Overzichtsvragen Watkin 1. Wat zegt Watkin over de “Romeinse” aspecten van de Karolingische renaissance? Westerse beschaving => pogingen gedaan om de prestaties van de oude Romeinen te evenaren 800: Karel De Grote, keizer Heilig Roomse Rijk, kan worden gezien als provocatie tegenover de Byzantijnse keizers, die eigenlijk de erfgenamen waren van wat er nog over was van het WestRomeinse rijk, het rijk van Karel de Grote breidde echter snel uit en had een grote invloed op het ontstaan van het Middeleeuwse, moderne Europa. stabiliserende factor van het rijk : benedictijns kloosterwezen (in tegenstelling tot een bestuursapparaat, leger, vloot bij de Byzantijnen) gebruik van Latijn in officiële en religieuze situaties Paltskapel in Aken: 8ste eeuw, ontwerp: Odo van Metz gewijd aan de heilige maagd lateraan genoemd: naar het paleis in Rome dat volgens de geschiedenis door Constantijn (=eerste Christelijke keizer) aan de Katholieke Kerk werd geschonken in voorhof -> standbeeld: Theodorik, zoals er ook een stond in het Lateraan, waarvan men dacht dat het Constantijn was (eigenlijk was het Marcus Aurelius), en een beeld van een wolvin, een kopie van een beeld in het Lateraan, verwijzing naar verhaal van Romulus en Remus de Paltskapel domineert het voorhof, zoals een tempel het Romeinse forum domineerde Odo van Metz ging bij zijn ontwerp uit van een Byzantijns gebouw, maar paste dit naar zijn eigen ideeën aan,op een manier die typisch wordt voor de latere Romaanse bouwstijl => marmeren zuilen en bronzen borstwering kwamen rechtstreeks uit Italië als afbraakmaterialen van ruïnes Na Aken is de belangrijkste bouwkundige prestatie van de Karolingers waarschijnlijk het klooster van Centula, St-Requier. gebouwd in de 8ste eeuw en volledig herbouwd in de gotische periode bevatte zuilen, basementen en lijstwerk (speciaal uit Rome gehaald) opvallend westwerk oostkant: koor met ver uitstekende apsis geflankeerd door 2 grote ronde traptorens Westwerk = oorsprong in de Syrische architectuur, verwijst naar torenachtig uitbouw aan het westelijke uiteinde van een kerk, die een voorportaal bevat met daarboven een kapel, oorspronkelijk afweer tegen vijandelijke krachten: het kwade komt uit het westen, westwerk is bijna een zelfstandige kerk compleet met doopvont, vaak gewijd aan de heilige Michael die de hemel 1 beschermt => bouwwijze bleef nog lang na de Karolingische periode bestaan in Duitsland bekendste Karolingische bouwwerk: poortgebouw (+/- 800) van het klooster van Lorsch in het Rijnland poortgebouw = vrijstaande toegangspoort met drie bogen voor het voorhof van het klooster herinnert aan de Romeinse triomfboog van een forum van Constantijn, die door zijn inscriptie (“instinctu divinitatis”) door de middeleeuwse christen wordt geïnterpreteerd als een overwinning van het christendom op de heidense religies Dit Gallo-Romeinse metselwerk is een provinciale variant van het klassieke Romeinse opus reticulatum (= diagonaal geplaatst kleine vierkante stenen) grote aantrekkingskracht en invloed van de oude St-Pieter = belangrijkste monument van het toenmalige Christelijk Rome ->ook elders in Rijnland, vb. abdijkerk van Fulda: hier werden een enorm transept en een apsis aan de westzijde van het schip toegevoegd naar het model van de Sint-Pieter Meest volledige uitwerking van het Karolingische kloosterideaal als een soort modeldorp = plattegrond voor een klooster dat rond 820 in Sankt Gallen werd getekend -> verbazingwekkende meesterwerk van organisatiekunst, diende als model voor de grote kloosters van de Middeleeuwen (allesomvattend: kerk, school, winkels, brouwerij, boerderijen,...) Over het algemeen kan men stellen dat men in de Karolingische Renaissance wel terugkeek naar het verleden, maar dan door een christelijke bril: Men beschouwde keizer Constantijn en diens tijdperk als de glorietijd van het christendom (Constantijn liet het christendom toe als godsdienst, ongeveer een halve eeuw later werd het de staatsgodsdienst) waar men nu zo veel mogelijk naar wil terugkeren. Deze heimwee wordt enorm gecultiveerd onder het bewind van keizer Karel, die zichzelf zelfs de keizerlijke titels van het Romeinse Rijk toekende. 2. Welke rol kent Watkin toe aan de kathedraal van Durham in de ontwikkeling van de Europese architectuur? Durham = kasteel, klooster en kathedraal, wordt gezien als de meest spectaculaire illustratie van het militair en godsdienstig karakter van de Normandiërs in Engeland en Normandië Kathedraal door Normandiërs omgevormd tot kapittelkerk = systeem waarbij monniken onder een bisschop leefden en de mis opdroegen in een kloosterkerk die tegelijkertijd als kathedraal fungeerde, wat op het vasteland in Europa nog onbekend was. Dit concept van een kathedraal die functioneert binnen een maatschappelijke context heeft sterk bijgedragen aan het uniek fraaie karakter van de historische Engelse kathedralen. vergelijkbaar met universiteiten Oxford en Cambridge en de oudste kostscholen van Engeland: => verschijningsvorm: uitgestrekte grasvelden en kloostergangen (doet denken aan vriendelijk klooster), ontstaan