Over Voltooid Leven HV-01-2017

advertisement
Over Voltooid Leven
HV-01-2017
Inleiding.
“Uit Vrije Wil” wordt wet. Dat is de boodschap die het VVD-PvdA-kabinet uitdraagt in de
brief van 12 oktober 2016 gericht aan de Tweede Kamer getiteld ”Kabinetsreactie en
visie Voltooid Leven”. Daarmee legt het Kabinet het rapport van de Adviescommissie
Voltooid Leven (Commissie Schnabel) naast zich neer en komt met een voorstel tot
wetgeving voor stervenshulp aan ouderen met een voltooid leven. Deze wet is bedoeld
naast de Euthanasiewet.
Op 26 oktober vond in een plenaire vergadering van de Tweede Kamer het debat over
de Kabinetsreactie plaats met de Ministers Schippers en Van der Steur. De
meerderheid van de Tweede Kamer (PvdA, VVD, D66, GroenLinks, 50 Plus) heeft
ermee ingestemd om verder aan een nieuwe wet te werken.
Ook al is een definitieve tekst voor de wet nog niet voorhanden, dit Kabinetsstandpunt
laat aan duidelijkheid niets te wensen over. De maatschappelijke discussie is in alle
hevigheid (opnieuw) losgebarsten en de eerste onderzoeken wijzen uit dat een
meerderheid van de bevolking deze nieuwe regeling ondersteunt.
Op 17 januari 2017 gaan wij ons ook in deze maatschappelijke discussie mengen en
gaan we met elkaar in gesprek over de standpunten van voor- en tegenstanders van
vrijwillige levensbeëindiging.
Zelfbeschikking en Grondwet
De maatschappelijke discussie rond het Zelfbeschikkingsrecht als grondrecht en
daarmee dus ook rond Voltooid leven begint met de Grondwet. Sinds 1973, naar
aanleiding van “de zaak Postma”, wordt in Nederland een intense juridische- en morele
discussie gevoerd over het recht op vrijwillige levensbeëindiging.
In eerste instantie werd de vraagstelling rond de afwikkeling van deze zaak door het
Kabinet beantwoord vanuit artikel 10 van de Grondwet (recht op privacy). De morele en
ethische dilemma’s rond de zaak Postma konden hiermee echter onvoldoende
bevredigend worden gelegitimeerd. Het één en ander leidde uiteindelijk tot een wijziging
van de Grondwet in 1983, waarbij artikel 11, het recht op de onaantastbaarheid van het
lichaam, aan de Grondwet werd toegevoegd.
Om een helder beeld te verkrijgen van de juridische problematiek rond het recht om zelf
over het lichaam te beschikken en de daaruit voortvloeiende morele tweespalt, volgt
hieronder eerst een beknopte weergave van de geschiedenis van artikel 11 GW.
Geschiedenis art. 11 GW
van de Grondwet behelst de onaantastbaarheid van het lichaam. De tekst
luidt “ Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op
onaantastbaarheid van zijn lichaam”.
ARTIKEL 11
Artikel 11 biedt bescherming aan de lichamelijke sfeer in de vorm van een recht op
lichamelijke integriteit. Zoals in de grondwetsgeschiedenis wordt gesteld, gaat “het bij
het recht op onaantastbaarheid van het lichaam [...] om het recht op bescherming van
burgers tegen ongewilde bemoeienis met het lichaam door derden. (afweerrecht)
In de Nederlandse traditie van het Gezondheidsrecht en de Gezondheidsethiek, de
disciplines bij uitstek waarin de normering van handelingen met het menselijk lichaam
centraal staat, worden autonomie en zelfbeschikking echter als leidende beginselen
opgevat. In dat verband wordt zelfs gesproken van een zelfbeschikkingsrecht met
betrekking tot lichaam en leven.
Binnen deze benadering wordt artikel 11 verondersteld meer te zijn dan louter
afweerrecht. Een recht om te beschikken over het eigen lichaam biedt het lichaam niet
alleen bescherming tegen ongewilde invloeden van buitenaf maar ook dat men het
recht kan opeisen om bepaalde handelingen met het eigen lichaam te verrichten, ofwel
de vrijheid om bepaalde keuzes met betrekking tot het eigen lichaam te maken
(beschikkingsrecht).
