IE03 impuls 16 25-02-2008 14:12 Pagina 1 Katern voor scholing, her- en bijscholing 16 Een uitgave van Intech Elektro & ICT en OTIB maart 2007 inHoud 1 Basiskennis Stroomkring en richtingspijlen voor spanning en stroom Stroomkring en richtingspijlen 3 voor spanning en stroom 6 Fotowedstrijd ‘zo moet het niet’ Cursusaanbod We besteden hier aandacht aan de berekening van elektrische schakelingen. Verklaard wordt, beginnend met de grondstroomkring, wat we verstaan onder richtingspijlen voor spanning en stroom en hoe je die kunt toepassen. Getoond wordt, hoe je de serie- en parallelschakeling van weerstanden kunt berekenen. Tot slot wordt nog ingegaan op de beide, naar Gustav Robert Kirchhoff genoemde wetten van Kirchhoff, de stroomwet voor een knooppunt en de spanningswet voor een maas. Bij elektrische netwerken gaat het om schakelingen die weerstanden en spanningsbronnen bevatten. Het eenvoudigste elektrische netwerk is de zogenoemde grondstroomkring, die bestaat enkel uit een ideale spanningsbron 1) en een belastingsweerstand (afbeelding 1). Richtingspijlen voor spanning en stroom In afbeelding 1 staan pijlen voor de spanning U en de stroom I, de zogenoemde richtingspijlen voor spanning en stroom. Je moet er hierbij opletten dat deze pijlen willekeurig kunnen worden geplaatst. Ze zeggen niets over de werkelijke richting van spanning en Q spanningsbron klem A I Uq U R B belastingsweerstand Spanningsdelers en gelijkstroomnetwerken stroom, maar leggen slechts vast in welke richting positief wordt gerekend. Komt in een schakeling door een berekening een negatieve getalswaarde, bijvoorbeeld voor een stroom, dan betekent dit alleen dat de stroom in de omgekeerde richting gaat, dus tegengesteld aan de pijl. Willen we aan een schakeling rekenen, dan moeten we voor elke tak een pijl voor de stroom invoeren, en ook aan de spanningsbronnen moet een richtingspijl voor de spanning worden toegekend. In afbeelding 1 volgt de stroom I uit de Wet van Ohm, te weten: I= U R Geleidende verbindingen in een schakeling worden door een lijn voorgesteld. Een punt symboliseert dat verschillende leidingen elektrisch zijn verbonden. We spreken dan van een knooppunt (afbeelding 2). Serieschakeling van weerstanden Een serieschakeling van weerstanden wordt bij een onvertakte stroomkring door een enkele vervangingsweerstand weergegeven klem 1) Een ideale spanningsbron levert een constante spanning die onafhankelijk is van de belastingsstroom. Werkelijke span- 1. Grondstroomkring die bestaat uit een spannings- ningsbronnen, waarbij de spanning afhankelijk is van de bron, belastingsweerstand, richtingspijl voor span- belasting, worden in een van de volgende edities van Impuls ning en stroom. behandeld. 16 1 IE03 impuls 16 25-02-2008 14:12 Pagina 2 stroomkring en richtingspijlen voor spanning en stroom 2. Knooppunt I I R1 met vier aftakkingen. I3 I4 Uq U R2 Uq U Rtot = R1 + R2 + R3 knooppunt I1 I2 R3 3. Serieschakeling van weerstanden en vervangingsschakeling. (afbeelding 3). