Praktische informatie over de Europese grondwet (om deze des te beter te bestrijden) Debatavond Masereelfonds-Brussel 7 februari 2005 H. Michiel [email protected] INHOUDSOVERZICHT 1 BRONNEN 2 1.1 1.2 2 2 ALGEMEEN OVER DE GRONDWET 2 ONTSTAAN EN INHOUD VAN DE GRONDWET 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.3.3 2.3.4 2.3.5 2.3.6 2.3.7 2.3.8 2.3.9 2.3.10 2.4 3 HOE ONTSTOND DE EUROPESE GRONDWET? SAMENSTELLING VAN DE GRONDWET ENKELE MARKANTE PASSAGES UIT DE “GRONDWET” WAARDEN DE DOELSTELLINGEN VAN DE UNIE VRIJE CONCURRENTIE …HET ALLESDOORDRINGEND PRINCIPE!! BIJGEVOLG: GEEN RESTRICTIES OP KAPITAALBEWEGINGEN WERKGELEGENHEID EN ARBEIDSMARKT OPENBARE DIENSEN, EUH, DIENSTEN VAN ALGEMEEN ECONOMISCH BELANG: JE KUNT NOOIT GENOEG LIBERALISEREN! HET HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN PARTICIPATIEVE DEMOCRATIE? MILITAIRE AANGELEGENHEDEN WELKE “VERSCHRIKKINGEN” STAAN ONS TE WACHTEN ALS DE GRONDWET NIET GOEDGEKEURD WORDT? 3 4 4 4 5 5 6 7 8 9 9 10 10 3 PARTIJSTANDPUNTEN T.O.V. EUROPESE GRONDWET 11 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 3.5 3.6 11 12 12 12 13 13 14 14 VOORAF: PARTIJPOLITIEKE ORGANISATIE IN EUROPA HOE STEMDEN DE EUROPARLEMENTAIREN OVER DE GRONDWET OP 12/1/2005 ? DE BELGISCHE SOCIALISTEN SP.A PS DE BELGISCHE GROENEN EUROPESE POLITIEKE KAMPANJES? ‘EXCEPTION FRANÇAISE’: VERWOED DEBAT IN FRANKRIJK 11 4 DE VAKBEWEGING 15 4.1 4.2 15 15 HET EUROPEES VAKVERBOND (EVV) ACV, ABVV, ACLVB 1/18 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 5. NEDERLANDSE FNV FRANSE VAKBONDEN DUITSLAND, ITALIE ANDERE PRO’S EN CONTRA? ANDERSGLOBALISATIEBEWEGING ATTAC 16 16 17 17 17 17 17 We zullen gemakshalve over “de (Europese) Grondwet” spreken, niet over het “Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa”, zoals het ding officieel heet. Via de verwijzing naar websites kan men zich desgewenst verder informeren Discussiepunten en belangrijke argumenten contra worden met kadertjes aangegeven 1 Bronnen 1.1 Algemeen Onder de “portaalsite van de Europese Unie”, http://europa.eu.int/index_nl.htm (dit is nederlandstalige ingang, bestaat ook in andere talen) vindt men bij de rubrieken “Activiteiten”, Instellingen”, “documenten” “diensten” heel wat links, o.a. naar [1.] Europese Commissie: http://europa.eu.int/comm/index_nl.htm [2.] Europees Parlement: http://www.europarl.eu.int/home/default_nl.htm [3.] Europese Raad: http://ue.eu.int/showPage.ASP?lang=nl [4.] Europese wetgeving: samenvattingen op http://europa.eu.int/scadplus/scad_nl.htm , [5.] Europese wetgeving : uitgebreid op http://europa.eu.int/eur-lex/nl [6.] Europese verdragen: http://europa.eu.int/abc/treaties_nl.htm , [7.] Europese verdragen: http://www.europarl.eu.int/factsheets/1_1_1_nl.htm [8.] Dagelijks nieuws over EU: http://euobserver.com (in het Engels; ook persuittreksels) [9.] Grote verzameling links naar allerlei bronnen: http://www.geoscopie.com/sources/internet/g072eurn.html#GENERALITES [10.] Spectrezine (engelstalig) linkse, vooral britse visie op EU: http://www.spectrezine.org/europe/index.html [11.] Grote academische database: http://www.ena.lu/mce.cfm (Frankrijk, ENA) [12.] Grote academische database: http://www.eustudies.org/links.html (USA) [13.] Grote academische historische database http://www.eu-history.leidenuniv.nl/index.php3?c=11 (Univ. Leiden) 1.2 Over de grondwet [14.] Officiele nederlandstalige definitieve versie (oktober 2004) in het Publicatieblad van de EU: http://europa.eu.int/eur-lex/lex/JOHtml.do?uri=OJ:C:2004:310:SOM:NL:HTML [15.] Pedagogische site: http://www.grondweteuropa.nl (universiteit van Leiden; bevat enige commentaar en verwijzingen) [16.] Lezersvriendelijke versie grondwet (Jensen): http://www.directe-democratie.be/wetgeving/europa/eugrondwet-lezersvriendelijk-nl25092003.pdf [17.] Website van de Conventie: http://european-convention.eu.int/bienvenue.asp?lang=NL [18.] Officiële Futurum website, die het “publiek debat” rond de grondwet moest lanceren: http://europa.eu.int/constitution/futurum/index_nl.htm In wat volgt verwijs ik sporadisch naar deze sites via [x]. 2/18 2 Ontstaan en inhoud van de Grondwet 2.1 Hoe ontstond de Europese Grondwet? December 2000: Top van Nice probeert nodige hervormingen door te voeren met het oog op de uitbreiding met nieuwe lidstaten, maar kan slechts een mank compromis bereiken. Het gaat vooral over de grootte van de Europese Commissie, de stemmenverdeling in de Raad etc. In een eindverklaring wordt een grootser opgezette conferentie over de nodige hervormingen voorgesteld. De Europese Raad van december 2001 in Laken besloot een Conventie over de toekomst van de Europese Unie in te stellen. (Een conventie is geen officieel organisme van de EU, maar gewoon een naam voor een ad hoc groep). Naast de nodige institutionele aanpassingen met oog op uitbreiding, moest ook ruimere problematiek aan bod komen over buitenlands beleid, de slechte “perceptie” van de EU bij de burgers, enz. Het geheel kan voorgesteld worden als een soort “grondwet” De Conventie komt bijeen van februari 2002 tot juli 2003, en stelt een ontwerp op voor een ‘verdrag tot vaststelling van een grondwet voor Europa’. De Conventie werd voorgezeten door de voormalige Franse president Giscard d'Estaing, met vice-voorzitters Giuliano d'Amato (Italiaanse socialist) en Jean-Luc Dehaene. De Conventie telde 105 effectieve leden met elk een plaatsvervanger. Er waren 15 vertegenwoordigers van de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten (1 per lidstaat), 13 vertegenwoordigers van de staatshoofden en regeringsleiders van de kandidaat-lidstaten (1 per kandidaat-lidstaat), 30 vertegenwoordigers van de nationale parlementen van de lidstaten (2 per lidstaat), 26 vertegenwoordigers van de nationale parlementen van de kandidaat-lidstaten (2 per kandidaat-lidstaat), 16 leden van het Europees Parlement, 2 vertegenwoordigers van de Europese Commissie; daarnaast een aantal waarnemers. De Europese Socialistische Partij ging er prat op dat met 63 conventieleden, ‘de socialistische familie de grootste groep van de conventie omvat’. Het werk van de conventie werd sterk bepaald door het Praesidium, bestaande uit de voorzitter (Giscard) en de vice-voorzitters (Dehaene en d’Amato) en negen uit de Conventie voortkomende leden: de vertegenwoordigers van alle regeringen die tijdens de Conventie het voorzitterschap van de Unie bekleden (Spanje, Denemarken en Griekenland), twee vertegenwoordigers van de nationale parlementen, twee vertegenwoordigers van het Europees Parlement en twee vertegenwoordigers van de Commissie. Het secretariaat o.l.v. secretaris-generaal, Sir John Kerr, voormalig hoofd van de Britse diplomatieke dienst zou een niet onbelangrijke rol gespeeld hebben. Over het autoritaire optreden van het presidium, zie bv. http://www.uitpers.be/artikel_view.php?id=296. De Belgische vertegenwoordigers op de Conventie waren JL Dehaene (presidium), voor de regering: Louis Michel (plaatsvervanger: Pierre Chevalier), voor nationaal parlement: Karel De Gucht en Elio Di Rupo (plaatsvervangers Danny Pieters NV-A en Marie Nagy Ecolo), voor EP: Anne Van Lancker. Daarnaast J. Chabert en P. Dewael als waarnemers. Voor hun inbreng: http://www.euconvention.be/participants/defaultNL.asp Op de conventie werden ook werkgroepen en studiegroepen gevormd, met