Postadres: Postadres: Cliëntenraad Bavo Europoort Cliëntenraad Bavo Europoort Prins Constantijnweg 48-54 Prins Constantijnweg 48-54 3066 TA Rotterdam 3066 TA Rotterdam (E) [email protected] (E) [email protected] (T) 088 358 50 96 en 088 358 50 97 (T) 088 358 50 96 en 088 358 50 97 code? code? is onderdeel van is onderdeel van Delier Informatie over en behandeling van acute verwardheid Wat doet doet de de cliëntenraad cliëntenraad voor voor u? u? Wat Informatie voor cliënten van Bavo Europoort Informatie voor cliënten van Bavo Europoort Inhoudsopgave 8. Vragen? 1. Wat is een delier? Heeft u vragen over de behandeling van de patiënt, over delier in het algemeen of over deze folder dan kunt u contact opnemen met de medewerker van de zorglijn Ouderenpsychiatrie van Bavo Europoort die de patiënt begeleidt. 2. Verschijnselen van delier. Tel: 088 – 358 70 50 (secretariaat) 3. Oorzaken van delier. Sociaal psychiatrisch verpleegkundige: 4. Behandeling van delier. Sociaal geriater/arts: Inleiding 5. Thuis of naar het ziekenhuis? 6. Hoelang duurt een delier en hoe loopt het af? 7. Wat kunt u doen als partner of familielid? 8. Vragen? (Omwille van de leesbaarheid is steeds de mannelijke vorm gebruikt. Overal waar hij staat, kan ook zij gelezen worden.) Inleiding • Vertel, als de patiënt een helder moment heeft, dat hij lichamelijk ziek is en daardoor angstig en in de war is. Leg daarbij uit dat dit tijdelijk is en weer over gaat. • Verwijder gevaarlijke voorwerpen uit de directe omgeving van de patiënt. Houdt medicijnen buiten bereik of leg een afgepaste dosis klaar. • Laat de omgeving binnenshuis, bijvoorbeeld de opstelling van meubels en bed, zo veel mogelijk onveranderd. • Houdt rekening met het feit dat de patiënt ten gevolge van verwardheid en onrust bijvoorbeeld uit bed kan stappen of vallen. • In de eerste dagen kan het vanwege mogelijke onrust nodig zijn dat er bijna continue iemand aanwezig is. Dan is het erg belangrijk taken goed te verdelen en af te stemmen met de thuiszorg. • Aanwezig zijn is belangrijk, maar teveel mensen kan vermoeiend en verwarrend zijn, zeker als zij onderling in gesprek raken. • Let op of en hoeveel de patiënt eet en drinkt en of hij normaal plast en ontlasting heeft. • Schroom niet contact op te nemen met de huisarts als de lichamelijke toestand verslechtert of de verwardheid ernstig toeneemt. • Geef als de periode van delier voorbij is, de patiënt nogmaals uitleg over delier en laat eventueel deze folder lezen. • Bespreek met elkaar deze voor velen nogal beangstigende periode. Als een oudere zich plotseling heel anders gedraagt, bijvoorbeeld opeens erg vergeetachtig is, af en toe niet meer weet welk uur van de dag het is of het eigen huis niet herkent, onrustig is en vreemde dingen doet, of juist stil en afwezig is en niets meer uit zichzelf doet, dan maken de partner en naaste familieleden zich grote zorgen. Het lijkt wel alsof iemand van de ene op de andere dag ‘dement’ geworden is. Mogelijk is er dan sprake van een delier, ook wel acute verwardheid genoemd. Dit is een ernstige situatie, waarin onmiddellijk medisch onderzoek en behandeling nodig is om blijvende gevolgen voor de patiënt te voorkomen of zo veel mogelijk te beperken. Een delier komt zeer vaak voor bij ouderen die in het ziekenhuis zijn opgenomen, maar kan ook bij ouderen thuis optreden. Een periode van delier betekent voor de omgeving van de patiënt vaak een beangstigende en belastende ervaring. Daarom is het belangrijk om te weten dat delier te behandelen is en dat de verschijnselen in de meeste gevallen na enige tijd weer zullen verdwijnen. Deze folder is bedoeld voor de partner, familieleden en andere verzorgers van een oudere, bij wie in de thuissituatie een delier is vastgesteld. In deze folder wordt beschreven wat een delier is, wat de verschijnselen zijn, waardoor het ontstaat, en hoe het behandeld kan worden. Daarnaast wordt uitgelegd wat u als partner of verzorgend familielid zelf kunt doen en waarop u in de omgang met de patiënt moet letten. 