ISSN 1725-1958 EESC Januari 2004 / INFO HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ — EEN BRUG TUSSEN EUROPA EN HET MAATSCHAPPELIJK MIDDENVELD WOORD VOORAF Cohesiebeleid/ IGC 2004 — Het jaar van de Europese uitbreiding Commissaris Barnier pleit voor een „solidair” Europees model WWW.CES.EU.INT Het Ierse voorzitterschap neemt het van de Italianen over Het jaar 2004 staat voor de Europese Unie in het teken van de uitbreiding, die op 1 mei een feit wordt en die omvangrijker is dan alle uitbreidingen die de Unie tot nu toe al heeft gekend. Het Europees Economisch en Sociaal Comité, dat de institutionele vertegenwoordiger is van het georganiseerde maatschappelijk middenveld op Europees niveau, is verheugd dit jaar 95 nieuwe leden te kunnen verwelkomen die de vertegenwoordigers zijn van maatschappelijke organisaties uit Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië. Een aantal van deze nieuwe leden zijn oude bekenden, die het Comité allang kent vanwege hun medewerking aan gemeenschappelijke raadgevende comités of hun aanwezigheid als waarnemer op bijeenkomsten van het EESC. Voor anderen zal er een nieuwe wereld opengaan, waarvan de werkmethoden en interne structuren nog moeten worden verkend. Deze nieuwe leden zullen de bijdrage die het EESC kan leveren tot de werkzaamheden van de EU, nog versterken doordat ze nieuwe ervaring, kennis en invalshoeken meebrengen. Maar de omvang van de uitbreiding, waardoor het aantal leden met ongeveer 40 % toeneemt en het aantal officiële talen van de EU stijgt, vereist enkele aanpassingen van onze werkmethoden, indien we werkelijk voordeel willen halen uit deze inbreng. Alle nieuwe leden zullen van het begin af aan volwaardig kunnen deelnemen aan de verschillende organen van het Comité. Om dit mogelijk te maken is binnen het EESC al enige tijd uitvoerig nagedacht over het soort wijzigingen dat nodig is. In december 2003 werd besloten het reglement van orde aan te passen aan de situatie na de uitbreiding. Daartoe werd een speciale commissie opgericht, die tijdens de zitting van maart met een voorstel zal komen. Net als voor de Europese Unie in zijn geheel, biedt de uitbreiding ook voor het Europees maatschappelijk middenveld en voor het EESC als institutionele vertegenwoordiger daarvan tal van uitdagingen en kansen. De Europese familie breidt zich uit, de heterogeniteit neemt toe en de rol van het Comité als plaats waar mensen met praktische ervaring politiek niet-gebonden raad geven, die zo veel mogelijk op consensus is gebaseerd, wordt nog belangrijker. Dit historische moment is ook een aanleiding om te evalueren wat tot nu toe bereikt is, en eventueel voor nieuwe situaties nieuwe oplossingen te bedenken. Het EESC gaat deze uitdaging graag aan en heet de nieuwe leden hartelijk welkom in zijn midden! Clive Wilkinson EESC-lid „De Unie is geen supermarkt, ze is solidair” „Zwakke instellingen betekenen ook zwak beleid” Commissaris Barnier tijdens de zitting met de heer Nielsen, vice-voorzitter van het EESC „De Unie is geen supermarkt, ze is solidair”. Commissaris Barnier zette aldus de toon tijdens de zitting van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 11 december 2003. Het bezoek van de heer Barnier vond plaats aan de vooravond van de Europese Raad en de vermoedelijke afronding van de werkzaamheden van de intergouvernementele conferentie. De keuze voor Europese solidariteit Commissaris Barnier beschreef Europa als een „sociaal en cultureel model dat wij wensen te behouden”. Hij vervolgde: „Er moet een economisch model worden gekozen. Ofwel houdt men vast aan het cohesiebeleid, ofwel gaat men de richting van een vrijhandelszone uit. Er moet een keuze worden gemaakt.” Verwijzend naar de cijfers hamerde commissaris Barnier erop dat het van belang is 0,42 à 0,45 % van het communautaire BBP voor de financiering van het cohesiebeleid te blijven uittrekken „om een breuk te vermijden”. Cohesiefonds: het goede voorbeeld van Ierland Volgens commissaris Barnier zal 2004 voorts ook het jaar van de convergentie met de