Oprichting “Nederlandse vereniging voor een vrijwillig levenseinde” opgericht
(NVVE)
In reactie op de zaak Postma (1973) en de aanvankelijke onmacht van de overheid
haar handelen in deze casus afdoende te verklaren vanuit artikel 10 van de Grondwet,
werd in 1973 de “Nederlandse vereniging voor een vrijwillig levenseinde” (NVVE)
opgericht.
De missie van de NVVE luidt:
● De NVVE behartigt de belangen voor haar leden, om keuzemogelijkheden aan
het eind van het leven voor een waardig sterven voor een ieder bereikbaar te
maken. Zij wil dat mensen met een weloverwogen wens tot levensbeëindiging
zelf mogen beslissen en de eigen regie kunnen hebben over het einde van hun
leven.
●
●
Zij wil dit bereiken door optimale voorlichting en ondersteuning van haar leden,
naast het ontplooien van activiteiten en faciliteren van initiatieven van anderen
op dit terrein.
Zij zal zich beijveren voor aanpassing van wet- en regelgeving. Zij is hiervoor
proactief en maximaal toegankelijk voor haar leden.
Na de wijziging van de Grondwet in 1983 (toevoeging van artikel 11) wordt uiteindelijk in
2002, mede onder druk van de NVVE, de “Wet Toetsing levensbeëindiging op verzoek
en hulp bij zelfdoding (WTL 01-04-2002)” (in de volksmond de Euthanasiewet )
aangenomen.
De WTL verleent niet alleen het recht op euthanasie maar stelt ook de strikte
voorwaarden (de legaliteitseisen) waaronder euthanasie niet als strafbaar feit wordt
beschouwd. In alle andere gevallen blijven levensbeëindiging op verzoek en hulp bij
zelfdoding overeenkomstig de artikelen 293 en 294 WvS strafbaar en worden
beoordeeld als een ernstig misdrijf.
Legaliteitseisen van de WTL
Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn alleen legaal als voldaan is aan alle 6
zorgvuldigheidseisen in de euthanasiewet:
1. De arts is ervan overtuigd dat het verzoek van de patiënt om euthanasie vrijwillig
en weloverwogen was.
2. Er is sprake van uitzichtloos en ondraaglijk lijden van de patiënt.
3. De arts heeft de patiënt geïnformeerd over zijn situatie en zijn vooruitzichten.
4. De arts en de patiënt zijn tot de conclusie gekomen dat er geen redelijke andere
oplossing was.
5. De arts heeft ten minste 1 andere, onafhankelijke arts geraadpleegd, die de
patiënt heeft gezien. Deze arts heeft schriftelijk zijn oordeel gegeven over de
situatie, op basis van de zorgvuldigheidseisen.
6. De arts heeft de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding medisch zorgvuldig
uitgevoerd.
Een arts is niet verplicht om euthanasie uit te voeren. Ook niet als de patiënt een
wilsverklaring heeft opgesteld. Levensbeëindiging op verzoek is geen plicht van de
arts en geen recht van de patiënt..
Voltooid leven
Naast de burgers die met succes een beroep kunnen doen op de WTL is er in
Nederland een groeiende groep ouderen die niet verder willen leven maar geen beroep
kunnen doen op deze wet. Deze groep ouderen lijdt aan “een Voltooid Leven”.
De term Voltooid Leven laat zich niet in een definitie vatten. Wel zijn zinnen als, ‘het is
genoeg geweest’, ‘ik ben er klaar mee’, ‘ik hoop dat de dood mij eindelijk komt halen’ of
‘de dood is mij vergeten’, kenmerkend voor de beleving van Voltooid Leven. Het is een
existentieel lijden, zonder noodzakelijke medische grondslag, dat gepaard gaat aan
verlies van identiteit en persoonlijkheid waarbij die persoon de situatie als uitzichtloos
ervaart en er geen passende alternatieve behandelingen meer mogelijk zijn.
