Copro 11230 Annex 7: Controleprotocol MFS II 1. Inleiding 1.1 Doel en opzet MFSII De overkoepelende strategische doelstelling van MFSII is het leveren van een bijdrage aan de versterking van het maatschappelijk middenveld in het Zuiden als bouwsteen voor structurele armoedevermindering. De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken heeft voor de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2015 € 2,125 miljard ter beschikking gesteld voor subsidieaanvragen die een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van deze doelstelling. Toekenning vindt plaats aan autonome in Nederland gevestigde maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk, die resultaatgericht werken aan de versterking van het maatschappelijk middenveld in het Zuiden om zodoende een bijdrage te leveren aan duurzame armoedevermindering. Maatschappelijke organisaties kunnen zich binnen MFSII specifiek richten op een thema of breder op meerdere thema’s. Waar in dit controleprotocol gesproken wordt over penvoerder wordt bedoeld de maatschappelijke organisatie die op grond van de subsidiebeschikking de subsidie ontvangt. Waar in dit controleprotocol wordt gesproken over alliantiepartners wordt bedoeld de penvoerder en zijn mede-indieners. Waar in dit controleprotocol gesproken wordt over samenwerkingspartners worden partners buiten de alliantie bedoeld. 1.2 Normenkader Voor MFSII is het volgende normenkader van toepassing: 1. 2. 3. 4. 5. Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken Beleidsnotitie Maatschappelijke organisaties: ‘Samenwerken, Maatwerk, Meerwaarde’ Subsidiebeleidskader Medefinancieringsstelsel II 2011-2015 (Stcrt. 2009, 11736, gewijzigd Stcrt. 2009, 15950) 6. Beschikking inzake subsidietoekenning MFSII d.d. 1 november 2010, inclusief de daarbij behorende bijlagen zoals bijv. het financieel reglement Voor de documenten wordt verwezen naar: www.minbuza.nl\mfs. 1.3 Doel controleprotocol In dit controleprotocol worden de bij de accountantscontrole te hanteren uitgangspunten en de te stellen eisen nader uiteengezet. Tevens wordt ingegaan op de wijze waarop de uitkomsten van de controle door de accountant dienen te worden gerapporteerd. Dit controleprotocol beoogt echter geen onderzoeksaanpak voor te schrijven, en is evenmin een (uitputtend) werkprogramma. Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 Penvoerder treedt op als opdrachtgever aan de accountant. Op verzoek van de staatssecretaris kan een review worden uitgevoerd bij de fungerende huisaccountant ter toetsing op de naleving van dit controleprotocol. Deze review zal in overleg plaatsvinden. 1.4 Leeswijzer In dit controleprotocol wordt een tweedeling gemaakt tussen de werkzaamheden van de accountant ten behoeve van de financiële MFS-verantwoording van iedere alliantiepartner afzonderlijk (hoofdstuk 2) en de werkzaamheden ten behoeve van de MFS-verantwoording van de gehele alliantie opgesteld door de penvoerder (hoofdstuk 3). Dit betekent dat de penvoerder: zijn accountant wijst op de bepalingen in het financieel reglement en het controleprotocol; de mede-indieners instrueert om hun accountant te wijzen op de bepalingen in het financieel reglement en het controleprotocol. e Alle paragrafen zijn van toepassing voor de accountants van alle alliantiepartners, met uitzondering van hoofdstuk 3 dat alleen van toepassing is voor de accountant van de penvoerder. Het onderstaande schema dient ter illustratie van de wijze waarop de accountantscontrole is ingericht. De uiteindelijke rapportage aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken bestaat uit: de MFSII-rapportage zoals opgesteld door de penvoerder; de COS4400-rapportage inzake de MFSII-rapportage van de penvoerder; de (doorgeleide) COS700-verklaringen met betrekking tot de rapportages van de individuele alliantiepartners; de jaarrekeningen van individuele alliantiepartners die meer dan 25% van het subsidiebedrag ontvangen (dit conform het bepaalde in Financieel Reglement paragraaf 6.1). Opsteller rapportage Omschrijving rapportage Type accountantsproduct Relevante delen controleprotocol MFS-II rapportage COS4400 Hoofdstuk 3 COS700 + COS4400 Hoofstuk 2 COS4400 (+ 4x COS700) penvoerder COS700 + COS4400 medeindiener medeindiener mbt gehele subsidie COS700 + COS4400 medeindiener penvoerder rapportages individuele alliantiepartners 2. Werkzaamheden m.b.t. individuele alliantiepartners 2.1 Inleiding In deze paragraaf worden de werkzaamheden besproken die de accountant uitvoert met betrekking tot de rapportage van elke alliantiepartner afzonderlijk. 