De grondwet van de opvoeding

advertisement
De grondwet van de opvoeding
René Diekstra.
artikel 1
Kinderen hebben, teneinde gelijke kansen te krijgen zich naar hun mogelijkheden en talenten te
ontplooien recht op ongelijke behandeling in opvoeding en onderwijs.
artikel 2
Kinderen hebben recht om op te groeien tot sociaalbetrokken, zelfredzame en productieve burgers.
Hun gezinsopvoeding dient daarop te zijn afgestemd.
artikel 3
De kwaliteit van opvoeding wordt bepaald door de opvoedkundige kwaliteit van ouders en
onderwijsgevenden en door de sociale en fysieke kwaliteit van directe leefomgeving in buurt of wijk.
De overheid stelt eisen met betrekking tot de opvoedkundige kwaliteit van de genoemde drie actoren
en treft maatregelen om het voldoen aan de eisen door betrokken individuen en organisaties zoveel
als nodig te bevorderen.
De overheid is voorts verantwoordelijk voor de organisatie van de pedagogische afstemming tussen
de genoemde actoren.
artikel 4
De opvoeding en ontwikkeling van een kind begint lang voor de geboorte. De eisen en maatregelen
met betrekking tot de opvoedkundige kwaliteit van ouders, andere betrokken opvoeders en omgeving
omvat derhalve ook de periode tussen conceptie en geboorte.
artikel 5
Opvoeden is een kunst en een kunde. Een aantal ouders of oudervervangende opvoeders kan het
welhaast van nature. Anderen kunnen het niet en leren het waarschijnlijk ook nooit of kunnen het wel
bij bepaalde kinderen maar niet bij andere.
De overheid treft voorzieningen om de mogelijke ontwikkelingsschade aan kinderen ten gevolge van
gebrekkige kwaliteit van ouders in een zo vroeg mogelijk stadium vast te stellen en te voorkomen.
artikel 6
Ieder kind heeft recht op voldoende en veilige buitenruimte in de nabije omgeving van de
gezinswoning. De overheid heeft hiertoe normen die bindend zijn voor de ruimtelijke inrichting van
buurten.
artikel 7
Opvoeding, onderwijs en (sociale) leefbaarheid van buurten/wijken zijn drie onderscheiden, maar niet
te scheiden kernsectoren van het overheidsbeleid. De landsregering kent derhalve structureel een
beleidsministerie waarin deze sectoren zijn samengebracht en in de naamgeving waarvan deze
duidelijk tot uitdrukking worden gebracht.
.
Download