Wie is de mens met een voltooid leven?
In het algemeen betreft het mensen die verlangen naar de dood omdat zij ervaren dat
het leven geen perspectief meer biedt. Centraal staat de emotie ‘lijden aan het leven
zelf’; het existentieel lijden. Men heeft innerlijk al afscheid van het leven genomen, heeft
zich onthecht, terwijl het leven maar blijft voortduren.
Dikwijls is sprake van een complex samenspel van factoren die met de ouderdom
gepaard kunnen gaan: een verslechtering van de gezondheid, de toenemende
afhankelijkheid van anderen, het gevoel de persoonlijke waardigheid te verliezen, de
zich herhalende beleving van leegte en neergang in het bestaan, het ontbreken van een
toekomstperspectief en de angst voor wat nog komt. Ook kunnen mensen
geconfronteerd worden met een soms alomvattende eenzaamheid, veroorzaakt door
het definitief wegvallen van dierbaren of het sociale netwerk. Deze factoren kunnen tot
gevolg hebben dat elke nieuwe dag wordt ervaren als een kwelling of als een
ondraaglijke opgave. De fysieke, sociale of emotionele ontluistering die wordt gevoeld,
kan dermate groot zijn dat mensen een stervenswens ontwikkelen.
De mens met een voltooid leven is in te delen in twee categorieën.
● Een groep houdt graag de regie over hun leven en levenseinde in eigen handen.
In veel gevallen hebben ze goede ervaringen in de gezondheidszorg en de
relatie met de artsen en specialisten is over het algemeen genomen goed. Zij
verwachten daarom dat ze worden geholpen op het moment dat zij hun leven
voltooid achten. Zij verkiezen euthanasie boven de autonome route. Hevig is
dan de teleurstelling als dat niet gebeurt.
● Een andere groep is overtuigd autonoom ingesteld, zij hebben net als de
voorgaande groep altijd de regie over hun leven in eigen handen gehouden en
dit trekken ze door tot aan het levenseinde. Een belangrijk verschil tussen deze
en de voorgaande groep, is dat ze expliciet ook de uitvoering van
levensbeëindiging in eigen hand willen houden.
Beide categorieën kunnen binnen de kaders van de WTL geen beroep doen op hulp bij
zelfdoding. Vertegenwoordigers van deze groep zochten steeds nadrukkelijker de
publiciteit en kwamen uiteindelijk in 2010 tot oprichting van het burgerinitiatief “Uit Vrije
Wil”.
Burgerinitiatief “Uit vrije wil”
Op 10 februari 2010 start een burger initiatiefgroep van bekende Nederlanders de actie
“Uit Vrije Wil”. Het doel was legalisatie van stervenshulp aan ouderen die hun leven
voltooid achten. Dit op hun uitdrukkelijk verzoek en onder voorwaarden van
zorgvuldigheid en toetsbaarheid.
Tien dagen na deze start met een persconferentie in Nieuwspoort en de lancering van
een website waren alle voor het burgerinitiatief benodigde 40.000 steunbetuigingen
binnen. Uiteindelijk werden er op 18 mei 2010 maar liefst 116.871 (schriftelijke en
digitale) steunbetuigingen bij de Tweede Kamer ingediend.
Wetsvoorstel door Uit Vrije Wil
Omdat een burgerinitiatief voor behandeling in de Tweede Kamer een uitgewerkt
voorstel moest zijn, heeft de initiatiefgroep een proeve van wet gemaakt. Dit
wetsvoorstel diende als uitgangspunt voor de hoorzitting van de commissies voor
Veiligheid en Justitie en voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 16 februari 2011.
Wijziging standpunt KNMG
In juni 2011 brengt de KNMG een rapport uit waarin deze artsenfederatie aangaf haar
standpunt te verruimen. Voortaan kon ook een niet-lineaire optelsom van medische en
niet-medische problemen, die dikwijls elk op zich niet levensbedreigend of fataal zijn,
leiden tot uitzichtloos en ondraaglijk lijden in de zin van de Euthanasiewet.