2 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 2.2 Doel en reikwijdte van de accountantscontrole De accountant controleert of de transacties zoals verwerkt in de financiële verantwoording voldoen aan de daaraan te stellen eisen zoals neergelegd in wet- en regelgeving. Bij de uitvoering van de werkzaamheden handelt de accountant conform de vereisten uit dit controleprotocol en de relevante Controle- en Overige Standaarden (COS). Objecten van controle zijn: 1. de financiële verantwoording van subsidieontvanger vanaf 2011 voor het te controleren jaar (zie 2.2.1); 2. de aan deze verantwoordingen ten grondslag liggende processen en administraties, genoemd onder 2.2.2. De reikwijdte van de werkzaamheden omvat naast de financiële audit tevens de specifieke voorwaarden genoemd onder 2.2.3. De werkzaamheden zoals aangeduid onder 2.2.1 monden uit in een controleverklaring bij de financiële verantwoording conform COS700. De werkzaamheden zoals aangeduid onder 2.2.2 en 2.2.3 monden uit in een verslag van bevindingen conform COS4400. 2.2.1 Controleaanpak financiële verantwoording (COS100 t/m COS900) De accountantscontrole wordt uitgevoerd volgens Nederlands recht en conform de geldende standaarden. De accountant stelt vast dat in de MFSII-verantwoording de baten en lasten juist en volledig zijn verantwoord en in overeenstemming zijn met een aantal hierna specifiek aangeduide eisen in het Financieel reglement, dat als annex 4 bij deze beschikking is gevoegd. Als onderdeel van de werkzaamheden ten behoeve van de controleverklaring gaat de accountant na of voldaan is aan de eisen zoals gesteld in Financieel Reglement, paragraaf: 2.2 Eigen bijdrage 2.3 Eigen bijdrage bij allianties 2.6 Opbouw reserves; 2.7 Beleggingen en investeringen; 4. Beschikbare middelen; 6.1 Financiële verantwoording. De accountant hanteert een betrouwbaarheid van minimaal 95%. Voor de strekking van de verklaring geldt de volgende materialiteit: Soort controleverklaring Fouten in de verantwoording Onzekerheden in de controle Goedkeurend Oordeelonth. Afkeuring < 3% Met beperking >3% < 6% - >6% < 3% >3% <10% > 10% - 3 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 Voor het bepalen van de materialiteit mag uitgegaan worden van een minimumbedrag van € 50.000. Als basis voor de materialiteit moet worden uitgegaan van het totaal van de lasten. Indien afwijkingen van materieel belang zijn geconstateerd met betrekking tot de vereisten opgenomen in dit controleprotocol zal de accountant in het rapport van bevindingen conform COS4400 een toelichting op het oordeel opnemen. De accountant stelt de controleverklaring op conform het model onder punt 2.3.1 in dit controleprotocol, of conform een recentere daarvoor in de plaats getreden voorbeeldtekst zoals gepubliceerd op de NIVRA/NBA-site. De accountant vraagt een bevestiging bij de financiële verantwoording (letter of representation) van het management van de subsidieontvanger op waarin wordt medegedeeld dat naar beste weten de financiële verantwoording alle transacties en ontvangsten omvat, dat dit overzicht in alle opzichten juist en volledig is en dat aan alle subsidievoorwaarden is voldaan, ook de subsidievoorwaarden welke buiten de reikwijdte van de werkzaamheden van de accountant vallen. Als onderdeel van deze letter of representation dient het management specifiek te bevestigen dat voldaan is aan art. 13 van de subsidiebeschikking: “Subsidieontvanger zal aan derden niet aanbieden, noch