Van een lineaire naar een circulaire economie: Kansen en Bedreigingen Prof. dr. Jacqueline Cramer, directeur Aanpak van het USI • Vraaggericht expertise mobiliseren om kennis te valoriseren (‘integrating science and practice’) • Gezamenlijk profileren van Utrechts kenniscluster op het terrein van duurzame urbane regio’s • Utrecht: unieke combinatie van kennis op het gebied van duurzaamheid in diverse disciplines • Bundeling van kennis van 6 grote kennisinstellingen samen met bedrijven, overheden en georganiseerde burgers Grondstoffenefficiëntie en –schaarste: Majeure opgave in 21e eeuw Source: UNEP, 2011 Naast directe financiële baten, ook indirecte baten Directe financiële baten Indirecte baten • Kostenbesparing in EU 380‐630 miljard euro/jr (E.MacArthur Foundation) • 7 miljard/jr in Ned. (TNO) • Besparingen 2.9 – 3.7 biljoen $ in 2030 door verhoging van grond‐ stoffenefficiëntie wereld‐ wijd (McKinsey, 2011) • Voorzieningszekerheid • Ontwikkeling van nieuwe kennis • Aanjager van innovatie • Creatie van nieuwe bedrijvigheid Verschillende belemmeringen voor verandering Institutioneel (gevestigde belangen) Organisatorisch (geen coördinatie) Juridisch (wetgeving remt innovatie) Economisch (focus op bestaande businessmodellen) • Technisch (incrementele innovaties hebben de overhand) • • • • Van een lineaire naar een circulaire economie Niveaus van circulariteit (7 R’s) • • • • • • • • Refuse: weigeren/voorkomen gebruik Re‐use: product hergebruik (2e hands) Repair: onderhoud en reparatie Refurbish: product opknappen Remanufacture: nieuw product van 2e hands Re‐purpose: hergebruik product maar anders Recycle: verwerking en hergebruik materialen Recover: energie terugwinning Herontwerpen van producten en diensten: Cradle to Cradle Voorbeeld: Desso tapijt C2C voorbeelden binnen MKB Piet Hein Eek Verschuiving van afval‐ naar grondstoffenmarkt Afvalmarkt: storten en verbranden; Grondstoffenmarkt: terugbrengen van afval als grondstof in de kringloop Rolverdeling in afvalmarkt: Afvalverwerking vooral door grote bedrijven. Afvalinzameling vaak in publieke handen. Rolverdeling in grondstoffenmarkt: Gespecialiseerde, innovatieve bedrijven worden producenten van grondstoffen en energie. Gemeenten: via aanbestedingsbeleid sturen op kwalitatief hoogwaardige kringloopsluiting Van grondstoffenrecycling naar kringloopsluiting Verschuiving van een lineaire naar een circulaire economie betekent dat producten ontworpen moeten worden om na gebruik weer grondstof te kunnen worden. Dit vergt samenwerking met partners in de hele keten of zelfs in nieuwe ketens De grote opgave is om gezamenlijk circulaire grondstofketens te ontwikkelen (i.p.v. alleen bestaande afvalstromen te recyclen) Afvalverwerkers worden medeontwerpers van circulaire Grondstofketens, b.v. Bouw/sloop; Papier/karton; Afvalwater Ontwerpen Produceren Bouwen Onderhouden Voorbeeld: Bouw‐ en sloop Slopen Kringloopsluiting bouw‐ en sloopafval • Meerwaarde: efficiency verbetering in het sloop‐ en bouwproces, kosten‐ besparing, nieuwe banen en milieuwinst • Voorwaarde: samenwerking in consortium van bedrijven en toepassing van nieuwe financiële arrangementen • Voorbeeld: Papier/karton Herontwerp Papier en karton • Papier en karton al een hoge recycling graad • ‘Golden oldy’ met grote potentie (Ellen Macarthur Foundation, 2014) • Hernieuwbaar materiaal van diverse bronnen: biomassa‐ en afvalstromen • Combinatie te maken met productie van chemicaliën en energie • Toekomst: op biomassa gebaseerde circulaire economie, waarin vezels geleased worden Grondstoffen fabriek Verschuiving vindt plaats van een lineaire naar een circulaire economie Voorwaarden hiervoor zijn: 2. Samenwerking 1. Initiatoren in kringloopketen (incl. eind‐ gebruikers) 3. Nieuwe financiële arrangementen 4. Additionele maatgerichte instrumenten Conclusies • Beweging van lineaire naar circulaire economie is in volle gang • 7 R’s: hiërarchie bruikbaar • Rol industrie: herontwerpen van producten gericht op circulariteit en van verwerkingstechnieken van grondstofstromen • Overheid: initiëren (via circulair inkopen), stimuleren van innovatie/bedrijvigheid, faciliteren van bottom‐up initiatieven (repairshops, boostcamps, etc.) en herzien regelgeving