Vrij vertaald: een stapeling van ouderdomsklachten is voortaan ook een valide grond
voor euthanasie.
Opening website Geachtekamerleden.nl door NVVE
In de aanloop naar het Kamerdebat (maart 2012) laat ook de NVVE zich niet onbetuigd.
De NVVE opent de website Geachtekamerleden.nl waarop 4200 burgers reageerden
met vaak schrijnende verhalen over de dood van een geliefd persoon.
Plenaire behandeling wetsvoorstel Uit Vrije Wil in 2e kamer
Het burgerinitiatief werd in de Tweede Kamer uiteindelijk plenair behandeld op 8 maart
2012. Door de aangenomen motie-Klijnsma werd bepaald dat het burgerinitiatief
betrokken zou worden in de kabinetsreactie op de tweede evaluatie van de
Euthanasiewet.
Uit de voorliggende kamerstukken kwam het volgende naar voren.
“Het kabinet is van mening dat er na jarenlange discussie een evenwicht is gevonden
voor het handelen rond het levenseinde” De hoofd redenering om het wetsvoorstel van
Uit Vrije Wil in eerste aanleg af te wijzen was echter dat het zich niet goed zou
verhouden tot het huidige stelsel.
Onder druk van de groeiende onvrede, ongerustheid en verontwaardiging binnen de
samenleving roept het Kabinet in 2016 de Adviescommissie Voltooid Leven (commissie
Schnabel) in het leven.
Adviescommissie voltooid leven --- 4 februari 2016 ( Commissie Schnabel)
In reactie op het burgerinitiatief van “Uit Vrije Wil” wordt in opdracht van de ministers
Schippers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en Van der Steur (Veiligheid en Justitie)
een “Adviescommissie voltooid leven” olv de heer Schnabel aangesteld. Opdracht voor
de commissie is “het onderzoeken wat de juridische mogelijkheden en maatschappelijke
dilemma’s zijn met betrekking tot hulp bij zelfdoding aan mensen die hun leven voltooid
achten”.
De commissie komt tot de volgende conclusies:
1. Het begrip ‘voltooid leven’ is een verzamelbegrip dat voor onderling sterk van
elkaar verschillende situaties wordt gebruikt.
2. Noch naar aantal noch naar aard maakt de problematiek van ‘voltooid leven’ een
herziening of wijziging van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en
hulp bij zelfdoding (WTL) nodig of wenselijk.
3. Hetzelfde geldt voor de relevante bepalingen in het Wetboek van Strafrecht
(artikel 293 en 294).
4. De adviescommissie ziet geen noodzaak om de juridische mogelijkheden voor
hulp bij zelfdoding te verruimen.
De adviescommissie onderbouwt haar conclusies achtereenvolgens door te stellen dat:
● Er bij ‘voltooid leven’ meestal sprake is van medische problematiek
● In veel gevallen van ‘voltooid leven’ er sprake is van een opeenstapeling van
ouderdomsklachten, die samen met verlieservaringen op andere terreinen tot
ondraaglijk en uitzichtloos lijden in de zin van de WTL aanleiding kunnen geven.
●
De groep mensen die hun leven ‘voltooid’ achten en om die reden een actieve
doodswens hebben zonder dat hun doodswens gerelateerd is aan enige
medische problematiek, klein lijkt.
De adviescommissie beveelt aan om:
● In gevallen van ‘voltooid leven’, waarbij naast een stapeling van
ouderdomsklachten ook verlieservaringen op andere terreinen (psychisch,
cognitief, psychosociaal en/of existentieel) aan het lijden en de actieve
doodswens ten grondslag liggen, naast de verplichte raadpleging van één
andere onafhankelijke arts ook het advies van een tweede consulent (niet
noodzakelijk een arts) in te roepen.
Ter voorkoming van het ervaren van ‘een voltooid leven’ heeft de adviescommissie een
aantal algemene aandachtspunten geformuleerd. Belangrijk zijn vooral het voorkomen
van eenzaamheid en het vergroten van zelfredzaamheid. De adviescommissie vraagt
ook aandacht voor herwaardering van ouderdom als levensfase ……………………….
