Tekst 12 - The concept of ‘flexicurity’: a new approach to regulating employment and labour markets 1. De flexibility-security nexus (=band/connectie) EU: dubbele verwachting: meer zekerheid, meer flexibiliteit balans? = één van de belangrijkste doelstellingen vd EES Eur Verdrag: wettelijke basis gekregen sociale partners hebben hier opdracht gekregen om te overleggen en implementeren De toepassing moet zorgen voor ↑ van competitiviteit van ondernemingen, kwaliteit en productiviteit van het werk, en bedrijven helpen om zich aan te passen aan economische verandering Oa door: training, verschillende soorten arbeidscontracten, … De flexibiliteit komt ook tegemoet aan eisen vd WN’s: werkschema aanpassen aan individuele voorkeuren en omstandigheden Europese Commissie is zeer optimistisch: alle landen doen hun best om een goede balans tussen flex en sec te vinden pessimistische studies 2. Flexicurity: een nieuwe definitie Het wordt hier gezien als een beleidsstrategie die: flexibiliteit moet verbeteren v AM’en, werkorganisatie en arbeidsrelaties + meer bescherming, vooral vd zwakkere groepen. Niet genoeg als beide aanwezig zijn, er moete reactie zijn tussen de twee factoren, samen ontwikkelen Ook belangrijk dat er een reactie is op wat binnen & buiten AM gebeurt, ZONDER vertraging Belangrijk zwakkeren te benadrukken, binnen & buiten AM. Deze strategieën zijn nog niet ‘mainstream’ geworden, eerder weinig gebruikt. er is nog altijd de mogelijkheid dat enkel de flexibility wordt toegepast. Er zijn verschillende types v ‘trade-offs’ tussen de beide concepten: 4 niveaus v flexibility: Externe-numerische: Gemakkelijke aanpassing aantal werknemers (contracten) Interne-numerische: aanpassing aantal werkuren/schema Functionele: WN’s kunnen ingeschakeld worden vr verschillende jobs binnen bedrijf Inkomensflexibiliteit: variabel inkomen 4 niveaus v security: Job: behoud v zelfde job Employment: behoud ve job Income Combination Dit is sterk verbonden met transities die mensen maken in, naar binnen en naar buiten de AM = Transitionale labour markets Past ook bij deregulering vd AM’en: niet echt deregulering, vooral nieuwe regels 3. De Nederlandse oorsprong van flexicurity Typisch in Nederland: discussies over ontslagwetgeving 1995: Ad Melkert: balans tussen flex en sec : verschuiving van jobzekerheid naar werkzekerheid + flexibel en activerend SZ-systeem. Probleem: geen overeenkomst wordt bereikt. 7 maart 1997: wetsvoorstel: Flexibilty & Security Bill: contracten v bepaalde duur, ontslagprocedure verkort, positie v atypische WN’s, versterken, regulering on-call WN’s, … Goedgekeurd; geen fundamentele veranderingen er was veel kritiek: te veel nadruk op flex, niet op sec. Belangrijk in het tot stand brengen: sociale partners 4. Flexicurity in andere landen 1 Vooral in Dui, Sacandinavische landen, België Eu-niveau Vergelijking tss NL, Dui, Be, Denemarken: - Ieder land toont verschillende dynamiek v verandering, wel in zelfde richting - Verschillen in hoeverre gecoördineerde flexibiliteit is gerealiseerd - Hebben overal gunstige effecten od AM: vooral in NL en Denemarken 5. Voorwaarden voor flexicurity Voordeel als er een traditie en platform is vr coördinatie, overleg en onderhandeling Klimaat v wederzijds vertrouwen tss systemen en sociale partners Het toepassingsgebied v colelctief overleg uitbreiden meer mogelijk mixen v flex en sec Decentralisatie vd AM en goede economische prestaties Promoten v leerprocessen Monitoren vd effecten v flexicurity-strategieën Flexibel, multilevel bestuur Een goede middenweg tussen privé-interventie en staatsinterventie Bepaalde actoren zijn nodig die het proces kunnen leiden: vakbonden Bewust zijn en oplettendheid voor problemen De vraag is: in hoeverre zijn flexicurity-mogelijkheden afhankelijk v economische condities? flexicurity is zeer effectief in moeilijke economische tijden, maar kan dan moeilijk geïmplementeerd worden. Nieuwe rol voor sociale partners op nationaal & lokaal niveau 6. Onderzoek naar de flexibility and security nexus: een planning Gedetailleerde analyse vd politieke economie v flexicurity en haar gevolgen is nodig. De studies moeten gestaafd zijn door theorieën: sociologie, institutionele economie, … Er moet bij het onderzoeken vd ‘trade-offs’ een speciale focus komen op de sociale partners die een hoofdrol spelen Multi-level studie vd precondities is nodig: in bredere insitutionele context 2