deelnemers van buiten de conventie (voor gedetaiilleerde informatie, zie [15] en [17] ). Zo bv. vertegenwoordigers van de wapenindustrie voor de werkgroep VIII (defensie), van vakbonden voor de werkgroep XI (sociaal Europa), etc. Over deze werkgroep ‘sociaal Europa’ valt op te merken dat hij pas in december 2002 werd opgericht, en slechts een goede maand had om tot conclusies te komen; Giscard deed alles om deze werkgroep te boycotten , zie http://www.fgtb.be/code/nl/Dossier/2003/c01_03e1503.htm. Noteer dat het Europees Vakverbond (EVV) dat 60 miljoen gesyndiceerden vertegenwoordigt, op de conventie alleen als waarnemer aanwezig was. De Conventie: een democratische revolutie in de EU ? “De werkwijze van de Conventie bleek een succes te zijn. Ze was representatief samengesteld en had de verdienste op transparante wijze maar ook in nauw contact met de civiele samenleving te werken. Haar ontwerp-verdrag verwierf hierdoor een bijzondere legitimiteit.” (op de website van de Belgische regering, http://www.diplomatie.be/nl/policy/europaFaq/faq8.asp#3 ) “De vergaderingen van de Conventie waren openbaar en konden ook rechtstreeks worden gevolgd via Internet. Alle documenten werden eveneens via Internet verspreid. Wat men van de ontwerp-grondwet ook moge denken, het democratisch karakter van de Conventie kan niet in twijfel worden getrokken.” (F. Mestrum, Attac, in het tijdschrift Vrede, http://www.vrede.be/tijdschrift_view.php?id=220 ) Was deze conventie werkelijk zo representatief? Was dit een democratische gang van zaken om een grondwet te schrijven?? 3/18 Intergouvernementele Conferentie (IGC) De Conventie heeft haar ontwerp klaar op 18 juli 2003; een IGC (= reeks vergaderingen van de Europese Raad van staats- en regeringsleiders, dus niet de Raad van de institutionele driehoek) moet op basis van dit ontwerp een definitieve versie goedkeuren. De IGC vergaderde een eerste keer op 4 oktober 2003; men hoopte alles te kunnen afronden op de Europese Raad van 12-13 december 2003, maar dit mislukte: Spanje en Polen weigerden hun geringere stemweging in de Raad van Ministers t.o.v. de schikking van Nice 2000 (daarnaast ook wat gebakkelei over bv. ‘de christelijke waarden’ in de grondwet). In 2004 hervat IGC, en op de Europese Raad van 17- 18 juni 2004 werden ze het eens. Met meer bombarie werd de tekst dan op 29 oktober 2004 in Rome ondertekend door staats- en regeringsleiders. De definitieve versie die voorligt ter ratificatie is dus die van oktober 2004. Hebben de “slechteriken” van de IGC het “mooie werk van de goede conventie” kapotgemaakt? Dit kan men niet zeggen. De staats-en regeringsleiders hebben het haast uitsluitend gehad over de machtsverdeling in de Raad (stemmenweging) en de samenstelling van de commissie (en … God); het was zeker niet over een al te sociaal ontwerp van de conventie dat ze struikelden. Wie dit in detail wil nagaan kan kijken op http://www.grondweteuropa.nl/9326000/1f/j9vvgjnazrhmix9/vgm7mnors7fh; een korte opsomming van de verschillen vind je in punt 8 van http://europa.eu.int/constitution/download/FAQ_NL.pdf Versie juli 2003 vs. oktober 2004 Naast de net besproken wijzigingen door de IGC, werd de het aangepaste ontwerp van de conventie ook door juristen uitgekamd om herhalingen en onnauwkeurigheden eruit te halen. Het gevolg is dat de nummering van de artikels in de definitieve versie (die dus ter ratificatie wordt voorgelegd aan de lidstaten) gevoelig afwijkt van het ontwerp van 18 juli 2003. Dit is vervelend voor wie wil citeren uit de grondwet. Men vindt een conversietabel op http://hussonet.free.fr/conconv.pdf 2.2 Samenstelling van de Grondwet De Grondwet bestaat uit vier delen. Het eerste deel omschrijft de Europese Unie en zijn waarden, doelstellingen, bevoegdheden, besluitvormingsprocedures en instellingen. Het tweede deel is het handvest van grondrechten. Het uitgebreide derde deel beschrijft in detail het beleid en het optreden van de Europese Unie. Het vierde deel bevat de slotbepalingen, waaronder de procedures voor de goedkeuring en een eventuele herziening van de Grondwet. Aan de grondwet zijn dan nog een reeks protocollen met bijzondere bepalingen, en enkele verklaringen gehecht. De artikels zijn doorlopend genummerd, maar meestal wordt het deel [I (algemeenheden) , II (handvest), III (beleid) of IV (slotbepalingen) ] ook aangegeven. Zo verwijst “III-171” naar artikel 171, dat zich in deel III bevindt. Een officiële korte samenvatting (15 blz) in het Nederlands vindt men op http://europa.eu.int/constitution/download/oth180604_nl.pdf Voor de volledige tekst; zie [14], [15], [16]. 2.3 Enkele markante passages uit de “grondwet” De volgende bloemlezing is gebaseerd op een argumentarium tegen de grondwet, opgesteld door Y. Salesse door de Fondation Copernic, verschenen in http://www.fondation-copernic.org/Flash-septembre2004.pdf . (Artikels genummerd volgens de recentste versie van oktober 2004 [14]. De vetgedrukte tekst is letterlijk overgenomen uit het verdrag. Rode tekst = onderlijning door mij, HM) 2.3.1 Waarden Artikel I-2 De waarden van de Unie De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen. 4/18 [In het verdrag van Amsterdam en Nice werden de diensten van algemeen economisch belang (de EU-term voor “openbare diensten”) nog expliciet als waarde van de Unie vermeld. Dit is hier niet meer het geval. Ook solidariteit en gelijkheid van mannen en vrouwen staat hier niet als een “waarde”, maar als een kenmerk.] 2.3.2 de doelstellingen van de Unie Artikel I-3 De doelstellingen van de Unie 1. De Unie heeft als doel de vrede, haar waarden en het welzijn van haar volkeren te bevorderen. 2. De Unie biedt haar burgers een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht zonder binnengrenzen, en een interne markt waarin de mededinging vrij en onvervalst is. 3. De Unie zet zich in voor de duurzame ontwikkeling van Europa, op basis van een evenwichtige economische groei en van prijsstabiliteit, een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen die gericht is op volledige werkgelegenheid en sociale vooruitgang, en van een hoog niveau van bescherming en verbetering van de kwaliteit van het milieu. (…) 4. In de betrekkingen met de rest van de wereld handhaaft de Unie haar waarden en belangen en zet zich ervoor in. Zij draagt bij tot de vrede, de veiligheid, de duurzame ontwikkeling van de aarde, de solidariteit en het wederzijds respect tussen de volkeren, de vrije en eerlijke handel, de uitbanning van armoede en de bescherming van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van het kind, alsook tot de strikte eerbiediging en ontwikkeling van het internationaal recht, met inbegrip van de inachtneming van de beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties. [Is “inachtneming” hetzelfde als “onder mandaat” ??] 