1 HR: ook schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid bij latere feiten en omstandigheden Ook feiten en omstandigheden die zich hebben voorgedaan na de totstandkoming van een rechtshandeling, kunnen een schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid veroorzaken. Een rechtspersoon moet er dus voor zorgen dat hij niet door personen wordt vertegenwoordigd die daartoe niet bevoegd zijn. Dat oordeelde de Hoge Raad in een zaak waarin partijen een vaststellingsovereenkomst hadden gesloten, die later getekend bleek te zijn door een onbevoegde vertegenwoordiger. Na ondertekening van de vaststellingsovereenkomst was ook de dagvaarding in kort geding doorgeleid naar de onbevoegde vertegenwoordiger en was deze verschenen. Daarnaast waren de kosten van het bindend advies waarin de vaststellingsovereenkomst voorzag, voldaan. Deze feiten en omstandigheden dateren allemaal van na de ondertekening van de vaststellingsovereenkomst, maar leidden volgens de Hoge Raad niettemin tot de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid bij het aangaan van de vaststellingsovereenkomst. Dit betekent dat de onbevoegd vertegenwoordigde rechtspersoon toch aan de vaststellingsovereenkomst was gebonden. Deze uitspraak is in lijn met eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin al was bepaald dat een schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid ook door een niet-doen kan worden gewekt, waarbij het niet ter zake doet of een gedeelte van de omstandigheden zich heeft voorgedaan na de totstandkoming van de overeenkomst. De schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid wordt door de Hoge Raad dus ruim uitgelegd. Hieruit volgt weer eens dat een rechtspersoon ervoor moet waken dat hij niet door personen wordt vertegenwoordigd die daartoe niet bevoegd zijn, want dan kan het dus gebeuren dat de rechtspersoon toch gebonden is. Dat is in veel gevallen uiteraard onwenselijk. De uitspraak onderstreept ook hoe belangrijk het is om te controleren of de persoon die de wederpartij vertegenwoordigt daartoe bevoegd is. In het algemeen zal men voor de gebondenheid van de contractuele wederpartij aan een overeenkomst niet afhankelijk willen zijn van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. De Brauw Blackstone Westbroek -1/2- 10.06.2015 2 De Brauw Blackstone Westbroek -2/2- 10.06.2015