Recente ontwikkelingen in Griekse kerkmuziek

advertisement
Recente ontwikkelingen in Griekse kerkmuziek Current trends in Greek Church Music Dr. Dimitrios Skrekas (Universiteit Gent) is classicus en byzantinist (specialiteit Byzantijnse muziek) maar ook de vaste solo-­‐cantor van de Orthodoxe St. Nicholaskathedraal in Londen. Hij is dan ook bij uitstek geplaatst om ons te informeren over op de rol van de muziek binnen de orthodoxe liturgie. Op donderdag 13/11/14 was hij te gast in de Orthodoxe Andreasparochie te Gent voor een lezing over recente trends in de Griekse-­‐orthodoxe kerkmuziek, gevolgd door een korte demonstratie in de kerk (georganiseerd in samenwerking met het Griekenlandcentrum Ugent). Hieronder vindt u een samenvatting van zijn voordracht, uit het Engels vertaald door Dr. Berenice Verhelst (Universiteit Gent, contactpersoon Griekenlandcentrum). Om de huidige situatie van de Griekse kerkmuziek te kunnen begrijpen, is het belangrijk te weten dat de muziek die vandaag gebruikt wordt in de Griekse liturgie stamt uit een ononderbroken en min of meer homogene traditie, die via de Byzantijnse beschaving teruggaat tot de vroegste jaren van het Christendom. De functie van deze liturgische muziek ligt in de communicatie van de gelovigen met God. Het zingen is een handeling van devotie, maar dat neemt niet weg dat het ook een kunstvorm is. Een ander belangrijk element om in gedachten te houden is dat deze muziekvorm pas in de 9de eeuw gecodificeerd werd en in een notatiesysteem werd vastgelegd. Dit Byzantijnse notatiesysteem (semeiografie) zou teruggaan op het Oudgriekse accentuatie-­‐
systeem en ook in verband kunnen worden gebracht met Oudgriekse muzieknotatie. Het grootste deel van de poëtische zangteksten (twee hymnografische genres: kontakion en kanon; monostrofische hymnen: troparia) is echter geschreven tijdens de periode vóór het invoeren van dit notatiesysteem. De bekendste dichter-­‐componist uit deze periode is St. Romanos de Melodist (5de eeuw). St. John of Damascus (7de-­‐8ste eeuw) staat bekend als de uitvinder van de Octoechos (systeem van acht tonen) en het daarmee corresponderende notatiesysteem voor de hymnen in zijn tijd. Het notatiesysteem Aangezien het Byzantijnse notatiesysteem niet ouder is dan de 9de eeuw, missen we veel informatie over hoe de oudste melodieën precies gezongen werden. Wat wél is overgeleverd is de originele modus (of toon) van de hymnen. Elke hymne werd in één specifieke toon gecomponeerd. Het huidige notatiesysteem is uiteraard ook niet meer dat van de 9de eeuw, maar het resultaat van verschillende ontwikkelingen en meest recent de patriarchale hervorming van 1814. Deze evolutie maakt het vandaag erg moeilijk – zo niet onmogelijk – om de vroegste vormen van notatie correct te interpreteren en transcriberen. We onderscheiden de volgende fasen van notatie: a. het vroegbyzantijnse notatiemodel (9de eeuw tot 1177) b. het middenbyzantijnse, ronde notatiemodel (1177-­‐1670) c. het postbyzantijnse, exegetische notatiemodel (1670-­‐1814) d. het huidige, analytische notatiemodel (1814-­‐vandaag) Onder de Ottomaanse overheersing (tot de Griekse onafhankelijkheidsoorlogen begin 19de eeuw) werden er vele pogingen ondernomen om de notatie te verbeteren en preciezer te maken. De belangrijkste bijdrage hiertoe werd geleverd door Peter de Peloponnesiër (18de eeuw, ook bekend als Petros Lambadarios, een van de grootste componisten en musici na de val van Constantinopel. In 1814, zeven jaar voor de Griekse revolutie, creëerden drie musici (Chrysanthos, Bisschop van Madytos, Hourmouzios de Archivaris en Gregorios de Protpsaltis 1
