H U I S A R T K O R G O E D K O O P S & T V O E R N D E R S L A G Z O E V O O R S C H R I J V E N K : K A N D A T ? Resultaten van een praktijkproject I. RAMBOER In achtergestelde wijken en bij minder gegoede patiëntenpopulaties zouden huisartsen rekening moeten houden met de beperkte middelen waarmee deze patiënten moeten rondkomen. Dit kan vooreerst door te proberen het meest goedkope geneesmiddel voor te schrijven. Maar daar ligt het probleem vaak, want waar vinden artsen de informatie die hen daarbij kan helpen? Dr. Ramboer nam het initiatief om hierover een praktijkproject te maken. Hieruit blijkt dat goedkoper voorschrijven in ieder geval mogelijk is, zonder al te veel extra inspanningen. Onze groepspraktijk bevindt zich in de Brusselse volkswijk ‘De Marollen’ en heeft een populatie van patiënten die leven van een laag inkomen. De geneeskunde die wij er beoefenen bevat bijgevolg een belangrijke sociale component. Dit wil zeggen dat we naast de medische zorg steeds aandacht hebben voor de administratieve en financiële toestand van de patiënt. Onze artsen zijn zich dus bewust van het belang van de prijs die onze patiënten moeten betalen voor de geneesmiddelen die wij hen voorschrijven. Het is echter niet gemakkelijk om te weten welk geneesmiddel in zijn categorie het goedkoopst is. De markt van generische geneesmiddelen kent de laatste jaren een sterke uitbreiding, met een veelvoud aan merken tot gevolg. Bovendien wijzigen de geneesmiddelenprijzen voortdurend door economische en politieke mechanismen. In dit praktijkproject wilden we nagaan of wij in onze praktijk steeds een zo goedkoop mogelijk geneesmiddel voorschrijven aan onze patiënt en of wij onze gevoeligheid voor de financiële toestand van de patiënt ook daadwerkelijk omzetten in een goedkoper voorschrijfgedrag. per eenheid, het goedkoopst mogelijke equivalent met dezelfde bestanddelen (dus dezelfde generische naam) en dezelfde vorm (bijvoorbeeld bruistablet). Vervolgens berekende de computer het verschil in prijs per eenheid tussen elk geneesmiddel en zijn goedkoopste variant. Resultaten Op 47 consultaties werden er 103 geneesmiddelen geanalyseerd. Dit betekent een gemiddelde van 2,2 voorgeschreven geneesmiddelen per raadpleging. Tweeënzestig voorgeschreven geneesmiddelen (60%) bleken het goedkoopste product op de markt. Van 41 voorgeschreven geneesmiddelen (40%) bestond een goedkopere variant, ofwel van hetzelfde merk maar in een grotere verpakking (14, hetzij 15%), ofwel van een ander merk (26, hetzij 25%). Als we de geneesmiddelen met een goedkopere variant van hetzelfde merk buiten beschouwing laten, schreven we in 75% van de gevallen het goedkoopste merk voor. Deze resultaten veranderden niet volgens geslacht of leeftijdscategorie van de patiënten. De verschillen in prijsverdeling per eenheid tussen de voorgeschreven en de goedkoopste geneesmiddelen staan weergegeven in de figuur. Wanneer we de geneesmiddelen met een goedkopere variant van hetzelfde merk, maar in een grotere verpakking uit de analyse weren, dan blijft deze verdeling min of meer gelijk. Uit de figuur kan worden afgeleid dat het grootste deel van de geneesmiddelen waarvan een goedkopere variant bestond, tussen de 10 en de 30% in prijs verschilde met dit goedkopere product. Bespreking Methode In een Excel™-rekenblad registreerden we alle met de computer voorgeschreven geneesmiddelen gedurende één dag van consultaties, namelijk 25 april 2005. Alle vijf artsen van de groepspraktijk hadden die dag raadpleging. Op de site van het Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI: www.bcfi.be) zochten we voor ieder voorgeschreven geneesmiddel volgende gegevens op: de prijs 520 Huisarts Nu november 2006; 35(9) Alle artsen van de praktijk bespraken deze resultaten gezamenlijk. Ook het registratieformulier werd grondig bekeken om na te gaan welke voorgeschreven geneesmiddelen het grootste prijsverschil vertoonden met hun goedkoopste variant, en welke variant dat dan