Bijbel Centraal 4 (12/1/15): Pesach Pesach, Pasen, is een heel belangrijk feest en toch blijkt er niet zoveel over te vinden te zijn. Passach betekent: voorbijgaan. Het is ook een dans: ergens overheen springen. Het gaat over de dood die passeert, die langskomt, maar u overslaat. Als wij het over Pasen hebben, waarover gaat dat dan? In de Bijbel volgt het op de 10 plagen: het getal tien wijst ook op geduld. Voor ons zit in de periode voor Pasen ook iets uitzichtloos, iets dat veel geduld vraagt. Wij weten natuurlijk wat met Pasen volgt. Maar we mogen niet vergeten dat we in de Bijbeltekst hier op een heel diep punt zitten … Je leest in de tekst iets over drie feesten: daaronder wellicht ook een oogstfeest. Wellicht is het huidige Joodse paasfeest een samenvoeging van drie feesten. P 24 De Heer sprak tegen Mozes, … je voelt hier weer een scheppingssfeer. Nu is de taal heel gedecideerd. Het lijkt – zoals bij Noach – weer een nieuw begin. P 25 ‘Tegen middernacht zal Ik rondgaan’ zegt God. Dit is dus een speciale nacht. Er gebeuren altijd beslissende dingen tijdens de nacht. Kerstnacht, Paasnacht, … Je komt midden in de nacht samen: als teken van hoop te midden van wanhoop. Overal in Egypte zal luid gejammerd worden: er is al eens gejammerd door de joden: ‘Ik heb het jammeren van mijn volk gehoord’ zegt God in het begin van Exodus. Ditmaal zijn het de Egyptenaren die zullen jammeren. Wat nu zal gebeuren, zal nooit meer opnieuw gebeuren. Er zit iets heel eenmaligs in. Egypte is een zeer beslissend symbool. Link met Jezus: dit is mijn bloed dat voor eens en voor altijd zal vergoten worden … Ht 12 God zegt: “voortaan moet deze maand de eerste maand zijn”. Er is dus geschoven met de maanden. Het joodse nieuwjaar valt niet in de eerste maand, maar in september, oktober. Bij ons was maart ook ooit de start van ’t jaar: ‘Mars’, de romeins god van de oorlog kondigt het nieuwe jaar aan. Dan kloppen de maandnamen beter: september is dan de zevende maand, oktober de negende, enz … Rosj Hasjana, begin van het jaar, is het Joodse Nieuwjaar dus. Het wordt gevierd op de eerste Nisjri. Dit begin – de uittocht – is zo belangrijk, dat het zelfs de tijd terug op punt nul instelt in de geschiedenis. ‘Zeg tegen de hele gemeenschap van Israël’: hier is de eerste keer sprake over ‘gemeenschap’. Dit gebeuren sticht blijkbaar gemeenschap. Het is zeer beslissend om al dan niet tot de joodse gemeenschap te behoren. De slachtvoorschriften worden heel minutieus beschreven. Alles bijhouden tot de veertiende van de maand: dat is de dag voor volle maan. Bij ons valt Pasen trouwens nog altijd op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente. Bloed aan deurposten: ‘mezozot’ is de meervoudsvorm van ‘mezoeza’: dat is het kokertje dat bij Joden aan de deur hangt. Dus het betekent letterlijk deurpost. Ongedesemd brood en bittere kruiden: dat zijn al een aantal ingrediënten van de huidige joodse sedermaaltijd. Op Pesach vraagt de jongste zoon: waarom is deze avond zo anders … De vader antwoordt heel direct: ‘Mijn vader was een zwervende Arameeër die met een kleine groep ...’ Op de pesachtafel ligt ook een klein botje, symbool voor het bereiden en verwerken van het slachtdier. Eten moet met de gordel om, de staf in de hand, de sandalen aan. Klaar om te vertrekken. Dit ‘is het pesachmaal’: dit moet achteraf zijn toegevoegd. ‘Jullie zal ik voorbijgaan’ en ‘aan het bloed op de deuren zal ik jullie herkennen en jullie voorbijgaan’. ‘Dit voorschrift blijft voor altijd van kracht’. Joden begrijpen en interpreteren dit op hun manier ‘letterlijk’: er staat ‘eet zeven dagen ongedesemd brood’, dan eten ze zeven dagen ongedesemd brood … Je beleeft in het doen van de ritus/voorschriften de aanwezigheid van God. Onze paaswake is met z’n vele lezingen ook bedoeld als uitgewerkte ritus om heel de nacht vol te houden. Zuurdesem is levensbelangrijk, maar ook levensgevaarlijk. Je mag dat niet eindeloos blijven kweken. Alles moet dus weg. Heel letterlijk. Dit is zo fundamenteel voor de gemeenschap dat je het niet kunt maken niet mee te doen. Jullie moeten dus het feest