van derden zoeken, accepteren of toegezegd krijgen, voor hemzelf of enige andere partij, enige schenking, beloning, compensatie of profijt van welke aard dan ook, die geïnterpreteerd kan worden als een onwettige of corrupte praktijk (-)”. Indien het management van de alliantiepartner deze bevestiging niet wil opnemen in de letter of representation en/of geen letter of representation wil afgeven handelt de accountant overeenkomstig het bepaalde in COS 580 artikel 19, en maakt de accountant melding van de weigering in het verslag van feitelijke bevindingen. Indien de accountant tijdens het uitvoeren van de controle enige aanwijzing krijgt van een onwettige of corrupte praktijk dan handelt hij overeenkomstig COS240 ‘de verantwoordelijkheid van de accountant voor het onderkennen van het risico van fraude in het kader van de controle van financiële overzichten’. Hoewel de accountant geen oordeel geeft over het inhoudelijke deel van het jaarverslag, gaat de accountant door middel van marginale toetsing na dat het inhoudelijke deel en het financiële deel in overeenstemming zijn met elkaar en geen tegenstrijdigheden bevatten. 2.2.2 Onderzoeksaanpak processen (COS4400) Als onderdeel van de werkzaamheden ten behoeve van een rapport van bevindingen conform COS4400 gaat de accountant na of voldaan is aan de eisen zoals gesteld in Financieel Reglement, paragraaf: 3.3 Toetsing beheerscapaciteit van samenwerkingspartners; 3.4 Sanctiebeleid; 3.5 Anti-corruptiebeleid. 4 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 Met betrekking tot 3.3 Toetsing beheerscapaciteit van samenwerkingspartners: - stelt de accountant vast of de beschrijving van beleid en procedures inzake “toetsing beheerscapaciteit van samenwerkingspartners” zoals opgenomen in de verantwoording, overeenstemt met de opzet van dit beleid en deze procedures bij/door de alliantiepartner. In het geval deze beschrijving niet overeenstemt met de feitelijke opzet, beschrijft de accountant de geconstateerde verschillen in zijn rapport van bevindingen; - stelt de accountant vast dat binnen dit beleid sprake is van beheersmaatregelen op elk van de in 3.3 genoemde fases van de activiteitcyclus: o beoordeling vooraf van de beheerscapaciteit van de samenwerkingspartner; o contractering; o tussentijdse monitoring; o evaluatie; o verantwoording achteraf door de samenwerkingspartner. Indien in één of meerdere fase beheersmaatregelen ontbreken, vermeldt de accountant in zijn rapport van bevindingen met betrekking tot welke fases dit het geval is; - toetst de accountant bestaan en werking van het beleid en de procedures inzake “toetsing beheerscapaciteit van samenwerkingspartners” op de volgende wijze: o De accountant stelt jaarlijks met betrekking tot 10% van het aantal samenwerkingspartners in dat jaar (met een minimum van 5 en een maximum van 20) vast of de beheerscapaciteit van deze samenwerkingspartners vooraf is beoordeeld door de alliantiepartner. Bij de selectie van de genoemde 10% wordt voorrang gegeven aan (1) nieuwe samenwerkingspartners waarmee in het boekjaar voor het eerst een overeenkomst is aangegaan, eventueel aangevuld met (2) samenwerkingspartners waarmee in eerdere jaren een overeenkomst werd aangegaan. Wanneer de accountant in enig jaar samenwerkingspartners uit categorie (2) in zijn toets betrekt, ziet hij erop toe dat dit andere samenwerkingspartners zijn dan welke hij in eerdere jaren in deze toets heeft betrokken. o De accountant stelt jaarlijks met betrekking tot 10% van de in eerdere jaren aangegane contracten (met een minimum van 5 en een maximum van 10) vast of de door de alliantiepartner in opzet getroffen maatregelen inzake tussentijdse monitoring zijn toegepast. Wanneer de accountant in enig jaar deze toets uitvoert, ziet hij erop toe dat dit andere contracten zijn dan welke hij in eerdere jaren in deze toets heeft betrokken. o De accountant stelt jaarlijks met betrekking tot 10% van de in eerdere jaren aangegane contracten (met een minimum van 5 en een maximum van 10) vast