van de sociale ondertoon in onderwijs en wetenschap in Engeland 2 Bouw nieuwe kathedraal Durham 1093 begonnen onder de Franse bisschop Willem van St Calais laatste van een reeks majestueuze kathedraal die in de 11de eeuw werden gebouwd = verdere uitwerking, zowel technisch als esthetisch van eerdere ontwerpen voor het eerst in Europa: gebruik van stenen kruisribgewelven -> tot dan: leek er geen verband te bestaan tussen de muren van het schip en de vlakke houten plafonds die op deze muren rustten, door dit meesterwerk schiep de ontwerper de voorwaarden voor de ondoorbroken stenen interieurs die later hun hoogtepunt zouden bereiken in de enorme constructies in steen en glas van de Europese gotiek Gordelbogen van gewelven schip spits gemaakt, hierdoor ontstaat een steilere kromming en wordt de horizontale druk effectiever opvangen de lichtbeuk valt voor een groot deel samen met de zone van de gewelven en vormt dus geen aparte horizontale laag meer voor het eerst keper- en zigzagmotief voor ornamenten = een van de belangrijkste kenmerken van de laat-Normandische architectuur (terug te vinden in de lady chapel aan westzijde van Durham, het patroon vindt zijn oorsprong in de Prehistorie) => de nadrukelijke aanwezigheid van dergelijke lineaire patronen = karakteristiek van de Engelse Middeleeuwse architectuur Romaanse architectuur in Engeland = Normandische stijl: werd steeds decoratiever tot hij in 1170 verdrongen door gotiek de stijl waarop de kathedraal van Durham met zijn ribgewelven vooruit liep. 3. De Florentijnen interpreteerden hun baptisterium in de 16de eeuw als een antieke tempel. Ze hadden niet helemaal ongelijk. Bespreek. Toscane: werd gekenmerkt door handelssteden, die vreedzamer en welvarender waren dan die van Lombardije Baptisterium Florence = één van de belangrijkste monumenten van de Florentijnse-romaanse architectuur natuursteen en marmer oorspronkelijk uit de 5de eeuw, kreeg in de 11de en 12de eeuw haar huidige vorm, de mozaïeken en vloeren in het interieur stammen uit de 13de eeuw zowel binnen als buiten zijn dunne platen marmer in verschillende kleuren patronen aangebracht die een typisch Florentijnse reactie vormen op de ornamenten van de klassieke Romeinse en Byzantijnse architectuur <-> scherp contrast met de massieve, sculpturale vormen van de noordelijke Romaanse architectuur stijl = Toscaanse ‘proto- renaissance’, liepen vooruit op de wederopleving van het classicisme van de 15de eeuw men dacht dat dit een verbouwde Romeinse tempel was 3 8-hoekig: link met baptisterium als basistype van de Christelijke architectuur en met Romeinse mausolea 4. Waar situeert Watkin de “rayonnant” (geografisch en sociaal)? rayonnant = stroming binnen de Franse vroeg gotiek, trad in na de bouw van Amiens, 13de-14de eeuw vroegste fase: staat bekend als de ‘hofstijl’, was nauw verbonden met het hof van Lodewijk IX kenmerkend = de strakke lineariteit, versterking van de lineaire samenhang => Deze creëert een stralend effect van de raam verdeling en is te bewonderen in het koor van Amiens. Ditzelfde motief wordt zeer spectaculair toegepast bij de kathedraal van Beauvais (= laatse van de groote kathedralen van het Ile-de-France). 3 meesterwerken: kathedraal van Troyes, de herbouwde abdij van St. Denis en kapel van Lodewijk IX in St. Germain-en-Laye koor van de kathedraal van Troyes: lichtbeuk en triforium zijn nauwer verbonden dan ooit tevoren St. Denis: vensters in de buitenwand van het triforium, mogelijk doordat het triforium boven het dak van de zijbeuk kwam -> volledig beglaasde wanden andere belangrijke vernieuwing: ronde pilaren met daaraan verbonden schalken moeten wijken voor een dikke bundelpijler op ruitvormige grondslag, samengesteld uit colonetten die zich voortzetten in de ribben van het gewelf en de archivolten van de scheibogen => De architecten van de rayonnante stijl hielden zich niet zozeer bezig met hoogte, monumentaliteit en het zoeken naar nieuwe ruimtelijke effecten, als wel met een soort filigraanwerk, gekenmerkt door subtiele lineaire patronen en een broze elegantie. In deze licht-architectuur maken donker blauw en rood van het glas-in-lood plaats voor witte en grijze tinten -> koeler effect. pronkjuweel van de hofstijl: Saint-Chapelle, Parijs nationale reliekschrijn voor een fragment van het Heilige Kruis en voor de doornenkroon van Christus wand wijkt voor glas gevat tussen dunne spijlen (traliewerk) = glazen kooi + Achthoekige kapiteelzaal van de westminster abbey is een voorbeeld van de rayonnant stijl in engeland : De kring van vensters vormt bijna een volledig uit glas bestaande omhulling voor een verbluffende centrale ruimte die in deze vorm in frankrijk nauwelijks te vinden is. Deze ruimtewerking van de interieur waren voorboden van de volgende fase van de Engelse gotiek. 