze kan tegen een stootje. In deze getransformeerde Noordrand is groen nooit ver weg. Dankzij een fijnmazig groenblauw netwerk kan iedere bewoner genieten van parkjes en groen in zijn directe woonomgeving. Dit hebben we te danken aan de vooruitziende keuze om in gebieden aan te duiden waarvan in de jaren ’10 werd gezegd dat ze ook in 2050 nog open moesten zijn. Ook het koppelen en inzetten op een geïntegreerde visie waar ook bodem- en waterproblematiek en slim energiegebruik meegenomen wordt en als randvoorwaarde van herontwikkeling dienen heeft hiertoe bijgedragen. Door het verbinden van deze open ruimte werd het gebied doorwaadbaar. Via het netwerk kan men ontspannende fiets- of wandeltochten maken die je zonder grote hindernissen naar de mooiste plekjes van de Zenne- en Woluwevallei brengen. Zo goed zijn de verdichte kernen en open ruimte met elkaar verbonden. En dat komt niet enkel recreanten ten goede, ook de biodiversiteit vaart er wel bij. Dit alles geeft het gebied de nodige veerkracht om met soms extreme klimatologische omstandigheden om te gaan, zoals oververhitting en overstromingsgevaar. De open ruimte geeft ook ruimte aan productie in het gebied. Als piloot werd hiervoor ingezet op ontwikkeling binnen Woluweveld. Intensieve stadslandbouw bezorgt de inwoners van de Noordrand plaatselijk geteeld voedsel op hun bord. Zaventem De talrijke internationale vervoersinfrastructuren zoals hogesnelheidsspoorlijnen en snelwegen in het gebied werden landschappelijk ingebed zodat hun negatieve impact sterk is afgenomen. Ook luchthaven en omgeving leven in 2050 al jaren op goede voet samen. Een stabiel kader voor de exploitatie, inspanningen van de beheerder om de hinder aan de bron te beperken en enkele TOP Noordrand – Proeve van Programma 69 technologische vernieuwingen hebben toegelaten om een consequent ruimtelijk- en woonbeleid te voeren. Hierdoor is de hinder jaar na jaar afgenomen en kon Brussels Airport zich ontwikkelen als belangrijke internationale nichespeler in de FLAP-area22. Daarnaast zorgde de ontwikkeling van de Europese Boulevard voor een trage as en extra verbindingen met open ruimte die sociale aanvaarding van de luchthaven in de regio verbeterde. Brussels Airport fungeert als schakel tussen 3 niveaus (internationaal, regionaal en lokaal). Niet alleen reis je van daar naar internationale bestemmingen, je geraakt ook makkelijk tot in de verschillende stedelijke regio’s van het Metropolitaan Kerngebied. En de uitbouw van tramlijnen van en naar de luchthaven voorziet de interne ontsluiting binnen de stedelijke regio Brussel. Dit biedt de potentie voor Brussels Airport om meer te zijn dan ‘enkel’ een luchthaven die gericht is op personenen vrachtvervoer, met ontwikkelingsmogelijkheden louter voor luchthavenen luchtvaartgerelateerde voorzieningen en bedrijvigheid. Brussels Airport kan een veel grotere betekenis krijgen: het vormt het venster op de wereld en is tevens de poort tot Vlaanderen en Brussel. Het is op die plek dat buitenlandse bezoekers de eerste indruk opdoen, en die indruk moet goed zijn. De centrale ligging van de Noordrand maakt het gebied zeer geschikt voor logistiek. De transportmogelijkheden over water, spoor, weg en lucht hebben een doorgedreven specialisatie toegelaten van de verschillende logistieke knooppunten in het gebied (Schaarbeek Vorming, Cargovil en Brucargo). Hierdoor kan men met een minimum aan hinder en ruimtebeslag de regio bevoorraden en een maximum aan goederen overslaan. Dit is geen rand meer Het mag duidelijk zijn: wat vroeger de “Noordrand” was, een perifere zone gekenmerkt door monofunctionele, gefragmenteerde en auto-afhankelijke ontwikkelingen, is nu in 2050 een vibrante en diverse stedelijke omgeving. Ze profiteert volop van haar strategische ligging en biedt gevarieerde woon-, leef- en