of de door de alliantiepartner in opzet getroffen maatregelen inzake verantwoording achteraf zijn toegepast. Wanneer de accountant in enig jaar deze toets uitvoert, ziet hij erop toe dat dit andere contracten zijn dan welke hij in eerdere jaren in deze toets heeft betrokken. - vermeldt de accountant in zijn rapport van bevindingen met betrekking tot elk van de drie bovengenoemde fasen van de activiteitcyclus welke aantallen contracten/samenwerkingspartners in de toets zijn betrokken en in hoeveel gevallen de door de alliantiepartner in opzet getroffen maatregelen niet of niet geheel zijn nageleefd. Indien sprake is van afwijkingen in bestaan en werking beschrijft de accountant deze afwijkingen; Indien de accountant in zijn management letter aan de alliantiepartner opmerkingen heeft of aanbevelingen doet ten aanzien van het beleid en de procedures inzake de samenwerkingspartners, worden deze tevens opgenomen in het rapport van bevindingen. 5 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 Met betrekking tot 3.4 Sanctiebeleid: - stelt de accountant vast of de beschrijving van de procedure inzake “sanctiebeleid” zoals opgenomen in de verantwoording, overeenstemt met de opzet van deze procedure bij/door de alliantiepartner. In het geval deze beschrijving niet overeenstemt met de feitelijke opzet, beschrijft de accountant de geconstateerde verschillen in zijn rapport van bevindingen; - toetst de accountant bestaan en werking van de procedures inzake “sanctiebeleid” op de volgende wijze: o De accountant stelt vast in welke situatie of onder welke omstandigheden (conform het sanctiebeleid) volgens de opzet van de procedure een sanctie zou moeten worden toegepast. o De accountant selecteert op basis van de administratie / vastleggingen van de alliantiepartners minimaal 5 en maximaal 10 contracten waarbij (in de loop van het jaar) sprake is (geweest) van een situatie of omstandigheid die (conform het sanctiebeleid) zou moeten leiden tot een sanctie. Indien de administratie / vastleggingen van de alliantiepartner hiertoe onvoldoende inzicht bieden, meldt de accountant dit in zijn verslag van bevindingen en laat hij zich door de alliantiepartner informeren met betrekking tot de contracten waarbij dit aan de orde is geweest. Indien bij minder dan 5 contracten sprake is (geweest) van de bedoelde situatie of omstandigheid vermeldt de accountant dit en toetst hij dit lagere aantal integraal. o De accountant stelt met betrekking tot de aldus geselecteerde contracten vast of het sanctiebeleid conform opzet is toegepast. - vermeldt de accountant in zijn rapport van bevindingen hoeveel contracten in de toets zijn betrokken en in hoeveel gevallen de door de alliantiepartner in opzet getroffen maatregelen niet of niet geheel zijn nageleefd. Indien sprake is van afwijkingen in bestaan en werking beschrijft de accountant deze afwijkingen; Indien de accountant in zijn management letter aan de alliantiepartner opmerkingen heeft of aanbevelingen doet ten aanzien van de procedures inzake sanctiebeleid, worden deze tevens opgenomen in het rapport van bevindingen. Met betrekking tot 3.5 Anti-corruptiebeleid: - stelt de accountant vast of de beschrijving van de procedure inzake “anticorruptiebeleid” zoals opgenomen in de verantwoording, overeenstemt met de opzet van deze procedure bij/door de alliantiepartner. In het geval deze beschrijving niet overeenstemt met de feitelijke opzet, beschrijft de accountant de geconstateerde verschillen in zijn rapport van bevindingen; - toetst de accountant bestaan en werking van de procedures inzake “anticorruptiebeleid” op de volgende wijze: o De accountant stelt jaarlijks met betrekking tot 10% van het aantal lopende contracten in dat jaar (met een minimum van 5 en een maximum van 20) vast of de in de overeenkomst een anti-corruptieclausule is opgenomen. Bij de selectie van de genoemde 10% wordt voorrang gegeven aan (1) in de loop van het boekjaar aangegane overeenkomsten, eventueel aangevuld met (2) overeenkomsten uit eerdere jaren. Wanneer de accountant in enig jaar contracten uit categorie (2) in zijn toets betrekt, ziet hij erop toe dat dit andere contracten zijn dan welke hij in eerdere jaren in deze toets heeft betrokken. 