4 5. Waar legt Watkin de oorsprong van de Spaanse gotiek? Spanje is veel rijker aan gotische kerk architectuur dan italie maar veel minder bekend. Spanje = combinatie moorse en christelijke invloed. In 1150 was het grootste deel van Spanje al terug in handen van Christelijke heerser, enkele steden in het Zuiden vallen echter nog zo'n 100 jaar onder Moors bestuur bv. Cordoba en Sevilla=> een aantal christelijke koninkrijken, Castilië en Aragon, maakte al vroeg in de 13e eeuw een ambitieus bouwprogramma, dat dat van Frankrijk naar de kroon zou steken. Rond 1200:eerste op Frans gotische kathedraalarchitectuur geïnspireerde elementen jaren 20 van de 13de eeuw: echt begin van de Spaanse gotiek of meerbepaald de Franse gotiek in Spanje, met de bouw van 2 grote kathedralen: Burgos en Toledo, die doen denken aan de kathedraal van Bourges 1255: kathedraal van Léon in rayonante stijl, glas in de buitenwand van het triforium + glaswerk in groene, gele en paarse tinten Burgos en Toledo: vertroebeling door toevoegingen nieuwe kapellen en sacristieën -> verleent de Spaanse architectuur haar eigenzinnige, onstuimige karakter Catalonië + eiland Mallorca: ontwikkeling van een bouwkundige vorm die duidelijk afweek van de rayonante stijl: éénbeukige zaalkerk met tussen de steunberen geplaatste kapellen zoals typisch was voor de bedelordes = mediterraan kerktype voorbeeld: Palma de Mallorca gevels bestaan uit een woud van pijlers, steunberen en luchtbogen -> toont op compromisloze wijze de constructie die het gewaagde interieur ondersteund zeer hoge gewelven + zeer breed schip lichtinval langs alle zijden, bv. enorm roosvenster in de oostgevel regelmatig patroon van gelijkzijdige driehoeken dat ontstaat uit een netwerk van elkaar kruisende traceringen doet denken aan de ornamenten van de Moorse architectuur in Spanje = meest sprekende gotisch gebouw van Europa Sevilla: een combinatie van Moorse en christelijke invloeden (1401 begonnen) plattegrond lijken te verwijzen naar de vierkante moskeeën van de islam, het moest ook de stadsmoskee vervangen. (5 beuken!) laat-gotisch schip, geen echt triforium, de reusachtige arcaden lopen helemaal door tot aan de galerij aan de voet van de lichtbeukvensters. Eerst simpele vierdelige gewelven, daarna decoratieve ribben, met kruisingslantaarn. Ook het plots onderbreken van een kale muur wordt hier toegepast, met kleine concentraties gecomprimeerde ornamenten. 5 De eenwording van Spanje door het huwelijk van Fredinand van Aragon en Isabella van Castilië, de verovering van Granada, de ontdekking van Amerika en de keizerkroning van Karel I zorgde voor een ongekende macht en rijkdom in Spanje, wat een bouwboom met zich meebracht, met kenmerken rijkdom, katholicisme en conservatisme. Dan ontstaat pas de laatgotiek, rond 1570. Deze stijl wordt ook wel de Isabella-stijl genoemd. 6. Alberti speelt ook volgens Watkin een belangrijke rol in de totstandkoming van de vroegmoderne architectuur in Europa. Welke aspecten benadrukt Watkin in het algemeen? geen architecturale opleiding, noch in enig ander ambacht Alberti zag de architectuur niet als een ambachtelijke vaardigheid maar als een ook voor leken toegankelijke intellectuele discipline en communicatieve kunstvorm! => verandert de manier waarop mensen over architectuur denken! bestudeerde overblijfselen van de klassieke Romeinse architectuur om het eigentijds ontwerpen van een basis te voorzien interesseerde zich in de fundamentele beginselen van het ontwerp en de modellen die daaruit waren af te leiden voor een decoratieve toepassing van de orden (in tegenstelling tot Brunelleschi: concentreerde zich op bouwtechniek) publiceerde zijn bevindingen in een verhandeling over architectuur 'de re aedificatoria' die de verhandeling van Vitruvius op de voet volgde en een duidelijke christelijke ondertoon bevatte = eerste essay over architectuur beschouwt architectuur niet als een ambachtelijke vaardigheid, maar als een ook voor leken toegankelijke intellectuele discipline en communicatieve kunstvorm met als twee nodige vaardigheden de schilderkunst en de mathematica -> architectuur is voor iedereen met ontwikkeling en smaak ontwierp zelf, maar liet de uitvoering aan anderen over goede architectuur bestaat uit utilitas, firmitas en venustas (functionaliteit, solidariteit en schoonheid) =volgens Vitruvius en volt dit aan met de bewering dat de schoonheid van een bouwwerk ligt in de combinatie van numeros (aantal), finitio (proportie) en collocatio (plaatsing), die samen concinnitas (harmonisch geheel) voortbrengen. concept/idee wordt steeds belangrijker = de basis van de totstandkoming van de vroegmoderne architectuur fundamentele ornament van architectuur = de zuil -> uitleg over correcte toepassing van de vijf orden als belangrijkste onderdeel van zijn verhandeling architectuur = een maatschappelijke kunst die helder en waardig uitdrukking kon geven aan een geordende hiërarchie van sociale en religieuze idealen belangrijkste gebouw = de tempel (kerk)met zuilenfront en geplaatst op een hoog podium voorbeeld van zijn werk: S. Andrea (2de helft 15de eeuw) o nieuw type kerk: traditionele zijbeuken van de gotische kerken en basilica zijn vervangen door een reeks zijkapellen 6 o o o o tongewelf boven de middenbeuk dat rust op uitgeholde (kapellen in de muurdikte) pijlers met tussen de pijlers kapellen eveneens