werkomgevingen, gaande van dorpse gezelligheid tot metropolitane drukte. Zowel inwoners, bezoekers als passanten ervaren er een hoge levenskwaliteit. De Noordrand, die als incubator werd aangeduid voor het testen van verwevenheid van functies gericht op innovatieve economieën (ook met lage instap cfr maakindustrie), gekoppeld aan sociale en culturele impulsen, natuur en recreatie heeft zich ontpopt tot een nieuwe ruimte. Het hoge voorzieningenniveau, de lokale identiteit en de korte afstanden tot zowel groen als voorzieningen van metropolitane allure maken van de Noordrand een geheel eigen en populaire leefomgeving met toch de typische kenmerken van een eenentwintigste eeuwse Europese stedelijke omgeving: densiteit, diversiteit, meertaligheid, kwalitatieve publieke ruimten, veerkrachtige groenblauwe netwerken en een functionele en sociale mix. De Noordrand is zowel een volwaardig deel als complementair aan de overige delen van deze stedelijke regio. Bovendien ligt het in reistijd ook kort bij Antwerpen, Mechelen, Leuven, Ottignies - Louvain-la-Neuve en Gent. Inwoners kijken dan ook raar op als je naar hun dagdagelijkse omgeving verwijst als “de rand van”. Dit is geen Rand. Het is een wereld op zich. 22 FLAP: Frankfurt, Londen, Amsterdam en Parijs – regio met hoge concentratie aan vliegverkeer. TOP Noordrand – Proeve van Programma 70 Op weg naar 2050 Om een transitie in te zetten naar deze gewenste toekomst was een nieuwe benadering nodig. Deze werd ingezet via een aantal pilootprojecten die sturend zijn geweest en een trendbreuk betekenden voor de bepaling van de rol van de regio. Meer dan in andere regio’s bepalen in de Noordrand de bodem – als gevolg van de historische industrialisering – en het luchtruim wat er op het maaiveld kan gebeuren. Daarom wordt bij de ruimtelijke ontwikkeling consequent een 3D-benadering gehanteerd, waarbij bodem, maaiveld en luchtruim samen worden gepland. Deze aspecten worden van in het begin meegenomen in het ruimtelijk ontwikkelingsproces en zo maximaal afgestemd met de maatschappelijke ontwikkeling en noden van het gebied. De Noordrand is een ruimtelijk samenhangend gebied met daarbinnen een administratieve grens tussen twee gewesten. Grensoverschrijdende samenwerking wordt een vanzelfsprekende reflex om de gemeenschappelijke uitdagingen en potenties aan te gaan. Het is nodig om de maatschappelijke kosten en baten van ruimtelijke ontwikkeling duidelijker in beeld te brengen. Dit kan helpen om besluitvorming rond die ruimtelijke ontwikkeling te objectiveren. Hiervoor is een bijsturing van het instrumentarium nodig. TOP Noordrand – Proeve van Programma 71 Strategieën De strategieën beschrijven hoe we de visie willen bereiken. Als de visie een beeld schetst voor de lange termijn biedt een strategie een richtsnoer om dat beeld te verwezenlijken. Een strategie laat toe acties in een logische volgorde te plaatsen, prioriteiten te bepalen en mijlpalen te bepalen. Een strategie vormt de toetssteen om na te gaan of een actie de visie dichter bij brengt of net niet. Ze vormen zo de tussenschakel tussen de visie en de concrete acties. Stedelijke ontwikkeling geënt op een gelaagd mobiliteitsnetwerk Om een levendige drukte te creëren in de Noordrand moeten we de stedelijke ontwikkeling in goede banen leiden. De mate waarin een plek aantakt op het mobiliteitsnetwerk vormt, naast de geografische ligging en de aard van de omgeving, een voorwaarde voor deze ontwikkeling: we willen de demografische groei kanaliseren naar knooppunten in dit netwerk. Rondom die knooppunten kan een nieuw soort stedelijkheid ontstaan; ze kunnen het hart vormen van een autoluwe zone. Naarmate er meer van dergelijke zones komen kunnen de oorspronkelijke autoluwe zones vergroten en uitgroeien tot echte “no car-eilanden”. Op lange termijn groeien deze eilanden