2.3.3 Vrije concurrentie …het allesdoordringend Principe!! HOOFDSTUK II HET ECONOMISCH EN MONETAIR BELEID Artikel III-177 Voor de toepassing van artikel I-3 omvat het optreden van de lidstaten en de Unie, onder de bij de Grondwet bepaalde voorwaarden, de invoering van een economisch beleid dat gebaseerd is op nauwe coördinatie van het economisch beleid van de lidstaten, de interne markt en de bepaling van gemeenschappelijke doelstellingen, en dat wordt gevoerd met eerbieding van het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging. (…) Artikel III-178 De lidstaten voeren hun economisch beleid om bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie, als omschreven in artikel I-3, en in het kader van de in artikel III-179, lid 2, bedoelde globale richtsnoeren. De lidstaten en de Unie handelen in overeenstemming met het beginsel van een open markteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en met inachtneming van de in artikel III-177 neergelegde beginselen. Ook voor de Europese Centrale Bank: HET MONETAIR BELEID Artikel III-185 1. Het hoofddoel van het Europees Stelsel van Centrale Banken is het handhaven van prijsstabiliteit. Onverminderd deze doelstelling, ondersteunt het Europees Stelsel van Centrale Banken het algemene economische beleid in de Unie teneinde bij te dragen tot de verwezenlijking van haar doelstellingen als omschreven in artikel I-3. Het Europees Stelsel van Centrale Banken handelt in overeenstemming met het beginsel van een openmarkteconomie met vrije mededinging, waarbij een doelmatige allocatie van middelen wordt bevorderd, en onder eerbiediging van de in artikel III-177 bepaalde beginselen. (…) Ook voor trans-Europese netwerken: AFDELING 8 TRANS-EUROPESE NETWERKEN Artikel III-246 1. (…) 5/18 2. In het kader van een stelsel van open en door concurrentie gekenmerkte markten is het optreden van de Unie gericht op de bevordering van de onderlinge koppeling en interoperabiliteit van nationale netwerken, alsmede van de toegang tot deze netwerken. (…) Ook voor industrieel beleid: DE INDUSTRIE Artikel III-279 1. De Unie en de lidstaten scheppen de voorwaarden waaronder de industrie van de Unie kan concurreren. Hiertoe is hun optreden, dat past in een bestel van open en concurrerende markten, erop gericht: (…) zelfs bij burgeroorlog!: Artikel III-131 De lidstaten plegen onderling overleg teneinde gezamenlijk het nodige te doen om te voorkomen dat de werking van de interne markt ongunstig wordt beïnvloed door de maatregelen waartoe een lidstaat zich genoopt kan voelen in geval van ernstige binnenlandse onlusten die de openbare orde verstoren, in geval van oorlog of van ernstige internationale spanning welke oorlogsgevaar inhoudt, of om te voldoen aan de verplichtingen die hij met het oog op het behoud van de vrede en de internationale veiligheid is aangegaan. Ook met derde landen: HET EXTERN OPTREDEN VAN DE UNIE Artikel III-292 (…) 2. De Unie bepaalt en implementeert een gemeenschappelijk beleid en optreden en beijvert zich voor een hoge mate van samenwerking op alle gebieden van de internationale betrekkingen, met de volgende doelstellingen: (…) e) stimulering van de integratie van alle landen in de wereldeconomie, onder meer door het geleidelijk wegwerken van belemmeringen voor de internationale handel; (…) 2.3.4 Bijgevolg: geen restricties op kapitaalbewegingen Niet tussen lidstaten: KAPITAAL EN BETALINGEN Artikel III-156 In het kader van deze afdeling zijn beperkingen van het kapitaalverkeer en van betalingen tussen lidstaten onderling en tussen lidstaten en derde landen verboden. Ook liefst niet met derde landen: alleen mits unanimiteit in de Raad: Artikel III-157 (…) 2. Bij Europese wet of kaderwet worden maatregelen vastgesteld inzake het kapitaalverkeer naar of uit derde landen in verband met directe beleggingen — met inbegrip van beleggingen in onroerende goederen — vestiging, het verrichten van financiële diensten of de toelating van waardepapieren tot de kapitaalmarkten. Het Europees Parlement en de Raad trachten de doelstelling van een vrij kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen in de mate van het mogelijke en onverminderd andere bepalingen van de Grondwet te verwezenlijken. 3. In afwijking van lid 2, kunnen maatregelen die in het recht van de Unie een achteruitgang op het gebied van de liberalisering van het kapitaalverkeer naar of uit derde landen vormen, alleen worden vastgesteld bij Europese wet of kaderwet van de Raad. De Raad besluit met eenparigheid van stemmen, na raadpleging van het Europees Parlement. 6/18 2.3.5 Werkgelegenheid en arbeidsmarkt WERKGELEGENHEID Artikel III-203 De lidstaten en de Unie streven overeenkomstig deze afdeling naar de ontwikkeling van een gecoördineerde strategie voor de werkgelegenheid en in het bijzonder voor de bevordering van de scholing, de opleiding en het aanpassingsvermogen van de werknemers en van arbeidsmarkten die soepel reageren op economische veranderingen teneinde de in artikel I-3 genoemde doelstellingen te bereiken. Sociaal beleid: het de KMO’s niet te lastig maken! Geen harmonisatie sociale zekerheid of stakingsrecht in Grondwet. Bepaalde punten klinken goed, … tot je verder leest en de uitzonderingen verneemt: Artikel III-210 1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van artikel III-209 [d.i. de bevordering van de werkgelegenheid, de verbetering van de levensomstandigheden en van de arbeidsvoorwaarden] wordt het optreden van de lidstaten op de volgende gebieden door de Unie ondersteund en aangevuld: a) de verbetering van met name het arbeidsmilieu om de veiligheid en de gezondheid van de werknemers te beschermen; b) de arbeidsvoorwaarden; c) de sociale zekerheid en de sociale bescherming van werknemers; d) de bescherming van werknemers bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst; e) de informatieverstrekking aan en de raadpleging van werknemers; f) de vertegenwoordiging en collectieve verdediging van de belangen van werknemers en werkgevers, met inbegrip van de medezeggenschap, onder voorbehoud van lid 6; [zie hieronder!] g) de werkgelegenheidsvoorwaarden voor onderdanen van derde landen die op wettige wijze op het grondgebied van de Unie verblijven; h) de integratie van personen die van de arbeidsmarkt zijn uitgesloten, onverminderd artikel III283; i) de gelijkheid van vrouwen en mannen wat hun kansen op de arbeidsmarkt en de behandeling op het werk betreft; j) de bestrijding van sociale uitsluiting; k) de modernisering van de stelsels voor sociale bescherming, onverminderd het bepaalde onder c). 2. Voor de toepassing van lid 1: a) kunnen bij Europese wet of kaderwet maatregelen worden vastgesteld die erop gericht zijn de samenwerking tussen de lidstaten aan te moedigen door middel van initiatieven ter verbetering van de kennis, ontwikkeling van de uitwisseling van informatie en optimale praktijken, bevordering van een innovatieve aanpak en evaluatie van ervaringen, met uitsluiting van enige harmonisatie van de wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten; b) kunnen op de in lid 1, onder a) tot en met i), bedoelde gebieden bij Europese kaderwet minimumvoorschriften worden vastgesteld die geleidelijk van toepassing zullen worden, met inachtneming van de in elk van de lidstaten bestaande omstandigheden en technische voorschriften. In deze Europese kaderwetten wordt vermeden zodanige administratieve, financiële en juridische verplichtingen op te leggen, dat de oprichting en ontwikkeling van kleine en middelgrote ondernemingen daardoor zou kunnen worden belemmerd. 