“Uit Vrije Wil” wordt wet.
Dat is de boodschap die het VVD-PvdA-kabinet uitdraagt in de brief van 12 oktober
2016 van het VVD-PvdA-kabinet gericht aan de Tweede Kamer getiteld
”Kabinetsreactie en visie Voltooid Leven”. Daarmee legt het Kabinet het rapport van de
Adviescommissie Voltooid Leven (Commissie Schnabel) naast zich neer en komt het
met een voorstel tot wetgeving voor stervenshulp aan ouderen met een voltooid leven.
Deze wet is bedoeld naast de Euthanasiewet.
Op 26 oktober 2016 vond in een plenaire vergadering van de Tweede Kamer het debat
over de Kabinetsreactie plaats met de Ministers Schippers en Van der Steur. De
meerderheid van de Tweede Kamer (PvdA, VVD, D66, GroenLinks, 50 Plus) heeft
ermee ingestemd dat nu verder aan een wet gewerkt kan worden.
Tot slot
De juridische beletselen om tegemoet te kunnen komen aan de wensen van mensen
die lijden aan Voltooid leven lijken met het besluit van de tweede kamer van 26 oktober
2016 uit de weg geruimd. Alvorens legaal aan de wens van deze groep mensen
tegemoet te kunnen komen is er echter nog een belangrijke klus te klaren namelijk het
definitief vormgeven en activeren van een Wet voltooid leven (WVL).
Inmiddels is er op 18 december jongstleden door D66 (Pia Dijkstra) een
initiatiefwetsvoorstel “Waardig levenseinde” ingediend en door de tweede kamer
aangenomen. Het wetsvoorstel behoeft de komende tijd nog nadere invulling en
aanvulling en zal hiertoe ter consultatie aan deskundigen en andere belangstellenden
worden voorgelegd.
De wet zal:
● recht moeten doen aan de wens van de burger, maar ook
● kader moeten bieden aan de plicht tot bescherming van die burger door de
overheid.
● Moeten voldoen aan de eisen van zorgvuldigheid en toetsbaarheid.
●
Worden voorzien van een eigen “legaliteits kader”.
Er is echter ook een ontwikkeling in de maatschappij noodzakelijk o.a.:
● Ethische en morele discussies met de “Nee”stemmers tegen de WVL, met name
de Christelijke partijen.
● Discussies rond betekenis, maatschappelijke positie en dreigende
marginalisering van de oudere medemens.
● Discussies niet alleen over een waardig levenseinde maar ook over de waarde
en waardigheid van het leven voorafgaand aan dat levenseinde.
● Opleiding van BIG (Beroepen In de Gezondheidszorg) geregistreerde
Levenseinde Begeleiders voor begeleiding van de mens met Voltooid leven.
● Zorgvuldigheidsregels rond wel of geen commercialisering van euthanasie en
voltooid leven (Levenseinde begeleiding , Levenseindekliniek e.d.).
Kortom de WVL is er nog niet maar de eerste en belangrijkste juridische horde is in
principe genomen. Nu de rest nog……..
Vragen:
1. Welk antwoord willen we als maatschappij geven op de vraag hoe om te gaan
met de doodswens van mensen die lijden aan een voltooid leven?
2. Hoe gaan we om met het moreel ethisch dilemma van de Christelijke partijen?
3. Hoe zien wij de rol van de overheid die de verplichting heeft niet alleen rechten
toe te kennen maar ook te beschermen tegen een onrechtmatig gebruik van
deze rechten?
4. Hoe denken we over commercialisering van vrijwillige levensbeëindiging?
Bronnen o.a.:
www.uitvrijewil.nu
Website Rijksoverheid, onderwerp Levenseinde en euthanasie
www.nederlandrechtsstaat.nl
www.nvve.nl
Rapport Voltooid leven - NVVE (17-07-2015)
Memorie van toelichting wetsvoorstel Waardig levenseinde (D66-Dijkstra 2016)
Download