overwelfd met tongewelven voorgevel: triomfboogmotief verbonden met het motief van een tempelfront -> centrale triomfboog geflankeerd door 4 pilasters bekroond met een tympanon In de voorgevel kondigt het zichtbare tongewelf de vorm al aan van het tongewelf binnenin het gebouw Inspiratie voor het model van deze kerk gebaseerd op een (foutieve) interpretatie van het Etruskisch heiligdom zoals beschreven in Vitruvius: een lange hal met drie zijkapellen aan iedere zijde (voor de 3 belangrijkste goden) (hier ben ik niet honderd procent zeker van) 7. Welke rol kent Watkin aan Michelangelo toe in de ontwikkeling van de vroegmoderne architectuur in Europa? zijn architectonische experimenten worden later door Bernini en Borromini ontwikkeld tot een nieuwe stijl: de barok, wordt zelfs letterlijk geciteerd als 1 vd 3 pijlers vd architectuur van Borromini (naast de natuur en de klassieke oudheid) zag zichzelf altijd primair als beeldhouwer eerste grote opdracht in 1505: paus Julius laat hem een enorme tombe met 40 marmeren figuren vervaardigen -> paus geraakte echter meer geïnteresseerd in Bramante’s Sint- Pieter en dwong Michelangelo een schildering te maken voor het plafond van de Sixtijnse Kapel maniërist (uiteraard ;p) => samengestelde ornamenten, meer gevarieerd en origineler dan welke andere meester ook, in de oudheid of tegenwoordig, ooit wist te bereiken, want in het nieuwe van de prachtige kroonlijsten, kapitelen, basementen, deuren, beeldnissen en tombes, maakte hij hen geheel verschillend van het door maat, orde en regelmaat beheerste werk dat anderen mannen maakten op grond van algemeen gebruik en in navolging van Vitruvius en de klassieke oudheid =>in zijn spirituele leven werd Michelangelo, een van de eerste kunstenaars die zichzelf zagen als romantisch genie, verscheurd door pijnlijke innerlijke conflicten, bijvoorbeeld het conflict tussen zijn diepe katholieke vroomheid en even diepe homoseksualiteit, en tussen zijn obsessie met het naakt in de schilder- en beeldhouwkunst en de vijandige houding van de kerk tegen het naakt in de tijd van de Contrareformatie => belangrijke voorbeelden van zijn werk: Nieuwe Medici-kapel in Florence (oude: Brunelleschi), vestibule en trap in de Laurentiaanse bibliotheek in Florence, St. Pieter in Rome Medici-kapel: - - afwijzen van het door maat, orde en regelmaat beheerste werk van andere Renaissance architecten (vb de enorm hoge wandnissen die met hun volle gewicht op de deuren eronder rusten doen deze piepklein lijken en geven een vreemd effect) verassend weglaten van gebruikelijke klassieke motieven en id plaats daarvan spelen met een abstracte lineaire structuur 7 - trapeziumvormige ramen => perspectief: ze lijken veel hoger geplaatst te zijn Bibliotheek: - - blinde vensters buitensporig grote consoles die echter alleen hun eigengewicht dragen en visueel gescheiden zijn van de gedubbelde zuilen die in de muur geplaatst zijn, ondermijnen van de zuil als dragend element trap die op stollende lava lijkt en besteigen eerder ontmoedigt dan aanmoedigt, 2 zijtrappen zonder ballustrade die evengoed een verontrustend gevoel geven hoogte van de enge vestibule wordt nog geaccentueerd door muren en de dominerende trap Rome: - Gedeeltelijke terugkeer naar het plan van Bramante Geen kleinere koepels, slecht 1 hoofdkoepel, dragende pijlers worden verbreed Gebruik van kolossale orde in de pilasters Vorm: ~2 vierkanten die elkaar snijden onder een hoek van 45 graden Ramen en kolossale orde versterken de aandacht op de koepel Na dood: toevoegen schip + uitrekken koepel zodat hij van buiten af rond lijkt (optische correctie), echter niet goed uitgevoerd onder meer door slechte aanpassing van de aanzet van de koepelschaal, daardoor vertoonde de koepel tegen de 18 eeuw barsten tussen elk van zijn 20 ribben -> Poleni: Versterking met ijzeren staven die geplaatst zijn volgens de theorie van de kettinglijn (Wren, St. Paul’s Cathedral), gaten in de steen opgevuld met lood (kan uitzetten en krimpen bij temperatuursschommelingen), hele technologie + hij heeft elke vorm van betaling geweigerd voor de st-Pieter = enige architect die op dezelfde heroïsche schaal kon denken als bramente. =>de sanering van het Campidoglio => begonnen in 1538 in opdracht van paus Paulus II => meest briljante van alle stedenbouwontwerpen van de renaissance => grote invloed uitoefenen in de daaropvolgende eeuwen => niet alleen op de ruimtelijke manipulatie van massa’s en lege ruimte in stedenontwerpen, maar ook op de organisatie van paleizen en villa’s => creëert een trapeziumvormige piazza met in het centrum een verhoogd ovaal decoratief patroon van ingelegd plaveisel => het ovaal, dat in de architectuur nog een nieuwe vorm was, zou in de plattegrond van de barok een vitale rol gaan spelen Hij introduceerde de geleding die bekend is gewoorden als de “kolossale orde” : Korinthische pilasters rijzen op in de volle hoogte van de twee verdiepingen hoge gebouwen... 