6 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 o De accountant vermeldt in zijn rapport van bevindingen hoeveel contracten in de toets zijn betrokken en in hoeveel gevallen de anti-corruptieclausule niet is opgenomen. o De accountant laat zich door de alliantiepartner informeren ten aanzien van gevallen van vermoede en/of geconstateerde fraude of corruptie. Indien deze gevallen zich volgens de alliantiepartner hebben voorgedaan, stelt de accountant vast of het anti-corruptiebeleid volgens opzet is uitgevoerd. Indien sprake is van afwijkingen in bestaan en werking beschrijft de accountant deze afwijkingen. Indien de accountant in zijn management letter aan de alliantiepartner opmerkingen heeft of aanbevelingen doet ten aanzien van de procedures inzake anti-corruptiebeleid, worden deze tevens opgenomen in het rapport van bevindingen. 2.2.3 Onderzoeksaanpak specifieke voorwaarden (COS4400) Als onderdeel van de werkzaamheden ten behoeve van een rapport van bevindingen conform COS4400 onderzoekt de accountant of de rapportage zodanig is vormgegeven dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken kan vaststellen dat aan de volgende specifieke subsidievoorwaarden is voldaan: de alliantiepartners tonen aan dat tenminste 25% van de inkomsten afkomstig is uit bronnen anders dan BZ-subsidies, genoemd in artikel 1.4 van de subsidiebeschikking en paragraaf 2.2 en 2.3 van het Financieel Reglement; de alliantiepartners verantwoorden zich op transparante wijze (zoals aangegeven in het financieel reglement) over de overhead en geven inzicht in de toerekeningsmethodiek aan doelstellingen en in de kosten van beheer en administratie en in de ratio’s, zoals genoemd in paragraaf 2.5 van het Financieel Reglement; de beloning van directieleden zoals opgenomen in de verantwoording is niet hoger dan het in het Financieel Reglement artikel 3.6 genoemde salaris; de organisaties tonen aan dat in 2015 60% van de gelden in partnerlanden wordt uitgegeven, overeenkomstig het bepaalde in criterium 4.4.2.c van de beknopte voorsteltoets (V-toets) van het Subsidiebeleidskader Medefinancieringsstelsel II 201120151. Indien de rapportage naar inzicht van de accountant niet de hiervoor benodigde informatie bevat, doet deze aanbevelingen tot verbeteringen. Indien deze niet worden opgevolgd rapporteert de accountant dit in het rapport van bevindingen (zie paragraaf 2.3.2), onder vermelding van de naar het inzicht van de accountant benodigde verbeteringen of aanvullingen. 1 Deze bepaling hoeft pas getoetst te worden bij de verantwoording over 2015. 7 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 2.3 Rapportage m.b.t. alliantiepartner(s) 2.3.1 Controleverklaring (COS700) De controleverklaring omvat in ieder geval de doelstelling en de reikwijdte van de accountantscontrole, de toegepaste controlecriteria voor zover relevant en het oordeel. De accountant rapporteert in geval van een goedkeurende controleverklaring als volgt. Opdracht Wij hebben de financiële verantwoording ingevolge MFS 2011 - 2015 van … (naam entiteit) te … (statutaire vestigingsplaats) over…(jaar) gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opstellen van de financiële verantwoording. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opstellen van de financiële verantwoording mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de financiële verantwoording op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het MFSIIcontroleprotocol. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de financiële verantwoording geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de financiële verantwoording. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de financiële verantwoording een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude en fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opstellen van de financiële verantwoording door de entiteit, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor het opstellen van financiële verantwoording, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de financiële verantwoording. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de financiële verantwoording ingevolge MFS 2011-2015 van (naam entiteit) over 201X de baten en lasten in het kader van MFSII in alle van materieel belang 8 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 zijnde aspecten juist en volledig weer. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze financiële verantwoording opgenomen baten en lasten over 201X, in alle van materieel belang zijnde aspecten, rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de relevante wet- en regelgeving. Beperking in gebruik en verspreidingskring De financiële verantwoording is opgesteld voor (naam penvoerder) en het Ministerie van Buitenlandse Zaken met als doel (naam entiteit en naam penvoerder) in staat te stellen te voldoen aan rapportageverplichtingen in het kader van MFSII-subsidie. Hierdoor is de financiële verantwoording mogelijk niet geschikt voor andere doeleinden. De financiële verantwoording met onze controleverklaring is derhalve uitsluitend bedoeld voor (naam entiteit en naam penvoerder) en het Ministerie van Buitenlandse Zaken en dient niet te worden verspreid aan of te worden gebruikt door anderen. Plaats, datum Naam accountantspraktijk Naam externe accountant en ondertekening met die naam 2.3.2 Rapport van bevindingen (COS4400) Het rapport van bevindingen bevat de conform COS4400 voorgeschreven elementen en beschrijft de werkzaamheden en bevindingen inzake de aspecten zoals genoemd in paragraaf 2.2.2 en 2.2.3 van dit controleprotocol. De voorbeeldtekst zoals weergegeven in paragraaf 3.3.2 (rapport van bevindingen m.b.t. MFSII-verantwoording) kan ook als model gebruikt worden voor het rapport van bevindingen met betrekking tot een individuele alliantiepartner. 9 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 3. Werkzaamheden m.b.t. MFSII-verantwoording door de penvoerder 3.1 Inleiding In deze paragraaf worden de werkzaamheden besproken die de accountant uitvoert met betrekking tot de MFSII-verantwoording door de penvoerder. 3.2 MFSII-verantwoording penvoerder (COS4400) De accountant van de penvoerder is verantwoordelijk voor het opstellen van een rapport van bevindingen bij de MFSII-verantwoording. Deze opdracht dient uitgevoerd te worden conform COS4400. De volgende werkzaamheden worden door de accountant verricht: De accountant stelt vast of met betrekking tot de informatie die als input is gebruikt voor de MFSII-verantwoording (in casu de financiële rapportages van alle alliantiepartners afzonderlijk) COS700-controleverklaringen zijn afgegeven. De accountant stelt vast wat de aard van deze controleverklaringen is. Indien een controleverklaring anders dan goedkeurend is, wijst hij hierop in het rapport van bevindingen onder vermelding van: o de naam van de betreffende alliantiepartner; o de aard van de verklaring; o beschrijving en (indien mogelijk) omvang van de post of posten op grond waarvan de accountant een anders dan goedkeurende verklaring geeft; o wijze waarop deze post of posten in de MFSII-verantwoording zijn verwerkt. De accountant stelt vast of de financiële rapportages van alle afzonderlijke alliantiepartners door de penvoerder juist en volledig zijn samengevoegd tot de MFSII-verantwoording. Tevens stelt de accountant vast of de rapportage zodanig is vormgegeven dat de Ministerie van Buitenlandse Zaken in staat is om vast te stellen dat aan de specifieke voorwaarden zoals vermeld in het Financieel Reglement (2.2, 2.3, 2.4, 2.5, 3.6, 6.1) is voldaan. Waar de accountant van mening is dat de samenvoeging onjuist of onvolledig is, of dat de MFSII-verantwoording onvoldoende inzicht biedt met betrekking tot de specifieke voorwaarden uit het Financieel Reglement, doet hij aanbevelingen tot verbetering. Indien deze aanbevelingen niet worden opgevolgd, maakt de accountant hier melding van in zijn rapport van bevindingen, onder vermelding van de naar het inzicht van de accountant benodigde verbeteringen of aanvullingen. De accountant neemt in zijn rapport van bevindingen een samenvatting op van de COS4400-rapportages van de individuele alliantiepartners. Uit deze samenvatting blijkt duidelijk welke bevindingen per alliantiepartner zijn gerapporteerd met betrekking tot de aspecten zoals genoemd in paragraaf 2.2.2 en 2.2.3 van dit controleprotocol. 