110401.5-8.opdrkrt.blinddoeklezen

advertisement
Omgaan met de regels van taal
Technisch lezen
Voortgezet technisch lezen (groep 5-8)
Kern 14: Nauwkeurig
Opdrachtkaart: Blinddoeklezen
Met deze kaart leer je nauwkeuriger lezen. Je leest dan minder slordig, minder radend en
blijft minder in woorden steken.
Dit heb je nodig:
 blinddoek
 kleine langwerpige kaartjes om woorden op te schrijven.
 Woorden om mee te oefenen. Welke woorden?
o Woorden die je zelf kiest uit een leestekst: die je steeds fout leest, of langzaam, of
radend
o Woorden die je met de juf of meester kies uit een leestekst
o De spellingwoorden van deze week
o Woorden uit je moeilijke leeswoordenschrift (als je dat hebt).
Dit ga je doen:
1. Maak een stapeltje woordkaartjes. Met welke woorden? Kijk bij: ‘Dit heb je nodig’.
2. Een van jullie twee doet een blinddoek voor (kind B (met blinddoek)).
3. De ander leest een woord voor van een kaartje duidelijk voor (kind L (lezer)).
4. Kind B (met blinddoek) spelt het woord.
5. Van de woorden die niet goed zijn maakt kind L (lezer) een apart stapeltje. Twijfelde kind
B erg bij een kaartje? Dan komt dat kaartje ook op het aparte stapeltje.
6. Oefen extra met het aparte stapeltje.
Kind B:
a) Bekijkt het eerste woord.
b) Schrijft het woord op.
c) Spelt het woord nog een keer met de ogen dicht.
Kind L helpt en laat daarna het tweede verkeerd gespelde woord zien. Enzovoort.
7. Zijn alle niet goed gespelde woorden geweest? Wissel dan.
© Stichting Kansrijke Taal
Download