8 8. Hoe stelt Watkin Bernini en Borromini tegenover elkaar? Kies zelf een voorbeeld uit het werk van elke architect en vergelijk dit (grafisch). Bernini voorbeeld: S. Andrea al quirinale o = meeste geslaagde van zijn 3 proeven van centraal bouw o ovale centraalbouw o architecturale ruimte = schouwtoneel voor een dramatische voorstelling bv. heilige die op een wolk ten hemel stijgt = de climax van de beweging van het ellipsvormige interieur o heel de compositie van de façade is een van de meest hoogstaande voorbeelden van het barok gebruik van gebogen vormen om ruimtelijke configuraties mogelijk te maken. o altaarstuk in de apsis wordt verlicht vanuit een koepel die niet zichtbaar is van in het schip o gebogen vormen maken nieuwe ruimtelijke configuraties mogelijk bv. kwartronde muren die een piazza vormen voor het bouwwerk o lichtgrijs en framboseroos: nieuw gebruik van kleur karakter: opgewekte huisvader met aristocratische manieren en een air van vanzelfsprekende voornaamheid (dacht van zichzelf = primair beeldhouwer) dankt zijn grootste opdrachten aan pausen (= vrienden) doorbreekt de grens tussen architectuur en beeldhouwkunst = de basis van de barok zorgt voor een vorm van 'toneelopbouw': vond de sculpturale mengeling van fantasie en werkelijkheid, van echt licht, licht uit verborgen bronnen en kunstlicht uit gebeeldhouwde figuren vertellen een verhaal, kunnen vermengd worden met of ondergeschikt staan aan architectuur dynamische en gedreven werker en een zeer vroom katholiek eerste architect die volledig inhoud geeft aan de stijl die we nu als barok kennen. Voor bernini is architectuur = fantastisch en chimerisch Wordt als een held ontvangen in Parijs (grootste architect van zijn tijd), ontwerp Louvre echter ‘te barok’ voor eerder classicistische Frankrijk Borromini voorbeeld: s. Carlo alle Quattro Fontana o drie bronnen: - Michelangelo: plastische toepassing van de architectonische geledingen - Klassieke Oudheid: centrale plattegrond - natuur: organisch vloeiende lijnen o plattegrond: 2 gelijkzijdige driehoeken samengevoegd tot een ruit, waarin 2 cirkels zijn ingeschreven die verbonden door bogen samen een ovaal vormen = combinatie van een Grieks kruis en een uitgerekte ruit o gerekte, zware zuilen veroorzaken een gotische verticaliteit o geen kleuren in het interieur, focus op nieuwe vormen 9 o gevels: contrast van convexe en concave vormen karakter: onevenwichtig en neurotisch, een sombere vrijgezel die uiteindelijk zelfmoord zal plegen. kreeg zijn voornaamste opdrachten van lagere of meer gespecialiseerde instellingen Borromini beweert dat hij gestuurd was om de architectuur te vernietigen. Voor hem was architectuur gebaseerd op Michelangelo, de natuur en de Klassieke Oudheid Borromini beperkte zich in tegenstelling tot Bernini tot de architecturale vormen zelf en vermeed elementen als kleur en verborgen lichtbronnen en verzette zich eveneens tegen de opvatting dat architectuur zich moest richten naar de verhoudingen van het menselijk lichaam grote belangstelling voor geometrie (natuur) 9. Zegt Watkin iets over het verband tussen de barok en de gotiek? De uitbundigheid en luister van de barokarchitectuur toont de katholieke kerk en de katholieke vorsten op het toppunt van hun macht, voordat zij werden overspoeld door de opkomende golven van nationalisme en rationalisme. Toen de strenge eerste jaren van de Contrareformatie eenmaal voorbij waren, wierp de Kerk zich dan ook met overgave op de taak de eeuwige waarheden zo overtuigd mogelijk in vergankelijke vormen neer te leggen. In de architectuur gebruikte zij hiervoor de klassieke vormen die door de grondleggers van de renaissance in Italië waren vastgelegd. Deze klassieke vormen kregen in de barok echter een krachtigere expressie, terwijl hun driedimensionale mogelijkheden werden beproefd in een streven naar meer dynamische ruimtelijke effecten. Die werden onder andere gezocht in een open constructie en een fantasievol gebruik van het licht, die in de geest verwant lijken aan de gotiek. We hebben gezien hoe de gotische architecten steeds weer zochten naar het ‘meervoudige beeld’ en naar een diafane constructie die diagonale doorzichten mogelijk maakte. Zulke effecten werden ook nagestreefd en bereikt door de architecten van de barok, al zijn hun bouwwerken te massief om diafaan genoemd te kunnen worden. Voorbeelden van Gotische citaten in Barokke architectuur: S. Carlo alle Quatro Fontane van Borromini: De zestien zware zuilen die zich in het kleine interieur verdringen, voegen echter met hun enigszins gerekte profiel een bijna gotische verticaliteit toe aan dit complexe en poëtische kerkje. S. Filippo Neri, Rome van Borromini: Het kleine oratorium achter deze façade is gearticuleerd met kolossale pilasters die door de lichtbeuk tot aan het spiegelgewelf doorlopen en daar overgaan in een netwerk van banden dat nog het meest lijkt op de ribben in een gotisch gewelf. Collegio di Propaganda Fide van Borromini: De massa van de muren tussen de pilasters is bijna geheel ‘opgelost’, hetgeen een skeletachtige structuur als in een gotische kerk doet ontstaan. + ribben (pseudoribben? Ni zeker) in het plafond (hij beweest hier antieke bronnen voor te hebben) Sant Ivo della Sapienza roept bijna een gotische dynamiek op, vergelijkbaar met de achthoekige lantaarn van de kathedraal van Ely Guarini: in zijn ‘Architettura Civile’: een van de vroegste en meest bezielde verdedigingen van de gotische architectuur 10 In Guarini’s ontwerpen, vb Cappella della Sacra Sindone (Heilige Lijkwade): toren bestaat uit een ribbenkoepel van een zeshoekig skelet waarbij de ribben van een laag telkens rusten op het midden van de ribben van de laag eronder, en zo versmalt de toren naar boven toe naar de lantaarn. 