Efficiënter werken aan werk STRATEGISCH ACTIEPLAN WERKGELEGENHEID EEKLO DOEL Het Strategisch Actieplan Werkgelegenheid wil: 1. De bestaande energie efficiënt inzetten 2. Voor de groepen die nu minder aan bod komen realistische oplossingen zoeken Daarom moeten we: 1. De mensen achter de cijfers leren kennen 2. De op de arbeidsmarkt aanwezige organisaties een plaats geven in het lokale tewerkstellingsbeleid Lokale invulling van het werkgelegenheidsbeleid INDEX VAN DE FASES VAN HET SAPWE Fase 1: Analyse Fase 2: Bemiddelbaren Fase 3: Moeilijk bemiddelbaren Fase 4: Zeer moeilijk bemiddelbaren Fase 5: Onderwijsbenadering Fase 6: Sectorbenadering Fase 7: Kansengroepenbenadering FASE 1: ANALYSE Uitgangspunt: elke werkzoekende wordt opgenomen in de cijfers van VDAB. Een analyse levert objectieve gegevens op: • • • • • • Geslacht Scholingsgraad Etniciteit Leeftijd Arbeidshandicap Werkloosheidsduur ANALYSE: ZOEKEN NAAR DREMPELS De cijfers vanuit VDAB geven mogelijke drempels aan: • • • • • • Geslacht Etniciteit Arbeidshandicap Scholingsgraad Werkloosheidsduur Leeftijd …kunnen allemaal drempels zijn naar werk en zijn objectief. NIET ALLE DREMPELS ZIJN ZICHTBAAR! Niet alle drempels staan in de cijfers van de VDAB… bv. Armoede, familiale problemen, afstudeerrichting met weinig mogelijkheden naar werk, … Aanwezige lokale expertise gebruiken om deze ‘subjectieve’ drempels te detecteren Bv. CAW, OCMW, derden EEN KWALITATIEVE ANALYSE Combinaties van drempels opsporen - Hoe meer drempels, hoe moeilijker de bemiddelbaarheid - Hoe meer drempels, hoe specifieker de werkplek moet zijn Profielschets drempels leidt tot analyse van bemiddelbaarheid EEN VOORBEELD Jana, een 20-jarige vrouw. Heeft BuSO gevolgd -> geslacht? -> arbeidshandicap? Bemiddelbaarheid hoeft geen probleem te zijn: nicheberoepen bv. schoonmaak, repetitieve arbeid, … MAAR: Evi, 20 jaar Heeft een ASO-diploma Heeft een arbeidshandicap -> psychische problematiek Moeilijker te bemiddelen! ANALYSE VAN BEMIDDELBAARHEID Wij gebruiken een eigen indeling (weliswaar gebaseerd op bestaande literatuur): - Bemiddelbaren - Moeilijk bemiddelbaren - Zeer moeilijk bemiddelbaren Hoeveel mensen zijn direct bemiddelbaar (en dus te koppelen aan bestaande vacatures)? Voor hoeveel mensen zijn er reeds voldoende additionele acties vanuit allerlei arbeidsmarktactoren? Wie valt uit de boot? ONZE DEFINITIES • Bemiddelbaren: Werkzoekenden zonder drempels en werkzoekenden die op eigen kracht hun drempels wegwerken door gebruik te maken van de bestaande voorzieningen(bvb. jobclub of individuele sollicitatiebegeleiding), • Moeilijk bemiddelbaren: Werkzoekenden die door hun drempels gehinderd worden en die niet op eigen kracht kunnen wegwerken maar waarvoor wel oplossingen bestaan en beschikbaar zijn (bvb. metaalmatch) • Zeer moeilijk bemiddelbaren: Werkzoekenden die verschillende drempels combineren, niet op eigen kracht aan de bak komen en daarbij nog eens moeilijk bereikbaar zijn. Om deze groep bemiddelbaar te maken, zijn er nieuwe initiatieven op maat nodig (verhuur/leasing bromfietsen), of dienen bestaande initiatieven te worden uitgebreid (bvb. soc. werkplaatsen). FASE 2 Doelgroep: bemiddelbaren (omvang bepaald in analyse) Wat? Koppelen van doelgroep aan bestaande vacatures Hoe? Door bemiddeling, sollicitatiebegeleiding, bijkomende opleiding Wie? In de eerste plaats werkwinkel en private arbeidsbemiddeling FASE 3 Doelgroep: moeilijk bemiddelbaren (omvang bepaald in analyse) Wat? Nagaan wat nodig is om hen beter bemiddelbaar te maken en dat realiseren (bvb.opleiding in eigen stad/gemeente op basis reële vacatures, doelgroep systematisch in contact brengen met het aanbod dat voor hen belangrijk kan zijn. Vraag is hoe? (bvb. door het op poten zetten van een efficiënt doorverwijssysteem). Wie? Bestaande actoren die opleidingen en/of ondersteuning bieden (bvb. MLWB, Vokans, Kopa, CAW, werkwijzer, GI, pro natura … BELANGRIJK: acties moet gecoördineerd verlopen! FASE 4 Doelgroep: zeer moeilijk bemiddelbaren (omvang bepaald in analyse) Wat? Beseffen dat de doelgroep kampt met meervoudige drempels (objectief + subjectief) en dat de mogelijkheden in het NEC miniem zijn. Enkel individueel maatwerk en doorgedreven samenwerking tussen verschillende actoren (die werken rond verschillende drempels) kan oplossing bieden. Hoe? Bvb. door de WAW-methode toe te passen, ESF-projecten met doelgroep, mobiliteitsprojecten, projecten rond uitbreiding arbeidsplaatsen in sociale/beschutte werkplaatsen, creatie veilige arbeidszorgplaatsen… Wie? Private partners ondersteund door Lokaal Bestuur. AANVULLENDE FASES Fase 5: Onderwijsbenadering Regulier Onderwijs: - Afstudeerrichtingen in kaart brengen, aantal leerlingen - Detecteren richtingen met goede en slechte uitstroom naar werk, acties organiseren voor zwakkere uitstroomrichtingen Deeltijds Onderwijs: - Inzetten op transitie onderwijs-werk: vlotter laten verlopen door bv. Jobhunting, individuele sollicitatiebegeleiding, afspraken met jobkanaal, werkwijzer…. Fase 6: Sectorbenadering - Detecteren van specifieke opleidingsnoden i.s.m. sectoren - Grondige kennis werklozenpopulatie en afstudeerrichtingen is hiervoor vereist Fase 7: Kansengroepenbenadering - Analyse kansengroepen - Analyse aanbod voor kansengroepen (reeds gebeurd in vorig project) - Analyse hiaten in het aanbod + remediëring - Optimale info naar werkgevers toe rond incentives om mensen aan te werven