was. Tijdens deze bespreking, kwamen volgende punten naar voor: • Prijzen van geneesmiddelen: bij het opstellen van de lijst met de meest voorgeschreven geneesmiddelen in onze H U I S A R T S & O n d e r z o e k neesmiddelen beïnvloeden het voorschrijven van geneesmiddelen. Ook al zijn we op onze hoede, onbewust worden we toch beïnvloed door deze marketingtechnieken. • Standpunt van de artsen: ondanks de goede wil ontbreekt het artsen dikwijls aan informatie. Ze willen wel een goedkoper geneesmiddel voorschrijven, maar weten niet hoe ze die goedkopere variant kunnen vinden. Artsen hebben bovendien bepaalde geneesmiddelen ‘in hun pen’ zitten. De macht der gewoonte maakt dat ze steeds die geneesmiddelen voor40-50% 50-60% schrijven waarmee ze het meest ver2,4 7,3 trouwd zijn, zelfs al zijn die duurder. Een ander probleem is dat het vaak 3,8 11,5 om voorschriften van geneesmiddelen gaat die door een andere arts zijn opgestart. Voor het gemak en wegens tijdgebrek wordt telkens hetzelfde geneesmiddel voorgeschreven, zonder na te gaan of kan worden overgeschakeld op een goedkopere variant. Ten slotte zijn sommige goedkopere producten zodanig onbekend dat artsen vrezen dat ze niet voorradig zijn in de apotheek. Figuur: Verschil in prijs per eenheid tussen voorgeschreven en goedkoopste geneesmiddel. Prijsverschil in % % voorgeschreven geneesmiddelen 35 30 25 20 15 10 5 0 0-10% 10-20% 20-30% 30-40% Alle voorgeschreven geneesmiddelen 14,6 26,8 26,8 22,0 Zonder de geneesmiddelen waarvan de goedkopere variant een grotere verpakking is van hetzelfde merk 11,5 30,8 23,1 19,2 praktijk, maakten we er één met de publieksprijzen en een andere met het gewone remgeld. Als we alleen naar het te betalen remgeld kijken, dan zijn de prijsverschillen nog opvallender dan als we enkel de publieksprijzen vergelijken. • Standpunt van onze patiënten: we benaderden het voorschrijven van geneesmiddelen vanuit het perspectief van onze patiënten. Er zijn er die psychologisch ‘verknocht’ zijn aan hun geneesmiddelenmerk. Vaak heeft de goedkopere variant een eigenaardige naam, die niet zo goed in de mond ligt of niet zo bekend en dus minder vertrouwd is (bijvoorbeeld Moxitop® in plaats van Clamoxyl®). • Grote verpakkingen en duurdere geneesmiddelen: een grotere verpakking voorschrijven doet de prijs per eenheid van het geneesmiddel dan wel dalen, maar jaagt de totale kost van de voorgeschreven geneesmiddelen tijdens één consultatie de hoogte in. Dit is niet onbelangrijk als we weten dat onze patiënten vaak van dag tot dag leven en ze op dat moment slechts heel kleine sommen geld ter beschikking hebben. Soms is het dan weer beter voor de patiënt als we hem een duurder geneesmiddel voorschrijven, bijvoorbeeld bij benzodiazepines: een hogere prijs kan hem wellicht stimuleren om er minder van te gebruiken. Over het algemeen reageren onze patiënten heel positief als we hun een goedkopere variant voorstellen. • Lobbytechnieken van de farmaceutische firma’s: zowel de ‘klassieke’ firma’s als de producenten van generische ge- Besluit Met 75% van de voorgeschreven producten waarvoor geen goedkoper merk te vinden was, doen we het in onze praktijk zeker niet slecht. En toch menen we nog beter te kunnen. Zo werd voorgesteld om in de toekomst meer gebruik te maken van de internetsite van het BCFI, waar de prijzen van de geneesmiddelen snel en gemakkelijk kunnen worden opgezocht. Deze site wordt bovendien regelmatig aangepast. Daarnaast stelden we een lijst op van de meest voorgeschreven geneesmiddelen in de praktijk, met vermelding van hun goedkoopste variant. Tijdens de consultaties ligt deze lijst steeds in de buurt. Intussen zijn de meeste artsen in onze groepspraktijk het gebruik van de site en het raadplegen van de lijst met de vaakst voorgeschreven geneesmiddelen al goed gewoon. AUTEUR I. Ramboer was ten tijde van dit praktijkproject huisarts in beroepsopleiding in de groepspraktijk ‘Le Miroir’ in Brussel. Huisarts Nu november 2006; 35(9) 521