10. In welke zin is de bouwkunst in de Franse 17de eeuw “koninklijk”? Frankrijk drukte meer dan eender welk ander land in Europa, met uitzondering van Italië, zijn stempel op de barok, vooral met het glorieuze paleis van de Zonnekoning in Versailles. Het is ook hier dat de laatste fase van de Barok, de rococo, ontstaat. Frankrijk, 17de eeuw: volledige organisatie van het land is geconcentreerd rond 1 persoon: Lodewijk XIV, men schepte een gecentraliseerd apparaat van ontwerpers om de verheerlijking van de absolute vorst gestalte te geven, met als hofarchitecten Louis Le Vau en Jules Hardouin-Mansart. Wat ontstaat is een stijl en sfeer in de architectuur die de Zonnekoning tot de zijne zou maken voltooiing van het Louvre, de oostgevel, als nationale trots: nodigde Bernini hiervoor uit, maar zijn gedurfde barokke ontwerpen werden afgewezen en uiteindelijk zou Perrault het ontwerp aanleveren -> De oostelijke colonnade van het Louvre stond voor alles wat goed was in de Grand Siècle, voor een ideaal dat, naar men vreesde, nooit meer zou worden gehaald. Klassiek en toch modern, rationeel en toch grandioos, op en top Frans, maar tegelijkertijd universeel in haar soevereine gereserveerdheid, een volmaakt voorbeeld van de klassieke barokstijl van het 17e-eeuwse Frankrijk. voorbeeld -> Versailles: verbouwing door Le Vau, wordt een "strak en krachtig essay in een door en door Franse classicistische stijl" opmerkelijk is de relatie tussen het paleis en een uitgestrekt landschap waarmee het is verbonden door een visuele hoofdas in 1701: plaatst de koning zijn eigen slaapkamer op deze as -> symbolisch: alle macht en orde gaan uit van de vorst voortdurende uitbreidingen van de tuinen na 1660 weerspiegelden de toename van de Koninklijke macht Jules Hardouin- Mansart wordt hofarchitect: ontwierp de kapel: 2 verdiepingen en een galerij voorbehouden voor de koning en zijn gevolg, Korinthische dragende zuilen die een collonade/lichtwerking oproepen die doet denken aan de pijlers van een gotische kerk, deze parallel wordt nog versterkt door de hoogte en de toepassing van luchtbogen langs buiten andere voorbeelden: Château de Marly, Place de Victoires, Place Vendôme, Dôme des Invalides Belangrijke opmerking : de architectuur zelf aan het hof van Louis XIV is eerder classicistisch (zie afwijzing Bernini). Wat het dan weer wel barok maakt is de bedoeling, de gevoelssfeer, vb. Versailles, Place des Vosges : 1 groot schouwspel ter verheerlijking van Louis XIV, of ook de tuin van Versailles : een centrale lijn die doorgetrokken wordt door kappen van bomen van het bos erachter -> oneindige macht van Louis XIV 11 11. De architectuurwereld in Zuid- Duitsland en Bohemen werd op het einde van de 17de en de 18de eeuw gedomineerd door familieverbanden. Watkin geeft verschillende voorbeelden. Kies er één. Tijdens de periode van herstel, die bijna een halve eeuw in beslag nam, probeerde men de rondreizende Italiaanse architecten, die de Duitse landen vertrouwd hadden gemaakt met de renaissance, te vervangen door inheemse. gebroeders Asam: de ene (Cosmas Damian) werd in Rome opgeleid tot frescoschilder, zijn broer begon als leerling van een Oostenrijkse beeldhouwer beiden werden naar rome gestuurd, naar het benedictijnenklooster waar zijn vader als schilder gewerkt had wat ze zelf bouwden was vooral kerkenarchitectuur, maar in hoofdzaak hielden de gebroeders zich bezig met decoratiewerk en het vernieuwen van bestaande gebouwen Romaanse bouwwerken met rococo-stucwerk in wit, goud en pastelkleuren met suikerzoete en lichtvoetige fresco's, bv. Weingarten Bij overgang van het rijk, op Rome geïnspireerde idioom van de gebroeders Asam naar het meer lichtvoetige Duitse Rococo, komen we bij Dominikus Zimmerman en diens broer Johann Baptist. De gebroeders Asam en Zimmerman waren ongetwijfeld de meest vooraanstaande architecten van de late barok in Beieren en Zwaben. gebroeders Zimmermann: Dominikus: opgeleidt tot stucwerker ontwikkelde een rococoversie van een gotische hallenkerk werkte samen met zijn broer, Johann Baptist, die fresco's aanbracht 12. Wat zijn de zwaartepunten van de “rococo” als we Watkin lezen? 