landen en regio’s met een ontwikkelingsachterstand zijn. 75 % van de middelen van het Cohesiefonds zal voor de modernisering van de basisinfrastructuur, menselijk kapitaal en administratie worden aangewend. In dit verband kan worden verwezen naar het goede voorbeeld van Op 1 januari heeft het Ierse voorzitterschap de fakkel van de Italianen overgenomen. Het komende jaar belooft bijzonder rijk te zijn aan evenementen die voor de Europese Unie in het algemeen en het Europees Economisch en Sociaal Comité in het bijzonder van groot belang zijn. Het voorzitterschap, dat op wetgevingsgebied een zwaar programma heeft overgeërfd, zal geen moeite sparen om het tempo van de werkzaamheden hoog te houden tijdens dit jaar dat ook het jaar is waarin verkiezingen voor een nieuw Europees Parlement zullen worden gehouden. Een voorjaar om niet te vergeten Het voorzitterschap heeft ook op politiek vlak heel wat in petto. De Europese Raad die in het voorjaar zal worden gehouden en met name aan de herziening van de strategie van Lissabon zal worden gewijd, zal in dit verband van cruciaal belang zijn. In deze context heeft het EESC tijdens de hele conferentie van oktober en de zitting van december nooit afgelaten zijn stem te laten horen, met name met betrekking tot de noodzaak van een globale aanpak waarbij alle actoren betrokken zijn en ook de Europese publieke opinie wordt bewerkt. Welkom aan onze nieuwe collega’s! In mei zullen tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie deel uitmaken. Deze uitbreidingsgolf zonder weerga zal voor de Europese Unie in het algemeen en het Europees Economisch en Sociaal Comité in het bijzonder aanzienlijke gevolgen hebben op operationeel en cultureel gebied. Voor het EESC zal 2004 ook het jaar van de verhuizing naar de nieuwe gebouwen aan de Belliardstraat zijn. Met deze verhuizing zal het Comité in het hart van de Europese wijk zijn intrek nemen, op een cruciaal ogenblik in de ontwikkeling van de Europese Unie. (vervolg op blz. 2) (vervolg op blz. 4) IN DIT NUMMER • Resolutie over de strategie van Lissabon: het Comité levert kritiek op de tenuitvoerlegging • Verklaring van de heer Briesch over de intergouvernementele conferentie van december 2003 • Eerste details over de verhuizing van het EESC • De heer Briesch op bezoek in Slowakije en Latijns-Amerika • Vernissage van de tentoonstelling „Folligeniali” AGENDA • Vooruitzichten • Adviezen die op de agenda van de zitting van februari staan EESC INFO / Januari 2004 / Verklaring van de heer Briesch, voorzitter van het EESC, over de intergouvernementele conferentie van december 2003 Als institutioneel vertegenwoordiger van de georganiseerde civiele samenleving betreurt het Europees Economisch en Sociaal Comité het ten zeerste dat de intergouvernementele conferentie over de toekomstige grondwet van Europa geen akkoord heeft kunnen bereiken. Deze mislukking is te wijten aan het feit dat sommige regeringen zich alleen door nationaal eigenbelang laten leiden en de diplomatie snel haar grenzen bereikt wanneer het erom gaat een toekomstbeeld voor Europa uit te tekenen. Hieruit blijkt dat de collectieve wil ontbreekt om het Europees algemeen belang boven particuliere belangen te stellen. Alleen een democratisch proces, met de door de Conventie opgestelde ontwerp-grondwet als resultaat, kan de Europese eenwording vooruithelpen en het Europese streven een grotere legitimiteit geven. Géén overeenkomst is evenwel nog beter dan een slecht compromis. De maatschappelijke organisaties die in het EESC vertegenwoordigd zijn, herhalen dat zij ook in de toe- komst gekant zullen blijven tegen de „afbraak” van de door de Conventie opgestelde ontwerp-grondwet, die de grondslag van de toekomstige werkzaamheden van de IGC moet blijven. Zij dringen er voorts ook op aan de belangrijkste verworvenheden van de intergouvernementele conferentie, met name op het gebied van gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en van defensiebeleid, te behouden. Het EESC roept alle staatshoofden en regeringsleiders op blijk