3. In afwijking van lid 2 worden op de in lid 1, onder c), d), f) en g), bedoelde gebieden Europese wetten of kaderwetten door de Raad met eenparigheid van stemmen [vetorecht!] vastgesteld, na raadpleging van het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Economisch en Sociaal Comité. (…) 6. Dit artikel is niet van toepassing op de beloning, het recht van vereniging, het stakingsrecht of het recht tot uitsluiting. [!!!] De transportlobby deed haar werk goed: Artikel III-239 7/18 Bij iedere in het kader van deze Grondwet vastgestelde maatregel op het gebied van vrachtprijzen en vervoervoorwaarden dient de economische toestand van de vervoerondernemers in aanmerking te worden genomen. en de aanbieders van educatieve internetdiensten ook: Artikel III-282 (…) Het optreden van de Unie is erop gericht: (…) f) de ontwikkeling van het onderwijs op afstand te stimuleren; 2.3.6 Openbare diensen, euh, diensten van algemeen economisch belang: Artikel III-166 1. De lidstaten nemen of handhaven met betrekking tot de openbare bedrijven en de ondernemingen waaraan zij bijzondere of uitsluitende rechten verlenen, geen enkele maatregel die in strijd is met de Grondwet, met name artikel I-4, lid 2, en de artikelen III-161 tot en met III169. 2. Ondernemingen die zijn belast met het beheer van diensten van algemeen economisch belang of die het karakter dragen van een fiscaal monopolie, vallen onder de bepalingen van de Grondwet, met inbegrip van de mededingingsregels, voorzover de toepassing van die bepalingen de vervulling, in feite of in rechte, van de hun toevertrouwde bijzondere taak niet verhindert. De ontwikkeling van het handelsverkeer mag niet worden beïnvloed in een mate die strijdig is met het belang van de Unie. 3. De Commissie ziet toe op de toepassing van dit artikel en stelt, indien nodig, Europese verordeningen of besluiten vast. In III-167 (“Steunmaatregelen van de lidstaten”) worden weliswaar mogelijke uitzonderingen voorzien (zo bv. steunmaatregelen van sociale aard aan individuele verbruikers, steunmaatregelen tot herstel van de schade veroorzaakt door natuurrampen, steunmaatregelen voor bepaalde arme regio’s) maar met vage condities, een kluif dus voor het Europees Hof van Justitie. Zo stelt punt d) van III-167 dat toegelaten zijn: steunmaatregelen om de cultuur en de instandhouding van het culturele erfgoed te bevorderen, wanneer door deze maatregelen de voorwaarden inzake het handelsverkeer en de mededingingsvoorwaarden in de Unie niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad; Volgens sommige verdedigers van de grondwet bevat deze een “juridische erkenning” van de openbare diensten. Ze verwijzen dan naar: Artikel III-122 Onverminderd de artikelen I-5, III-166, III-167 en III-238 en gezien de plaats die de diensten van algemeen economisch belang innemen als diensten waaraan eenieder in de Unie waarde hecht, alsook de rol die zij vervullen bij de bevordering van de sociale en territoriale samenhang van de Unie, dragen de Unie en de lidstaten er overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van de Grondwet zorg voor dat deze diensten functioneren op basis van beginselen en onder voorwaarden, met name economische en financiële, die hen in staat stellen hun taken te vervullen. Deze beginselen en voorwaarden worden bij Europese wet vastgesteld, onverminderd de bevoegdheid van de lidstaten om, met inachtneming van de Grondwet, dergelijke diensten te verstrekken, te laten verrichten en te financieren. Deze verdedigers hebben het dus over de passus “gezien de plaats die de diensten van algemeen economisch belang innemen als diensten waaraan eenieder in de Unie waarde hecht”. Moet men een zwartkijker zijn om te denken dat deze verdedigers zich aan een strohalm vastklampen? Bovendien was de “erkenning van de openbare diensten” vroeger toch nog beter gediend met Artikel 16 van het EG-verdrag (zoals 8/18 geconsolideerd na Amsterdam); daar stond toch nog dat deze diensten een “waarde” uitmaakten: “Onverminderd de artikelen 73, 86 en 87 en gezien de plaats die de diensten van algemeen economisch belang in de gemeenschappelijke waarden van de Unie innemen, alsook de rol die zij vervullen bij het bevorderen van sociale en territoriale samenhang, dragen de Gemeenschap en de lidstaten er, in het kader van hun onderscheiden bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van dit Verdrag zorg voor dat deze diensten functioneren op basis van beginselen en voorwaarden die hen in staat stellen hun taken te vervullen.” 2.3.7 Je kunt nooit genoeg liberaliseren! Artikel III-148 De lidstaten spannen zich in om bij de liberalisering van de dienstverrichting verder te gaan dan waartoe zij op grond van de krachtens artikel III-147, lid 1, vastgestelde Europese kaderwet verplicht zijn, indien hun algemene economische toestand en de toestand in de betrokken sector dit toelaten. De Commissie doet de betrokken lidstaten daartoe aanbevelingen. 2.3.8 Het Handvest van de grondrechten Wat er in dit handvest ook moge staan, men bekijkt best éérst de laatste artikels ervan, die het toepassingsgebied ervan enorm beperken: Artikel II-111 Toepassingsgebied 1. (…) 2. Dit Handvest breidt het toepassingsgebied van het recht van de Unie niet verder uit dan de bevoegdheden van de Unie reiken, schept geen nieuwe bevoegdheden of taken voor de Unie, noch wijzigt het de in de andere delen van de Grondwet omschreven bevoegdheden en taken. Dit betekent m.i. dat men alleen bij het Hof van Justitie kan aankloppen als in de wetgeving van de EU zelf bepalingen zouden zijn die indruisen tegen het charter, niet als de nationale wetgeving dit zou doen. Bovendien heeft men allerlei “veiligheden” ingebouwd in het charter, opdat de EU niet zou kunnen ingeroepen worden. Zo wordt in II-70-2 het recht op dienstweigering erkend “volgens de nationale wetten die de uitoefening van dit recht beheersen”. Idem (II-69) voor het recht te huwen en een gezin te stichten. En de formulering is vaak dubbelzinnig. Zo leest men: Artikel II-89 Eenieder heeft recht op toegang tot kosteloze arbeidsbemiddeling. Betekent dit dat de lidstaten kosteloze arbeidsbemiddeling moeten organiseren? Of dat – indien die er is – iedereen er toegang moet toe hebben? Of neem Artikel II-71 1. (…) 2. De vrijheid en de pluriformiteit van de media worden geëerbiedigd. Is dit “worden” een vaststelling of een gebod (‘Hier wordt niet gevloekt’)? Kunnen Italianen Berlusconi gaan aanklagen wegens zijn klauw op de media ? Het reeds geciteerde toepassingsgebied-artikel II-111 maakt dit onwaarschijnlijk; maar waartoe dient het charter dan in feite nog? Nog: Artikel II-74 Het recht op onderwijs 1. Eenieder heeft recht op onderwijs en op toegang tot beroepsopleiding en bijscholing. 2. Dit recht houdt de mogelijkheid in, verplicht onderwijs kosteloos te volgen. Er staat niet dat verplicht onderwijs kosteloos moet zijn; er staat dat dit mogelijk (niet verboden?) is. Er staan nog meer “bidon”-bepalingen in: Recht op een job? 9/18 Artikel II-75 1. Eenieder heeft het recht te werken en een vrijelijk gekozen of aanvaard beroep uit te oefenen. Recht op bijstand, onderdak voor iedereen? Artikel II-94 (…) 3. Om sociale uitsluiting en armoede te bestrijden, erkent en eerbiedigt de Unie het recht op sociale bijstand en op bijstand voor huisvesting, teneinde eenieder die niet over voldoende middelen beschikt, onder de door het recht van de Unie en de nationale wetgevingen en praktijken gestelde voorwaarden een waardig bestaan te verzekeren. Salesse merkt op dat de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1948) in zijn artikel 25 méér biedt: UVRM Artikel 25 (zie http://www.amnesty.nl/overamnesty_verdragen_uvrm.shtml) : “Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder begrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil. Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle kinderen, al dan niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten.” Men moet zich afvragen of dit “charter van grondrechten” eigenlijk wel ooit voor iemand een positieve toepassing zal hebben. 2.3.9 Participatieve democratie? Net zoals “duurzame ontwikkeling” dreigt het begrip “participatieve democratie” volledig uitgehold te worden door misbruik ervan door de machtsinstanties. Zo vinden we onder Artikel I-47 Het beginsel van de participerende democratie het punt 4: Wanneer ten minste één miljoen burgers van de Unie, afkomstig uit een significant aantal lidstaten, van oordeel zijn dat inzake een aangelegenheid een rechtshandeling van de Unie nodig is ter uitvoering van de Grondwet, kunnen zij het initiatief nemen de Commissie te verzoeken binnen het kader van de haar toegedeelde bevoegdheden een passend voorstel daartoe in te dienen. De procedures en voorwaarden voor de indiening van een dergelijk burgerinitiatief, met inbegrip van het minimumaantal lidstaten waaruit de burgers die het verzoek indienen, afkomstig dienen te zijn, worden bij Europese wet vastgesteld. Noteer: “ter uitvoering van de Grondwet” (niet bv. om wat niet in de grondwet voorzien is, erin te laten voorzien), “de Commissie” (niet: Parlement), “verzoeken” (ze doet dan wat ze wil). Dit artikel wordt door voorstanders vaak verkocht als “volksinitiatief”, maar het gaat om niet meer dan een petitierecht. (zie bv. http://www.bartstaes.be/imprimer.php?type=0&id=451 waar gezegd wordt dat de commissie kan verplicht worden) 2.3.10 Militaire aangelegenheden Sabelslepers aller landen: bewapen u: Artikel I-41 (…) 3. De lidstaten verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren. [krasse passus voor een “grondwet”!] 10/18 Eu, en de Nato? Artikel I-41 (…) 7. Indien een lidstaat op zijn grondgebied gewapenderhand wordt aangevallen, rust op de overige lidstaten de plicht deze lidstaat met alle middelen waarover zij beschikken hulp en bijstand te verlenen overeenkomstig artikel 51 van het Handvest van de Verenigde Naties. Dit laat het specifieke karakter van het veiligheids- en defensiebeleid van bepaalde lidstaten onverlet. De verbintenissen en de samenwerking op dit gebied blijven in overeenstemming met de in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie aangegane verbintenissen, die voor de lidstaten die er lid van zijn, de grondslag en het instrument van hun collectieve defensie blijft. 2.4 Welke “verschrikkingen” staan ons te wachten als de grondwet niet goedgekeurd wordt? “De verschrikking van Nice” In dat geval, zeggen de verdedigers, zouden we “terugvallen op het verschrikkelijke compromis van Nice”, met alle gevolgen vandien … (zie bv. Bart Staes, hieronder in § 3.1). De EU zou verstikken met 25 en méér commissarissen, Spanje en Polen zouden onevenredig sterk vertegenwoordigd zijn en de kleintjes verdrukken, het charter van grondrechten zou geen officieel statuut krijgen … Noteer dat heel wat bepalingen van de grondwet (zoals samenstelling commissie), ook indien overal geratificeerd, pas in 2009 in voege treden en dat zolang de Nice-beschikkingen gelden; de “catastrofe” komt er dus in ieder geval… En vooral … wie moet er zich eigenlijk zorgen maken als de neoliberale machine wat zou haperen? Voor de verschillen tussen grondwettelijk verdrag en Nice: zie (in het Frans) http://users.skynet.be/Philippe.D.Grosjean/FORUM/PARCOURS_C_PARTIE_IV.pdf 3 Partijstandpunten t.o.v. Europese Grondwet 3.1 Vooraf: partijpolitieke organisatie in Europa Je moet een onderscheid maken tussen Europese politieke partijen en fracties in het Europees parlement. Wat partijen betreft bestaan er onder andere de Europese Volkspartij, de Partij van Europese Sociaal-democraten, de Europese Liberale en Democratische Partij en de Groenen. Deze Europese partijen bestaan op basis van een politieke verwantschap; nochtans is de coordinatie tussen deze partijen meestal zeer beperkt. De fracties in het EP daarentegen hebben een pragmatische bestaansreden, en groeperen EP-leden die al dan niet behoren tot dezelfde Europese partij. De redenen om tot een fractie toe te treden zijn velerlei. Zo moet men, om een resolutie in te dienen in het Parlement of een aanbeveling voor te stellen aan de Raad van Ministers, ofwel de steun hebben van 37 leden van het Parlement of van een politieke fractie. Ook krijgen politieke fracties financiële middelen. Om een fractie te kunnen vormen moeten tenminste 19 parlementsleden uit tenminste 5 lidstaten een verklaring ondertekenen dat ze samen een fractie vormen en die overleggen aan de Voorzitter van het Parlement.. Er zijn volgende fracties: EVP-ED Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten, 268 leden ESP Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement, 200 leden ALDE Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa fractie, 88 leden Verts/ALE Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie (42 leden) GUE/NGL Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links (kommunisten, nederlandse SP …) (41 leden) IND/DEM Fractie Onafhankelijkheid/Democratie (soevereinisten) (37 leden) 11/18 UEN (NI Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten (27 leden) Niet-ingeschrevenen) (29 leden) (extreem-rechts) Websites van de fracties: http://www.europarl.eu.int/groups/default_nl.htm Vanaf juli 2004 werden nieuwe regels van kracht voor de erkenning als “Europese partij” (maar het gaat inb feite nog steeds over de pragmatische groeperingen die de fracties zijn). Er wordt jaarlijks 8,4 miljoen euro ter beschikking gesteld, waarvan 15% gelijkelijk over de partijen verdeeld wordt, de rest evenredig volgens leden in EP. Voor meer info: http://www.elections2004.eu.int/highlights/nl/107.html: 3.2 Hoe stemden de Europarlementairen over de grondwet op 12/1/2005 ? Op 12 januari 2005 kon het Europees Parlement zich uitspreken over het grondwetsontwerp, op basis van een verslag Corbett-de Vigo. De resolutie werd aangenomen met 500 stemmen voor, 137 stemmen tegen en 40 onthoudingen. In de liberale fractie stemde 97,56 procent van de parlementsleden voor, bij de socialisten 93,04 procent, bij de groenen 80,48 procent. Bij de EVP-ED, waaronder de britse conservatieven, slechts 79,67 procent. Met uitzondering van Bart Staes (Groen!) en de drie europarlementsleden van het Vlaams Belang hebben alle Belgische europarlementsleden de resolutie inzake de Europese grondwet goedgekeurd. In zijn stemverklaring kondigt Staes aan dat hij, ondanks zijn tegenstem, met Groen! campagne zal voeren voor de ratificatie van de Europese grondwet. ,,De grondwet'', zo zei hij, “is immers een enorme stap vooruit en bij niet-ratificatie vallen we terug op de bepalingen van het verdrag van Nice die minder efficiënt, transparant en democratisch zijn.''