12 Frankrijk Vanaf de jaren 80 en 90 van de 17de eeuw: ontwikkeling in de binnenhuisarchitectuur, in de richting van een intiemere en meer verfijnde stijl gekend als rococo, de laatste fase van de barok. Deze fase is vooral terug te vinden in Versailles en Parijs: voorbeelden hiervan zijn te vinden in een aantal privévertrekken in Versailles, het Trianon en Marly architecturale elementen als pilasters en kroonlijsten maken plaats voor decoratieve panelen, afgewisseld door met arabesken getooide sierpilasters en hoge boogspiegels huizen werden ontworpen met het oog op bruikbaarheid en comfort, en niet meer alleen om de hoge status van de eigenaar ten toon te spreiden eerste fase: 1710-1730, style régence, deze ontwikkeld zich in Frankrijk tot de gerijpte rococo-stijl , in Frankrijk bekend als 'le genre pittoresque' met een bloeiperiode tot na 1750 voorbeeld van een architect die tot deze stijl behoorde: Boffrand, al heeft hij ook barokke en classicistische elementen in zijn architectuur en ontwerpen Duitsland De invloed van het hof van Lodewijk XIV in Versailles op de Duitse koningen en vorsten leidde tot het overnemen van Franse stijlen en zelfs Franse architecten. Het rococo-idioom was ontstaan in wereldlijke gebouwen en bevatte een element van fantasie en overdrijving dat het ontleedde aan de barokke voorgangers. ???? Met de duitse rococo is vooral de naam van Dominicus Zimmerman gelinkt. De Wieskirche in beieren is de mooiste ontroerendste van alle zuidduitse rococokerken. Lichtvoetigheid(“agilité”) is wat de rococo onderscheid van de hoge barok. Vb : Würzburger Residenz = een van de belangerijkste barok paleizen van Europa, waarvan het plafond boven het trappenhal werd in midden 18de E door Giambattosta Tiepolo beschildert met een fresco van vier continenten dat misschien wel het hoogtepunt van de rococokunst vormt. Cuvillié had veel invloed op de duitse rococo maar niet alleen door de meeslepende virtuositeit van zijn werken in Munchen en Schloss brühl maar ook door de ornamenten en architectuur gravuren die hij heeft gemaakt. Sicilië Sicilië bracht in de 18e eeuw een groep architecten voort wier energie en verbeeldingskracht gestalte kreeg in een groot aantal fascinerende bouwwerken in de bloemrijke laatste fase van de barok die we gewoonlijk rococo noemen. Één van de voornaamste architecten hiervan was Tomasso Napoli, vb balzaal van Palazzo Gangi 13. Welke bronnen geeft Watkin voor Wrens architectuur? Christopher Wren: 13 begon zijn loopbaan als wetenschappelijk onderzoeker (anatoom en astronoom) met een grote verbeeldingskracht vatte een serieuze interesse voor architectuur deels vanuit zijn bedrevenheid in wiskunde en het bouwen van modellen kreeg opdrachten vooral van Karel II, die een diepe bewondering koesterde voor Lodewijk XIV, bijna uitsluitend in opdracht van het hof en de kerk 1660: nieuwe kapel voor Pembroke College in Cambridge = eerste niet-gotische kapel in Oxford en Cambridge in navolging van Serlio Sheldonian Theatre, Oxford: aula voor de universiteit waarvan de plattegrond overeenkomt met Serlio's reconstructie van het D-vormige Theater van Marcellus in Rome 1665-1666: bezoekt Parijs : ontmoet Bernini, zag tekeningen van Bernini en Mansart, bezocht koepelkerken en Koninklijke paleizen bleef in zijn latere werk teruggrijpen op de eenmalige kennismaking met de laat 16de- en 17de- eeuwse Franse klassieke traditie heropbouw Londen na brand in 1666 -> 52 nieuwe stadkerken met een fenomenale variatie en bouwwerken die teruggrijpen op antieke bronnen => bv : St Mary-Le-Bow = geibspireed op de basilica van Maxentius St-Bride in Fleet street = geinspireerd op illustraties (van Perrault) van vitruvius’ basilica in Fano ... St. Paul Cathedral: eerste ontwerp het 'Great Model' = centraalplan met een koepel naar het voorbeeld van de Sint-Pieter: tamboer van Bramante + ribkoepel van Michelangelo, de hoofdmassa wordt voorafgegaan door een overkoepelde vestibule zoals Sangallo's ontwerp voor Sint-Pieter, terwijl de verbinding van de armen van de Grieks-kruisplattegrond door middel van concave muren herinnert aan een fantastisch paleisontwerp in Antoine le Pautres -> werd afgekeurd omwille van onpraktisch, wilden een Latijns kruisplattegrond met een groot koor en een schip dat plaats zou bieden aan veel gelovigen tweede ontwerp het 'Warrant Design' = lang schip, koor en transept met een vreemde kruisingstoren -> wordt uitgevoerd met de koepel van het eerste ontwerp en nog enkele aanpassingen het uiteindelijke ontwerp: o koepel: Naar het voorbeeld van Michelangelo’s koepel van de Sint Pieter bestaat deze uit een binnenkoepel die door zijn hoogte de kerkbezoekers imponeert en een buitenkoepel die nog veel hoger is om ook op grote afstand nog op te vallen. Wrens binnenkoepel heeft in het midden een opening, net als de koepels van de beide Mansarts, zodat het licht vanuit de hoog erboven zwevende lantaarn met dramatisch effect kan binnenstromen. De lantaarn wordt gedragen door een unieke derde schil; een stoutmoedig staaltje ingenieurskunst. De buitenkoepel heeft een bijnahalvebolvorm als een renaissancekoepel van Bramante. o gevels: indeling is overgenomen van het Banqueting House van Inigo Jones, gedecoreerd met een grote hoeveelheid kleine, scherp geprofileerde bloem- en 14 o bladornamenten die herinneren aan de decoratie van de 16e eeuwse en vroege 17e eeuwse gebouwen die Wren in Parijs had gezien. uitgesproken barok-elementen: Hij verstopte de luchtbogen