te geven van echte wil tot integratie; uit de recentste enquête van Eurobarometer blijkt dat dit ook in overeenstemming is met de wens van het merendeel van de burgers die aan het beginsel van een Europese grondwet vasthouden en de Europese eenmaking in versneld tempo verwezenlijkt willen zien. Het EESC geeft nu reeds zijn volledige steun aan de inspanningen die daartoe in 2004 zullen worden geleverd en zal in overleg met de organisaties van het maatschappelijk middenveld initiatieven in die zin ontplooien. Resolutie over de strategie van Lissabon: het Comité levert kritiek op de tenuitvoerlegging De voltallige vergadering van het EESC heeft tijdens haar zitting van december een kritische resolutie over de strategie van Lissabon uitgebracht (van de 160 uitgebrachte stemmen waren er 116 vóór, 37 tegen en 7 onthoudingen). Hoofdpunten van de resolutie: den betrokken. Anders dreigt een en ander de verkeerde weg op te gaan. ❏ Bij de tenuitvoerlegging van deze hervormingen moeten de bevoegdheden beter worden verdeeld, zowel tussen het Europese, nationale en regionale niveau, als tussen openbare instanties, particuliere actoren en verenigingen. ❏ De strategie van Lissabon zal haar doelstellingen op het gebied van internationaal concurrentievermogen, economische groei, vooruitgang op sociaal en milieugebied en duurzame ontwikkeling, pas kunnen verwezenlijken als zij de methode, d.i. het institutioneel beleidssysteem, grondig herziet, samen met de samenwerkingsinstrumenten die in dat verband werden goedgekeurd. ❏ Het is zaak ervoor te zorgen dat de publieke opinie werkelijk inzicht krijgt in de strategie; hiervoor moeten met name de leesbaarheid en geloofwaardigheid ervan worden versterkt en moet de strategie door de sociaal-economische actoren van de participatieve democratie worden overgenomen. ❏ De economische en sociale actoren moeten via een doeltreffender dialoog nauwer bij dit proces wor- De volledige tekst van de resolutie is terug te vinden op de website van het Comité. (vervolg van blz. 1) „Zwakke instellingen betekenen ook zwak beleid” Ierland. Het zou een goede zaak zijn als de middelen die voor cohesie binnen de Unie en met name de nieuwe kandidaat-lidstaten worden uitgetrokken, zouden worden gebruikt voor de verbetering van onderwijs en opleiding, die centraal staan in het communautaire beleid dat in de strategie van Lissabon wordt bepleit. De nieuwe doelstelling 2 zal rechtstreeks aan de tenuitvoerlegging van deze strategie worden gekoppeld. Dit geldt met name voor de regio’s in de Unie die niet noodzakelijk een achterstand vertonen maar toch problemen ondervinden bij de toepassing van de strategie wat betreft het scheppen van banen en het aanmoedigen van opleiding. Ten slotte deelde de heer Barnier mee dat de instellingen overwegen een jaarlijkse gemeenschappelijke bijeenkomst te organiseren teneinde het gemeenschappelijk cohesiebeleid beter te coördineren. De commissaris dankte in het bijzonder de heer Malosse (groep 1, werkgevers, Frankrijk) voor zijn bijdragen, alsmede het Comité in zijn geheel voor de twee verkennende adviezen over het cohesiebeleid (over de „concentraties van andere cohesiemaatregelen” en de tenuitvoerlegging van de structuurfondsen). Het Comité zal in 2004 opnieuw worden geraadpleegd met betrekking tot het derde verslag over de cohesie binnen de EU. De heer Barnier, die binnen de Europese Commissie voor institutionele hervormingen verantwoordelijk is, voelde zich ook genoodzaakt om tijdens zijn toespraak tot de leden van het Comité te verwijzen naar de bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders op de intergouvernementele conferentie. Zijn boodschap was in dat verband duidelijk: „Zwakke instellingen betekenen ook zwak beleid”. De ontwerp-grondwet is volgens hem „niet volmaakt maar toch onverhoopt goed”. Hij is het eens met het Comité dat de tekst niet opnieuw mag worden opengegooid. Volgens de commissaris zijn er twee sleutels voor succes: versterking van het communautaire model en beperking van het vetorecht om