naar elkaar toe en wordt de auto zo goed als overbodig in de noordrand. TOP Noordrand – Proeve van Programma 72 Figuur 1: doorheen de tijd kunnen autoluwe zones groeien tot de noordrand quasi volledig bedekt is (bron: Ontwerpend onderzoek TOP Noordrand, Regionale visie, p. 50; zie hoofdstuk D2) TOP Noordrand – Proeve van Programma 73 Open ruimte als motor voor stedelijke ontwikkeling Open ruimte wordt vandaag teveel beschouwd als een randvoorwaarde, een restruimte of overschotje dat in het beste geval bewaard moet worden. Om de veerkracht van de Noordrand te vergroten en om haar inwoners en passanten de levenskwaliteit te bieden zetten we de open ruimte inals een motor die stedelijke ontwikkeling net kan voortstuwen. Dergelijke ontwikkeling gaat van zachte tot harde sectoren, van natuur, recreatie en landbouw tot wonen, mobiliteit en economische activiteiten. door te werken aan de randen van open ruimten als Woluweveld krijgen ze een duidelijke identiteit, genre Central Park (bron: T.OP Noordrand – deelgebied A201-E40-Meiser-Nossegem, p. 74, 79; zie hoofdstuk D2) De toekomstige levenskwaliteit van Brussel en de ruime regio daarrond hangt voor een groot stuk af van de organisatie van die stedelijke ontwikkeling in synergie met de ontwikkeling van een aantal open ruimte-structuren. Door de vele (ecosysteem)diensten die ze levert maakt de open ruimte een vitaal onderdeel uit van elke verstedelijkte regio. Stedelijke ontwikkeling en Ring R0/luchthaven in balans Om de luchthaven en haar omgeving op goede voet te laten samenleven moet een balans gevonden tussen de stedelijke ontwikkeling en deze infrastructuur. Die stedelijke ontwikkeling wordt gedreven door een sterke demografische groei in de noordrand. Hoewel precieze cijfers uiteen lopen is het duidelijk dat er de komende 20-30 jaar een aanzienlijke bevolkingsgroei zal zijn, en deze zal groter zijn in de Brusselse Noordrand dan elders in België. De Als gevolg van de bevolkingstoename zullen nieuwe vormen van samenleven moeten worden voorgesteld. Het voorzien van een kwalitatief en betaalbaar woonaanbod wordt een enorme uitdaging voor de Noordrand. Enerzijds biedt dit gebied heel wat kansen om bijkomende ontwikkelingen op een doordachte manier op te vangen (zie ook strategie 1 – stedelijke ontwikkeling geënt op een gelaagd mobiliteitsnetwerk), anderzijds zijn er een aantal belangrijke randvoorwaarden waarmee rekening moet worden gehouden. TOP Noordrand – Proeve van Programma 74 Figuur 2 Uitstoot van stikstofdioxide in het Brusselse 2009 – 2012 (bron: Expertenadvies Noordrand – Mobiliteit; zie hoofdstuk D1) Om een evenwicht te vinden tussen de verwachte demografische groei en de randvoorwaarden die uitgaan van internationale infrastructuren zoals de Ring R0 en de luchthaven, moeten in eerste instantie keuzes gemaakt worden over de locaties waar bijkomende woningen voorzien kunnen worden. Onderbenutte ruimte activeren Als we willen dat er in 2050 een pak meer mensen wonen en werken in de Noordrand, zonder de laatste groene ruimtes op te offeren, moeten we het ruimtelijk rendement van de beschikbare ruimte opdrijven. De Noordrand wordt gekenmerkt door verschillende vormen van onderbenutte ruimte, denk aan leegstand van kantoren en panden, de vele oude industriële sites rond het Kanaal, braakliggende terreinen, brownfields, enz. Zelfs de ondergrond kan beschouwd worden als onderbenut gezien deze in de planning zelden meegenomen wordt (2D versus 3D benadering). TOP Noordrand – Proeve van Programma 75 Acties De acties voeren de strategieën uit. Ze garanderen de realisatie van de visie op het terrein. Elke actie draagt bij aan minstens één van de vier doelstellingen. Samen vormen de acties het ontwikkelingsprogramma. De samenstelling van het programma toont de onderlinge afhankelijkheid tussen