BLOK 1 K1: mkm-, mmkm-woorden de aap de boog ik speel de brief

advertisement
BLOK 1
K1: mkm-, mmkm-woorden
de aap
de boog
ik speel
de brief
klaar
de bril
K2: woorden met schhet schaap
de school
de schuur
de schat
het schip
ik schiet
K3: woorden met oe, ui, eu
het boek
groen
de ui
de buik
de neus
leuk
W1a: woorden met ei
het ei
de trein
het plein
klein
het meisje
het zeil
W2a: woorden met ij
het ijs
vijf
wij
de rij
vrij
de prijs
BLOK 2
K4: woorden met -ng
de ring
de tong
de slang
de wang
eng
jong
K5: woorden met -nk
de bank
dank
ik denk
de pink
ik drink
ik zink
K6: woorden met aai, oei, ooi
de haai
ik draai
ik roei
ik groei
de kooi
mooi
W3a: woorden met ou
de vrouw
het hout
stout
de fout
de kous
jou
W4a: woorden met au
au
blauw
flauw
gauw
de pauw
de saus
BLOK 3
K7: woorden op -en, -er, -el, -e
de spiegel
de dieren
buiten
langer
lieve
het boekje
K8: woorden met ge-, be-, vergedaan
het gevoel
ik betaal
het bezoek
het verhaal
her verdriet
R1: (hoorbare) verkeinwoorden
het huisje
het fietsje
het zusje
hert treintje
het wieltje
het broertje
W5a: woorden met fhet fruit
de film
het feest
de fiets
de fles
de fluit
W6a: woorden met vvier
vaak
de vlag
veel
vroeg
de verf
BLOK 4
K9: woorden op -lf, -lg, -lk, -lm, -lp
twaalf
half
ik volg
de wolk
de helm
de schelp
K10: woorden op -rf, -rg, -rk, -rm, -rp
de slurf
ik durf
de berg
de kurk
de arm
het dorp
R2: (hoorbare) samenstellingen
het klimrek
de schooltas
het leesboek
het wijnglas
de kiespijn
de sneltrein
W7a: woorden met shet sap
de sok
de som
soms
de soep
W8a: woorden met zde zus
zwaar
zes
de zee
de zon
ziek
BLOK 5
K11: woorden met eer, eur, oor
de beer
de peer
de deur
de scheur
het oor
het spoor
K12: woorden met meer medeklinkers
de straat
ik spring
de korst
laatst
de kunst
de wesp
R3: woorden op -t, -d
het paard
de staart
het land
de krant
het sportveld
de goudvis
W1b: woorden met ei
de geit
ik zei
de reis
de eik
de wei
de klei
W2b: woorden met ij
de pijn
blij
rijk
jij bent
hij is
zij is
BLOK 6
K13: woorden met schrik schrijf
schrijven
de schrijver
het schrift
de schroef
ik schrik
K14: woorden op -cht
de nacht
recht
echt
dicht
de lucht
het licht
K15: klankgroepen
ruiken
de schoenen
werken
de paarden
de dokter
de zakdoek
W9a: woorden met ch
ik lach
lachen
de pech
toch
zich
de kachel
W3b: woorden met ou
het zout
het touw
oud
ik zou
ik wou
ik hou van jou
BLOK 7
R4: woorden op -a, -o, -u
ja
zo
u
nu
de auto
bijna
R5: klankgroepen op –a, -o, -u
de ramen
de tafel
het water
lopen
de boter
sturen
W5b:woorden met fde fee
fijn
fel
flink
de friet
fris
W6b: woorden met vde vlieg
voor
ver
vol
vast
de voet
BLOK 8
R6: woorden op -ee
nee
twee
de slee
mee
de zee
R7: klankgroepen op -e
lezen
de weken
de delen
de strepen
de regel
zeker
R8: woorden met 2 klankgroepen
slapen
beter
de handen
de kaarten
zoeken
buiten
W7b: woorden met sde salto
de sjaal
sjouwen
samen
de sandaal
de suiker
W8b: woorden met zde zeep
de zak
zelf
de zoen
zoeken
zo
Download