blokkeringen binnen de Raad te voorkomen. Een eenvoudig systeem op basis van stemming bij gekwalificeerde meerderheid moet de regel worden. Commissaris Barnier richtte zich tot de vertegenwoordigers van de Europese maatschappelijke organisaties met de woorden dat de burger „ongerust” maar ook in Europa „geïnteresseerd” is. Hij moet dus worden „ingelicht” maar ook „warm” worden gemaakt voor praktische voorstellen, bv. met betrekking tot het scheppen van hoogwaardige banen, die voor problemen van alledag een oplossing kunnen bieden. Goedkeuring van het statuut van de EESC-leden Het nieuwe ledenstatuut stond op de agenda van de zitting van december en werd uiteindelijk ook goedgekeurd (van de 126 uitgebrachte stemmen waren er 101 vóór, 18 tegen en 7 onthoudingen). In de definitief goedgekeurde tekst worden de rechten, plichten en bevoegdheden van de leden van het EESC opgesomd. Geografische concentratie van het Comité in de Europese wijk Eerste details over de verhuizing naar de nieuwe gebouwen Toelichting door EESC-Info in voorpremière Niet alleen de uitbreiding maar ook de verhuizing komt er binnenkort aan. Over (amper!) zes maanden zal het Comité naar de zogenaamde Europese wijk van Brussel verhuisd zijn. De restauratiewerkzaamheden van de nieuwe gebouwen die het personeel en de leden van het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s zullen huisvesten, zijn volop aan de gang, getuigen hiervan de talloze bouwsteigers in de Belliardstraat, in de onmiddellijke buurt van het Europees Parlement. Doel van het EESC was als institutioneel orgaan dat de georganiseerde civiele samenleving vertegenwoordigt, zowel fysiek als in de geest van de mensen, een plaats te verwerven in het hart van de Europese wijk van Brussel. Dit is immers de plek waar de communautaire besluiten worden genomen en waar het Comité dus ook zijn mededelingen en zijn adviezen over de communautaire wetgeving het best kan uitbrengen. (vervolg op blz. 3) Reactie van de vertegenwoordigers van de georganiseerde civiele samenleving Op de duidelijke uiteenzetting van de heer Barnier kwam een al even krachtige reactie van de vertegenwoordigers van de Europese maatschappelijke organisaties en de ca. 30 waarnemers van de toetredingslanden die speciaal voor deze laatste zitting van het jaar waren uitgenodigd. De heer Malosse (groep I, werkgevers, Frankrijk), rapporteur van de voorstellen van het Comité ter attentie van de intergouvernementele conferentie, wees erop dat de economische en sociale actoren van de lidstaten onvoldoende betrokken zijn bij het integratieproces en het cohesiebeleid van de Europese Unie. De heer Sepi, voorzitter van groep II (werknemers, Italië), viel hem bij en beklemtoonde dat sommige referenda in het verleden alléén werden verloren omdat de Europese bevolking niet had geloofd dat er voor de economische en sociale uitdagingen een oplossing zou worden gevonden. Hij drong aan op een grotere samenhang tussen het grondwetsgedeelte van het ontwerpverdrag en de delen die de beleidslijnen betreffen. Nog tijdens de werkzaamheden van de Conventie werd een verzoek in die zin ook reeds geformuleerd door mevrouw Sigmund, voorzitter van groep III (diverse werkzaamheden, Oostenrijk). EESC INFO / Januari 2004 / Bezoek van de heer Briesch aan LatijnsAmerika en Slowakije Samen met een delegatie van drie leden heeft de heer Briesch op 10 en 11 december 2003 een bezoek gebracht aan Brasilia, teneinde er op uitnodiging van de heer Genro, secretaris-generaal van de Raad voor economische en sociale ontwikkeling (RESO) van Brazilië, deel te nemen aan een internationale conferentie die als titel droeg „Modellen voor een nieuw sociaal contract — Strategieën voor ontwikkeling en overleg”. Tijdens deze conferentie heeft de heer Briesch tweemaal het woord genomen: hij heeft een van de openingstoespraken gehouden en later ook nog deelgenomen aan de discussie over „De uitdagingen van ontwikkeling”. Op de conferentie waren de belangrijkste SER’s van de wereld bijeengekomen om hun strategieën uit te wisselen op