10 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 3.3 Rapportage m.b.t. MFSII-verantwoording door de penvoerder 3.3.1 Rapport van bevindingen (COS4400) Het rapport van bevindingen bevat de conform COS4400 voorgeschreven elementen, beschrijft de werkzaamheden en bevindingen inzake de aspecten zoals genoemd in paragraaf 3.2 van dit controleprotocol en bevat tevens de in paragraaf 3.2 (5e bullit) genoemde samenvatting van de COS4400-rapportages van de individuele alliantiepartners. 3.3.2 Voorbeeld tekst De volgende voorbeeldtekst kan gebruikt worden. Aan: Opdrachtgever Rapport van feitelijke bevindingen inzake MFSII-verantwoording Opdracht Wij hebben een aantal specifieke werkzaamheden verricht met betrekking tot ... (object van onderzoek) zoals omschreven in onze opdrachtbrief van ... (datum brief opdrachtbevestiging). Deze rapportage bevat de uitkomsten van deze werkzaamheden. Het is de bedoeling dat u zelf een oordeel vormt over de werkzaamheden en over de in dit rapport weergegeven bevindingen en op basis daarvan uw eigen conclusie trekt. Wij wijzen u er op dat indien wij aanvullende werkzaamheden zouden hebben verricht of een controle- of beoordelingsopdracht zouden hebben uitgevoerd, wellicht andere onderwerpen zouden zijn geconstateerd die voor rapportering in aanmerking zouden zijn gekomen. [Optioneel: [indien van toepassing] Dit rapport van feitelijke bevindingen beperkt zich tot [benoemen specifieke elementen e.d.]. Derhalve valt het onderhavige financiële overzicht van [naam entiteit] als geheel niet onder de reikwijdte van het rapport. ] Aard en reikwijdte van de verrichte werkzaamheden Wij hebben onze werkzaamheden verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse Standaard 4400, "Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie". [Optioneel: indien van toepassing] Wij wijzen erop dat wij niet onafhankelijk zijn van ... (naam entiteit(en)).]] Het doel van deze opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden is het verrichten van die werkzaamheden die wij met ... (naam entiteit(en)) [en mogelijke andere belanghebbenden] zijn overeengekomen en het rapporteren over de feitelijke bevindingen. Aangezien wij slechts verslag doen van feitelijke bevindingen uit hoofde van de overeengekomen werkzaamheden betekent dit dat op het in de MFSIIverantwoording opgenomen cijfermateriaal en toelichtingen geen accountantscontrole is toegepast en dat evenmin een beoordelingsopdracht is uitgevoerd. Dit houdt in dat aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de getrouwheid van het in de MFSIIverantwoording opgenomen cijfermateriaal en toelichtingen daarop. 11 Controleprotocol MSF-II versie 30nov2011 Beschrijving uitgevoerde specifieke werkzaamheden Wij hebben de volgende werkzaamheden verricht: [[Wij hebben//zijn nagegaan of [..]; Wij hebben een onderzoek verricht naar [...]; [...].]] Beschrijving van de feitelijke bevindingen [[Wij hebben vastgesteld dat [...]; Uit ons onderzoek is gebleken dat [...]; [...].]] Overige aspecten - beperking in verspreidingskring en het gebruik Deze rapportage is uitsluitend bestemd voor (naam penvoerder) en het Ministerie van Buitenlandse Zaken aangezien anderen die niet op de hoogte zijn van het doel van de werkzaamheden de resultaten onjuist kunnen interpreteren. Wij verzoeken u derhalve de rapportage niet aan anderen te verstrekken zonder onze uitdrukkelijke toestemming vooraf. Plaats en datum ... (naam accountantspraktijk) ... (naam accountant) 12