. Met zijn tegenstem in het Europees Parlement wou Staes duidelijk maken dat het rapport Corbett-Mendez de Vigo geen eerlijke afweging van de plus- en minpunten van het nieuwe grondwettelijke verdrag is. 3.3 3.3.1 De Belgische socialisten SP.A De SP.A volgt gedwee de EU-koers in al haar neoliberale facetten, maar wegens de afwezigheid van enig debat in Vlaanderen over Europese politiek, en de wetenschap dat men met “Europa” electoraal niet kan scoren, houdt ze zich hierover zeer gedeisd. Met de Europese verkiezingen in 2004 kon men met moeite enige uitspraak over EU, grondwet, Bolkestein of om het even welk Europees thema horen; de “stunt” om Mia Devits op kop van de lijst te plaatsten kon de afwezigheid van enige inhoudelijke campagne nog extra verdoezelen. Het eigenlijk partijprogramma voor de Europese verkiezingen 2004 ( http://www.s-p-a.be/docs/europees_programma.pdf) staat bol van flauwekul; zo bv. 16. Ondernemen heeft onvermijdelijk maatschappelijke gevolgen, zowel voor de directe omgeving als de wijdere omgeving van de bedrijven. Ondernemers moeten zich daar bewust van zijn en zich ethisch gedragen. Ze nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid op als ze rekening houden met alle belanghebbenden. Waar er wél een standpunt staat, zoals 20. sp.a verzet zich tegen de liberalisering van het passagiersvervoer per spoor. weet iedereen dat de partij zich hierdoor niet gebonden voelt (toen Jannie Haek, Vandelanottes kabinetschef, op 28/1/2005 als nieuwe gedelegeerd bestuurder van de NMBS werd benoemd, verklaarde de socialistische excellentie dat met Haek de herstructurering zonder sociale onrust zou kunnen verlopen …) Wegens de totale onverschilligheid van de kiezers voor Europese politiek, kon de SP.A het zich zelfs permitteren terzelfdertijd uit twee vaatjes te tappen. Caroline Gennez kon een brochure uitgeven, “Beste Europa” (met ondertitel Is een portie mosselen met frieten een luxeproduct?) (http://www.s-p-a.be/docs/EURO_DEF.PDF) waarin op badinerende toon vraagjes worden gesteld rond Europese liberalisering etc. Met andere woorden, een beetje kritiek op de EU kon voor de Vlaamse verkiezingen wat stemmen opleveren, was de berekening. Ondertussen kreeg EP-werkpaard en conventielid Anne Van Lancker, verdrongen van de eerste plaats op de Europese SP.A-lijst, geen enkele kans om zich te laten horen … 12/18 Een zekere humeurigheid van SP.a-ers rond Europa duikt wel vaker op, maar deze ontaardt nooit tot enige politieke stellingname. Een voorbeeldje: Persbericht Frank Vandenbroucke van 12 juni 2003: Sp.a eist sociale bijsturing van ontwerp Europese grondwet “De sp.a is erg ontevereden over de Europese grondwet zoals ze nu voorligt. Er zijn te weinig waarborgen voor een sociaal Europa.” Dat zeggen Conventielid Anne Van Lancker en minister van Sociale Zaken Frank Vandenbroucke. Als er een referendum komt over de grondwet, wordt het voor sp.a moeilijk om campagne te voeren voor de grondwet.” weldra gevolgd door : Persbericht Frank Vandenbroucke van 18 september 2003: Sp.a geeft Europese Conventie “net voldoende” “De vooruitgang die op de valreep op sociaal gebied werd gemaakt zorgt ervoor dat het eindresultaat van de Europese Conventie voor mij aanvaardbaar is.” In juni 2002 waarschuwde Vandenbroucke ook nog dat “Europa onze welvaartstaat ondergraaft” (zie De Morgen 18/6/02). Dat SP.A niet echt blind is voor het liberale en ondemocratische karakter van de EU schemert door in verschillende interviews, zie bv. http://www.vrede.be/tijdschrift_view.php?id=221 , http://www.annevanlancker.be/index.php?id=122, http://www.indymedia.be/news/2004/05/85339.php, http://www.fgtb.be/code/nl/Dossier/2003/c01_03e1503.htm, http://www.gva.be/dossiers/e/europaconventie/vanlancker2.asp, http://www.dwars.ua.ac.be/IMG/pdf/dwars_11.pdf. Maar de praktische conclusie is toch steeds dezelfde: Europa is ons project, er worden kleine stapjes vooruit gezet, morgen wordt het beter … 3.3.2 PS Iets meer publieke uitspraken misschien dan in Vlaanderen, het Europees programma is meer uitgewerkt (http://www.ps.be/index.cfm?R_ID=1010&Content_ID=-6085408 ) maar resultaat is idem (persmededeling 11/12/2003: Pour le PS, le résultat de la Convention constituait un compromis minimal. Il s’agit d’un équilibre global, satisfaisant. Sans signifier une avancée remarquable, ce texte représentait un (petit) pas en avant dans le processus de construction européenne.). 3.4 De Belgische Groenen De groene partijen in Europa zijn het verst gevorderd wat betreft de coordinatie van de nationale partijen op Europees vlak. Op 21 februari 2004 werd de Europese Groene Partij opgericht (waarmee ze de eersten waren), en met de Europese verkiezingen hadden ze een gemeenschappelijk manifest (http://www.eurogreens.org/cms/default/rubrik/3/[email protected]) en een vrij gedetailleerd programma (http://www.eurogreens.org/cms/default/dokbin/38/[email protected]) Organisatorische zwakte of bewuste keuze, in ieder geval was het gemeenschappelijk Europees programma de belangrijkste werkingsas van Groen! bij de Europese verkiezingen 2004. Dit geldt ook voor Ecolo, dat misschien wat meer nadruk legde op Derde Wereldthema’s en asielproblematiek. Tegenover dit positief bilan qua Europese organisatie, zoekt men bij de groenen echter tevergeefs naar een consequente kritiek van het neoliberaal EU-project, dat lijnrecht tegenover de doelstellingen van duurzame economie, steun voor het Zuiden en sociaal beleid staat. Over de Europese grondwet wordt in positieve termen geoordeeld.; uit het groene Manifest: De nieuwe Europese Grondwet moet leiden tot een EU die meer verantwoording aflegt, transparanter en democratischer is en dichter bij haar burgers staat. Wij zijn ervan overtuigd dat de ontwerp-Grondwet van de Europese Conventie in de goede richting ging. De Conventie schreef een historisch document. 13/18 (…)In onze Groene visie is de Europese Unie een uniek voorbeeld van vreedzame samenwerking.(…) We zullen al het mogelijke doen om te verzekeren dat het EU-Grondrechtenhandvest volledig wordt toegepast. Men kan zich moeilijk van de indruk ontdoen dat het gebrek aan kritische ingesteldheid o.a. te maken heeft met het feit dat het bilan van de EU misschien nog het positiefst is op vlak van milieureglementering. Een groen EPlid kan zich vastbijten in milieudossiers, en daar, in tegenstelling met het nationaal niveau, concrete resultaten bereiken. (Staes is bv. momenteel erg aktief rond een Europees verbod op nachtvluchten, een zinvolle kampanje van eminent Europese dimensie). De fout is echter het hele liberale en ondemocratische EU-complex er dan maar bij te nemen, een complex dat haaks staat op elk waarachtig ecologisch programma van duurzame ontwikkeling. 