basis waarvan zij de economische en sociale ontwikkeling in hun land aanpakken, en deze dan te vergelijken met de ervaring van Brazilië op dit gebied. Een en ander past in het kader van de thans in Brazilië aan de gang zijnde verandering van de betrekkingen tussen overheid en samenleving, waarbij ook wordt gestreefd naar initiatieven op het gebied van sociaal overleg en interactie tussen de regering en de sociaal-economische actoren. De conferentie had in dit verband onder meer tot doel een overzicht te schetsen van de meestal in Europa opgedane ervaringen inzake sociaal overleg, die het ontwikkelingsproces in dit land hebben ondersteund. Geen ontwikkeling zonder duurzaamheid In zijn openingstoespraak heeft de heer Briesch de aandacht gevestigd op het vaste voornemen van de RESO om zijn rol als tussenschakel tussen de civiele samenleving en de overheid te versterken. De RESO is een orgaan dat getuigt van het proces van democratisering, duurzame ontwikkeling en sociale integratie in Brazilië. De heer Briesch heeft de RESO verzekerd van de volledige bereidheid van het EESC om dit proces te ondersteunen. Van de drie vermelde factoren is het met name de factor duurzame ontwikkeling die door voorzitter Briesch aan de orde is gesteld tijdens zijn uiteenzetting op de workshop over „De uitdagingen van ontwikkeling”. De heer Briesch heeft uitgelegd dat er volgens het EESC pas sprake kan zijn van ontwikkeling, als deze ook duurzaam is. Om duurzaam te zijn moet ontwikkeling gebaseerd zijn op drie pijlers: een economische, een sociale en een milieupijler. De economische aspecten van ontwikkeling zijn over het algemeen wel duidelijk; wat Latijns-Amerika betreft, kan evenwel worden geconstateerd dat de economische groei niet gepaard is gegaan met een billijker verdeling van inkomen. Programma tegen honger Een van de meest opmerkelijke initiatieven om deze situatie in Brazilië enigszins te verhelpen, is het pro- gramma tegen honger dat door president Lula da Silva is gelanceerd. De heer Briesch heeft daaraan enkele aanbevelingen toegevoegd die betrekking hebben op de bescherming van de rechten van werknemers, een betere toegang tot hoogstaande openbare diensten en tot doeltreffende sociale bescherming en toegang tot de rechter voor kansarmen. Algemeen moet de sociale samenhang worden bevorderd en moet de civiele samenleving nauwer bij de besluitvorming worden betrokken. Milieubescherming en duurzame plattelandsontwikkeling vormen de derde pijler van de duurzame ontwikkeling die door EESCvoorzitter Briesch wordt bepleit. Na de toespraken van de heer Briesch, die bij de andere deelnemers aan de conferentie veel bijval oogstten, vond een bilaterale bijeenkomst plaats tussen voorzitter Briesch en minister Genro; daarbij is overeengekomen de banden tussen het EESC en de RESO verder aan te halen. De betrekkingen tussen de twee instellingen werden reeds geformaliseerd in een intentieverklaring, die concreet zal worden ingevuld bij de lancering van een aantal gemeenschappelijke projecten in 2004 die de RESO een voortrekkersrol zullen doen spelen in de betrekkingen tussen het EESC en het Sociaal-Economisch Forum van de Mercosur. Op 3 december 2003 vond er een officiële ontmoeting plaats tussen een EESC-delegatie onder leiding van voorzitter Briesch en de heer Schuster, president van de Slowaakse Republiek. Daarbij werd een aantal belangrijke onderwerpen aan de orde gesteld, als de uitbreiding van de Europese Unie, de bijdrage van Slowakije als volwaardig EU-lid en de rol van het EESC in de toekomstige structuur van de Europese Unie. Zesde rondetafelconferentie India-EU, Rome, 16-17 december De goedkeuring van de aanbevelingen met betrekking tot het wegwerken van de belemmeringen van handel en investeringen, het internetforum van de maatschappelijke organisaties EU-India en de stand van tenuitvoerlegging van de aanbevelingen van de rondetafel, waren de grote aandachtspunten van de zesde rondetafelconferentie India-EU, die op 16 en 17 december 2003 te Rome heeft plaatsgevonden. De vergadering