(cantor)) het huidige, precieze notatiesysteem. Het volledige oeuvre van Petros Lambadarios, zijn voorgangers en opvolgers, tot zelfs oudere melodieën van vóór de val van Constantinopel, werd getranscribeerd in dit systeem om de levende traditie van de Grieks Orthodoxe kerk te bewaren. De oudere melodieën, die in de 18de eeuw door Petros waren getranscribeerd en tot nieuw leven geroepen, vullen alleen al 100 boekvolumes. Selectie van enkele van de invloedrijkste zangers van de 20ste en 21ste eeuw. - Iakovos Nafpliotis uit Naxos. Iakovos was nog jong toen hij naar Constantinopel kwam en hij met zijn stem veel lof oogstte voor zijn uitzonderlijke eufonische kwaliteiten. Hij zong meer dan 50 jaar lang voor het Patriarchaat en oefende ook na zijn dood nog grote invloed uit omwille van zijn stijl en unieke stem. Hij kreeg de bijnaam “Ο μεγαλοπρεπής” (‘the Magnificent’) en is een pionier wat de opnamegeschiedenis van de Griekse liturgische zang betreft. In de jaren 30 nam hij een groot aantal hymnen op grammofoonplaat op voor de Duitse platenmaatschappij Opheon. Dit zijn de oudste opnames van Byzantijnse kerkmuziek ooit gemaakt. - Konstantinos Pringos De assistent en mede-­‐cantor in het Patriarchale koor van Iakovos Nafpliotis was Konstantions Pringos, die de stijl van zijn leermeester voortzette. Bij het pensioen van Iakovos werd Pringos tot eerste cantor verkozen van de Patriarchale kerk van Constantinopel - Thessaloniërs Pringos had vele bewonderaars in Thessaloniki. Deze Noord-­‐Griekse stad was gezegend met de aanwezigheid van vijf bijzonder invloedrijke leermeesters in muziek en zang. Vier van hen zijn ondertussen overleden: Abraham Efthymiadis (enkele jaren geleden gestorven op 94-­‐
jarige leeftijd en tot op het einde actief), Athanasios Panagiotidis, Chrysanthos Theosopoulos en Athanasios Karamanis. Enkel Charilaos Taliadoros is vandaag nog in leven. Zij hadden een groot respect voor hun eigen leermeester Pringos en volgden zijn methode en technieken vrij getrouw. (Dr. Dimitrios Skrekas is zelf één van de pupillen van Taliadoros en heeft ook nog deel uitgemaakt van een koor onder leiding van Efthymiadis.) -
Thrasyvoulos Stanitsas Na het pensioen van Pringos werd Stanitsas unaniem verkozen tot zijn opvolger als koorleider van het Patriarchaat. Helaas bleef hij echter slechts voor vier jaar in Constantinopel (1960-­‐64), tot hij door de Turkse regering uit Istanbul werd verdreven. Ter plaatse had hij een grote reputatie opgebouwd omwille van zijn honingzoete stem en zijn vaardigheden als koorleider. Hij verhuisde naar Athene en werd daar de eerste cantor van één van de minder gekende kerken in de stadsrand, St. Dimitrios van Ampelokippoi, waar hij van 1965 tot 1981 actief was. De St. Dimitrios bleef door zijn aanwezigheid niet lang “minder gekend”. Hele menigten kwamen erop af om te luisteren naar de performances van de beroemde zanger. De carrière van Stanitsas kende vele hoogtepunten. Hij werd gekozen door het Oecumenisch Patriarchaat om in 1972 naar het Vaticaan te gaan en daar te zingen op de ceremonie van het overhandigen van het “Boek van de Liefde” aan de Paus, na het opheffen van de Anathemas. Hij zong op die gelegenheid voor meer dan anderhalf uur aan één stuk en men zegt dat de Paus de hele tijd rechtopstaand en met veel aandacht geluisterd heeft. Andere belangrijke namen zijn: Lykourgos Angelopoulos en zijn koor, de Athonieten, musicologen als Gregorios Stathes en onderzoekers als Manolis Hatziyakoumes. Toekomstperspectieven? 2
De nieuwe technologieën brengen de hoop met zich mee dat hoe beter de toegang wordt tot de beschikbare bronnen en hoe meer onderzoek er op de manuscripten en boeken kan gebeuren, hoe beter ook de cantors zullen worden. Op de grote namen van de 21ste eeuw is het ondertussen helaas nog even wachten. Meer informatie? Contact: [email protected] (enkel Engels of Grieks) of [email protected] Een uitgebreid historisch overzicht, inclusief enkele geluidsfragmenten vindt u op deze website: http://analogion.com/site/html/index.html 3
Download