Vlaanderen en Brussel. Voor de concrete lijst van acties wordt verwezen naar hoofdstuk A.3 “ontwikkelingsprogramma”. De acties zijn onderverdeeld in acht onderdelen. Elk onderdeel bevat een lijst van acties waarvan volgende kenmerken worden opgelijst: Minimaal betrokken actoren: o trekker wordt in vet aangegeven o opname in de tabel impliceert engagement op vlak van human resources, financiën, politiek kapitaal, … o trekkers worden eerst vermeld, vervolgens in alfabetische volgorde o gebruikte afkortingen: BM: Brussel Mobiliteit BRVM: Beheerscomité Reconversie Vilvoorde-Machelen BSO: Brussel Stedelijke Ontwikkeling LB: Leefmilieu Brussel LNE: Departement voor Leefmilieu, Natuur en Energie MOW: Mobiliteit en Openbare Werken OVAM: Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij Prov.: provincie Vlaams-Brabant RV: Ruimte Vlaanderen VLM: Vlaamse Landmaatschappij W&Z: Waterwegen en Zeekanaal Termijn o Korte termijn: 2020 o Middellange termijn: 2030 o Lange termijn: 2040 of 2050 Type: o Uitvoering: deze actie realiseert een gewenste ontwikkeling op het terrein o Onderzoek: deze actie betreft een studie o Beleid: deze actie vereist een beleidsbeslissing o Pilootproject: deze actie vervult een voorbeeldfunctie, vormt de eerste in een reeks van projecten, en heeft een hoog ambitieniveau o Instrumentarium: deze actie betreft de evaluatie en vernieuwing van bestaande instrumenten en de ontwikkeling van nieuwe instrumenten Relatie met beslist beleid: o Conform … bvb: Regeerakkoord/Beleidsnota/Beslissing Vlaamse of Brusselse Regering/afgeleverde stedenbouwkundige vergunning/… o Afwijkend op volgend punt bvb: tramtracé wijkt af van Beslissing Vlaamse Regering over Brabantnet voor wat betreft deel t.h.v. Neder-Over-Heembeek o Nieuw beleid Bron: o Werksessies TOP Noordrand – Proeve van Programma 76 o o o Ontwerpend onderzoek Regionale Visie De gedeelde Vallei A201-E40 Burgerbevraging … TOP Noordrand – Proeve van Programma 77 Bibliografie INNOCENTI, Alberto, On the road of Leuvensesteenweg/Chaussée de Louvain, Universita IUAV di Venezia, Venetië, 2014. BOUSSAUW, K.; ALLAERT, G.; WITLOX, F., “Colouring Inside What Lines? Interference of the Urban Growth Boundary and the Political–Administrative Border of Brussels”, in: European Planning Studies, Volume 21, Issue 10, 2013, pp. 1509-1527. BRUSSEL STEDELIJKE ONTWIKKELING; CITYDEV.BRUSSELS, Overzicht van het kantorenpark leegstand 2013, Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Brussel, 2013, p. 5, https://stedenbouw.irisnet.be. REGERING VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST, Ontwerp van Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling, Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Brussel, 2014. RUIMTE VLAANDEREN, Vlaanderen in 2050: mensenmaat in een metropool? Groenboek Beleidsplan Ruimte Vlaanderen, Vlaamse Overheid, Brussel, 2012. THE ECONOMIST, European Green City Index .- Assessing the environmental impact of Europe’s major cities, Siemens AG, Munchen, 2009. VANDAELE, W. ; LENAERTS , M. ; DE BRUYCKER, S., “Ceci n'est pas un Rand”, in : Ruimte, december 2014. VAN NOORDT, A.; DE MULDER, S., “Online territorial consultation tool”, in: SCHRENK, M. (et al.; ed.), Real CORP 2015 Proceedings, www.corp.at, Wenen, 2015. TOP Noordrand – Proeve van Programma 78 ACHTERGRONDDOCUMENTEN Documenteren van het proces Schema van het overlegproces Lijst betrokken belanghebbenden Stuurgroep Noordkrant: verslag van de 4 werksessies Voorbereidende documenten van de werksessies Burgerbevraging Voting 19/12/2014 Andere overleg-initiatieven Studiemateriaal 5 expertenadviezen Ontwerpend onderzoek Samenwerking Ruimte Vlaanderen CassCities (London Metropolitan University) Zie www.ruimtelijkeordening.be/topnoordrand TOP Noordrand – Proeve van Programma 79 TOP Noordrand – Proeve van Programma 80