werd voorgezeten door de heer Briesch, voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité, en de heer Vohra, directeur van het India International Centre, die als vertegenwoordiger van Jammu en Kashmir was aangewezen. De heer Di Pace, adjunct-directeur-generaal voor Azië bij het ministerie van Buitenlandse Zaken van Italië, nam eveneens aan de vergadering deel. De rondetafelgesprekken zijn erop gericht de dialoog tussen de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld in de EU en India te versterken en een partnerschap tot stand te brengen dat voor alle betrokkenen billijk en gunstig is. Het internetforum van de maatschappelijke organisaties EU-India is toegankelijk via de website van het Comité. Conferentie van Malta Het belang van de maatschappelijke organisaties voor de ontwikkeling van Slowakije Tijdens de discussies heeft de heer Briesch zijn steun aan het uitbreidingsproces herbevestigd. Voorts heeft hij de voorstellen die het Comité de intergouvernementele conferentie heeft voorgelegd, uiteengezet; de heer Schuster kon deze zonder voorbehoud onderschrijven. President Schuster wees er tijdens deze ontmoeting ook op dat participatie van de maatschappelijke organisaties voor de toekomstige ontwikkeling van de Europese Unie van groot belang is. De EESC-delegatie heeft voorts een aantal vertegenwoordigers van Slowaakse maatschappelijke organisaties en de Slowaakse Nationale Raad ontmoet, met name de heer Beblavy, minister van Arbeid, Sociale Zaken en Gezin, en mevrouw Benova, voorzitter van het Comité voor Europese integratie binnen de Slowaakse Nationale Raad. Zoals alle andere toetredingslanden zal Slowakije na de uitbreiding ook in het Comité vertegenwoordigd zijn. Het zal er negen leden hebben. De ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld in de regio, de noodzaak een vreedzame politieke oplossing van het conflict in het Nabije Oosten te bewerkstelligen, en de laatste ontwikkelingen in verband met de totstandbrenging van een vrijhandelszone in de Euro-mediterrane ruimte, waren enkele van de grote onderwerpen die werden besproken tijdens de Euro-mediterrane top van SER’s en soortgelijke instellingen die op 6 en 7 november op Malta is gehouden — zie foto (van links naar rechts: de heer Zilony, voorzitter van de Groep werknemers van de Israëlische SER, de heer Scicluna, voorzitter van de Raad voor economische en sociale ontwikkeling van Malta, de heer Briesch, EESC-voorzitter, en de heer Siniora, stichtend voorzitter van de toekomstige Palestijnse SER). (vervolg van blz. 2) De vergaderzalen van het Comité zullen met de meest geavanceerde technologie uitgerust zijn De vier belangrijkste doelstellingen zijn: ❏ aan de behoeften van de twee Comités tegemoetkomen; ❏ het Comité via de nieuwe gebouwen een nieuw imago geven; ❏ aan de huidige behoeften op technologiegebied voldoen; ❏ de verhuizing, wat tijdschema en begroting betreft, in goede banen leiden. De audiovisuele infrastructuur is met andere woorden indrukwekkend en modern, gebaseerd op digitale technologie en gebruiksvriendelijk. Het conferentiecentrum biedt plaats aan negen vergaderzalen en verschillende daarbijbehorende ruimten, waaronder twee persbureaus voor 20 personen, een videoruimte, twee ontmoetingsplaatsen, een restaurant, zes eetzalen en drie cafetaria’s. Vergaderzalen De zalen zijn over verschillende verdiepingen verspreid en uitgerust met de meest geavanceerde, computergestuurde audiovisuele technologie (afficheren van de agenda en de spreektijd, elektronisch stemsysteem met pinkaarten, gestuurde camera’s). Alle zalen samen bieden plaats aan 792 personen, 61 tolkcabines en 239 tolken. 