3.5 Europese politieke kampanjes? Terwijl groenen tot een zekere coordinatie op Europees vlak gekomen zijn, is dit blijkbaar niet de bedoeling van de sociaal-democratische partijen. Het volgend verhaal illustreert dit. In de herfst van 2003 werd een petitie gelanceerd “pour un vrai traité de l’Europe sociale”, die heel wat grote namen van divers pluimage onder de eerste ondertekenaars telde (Jacques Delors, José Bové, diverse Attackopstukken als Susan George of R. Passet, groenen, l’abbé Pierre en een aantal Franse bisschoppen, verder ook onze di Rupo, A. Van Lancker, M. De Vits …). De teneur ervan was verre van radicaal, en stelde alleen enkele toevoegingen aan het derde deel van de grondwet (beleid) voor, zoals de norm van reductie van de werkloosheid tot 5% op 10 jaar, economische groei als bijkomende doelstelling van de Europese Centrale Bank, meerderheidsbeslissingen in de Raad over fiscale aangelegenheden, andere dan vrijhandelsbeschouwingen in het Europees handelsbeleid … (zie voor tekst en ondertekenaars http://www.europesociale.com/petition.php) Het had de kern kunnen geweest zijn van een politieke kampanje van reformistisch Europa (waarop veel aan te merken was geweest, omdat de ondemokratische structuren overeind blijven, de liberale politiek niet verworpen maar alleen geammendeerd wordt, enz.). Maar dit initiatief bleef bij het grote publiek of in de syndicale wereld totaal onbekend; het kreeg zelfs niet de steun van de Europese Socialistische Partij, of het Europees Vakverbond. 3.6 ‘Exception française’: verwoed debat in Frankrijk In Frankrijk woedde binnen de Parti Socialiste een jaar lang een felle strijd tussen voor- en tegenstanders van de Europese grondwet. Opiniestukken in kranten, spectaculaire wijzigingen van kamp, driedaagse kaderseminaries, een ex-premier (Fabius) die non zegt, een budget 50-50 verdeeld tussen het ja- en het neen-kamp ter voorbereiding van de stemming onder de 120.000 militanten op 1 december 2004: vanuit Vlaanderen bekeken lijkt dit bijna surrealistisch. Het moet dan ook gezegd worden dat dit debat binnen de Franse PS niet in een politiek vacuum plaats had. We hebben het dan niet over de rechtse soevereinisten, die elke Europese politiek zien als een aanslag op de Franse grandeur, maar over linkse organisaties (Attac-France, Fondation Copernic, LCR, PCF, de linkse minderheidsstromingen Nouveau Monde en Nouveau Parti Socialiste binnen de PS …) die een Europese dimensie noodzakelijk vinden voor elk coherent politiek project en precies daarom de Europese Grondwet verwerpen. Dat Fabius een sociaal-liberaal is die nu om opportunistische redenen non zegt, bewijst des te meer de groeiende invloed van de linkse tegenstanders van het liberaal Europa, in Frankrijk althans. De stemming op 1 december binnen de PS (82% van de 120.000 leden brachten hun stem uit!) leverde 58% voorstanders, 42% tegenstanders op. Frankrijk is daarmee het enige EU-land waar een publiek debat rond de grondwet van enige allure plaats had. Door dit debat zijn zowel voor- als tegenstanders verplicht geweest argumenten te ontwikkelen en aan te scherpen. Wie zelf een oordeel wil vormen kan dus best hier te rade gaan. Zie bv. http://www.indymedia.be/news/2004/11/90666.php en in http://www.fondation-copernic.org/Flashseptembre2004.pdf, http://publiusleuropeen.typepad.com/publius/2004/11/commentaire_rai.html, http://www.nouveau-monde.info/non/3010.html, http://www.ambitioneurope.org . Een zeer interessante verzameling links op http://institut.fsu.fr/chantiers/europe/traite_const_debat.htm Wat andere lidstaten betreft, het zou opzoekingswerk vragen om het vermoeden te kunnen bevestigen dat – buiten Frankrijk - er nergens een echt publiek debat heeft plaatsgehad, als men de Britse rechts-soevereinistische oppositie buiten beschouwing laat (bekijk voor de aardigheid eens de website van de “Bruges group”, 14/18 http://www.brugesgroup.com met Thatcher als patroonheilige). Misschien in Ierland? In Denemarken, of is dit ook eerder op zijn Brits? 4 De vakbeweging Het is verbijsterend te moeten vaststellen dat vele, waarschijnlijk wel de meeste, van de Europese vakbonden zich onkritisch, en vele zelfs positief tot zeer positief uitlaten over de “grondwet; ook het overkoepelende Europees Vakverbond, dat de Europese vakbonden vertegenwoordigt op Europees vlak… 4.1 Het Europees Vakverbond (EVV) Het EVV, opgericht in 1973, overkoepelt in Europa 76 nationale vakbondskoepels, en vertegenwoordigt 60 miljoen gesyndiceerden. Nochtans moet men zich geen enkele illusie maken over het EVV (CES in het Frans, ETUC in Engels), noch over zijn logistieke kracht (secretariaat van 7 personen), noch over zijn dienstverlening aan bonden (documentatie enkel in Engels en Frans aanwezig bv.) noch aan zijn representativiteit. Het is echter wel het luik waarmee de Europese Commissie “dialogeert met de sociale partners aan werknemerszijde”, en aldus een zekere legitimiteit claimt wat betreft sociaal overleg. Het EVV stuurcomité nam op 13 juli 2004 een resolutie aan (bevestigd door uitvoerend comité in oktober) die weliswaar op bepaalde tekorten wijst, maar het geheel positief beoordeelt: The new European Constitution isConstitution is a clear improvement over the present Treaties which have established the European Union. It is less ambitious and effective than the ETUC proposed and also less than the European Convention put forward in its report. Nonetheless despite these reservations and weaknesses, the new Treaty is a move forward towards an improved European framework and, clearly while not the final step, deserves and requires the support of the ETUC. Is het verwonderlijk dat Georges Debunne, die van 1982 tot 1985 secretaris-generaal van het EVV was, nogal teleurgesteld is ? (zie zijn boekje Wanneer een sociaal Europa?) 4.2 ACV, ABVV, ACLVB Op 17 juni 2003 gaven de drie bonden een gemeenschappelijk communiqué uit, met als titel “Ontwerp Europese grondwet : tekst onaanvaardbaar voor ABVV, ACV en ACLVB”. Daarin stellen ze o.a. : Zolang de beslissingen op sociaal en fiscaal vlak op basis van unanimiteit moeten genomen worden zal er geen voelbare vooruitgang geboekt worden. In die omstandigheden zal ook de sociale dialoog niet van de grond komen. (…) Er is ook geen rechtsgrond voorzien om de diensten van algemeen belang aan de concurrentieregels te onttrekken. Dit ondermijnt in de toekomst het aanbod van voor iedereen toegankelijke openbare diensten. (…) De Belgische vakbonden sporen de regering en het parlement aan de bevolking regelmatig duidelijk en volledig op de hoogte te brengen en een ruim publiek debat te organiseren over de inzet van de toekomstige grondwet. Gaandeweg zijn de standpunten vervaagd. De BBTK bv. formuleert in januari 2004 15 eisen (http://www.bbtk.org/img/nl/db/sociaal_europa.pdf ) waarvan er geen enkele via de grondwet gewaarborgd wordt (integendeel…). Nochtans concludeert de BBTK al in maart 2004 (terwijl er niks gewijzigd is, en de IGC nog moet beslissen) , in een standpunt dat bol staat van dubbelzinnigheid (http://www.bbtk.org/img/nl/db/EUconventie_comment0303.htm ): Wat is onze bottom-line? Ondanks de duidelijke tekortkomingen is het ontwerp een minimum dat aanvaard kan worden als het, zonder verdere beperkingen, omgezet zou worden in een grondwet. In het Editoriaal van De Nieuwe Werker van 25/06/2004 (dus net na goedkeuring IGC) geeft Mordant wat kritiek, maar er is geen sprake meer van ‘onaanvaardbaar’ ( http://www.abvv.be/code/nl/News/2004/c03_04e25.htm ). Idem ACV: op 22/6/2004 betreurt het ACV heel wat dingen, maar de conclusie is: 15/18 Het ACV zal er met het EVV op toezien dat de genomen beslissingen in de richting gaan van de waarden die in de grondwet zijn vastgelegd en waarin het zich erkent : solidariteit, niet-discriminatie, democratie, gelijkheid… (http://www.acv-online.be/Actueel/Persberichten/Detail/europese_grondwet.asp?pageid=tcm:9-45755-64 ) Conclusie: waar het ontwerp van de conventie in juni 2003 nog onaanvaardbaar was, is na de IGC aanvaardbaar geworden! ACV