1. Wat is een delier? 7. Wat kunt u doen als partner of familielid? Een delier is een plotselinge, meestal tijdelijke toestand van verwardheid. Het woord delier komt van het Latijnse woord delirium, dat letterlijk ontsporing betekent. Een patiënt met een delier is als het ware het spoor bijster. Bij een patiënt met een delier is door een lichamelijke oorzaak de werking van de hersenen verstoord geraakt. Daardoor verandert het gedrag. Zo kan de patiënt bij vlagen onrustig zijn, wartaal spreken, opeens uit bed stappen of midden in de nacht naar buiten willen. Maar het kan ook zijn, dat hij stil en in zichzelf gekeerd de dingen langs zich heen laat gaan en zich juist rustiger dan anders gedraagt. Als de oorzaak van het delier tijdig wordt weggenomen, zullen de verschijnselen verminderen of verdwijnen. Kenmerkend voor een delier is dat het ziektebeeld in korte tijd (uren tot dagen) ontstaat en dat de verschijnselen in de loop van de dag in ernst wisselen. Op het ene moment kan de patiënt geheel helder lijken, terwijl korte tijd later ernstige verschijnselen kunnen optreden. Dit gebeurt vooral in avond en nacht en als de patiënt moe is. Allerlei verschillende psychische verschijnselen en gedragingen kunnen voorkomen bij een delier, maar deze hoeven zich niet allemaal voor te doen. Dit hangt af van de ernst van de toestand van de patiënt en van de omstandigheden. De zorg voor een patiënt met een delier vraagt veel aandacht en energie. Als besloten wordt de patiënt thuis te behandelen vraagt dit veel van de verzorgende partner en/of familie. Probeer deze tijdelijk zeer intensieve zorg te delen met andere familieleden of hulpverleners. Soms is nachtzorg een mogelijkheid. Verdeel de taken in goed overleg onderling en met de thuiszorg. Hier volgen enkele aandachtspunten die van belang zijn bij de omgang met en de zorg voor een patiënt met een delier: • Spreek rustig en in korte duidelijke zinnen. Stel eenvoudige vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden. • Vertel steeds wie u bent, waarom u komt, waarom u bij hem blijft en herhaal dit zonodig. • Probeer zoveel mogelijk de dagelijkse structuur en het ritme van dag en nacht aan te houden. Open de gordijnen wanneer de dag aanbreekt. • Plaats een klok en een kalender binnen het gezichtsveld van de patiënt • Let op dat de patiënt bril, eventueel hoorapparaat en horloge draagt om hem zoveel mogelijk bij de realiteit te kunnen betrekken. • Praat over bestaande personen of gebeurtenissen. Probeer niet te veel in te gaan op de beelden die de patiënt ziet, die er in werkelijkheid niet zijn. Toon wel begrip voor de angst die de beelden kunnen oproepen. 5. Thuis of naar het ziekenhuis? 2. Verschijnselen van delier Of behandeling thuis in de eigen omgeving kan plaatsvinden hangt af van veel verschillende factoren, zoals de lichamelijke toestand, gedragsproblemen en de beschikbare zorg. Steeds moet bij elke patiënt in overleg met de directe verzorgers een zorgvuldige afweging gemaakt worden van alle voor- en nadelen van thuisbehandeling dan wel opname in een ziekenhuis of verpleeghuis.. De volgende verschijnselen kunnen zich voordoen: 6. Hoe lang duurt delier en hoe loopt het af? Stoornis van geheugen en oriëntatie Vergeetachtigheid of toename ervan: dingen die net verteld of gebeurd zijn, weet de patiënt niet meer. Hij weet niet hoe laat of welke dag het is, denkt soms ergens anders te zijn, herkent soms goede bekenden niet. Een delier kan enkele dagen tot weken, soms veel langer aanhouden. Dit is afhankelijk van de ernst van de onderliggende lichamelijke ziekte(n), de algemene conditie van de patiënt, en van de vraag of de oorzaken weg te nemen zijn. Maar ook de omgeving van de patiënt en de beschikbare zorg bepalen mede het verloop van een delier. Na afloop van een periode