15 + 10 = 2004! De 15 huidige lidstaten van de Unie krijgen binnenkort het gezelschap van tien nieuwe lidstaten. Het aantal leden zal oplopen van 222 tot 317. Het secretariaat zal worden uitgebreid tot 250 personen. EESC INFO / Januari 2004 / Belangrijkste adviezen die tijdens de zitting van december werden goedgekeurd lasting, de belasting op kapitaalinkomsten en de belasting op voor het milieu schadelijke activiteiten. Deze procedure zal ook moeten worden toegepast op belastingen die de werking van de interne markt beïnvloeden of die concurrentieverstoring veroorzaken. Zij moet evenwel niet worden toegepast op nationale verschillen die op de markt of de concurrentie geen effect hebben. Fiscaliteit in de Europese Unie: convergentie van belastingregels en mogelijkheid van stemming met gekwalificeerde meerderheid (initiatiefadvies) Rapporteur: de heer Nyberg (groep II, werknemers, Zweden) De hervormingen die door de Conventie over de toekomst van Europa met betrekking tot het belastingbeleid zijn voorgesteld, moeten het mogelijk maken communautaire maatregelen te treffen die niet alleen door de interne markt zijn ingegeven maar ook het gevaar van verstoring van de concurrentie moeten wegnemen. De Conventie stelt voor over te gaan tot stemming bij gekwalificeerde meerderheid als het gaat om kwesties van bestuurlijke samenwerking, belastingontduiking en illegale belastingontwijking, en deze regeling in de voornoemde gevallen niet alleen te laten gelden voor de indirecte belasting maar ook voor de vennootschapsbelasting. De Europese Unie moet over de bevoegdheid en de reële capaciteit beschikken om besluiten bij gekwalificeerde meerderheid aan te nemen, daar de bevoegdheid van een land om belastingen te heffen, sterk wordt beïnvloed door de houding van andere lidstaten terzake. Groenboek over diensten van algemeen belang Rapporteur: de heer Hernández Bataller (groep III, diverse werkzaamheden, Spanje) Corapporteur: de heer Hencks (groep II, werknemers, Luxemburg) Het Comité heeft de Commissie verzocht een voorstel voor een kaderrichtlijn over diensten van algemeen belang voor te leggen. Het wijst er andermaal op dat de Commissie ervoor moet zorgen dat de beginselen en algemene strekkingen van het Gemeenschapsrecht in deze richtlijn worden geconsolideerd. In dit verband pleit het voor: ❏ de opname in het Verdrag van een rechtsgrond ad hoc; Het vaststellen van besluiten bij gekwalificeerde meerderheid moet tot bepaalde belastingen beperkt blijven. Hierbij zij gedacht aan de vennootschapsbe- ❏ een hoog niveau van bescherming van de consument en democratische participatie van de gebruikers van diensten van algemeen belang en van de VOORUITZICHTEN Bezoek van EESC-voorzitter Briesch aan Nicosia op Cyprus 27 februari, Dublin Conferentie over de ontwikkelings- en aanpassingsmogelijkheden op de werkplek Vernissage van de tentoonstelling „Folligeniali” 6-7 april, Dublin Gemeenschappelijke conferentie EESC-nationale SER van Ierland Adviezen die op de agenda van de zitting van februari staan Vereenvoudiging van het acquis communautaire (mededeling) Rapporteur: de heer Retureau (groep II, werknemers, Frankrijk) Overgang van analoge naar digitale omroep (mededeling) Rapporteur: de heer Kallio (groep III, diverse werkzaamheden, Finland) Geweld in het gezin tegen vrouwen Rapporteur: mevrouw Heinisch (groep III, diverse werkzaamheden, Duitsland) Tegelijkertijd met de decemberzitting vond ook de vernissage van de tentoonstelling „Folligeniali” plaats. De tentoonstelling werd georganiseerd in het kader van het Europees Jaar van de gehandicapten. Tot 10 februari 2004 kunnen bezoekers van het Comité werken van leerlingen van de kunstacademie Bergognone van Lodi (Italië) bewonderen. Regionale integratie en duurzame ontwikkeling (initiatiefadvies) Rapporteur: de heer Dimitriadis (groep I, werkgevers, Griekenland) EESC-INFO / Januari 2004 / Hoofdredacteur • Vasco de Oliveira Adjunct-redacteur • Tristan Macdonald Adres • Europees Economisch en Sociaal Comité Ravensteinstraat 2, B-1000 Brussel Tel. (32-2) 546 93 96 of 546 93 93 Fax (32-2) 546 97 64 E-mail: [email protected] Internet: http://www.esc.eu.int Immigratie, integratie en werkgelegenheid Rapporteur: de heer Pariza Castaños (groep II, werknemers, Spanje) Volgens het Comité komt de mededeling van de Commissie tegemoet aan een behoefte, gelet op de huidige situatie waarbij er op het gebied van asiel en immigratie