en ABVV verzetten zich wel tegen producten van de liberale EU (havenrichtlijn, Bolkestein, …) maar willen deze liberale EU-grondwet zelf niet bestrijden. NB: ACV= 1,7 mio leden, ABVV 1,2mio, ACLVB = 220.000 leden Nog een anecdote. In mei 2003 publiceerde het ABVV een voor haar doen zeer kritisch standpunt over het EVV (De Nieuwe Werker 30/5/2003) onder de titel “Wil het EVV evolueren naar een echte Europese vakbond of naar een vakbondslobby?”, waarin o.a. het immobilisme van het EVV i.v.m. een ‘sociaal Europa’ werd aangeklaagd; het ABVV weigerde zelfs naar het EVV-congres in Praag te gaan (26-29 mei 2003), waar de nieuwe secretarisgeneraal John Monks verkozen werd ter opvolging van Gabaglio. “Het ABVV is zo verontrust over deze ontwikkelingen [gebrek Europese sociale en fiscale politiek ] dat het een duidelijk signaal wil geven en besliste daarom geen afvaardiging naar het Congres in Praag te sturen”, lezen we in De Nieuwe Werker. Dit leek allemaal zeer strijdlustig van het ABVV, maar waarom vond men van deze verontrusting naderhand niks meer terug? De reden is waarschijnlijk zeer eenvoudig: het ABVV had zelf een kandidaat voor de opvolging van Gabaglio, en de Britse TUC-leider J. Monks stak daar een stokje voor. 4.3 Nederlandse FNV REACTIE EVV (8/7/2004) Het EVV is verheugd over het compromis inzake de Europese Grondwet. Het EVV heeft zich vanaf het begin van het proces hard ingezet voor het opnemen van sociale aspecten en het Handvest van Grondrechten in de Constitutie. Wel betreurt het EVV dat het uiteindelijke compromis minder ver gaat dan het oorspronkelijke voorstel van de Europese Conventie. Het EVV is van mening dat de Europese Regeringsleiders teveel water in de wijn hebben gedaan ten behoeve van hun Britse collega’s, die bang zijn dat de Constitutie de EU te sterk maakt. Het EVV is positief over de erkenning van de rol van de sociale partners en de sociale bepaling in het Verdrag. Volgens het EVV is de Europese Constitutie een stap vooruit, maar had twee stappen vooruit kunnen zijn. http://www.fnv.nl/wordlid2/renderer.do/menuId/19103/sf/19103/returnPage/19103/itemId/19829/realItemId/19829/pageId/10229/ instanceId/19105 NB: FNV=1.2 miljoen leden 4.4 Franse vakbonden CFDT (890.000 leden) zeer positief (zie http://www.cfdt.fr/actualite/presse/media/actumedia173.htm), het zou trouwens op aansturen van CFDT zijn dat het EVV zich niet alleen niet verzette tegen de grondwet, maar ervoor is. CGT (680.000 leden) De CGT is van oudsher een combattieve, oppositionele bond die vroeger sterk gelieerd was met de Parti Communiste (PCF) en om die reden geweerd uit het Europees Vakverbond. In de voorbije jaren heeft de CGTleiding zich steeds meer genormaliseerd, wat resulteerde in het ‘succes’ toegelaten te worden tot het EVV (1999) , en er nu zelfs iemand in het secretariaat te hebben. Het is vrij duidelijk dat de CGT-leiding nu haar ‘erkentelijkheid’ jegens EVV (en haar normalisatie in het algemeen) niet wil laten verstoren door verzet tegen de Grondwet, waar de basis echter waarschijnlijk grotendeels tegen is. Zo publiceerde men een “fiche” die moet aantonen hoeveel Europese bonden wel vóór zijn ( http://docsite.cgt.fr/1102072155.pdf ). De CGT organiseert (dec 2004-) blijkbaar informatievergaderingen die tot een stemming moeten leiden.in jan-feb 2005. Voor oppositie tegen het standpunt van de leiding, zie zie bv. http://assoc.wanadoo.fr/continuer.la.cgt/cesconstitution.htm , http://www.ud18.cgt.fr/ud-accueil.php3 , http://www.ud18.cgt.fr/ud-accueil.php3 . FO (Force Ouvriere, 950.000 leden), FSU en kleinere linkse bonden zijn tegen. 16/18 4.5 Duitsland, De DGB (8.5mio leden) is een en al lof in haar stellingname van 29 sept 2003 over het ontwerp van de conventie. Tot 8 maal toe Der Deutsche Gewerkschaftsbund begrüßt ausdrücklich…, zo voor de opname van het handvest der grondrechten, voor de perspektieven die de grondwet opent voor de diensten van algemeen belang (!) (“Der Deutsche Gewerkschaftsbund begrüßt ausdrücklich die im Konventsentwurf vorgesehene Möglichkeit, über europäische Gesetze die Verwirklichung qualitativ hochwertiger Dienste von allgemeinem Interesse zu ermöglichen.). Opmerkenswaardig is dat de DGB uitdrukkelijk tevreden is dat sociale zekerheid en sociale bescherming van de werknemers (artikel III-104.1c in de oude nummering) zoals vroeger onder de eenparigheid van stemming in de Raad blijven vallen (vetorecht dus). Dit is een uiting van de vrees die bestaat in sommige landen met een relatief goed uitgebouwd systeem van sociale bescherming dat EU-wetgeving dit systeem zou kunnen aanknagen. Het illustreert de zinvolheid van een “non-regressieclausule” zoals o.a. voorgesteld in het Manifest van Salesse. 4.6 Italie CGILis de grootste Italiaanse bond (5.8 mio leden) die aan de basis lag van enorme mobilisaties (algemene stakingen van 16 april en 18 oktobert 2002 tegen hervorming arbeidswet, massabetoging van 2 miljoen mensen in Rome op 23 maart 2002, …). Maar … CGIL is pro. 4.7 Andere pro’s Volgens diverse bronnen zijn pro grondwet: Brits TUC, Pools Solidarnosc, Spaanse UGT, tsjechische CMKOS; niet tegen zouden o.a. Griekse CGT, Spaanse CCOO zijn Dit overzicht is zeker niet exhaustief (hoe zit het in Skandinavië bv.) en misschien niet helemaal correct. Maar het leidt weinig twijfel dat de meeste grote bonden in Europa op zijn minst niet tegen zijn. 4.8 En contra? We vermeldden reeds Franse FO en FSU. Ook de enige Oostenrijkse bond Ögb zou tegen zijn, maar op hun website kon ik hierover niets terugvinden. 5 De andersglobalisatiebeweging ATTAC In Europa is de andersglobaliseringsbeweging ATTAC een van de weinige niet-partijpolitieke organisaties die over het grondwettelijk verdrag heeft gediscussieerd, er debatten rond georganiseerd, erover gepubliceerd en er een standpunt over heeft ingenomen. ATTAC-France heeft eerst een interne bevraging georganiseerd onder de 29.500 betalende leden, waarvan 44% zijn stem uitbracht. Het resultaat werd op 12 december 2004 bekend gemaakt: 84% is tegen de goedkeuring van de grondwet, 10.8% is voor, en er waren 5.2% onthoudingen. Ook werd gevraagd of ATTAC-France publiek een (afwijzend) stemadvies moest uitbrengen bij het referendum dat daarover in Frankrijk georganiseerd zal worden; 72% sprak zich uit voor dergelijk advies (Le Monde 14/12/2004) Ook Attac-Vlaanderen sprak zich uit tegen de huidige EU-grondwet en is voor een volksraadpleging daarover. De redenen voor de afwijzing zijn: 1. 2. 3. 4. een te groot democratisch tekort en een gebrek aan maatschappelijk debat te weinig sociale rechten neoliberaalmonetair en economisch beleid buitenlands en defensiebeleid niet in het teken van vrede 17/18 "Attac Vlaanderen verheugt zich over de democratische en institutionele vooruitgang die met deze ontwerpgrondwet wordt geboekt, maar betreurt deze grote tekortkomingen. Dit is duidelijk een gemiste kans om van de EU een mobiliserend project te maken. Om al deze redenen kan Attac Vlaanderen deze ontwerp-grondwet niet accepteren. Zij sluit zich aan bij een breed front : www.neetegendeeuropesegrondwet.be ". Het volledig standpunt vindt men terug op hun website: http://vl.attac.be/article198.html Ook Attac Wallonie-Bruxelles is tegen de grondwet en voor een referendum, zie http://wb.attac.be/article329.html. 18/18