die het koorgewelf schoren in de lege ruimte tussen de lichtbeuk van het koor en de loze buitenmuren. De gebogen zuilenfronten van het transept zijn afgeleid van Pietro da Cortona’s S. Maria della Pace in Rome. De torens van de westgevel met hun botsende concave en convexe vormen, en de toepassing van vals perspectief in de vensteromlijstingen aan de westgevel zijn aan Borromini ontleend. Hij inspireerde zicht vaak van Bernini, François Mansart en le vau waarvan de kenmerken zijn te herkennen in het ontwerp van de herbouw van Hampton court Ambitieuze stadsplan van Londen na de brand: gebaseerd op Rome, brede straten met piazza’s en een kade lang de Theems zoals in Parijs, werd afgedaan als té ambitieus 14. Borromini en Engeland ca 1700: een paradox? Wat zegt Watkin hierover? De barok in Frankrijk en in Duitsland vond vooral toepassing in gebouwen als katholieke bedevaartkerken en paleizen van meer of minder absolutistische koningen en vorsten. Engeland was tijdens de 17e eeuw grotendeels fel anti-katholiek en de Burgeroorlog en Glorious Revolution rekenden bovendien af met het concept van een koningschap bij de genade Gods. Kon de barok in dergelijke omgeving gedijen? Toch vinden we ook in het protestantse Engeland een verrassende hoeveelheid architectuur en decoratie de we niet anders kunnen betitelen dan als barok. In Engeland hadden ze een enorme interesse voor het Palladianisme, wat in schil contrast staat met de barok, de stijl van Borromini. Vrijwel de enige Engelse architect die het idioom van Bernini en Borromini op grote schaal toepaste, was Thomas Archer. De ritmische confrontatie van concave en convexe vormen komt in al zijn belangrijke werken voor. Wren: De torens van de westgevel met hun botsende concave en convexe vormen, en de toepassing van vals perspectief in de vensteromlijstingen aan de westgevel zijn aan Borromini ontleend. Vanbrugh: Blenheim Palace in Oxfordshire: De sculpturale behandeling van de eigenaardige lantaarns of arcadebelvedères die de vier hoektorens bekronen roepen het werk van Borromini in de herinnering. Gibbs: eerste ontwerp: St. Mary-le-Strand in Londen: De krachtige en originele compositie naar het voorbeeld van de 17de en vroeg 18de eeuwse gebouwen die hij in Rome had bewonderd. De plastische behandelde zijgevels met hun beeldnissen langs de benedenverdieping herinneren aan de façades en de vensterbehandeling van Borromini’s Palazzo Barberini. 15. Palladianisme, neo- palladianisme: voor Watkin een Engels fenomeen. Situeer en bespreek. 15 De combinatie van klassieke harmonie met een sterk gevoel voor het natuurlijke landschap maakte Palladio geliefd onder de Whigs, de landadel van het 18e eeuwse Engeland, waar tussen de jaren 1720 en 1750 niet minder dan vier varianten op de Villa Rotonda verrezen. Inigo Jones is in dit verband één van de architecten die we zeker moeten vermelden. Hij maakte kennis met Scamozzi, die in zijn eigen bouwwerken had afgerekend met de maniëristische elementen in de stijl van Palladio. Jones volgde Scamozzi hierin en streefde zuiverheid na in zijn werken. voorbeelden: Queen’s House in Greenwich: perfecte verhoudingen in schaal tussen de vensters en het muuroppervlak. Banqueting House in het Whitehall-paleis: geraffineerd klassieke façade, geïnspireerd op Palladio’s stadspaleizen. Interieur van een Romeinse basilica met de perfecte verhoudingen van een dubbele kubus, eveneens afgeleid van Palladio. Queen’s Chapel: ontwerp lijkt het midden te houden tussen de cella van de Romeinse tempel en een woonhuis van Palladio. St. Paul’s Cathedral, porticus aan de westelijke voorgevel: gigantische porticus zonder tympanon, op halve hoogte van het gebouw waarvoor deze is geplaatst. Dit is ontleend aan Palladio’s reconstructie van de Tempel van Venus te Rome. Er wordt over hem gezegd dat hij aan een kopie was geraakt van het vierde boek van Palladio, hetgeen de Engelse architectuur definitief zou veranderen 18e eeuw: Deze nieuwe politieke verhoudingen hadden ertoe geleid dat de Whigs, de partij van de rijke grootgrondbezitters, aan de macht kwamen. Er werd de opkomst van een nationale architectuurstijl voorspeld, als de onvermijdelijke consequentie van deze nieuwverworven Engelse ‘vrijheid’ in politiek, religie en maatschappelijke organisatie. Het neo-palladianisme werd uitgeroepen tot de stijl waarin de geest van de natie het best tot uiting kwam. Het Palladianisme kwam in zijn gedachtegang als nationale stijl in aanmerking omdat het al een eeuw eerder door Inigo Jones in Engeland was ingevoerd. De neo-palladianisten gingen uit van de stelling dat het classicisme à la Jones zich veel beter aan het Engelse klimaat zou hebben aangepast als de nationale smaak ondertussen niet was verpest door de extravagantie van de barok. De nadruk ligt in het neo-palladianisme sterk op de superioriteit van de ‘klassieke eenvoud’ ten opzichte van de ‘geaffecteerde en losbandige’ vormen van de barok. Lord Bullington bracht om dit ideaal te voltooien William Kent mee uit Italië, waarmee de twee belangrijkste namen in dit verband vermeld zijn. 16