van enige coördinatie tussen de lidstaten geen sprake is. Het Comité is ingenomen met de inhoud van de mededeling. Er wordt immers rekening gehouden met het standpunt van het Comité terzake en met name met de noodzaak integratie een centrale plaats te geven in het EU-immigratiebeleid, daar deze integratie van cruciaal belang is voor zowel de economie als de sociale samenhang. Het EESC stelt voor de Commissie een Europees integratieprogramma te laten beheren en dringt er bij de Raad op aan de Commissie de nodige beleids-, wetgevings- en begrotingsmogelijkheden te verlenen om integratie van immigranten te kunnen bevorderen. Rapporteur: de heer Sharma (groep III, diverse werkzaamheden, Verenigd Koninkrijk) Het Comité is ervan overtuigd dat het Waarnemingscentrum een proactievere rol moet spelen door aanbevelingen te formuleren voor het beleid van de Europese instellingen en de lidstaten; een en ander moet duidelijk ook zijn bestaansgrond worden. Wat de samenstelling van de raad van bestuur betreft, zou het Comité graag zien dat deze raad bestaat uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en van relevante internationale partnerorganisaties en Europese instellingen, met inbegrip van het EESC, evenals vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en sociale partners. Conferentie van het EESC: participatieve democratie, stand van zaken en door de Europese grondwet geopende perspectieven Bescherming van dieren tijdens het vervoer ❏ het toekennen, gelet op het onderscheid tussen economische en niet-economische activiteiten, van de mogelijkheid tot afwijken van de concurrentieregels voor onderwijsdiensten en voor diensten die worden geleverd door instanties van sociale, caritatieve of culturele aard zonder winstoogmerk. Waarnemingscentrum voor racisme en vreemdelingenhaat 8-9 maart, EESC-gebouw, Brussel Rapporteur: de heer Green (groep I, werkgevers, Denemarken) ❏ inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, met name door het instellen van een systeem dat moet bijdragen tot de functionele toepassing ervan (en zich met andere woorden niet beperkt tot de territoriale toepassing ervan); EESC-Info wordt gratis in elf talen uitgegeven door de persdienst van het EESC. Er zijn negen edities per jaar (bij iedere zitting van het EESC). EESC-Info is niet het officiële verslag van de werkzaamheden van het EESC. Voor die werkzaamheden wordt verwezen naar het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen en andere publicaties van het EESC. Reproductie — met vermelding van EESC-Info — is toegestaan, op voorwaarde dat de redactie een kopie wordt toegestuurd. Oplage: 23 839 exemplaren. Het volgende nummer van EESC-Info komt uit in februari 2004. ❏ Geïntegreerd productbeleid — Rapporteur: de heer Adams (groep III, diverse werkzaamheden, Verenigd Koninkrijk) ❏ Agenda voor het sociaal beleid — Rapporteur: de heer Jahier (groep III, diverse werkzaamheden, Italië) ❏ Geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging — Rapporteur: de heer Braghin (groep I, werkgevers, Italië) ❏ Klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten — Rapporteur: de heer Simons (groep I, werkgevers, Nederland) ❏ Globale richtsnoeren voor het economisch beleid — Rapporteur: de heer Delapina (groep II, werknemers, Oostenrijk) ❏ De nieuwe buren van de EU — Rapporteur: mevrouw Alleweldt (groep II, werknemers, Duitsland) ❏ De rol van het maatschappelijk middenveld in de nieuwe Europese strategie voor de westelijke Balkan — Rapporteur: de heer Confalonieri (groep III, diverse werkzaamheden, Italië) (vervolg van blz. 1) 2004 zal dan ook een jaar zijn van belangrijke evenementen, dat hopelijk vruchtbaar zal zijn en ons allen voldoening zal schenken. Wij kijken ernaar uit onze collega’s van de nieuwe lidstaten welkom te heten en aldus onze nauwe samenwerking die reeds een aantal jaren geleden werd gelanceerd, kracht bij te zetten. Jillian van TURNHOUT EESC-lid Voorzitter van de Groep communicatie van het EESC QE-AA-04-001-NL-C 10-11 februari werknemers in die sector;