VEERTIGDAGENTIJD Radio Zondag 29 mrt ‘09 40 dgn nog tot Pasen, tot de winter is gegaan en het lengen vd dagen, kou en duister gaan verjagen en ht leven op zal staan. 40 dgn nog tot Pasen, soms een tocht door de woestijn om te leren en te vragen hoe je duister kunt verjagen om met Pasen klaar te zijn Luisteraars, we zitten in de 40dgn tijd, de 40 dgn tijd is een sobere tijd vh jaar, vh kerkelijk jaar en die 40 dgn tijd begint na carnaval, na 3 dgn v feest vieren, eten en drinken waarna as woensdag volgt en daarmee de 40 dgn tijd. We bereiden ons voor op het paasfeest en in de tijd dat we ons voorbereiden doen we rustig aan wat betreft eten en drinken, we laten de auto wat vaker staan en pakken de fiets dan, we doen es een avondje zonder de altijd zo aanwezige tv, kortom, wij doen wat rustiger aan, we leven een wat sober, wij leven een-wat eenvoudig leven. Eerst was deze tijd alleen voor onze katholieke mede-kerkelijjke mensen, voor onze medegelovigen, maar in deze tijd van oecomene doen wij, protestanten, doen wij daar ook graag aan mee. Op onze zondagsbrieven vd kerk staat deze weken een tip om de komende week iets te laten bv een glaasje water ipv een glaasje fris of wijn. En zo, zei een kerklid eens, en zo kunnen we, zo zijn we in staat om een beetje, een heel klein beetje maar, zo zijn we in staat om een heel klein beetje mee-te-lijden. Mee-te-lijden met Hem, met Hem, die voor ons geleden heeft, voor ons mensen, zondige mensen, mensen met onze goede en met onze slechte eigenschappen. En als we daar aan denken, als we dat goed tot ons door laten dringen, als we daar bewust bij stil bij staan, dan stelt het van ons niets, maar dan ook niets voor als wij in deze 40 dgn tijd ons een aantal kleine dingen ontzeggen. Een koekje minder, en de auto een keer laten staan, die dingen vallen helemaal in het niet bij wat Hij, Jezus, wat Hij geleden heeft, geleden voor ons, voor jou en voor mij, voor onze zonden: Duizend, duizend maal o Heer, zij U hiervoor dank en eer. Maar vandaag is het zondag, vandaag is het een zondag en de zondagen i d 40 dgn tijd, die zondagen die tellen niet mee voor die sobere levensstijl. En wij naderen het eind al vd 40 dgn tijd, volgende week zondag is het palmzondag, de intocht in Jerusalem van Jezus op een ezel: Rijden op een ezeltje, rijden door de tijd, Naar een land dat zichtbaar is, voor wie heel goed kijkt!! Palmzondag: de zondag waar Hij, Jezus, nog uitbundig toegezongen, toegewuifd wordt, Hosanna, Hosanna, de Koning komt. Waarna Hij de tempel binnenging en de kopers en verkopers weg begon te jagen, de tafels vd geldwisselaars omvergooide en Hij hun de les las: Jullie hebben een rovershol vd Tempel gemaakt! En na palmzondag volgt de Stille Week met als grote finale het Licht v Pasen, het Halleluja uit volle borst gezongen: Pasen, de opstanding vn onze Heer Jezus Christus. En daar leven wij naar toe in de 40 dgn tijd, wij kijken uit naar het Licht, naar het licht v Pasen, wij kijken uit naar Pasen als in de winter naar de lente, wij kijken uit naar Pasen als het graan dat in de akker verstopt, gezaaid in de zwarte grond, gezaaid om te ontkiemen, gezaaid om vruchtbaar te worden, te zijn, gezaaid om vruchten voort te brengen, gezaaid waar het mag uitgroeien tot voedsel voor ons lichaam. Want als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, dan blijft zij op zichzelf, maar als zij sterft dan brengt zij vruchten voort, veel vruchten: Licht dat terugkomt, hoop die niet sterven wil, vrede die bij ons blijft. Zo is Christus dood en verrijzenis tot zaad voor onze ziel, tot vreugde voor ons leven. Want het licht komt eraan mensen, het licht van Pasen, als je goed kijkt dan gloort het al in de verte, dan gloort het licht al zoals het in de adventstijd gloorde na de kerst toe, zo gloort het licht nu na Pasen toe, en als wij het maar willen zien dan kunnen we het ook zien, als we ons er maar voor open stellen en als we onze ogen maar goed open houden, als we ons maar nergens blind op staren dan zullen we het ook zien: het Licht dat terugkomt, de hoop die niet sterven wil, de vrede die bij ons blijft! En als wij het Licht dan niet in z’n volle glorie zien, maar een sprankje, een sprankje hoop, als wij maar een vonkje zien, een vonkje-van-hoop-doet-leven , maar als wij dat vonkje dan ook maar zien, willen zien, als we ons daar dan ook maar open voor stellen. Jezus was het toch zelf die zei dat het geloof als een mosterdzaadje ook geloof is. Mijn geloof is ook beslist niet groter als een mosterdzaadje, maar het is een zaadje, een klein zaadje, een mosterdzaadje. En als wij in het voorjaar onze sla en worteltjes zaaien en als de boer zijn bieten en koren zaait dan is dat zaad ook maar heel klein, maar als het in de aarde groeit en de Schepper van hemel en aarde zendt Zijn zon en Zijn regen en het zaait groeit en bloeit dan komen er ook heel veel vruchten af, het brengt heel veel vruchten voort. Karren vol, karren vol met graan en bieten en voor ons thuis teveel sla en teveel worteltjes om zelf op te eten, dan moeten we delen, delen in onze overvloed, delen van onze overvloed aan onze naaste. Kijk naar het graan, het graan dat uitgezaaid en geborgen in de aarde, in de schoot vd aarde vruchtbaar wordt en ons mensen tot voedsel wordt, lichamelijk voedsel, en de-vonk-v-hoop-die-ons-levend-houdt, dat wordt ons tot geestelijk voedsel. Kleine zaadkorrels, grote vruchten: mosterdzaad: Duizend, duizend maal o Heer, zij U daarvoor dank en eer.