van de ongedesemde broden vieren. Waar komt dat ineens vandaan? Hier blijkt hoe meerdere feesten aan de basis liggen. Wie zich niet aan deze voorschriften houdt moet uit de gemeenschap ‘weggesneden’ worden. Wat er overschiet is het verbondsvolk. P28 ‘Toen knielden de Israëlieten, bogen ze, en deden wat de Heer had bevolen’ … goe bezig! Ze hebben het begrepen. Midden in de nacht! Het treffen van de eerstgeborene betekent het treffen van een volk in z’n toekomst. Zo’n kwaad heeft geen toekomst meer. Pesach moet je in het gezin vieren, je mag niet naar buiten. Farao: ‘ga nu maar vlug weg, zoals je wilde, en neem maar alles mee, en verdwijn, maar bid voor mij om zegen, ander sterven we allemaal nog’. Ze nemen hun baktroggen mee … de nieuwe zuurdesem kan beginnen. Het volk ‘kleedt Egypte letterlijk uit’ voor het vertrekt. Van Ramses naar Sukkot trekken ze, en moeten wonen in loofhutten. Ze trekken uit de bewoonde wereld naar de woestijn. Hun aantal.: ‘600000; vrouwen en kinderen niet meegerekend’. Feitelijk telden vrouwen in die tijd niet mee. Er blijken nog meer extra mensen. Enorme kudden schapen, geiten, runderen. Laat ons het getal 600000 bekijken: 6 staat voor de mens. Duizendtallen wijzen op soldatengroepen. Dus wijst dit op de wereld; een machtige groep. 430 jaar hebben ze in Egypte gezeten. Tegen Abraham was gezegd dat z’n nakomelingen 400 jaar in miserie zouden zitten De eerste dertig jaar waren dus goeie jaren; 3 wijst op volheid, 3x10: dat moet een hele tijd geweest zijn waarin ze het goed hebbe gehad. Het getal 40 staat voor de tijd die nodig is om iets te snappen. Tien keer veertig … dan moeten ze ’t echt wel gesnapt hebben. Van 600000 mannen uittocht is historisch niks terug te vinden. Je kan dan ook niet letterlijk lezen en niet precies reconstrueren, wat er echt aan de bron heeft gelegen. Hier krijg je een hele liturgische context: ‘voor het pesachfeest gelden de volgende voorschriften …’ Besnijden wordt beslissend criterium om bij de gemeenschap te behoren. Het gaat hier duidelijk over een liturgische daad, beweging. Voor iedereen geldt dezelfde ‘tora’ (regel). De Heer leidt het volk in groepen uit Egypte. God zegt: ‘wijd alle eerstgeborene aan mij’. Da’s eigenlijk een derde feest. Zo vinden we uiteindelijk sporen terug van drie onderscheiden feesten: 1. Uittochtfeest 2. Landbouwfeest 3. Toewijding van alle eerstgeborene Dit valt in de maand Abib; da’s de oorspronkelijke Egyptische naam, krijgt later een andere naam. Laat dit gebruik een herinneringsteken zijn op uw arm en voorhoofd. De tefilim. Interessant boekje hier rond: Pearl Chaim, Wegwijs in het jodendom, Stichting Jad Achat, 1985/2003, isbn: 9071727122: interessant voor de joodse gebruiken te leren kennen. Jamin tovim: dagen waarop je wel moet vasten, maar ook mag koken. Verwerking Als kinderen jou op een onbewaakt moment plots vragen: wat doen jullie in de kerk en waarom eigenlijk?” Wat zou jij dan antwoorden? Vanuit het woord zich gedragen voelen om in die geest te herdenken, stimuleren, te herdenken, zelf op weg te zetten, rust en vrede uit te dragen, ‘ik zal er ook zijn’ voor anderen, altijd opnieuw Danken Ondenkbaar is uw dood: Jezus blijft voortleven. Specifiek naar het paasfeest. We komen samen, vrienden, luisteren naar het woord, herhalen wat Jezus heeft gedaan. Voorgoed: altijd blijven doen. Samenkomen met mensen die luisteren naar Jezus’ woorden, het verhaal van zijn leven, herinnerd worden aan Jezus’ daden, en opnieuw proberen hem na te leven. Samen bidden, gedenken, herdenken, gemeenschap, luisteren naar verhalen, uitleg bij die verhalen, geloven, sporen van Jezus volgen, leidraad, hulp. In flarden onze bestemming opgelicht weten, en m/weer mens worden vanuit een hernieuwd niet-ik-maar-Gij. De bedoeling is … maar het loopt spijtig genoeg vaak anders … bidden, zingen, danken, vieren, delen … Voorbeden spontaan laten doen als het kan (kleine groep). In praktijk staan we daar vaak ver af. Een spoor van licht, dat steekvlam geworden is, overslaand naar mensen die samen in Jezus’ voetspoor gaan Lectuuropdracht voor volgende keer: 31-t/m p 38