Onderzoek naar leren lezen en spellen Prof. dr. Anna M. T. Bosman Orthopedagogiek, Radboud Universiteit Nijmegen [email protected] www.annabosman.eu 18 maart 2008 Doel van onderzoek Kennis verkrijgen die inhoudelijk methodologisch controleerbaar is Drie soorten onderzoeksvragen Theoretische vraag Technische vraag Praktische vraag (mijn onderzoek) Stelling van Pytje (Pythagoras ca. 570-507 BC) Er bestaat een oneindig aantal drietallen van natuurlijke getallen die de volgende stelling waarmaken: a2 + b2 = c2 Voorbeelden zijn 32 + 42 = 52 62 + 82 = 102 52 + 122 = 132 Laatste stelling van Fermat* (1601-1665) Er bestaat GEEN drietal van natuurlijke getallen die voldoet aan de stelling a3 + b3 = c3 of a4 + b4 = c4, etc…. ofwel an + bn = cn * In 1994 bewezen door de Britse wiskundige Andrew Wiles Hoe sla je gegevens/data op? Steen Papier schrijven 1890: Gaatjes (ponskaarten o.a. draaiorgel) Magnetisch materiaal graveren 1952: magneetband (bandrecorder) 1956: magneetschijf (hard disk, floppy disk) Optische schijf 1962: CD (1982 op de markt) 1968: DVD (in 1996 op de markt) 1987: BD of Blu-ray (februari 2008 op de markt) What is next: Holographic Versatile Disc?? Hoe leer je kinderen lezen en spellen? Lees- en spellingproblemen Regulier basisonderwijs: 10%-15% Speciaal basisonderwijs > 70% Zo leer je kinderen lezen en spellen Wat s p e l l lezen n Hoe Het ‘Wat’ Structuur van de Nederlandse spelling gebruiken Regels (denk aan de raam/ramen of ram/rammen) Denkwijzen (oei, je hoort en j en je schrijft een i) Structuur van oefeningen doorhebben Leesoefeningen vooraf aan lezen Spellingoefening vooraf aan spellen Het ‘Hoe’ Directe instructie – Leerkracht is model – Frontale opstelling Meer zintuigen gebruiken – Oog, oor, en beweging Toetsing en herhaling – Elke dag dezelfde volgorde – Elke dag een dictee Onderzoeksvraag Is de aanpak “Zo leer je kinderen lezen en spellen” beter dan andere(n)? Deelnemende scholen School m/j anderstaligen medicijnen / diagnose 1 jaar L&S X (zlkls) 1/10 2 6/6 9% Y 7/14 0 0/2 19% Z 3/9 4 4/2 33% Leeftijd, intelligentie en woordenschat Leeftijd Intelligentie Woordenschat X 6 jr 10 mnd 21 26 Y 6 jr 11 mnd 20 25 Z 7 jr 5 mnd * 21 25 Leerlingen op school Z zijn gemiddeld een half jaar ouder dan op X en Y 3 leestoetsen Letters lezen i s eu z l k v b h ou m o ui w uu aa p g a ei n e d u au r t oe j f oo ee ij ie Woorden lezen (aantal per minuut) DMT-1 as fee oom uur zee oor aan op eik roe bui rij kou hei vak peen wit fout sop guur heg weer lus deur kuil mier hoef Teksten lezen (AVI) jan met de kar wim gaat naar school. hij is al zes jaar. zijn zus loes is nog geen vier. die is bij moe in huis ik koop die roos van jou die zet ik in een vaas. moe gaat het huis weer in. ze zet de roos in de vaas. daar is jan met de kar. koop een roos, koop een roos! moet gaat met loes naar jan. loes zit nu bij de wieg moe zet de pan op het gas. daar gaat de bel. dat zijn pa en wim. wat is die roos mooi. 3 spellingtoetsen Letters schrijven i s eu z l k v b h ou m o ui w uu aa p g a ei n e d u au r t oe j f oo ee ij ie 8-woorden dictee boot riem uur gum wiel kan soep zaag Spellingtoetsen 1 kip hak rook teen klok trap kruk ster Maart 2 brug bloem slee hoest taart pols puist gesp Juni 3 feest vuist brief kaars wesp kaft kist vel 4 spuit vlieg muts kist zus deuk voet rups 5 markt kwast kalf sport dorp worst staart klomp Toetskalender September November Maart Juni Lezen Letters lezen Woorden lezen Teksten lezen Spellen Letters spellen 8-woordendictee Spelling x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Verschillen tussen de scholen Letters lezen (max. = 34) 40 35 30 25 X Y Z 20 15 10 5 0 september november maart juni DMT 1 in aantal woorden per minuut 45 40 35 30 X Y Z 25 20 15 10 5 0 september november maart juni Letters spellen (max. = 34) 35 30 25 X Y Z 20 15 10 5 0 september november maart juni 8-Woorden spellen (max. = 8) 8 7 6 5 X Y Z 4 3 2 1 0 september november maart juni Maart-Dictees 1-3 in % correct 100 90 80 70 60 50 92 83 76 57 80 55 37 40 30 20 10 38 24 0 M1 M2 M3 X Y Z Juni-Dictees 4-5 in % correct 100 90 80 70 60 86 79 59 50 40 30 20 X Y Z 40 33 20 10 0 E4 E5 Niveaus van de scholen Cito normen 25 20 15 10 75% 100% 50% 75% 25% 50% 10% 25% 5 0 Niveau 0% 10% A B C D E DMT-niveaus in juni 67 70 57 60 50 45 40 29 30 18 18 20 10 9 9 8 8 0 0 0 X 17 14 0 Y Z A B C D E Spellingniveaus in juni 67 70 62 60 50 40 36 20 29 27 30 18 17 17 9 9 10 9 0 0 0 X 0 0 Y Z A B C D E Avi-niveaus in juni 80 73 75 71 70 60 50 Beheersing Instructie Frustratie 40 30 20 19 18 9 10 17 10 8 0 X Y Z Conclusies School X (zlkls) is veel beter dan Y en Z School X (speciaal basisonderwijs) doet niet onder voor scholen voor regulier onderwijs Kritische vragen Is het absoluut zeker dat ZLKLS de oorzaak van de goede resultaten is? Is het voor alle soorten leerlingen effectief? Zijn alle onderdelen van het lespakket noodzakelijk om succes te hebben? Wat voor een onderzoek zou jij doen om vast te stellen of het echt door ZLKLS kwam dat school X zoveel beter was?