van delier kan de patiënt nog lange tijd last houden van geheugen- en concentratieproblemen. Daarom moet de extra ondersteunende zorg ( bijvoorbeeld van thuiszorg) niet te snel worden afgebouwd ook al zijn de verschijnselen van delier verdwenen. Soms is er sprake van blijvende geestelijke achteruitgang. Dit kan betekenen dat de patiënt niet meer zelfstandig kan wonen. Stoornis van bewustzijn en aandacht De patiënt is minder helder, het lijkt of de dingen langs hem heen gaan; hij heeft moeite om de aandacht erbij te houden en is soms snel afgeleid door prikkels uit de omgeving. Stoornis van waarneming en denken De patiënt ziet en hoort soms mensen of dingen, die er in werkelijkheid niet zijn (hallucinaties). De patiënt denkt soms traag en onlogisch, spreekt dan wartaal. Ook kan hij achterdochtig zijn en zich bedreigd voelen. Verandering van het gevoel De patiënt kan boos, angstig, verdrietig, radeloos zijn, of juist onverschillig, soms overdreven vrolijk. Emoties kunnen snel wisselen. Verandering van gedrag De patiënt kan onrustig, beweeglijk zijn, en steeds opstaan; maar kan ook passief zijn en traag bewegen en spreken. Vaak is er ‘s nachts onrust en overdag sufheid. De patiënt is vaak prikkelbaar, sneller boos, soms zelfs agressief. 3. Oorzaken van delier 4. Behandeling van delier Zeer veel lichamelijke aandoeningen en een groot aantal geneesmiddelen kunnen een delier veroorzaken. Het optreden van een delier kan wijzen op een zeer ernstige lichamelijke toestand. Een bij velen bekend voorbeeld van delier is ijlen bij hoge koorts of bij een longontsteking. Ook na een zware operatie komt delier vaak voor. Een eerste vereiste is dat zo spoedig mogelijk de onderliggende lichamelijke oorzaken worden opgespoord en behandeld. Een algeheel lichamelijk onderzoek door een arts (meestal de huisarts) is nodig, alsook onderzoek van bloed en urine. Hierbij wordt informatie ingewonnen over lichamelijke ziekten en klachten, (veranderingen in het) medicijngebruik, eetpatroon en vochtinname, en eventueel alcoholgebruik. Elke mogelijkheid om de lichamelijke toestand te verbeteren moet worden benut. Ouderen, met name kwetsbare hoogbejaarden hebben een verhoogd risico om een delier te krijgen, vooral als er al sprake is van geestelijke achteruitgang of van hersenbeschadiging (bijvoorbeeld bij dementie of na een beroerte). Bij hen komt delier veel vaker voor en kan een relatief ‘onschuldige’ ziekte, zoals een verkoudheid of een blaasontsteking, of een gewoon medicijn al een delier te weeg brengen. Meestal zijn er meerdere oorzaken tegelijk. Naast allerlei lichamelijke ziekten zijn er diverse omstandigheden, die op zichzelf geen delier kunnen veroorzaken, maar die wel kunnen bijdragen aan het ontstaan van een delier, zoals: een slechte voedingstoestand, oververmoeidheid, verandering van omgeving (b.v. door opname in een ziekenhuis), een te drukke omgeving, of juist te weinig prikkels uit de omgeving door doofheid of slechtziendheid, of door langdurige afzondering. Om de behandeling succesvol te laten verlopen is extra ondersteunende zorg nodig. Veel dagelijkse handelingen kan de patiënt minder goed of niet meer zelf uitvoeren. Hij vergeet bijvoorbeeld te eten en te drinken, neemt medicijnen verkeerd in, of gaat zonder jas de vrieskou in, waardoor de lichamelijke toestand verder achteruitgaat en onveilige situaties kunnen ontstaan. Ook als de patiënt zich nog aardig lijkt te kunnen redden is extra zorg en frequente controle nodig, vanwege de moeilijk voorspelbare wisselingen van de verschijnselen. Door een rustige benadering in een rustige vertrouwde omgeving, door vaste verzorgenden, en door herhaalde uitleg over de situatie zal de patient zich al minder angstig en onveilig voelen en daarmee zal onrustig of opstandig gedrag afnemen. Bij ernstige onrust, angst of agressie en bij hallucinaties is het soms nodig hiervoor tijdelijk medicijnen te geven.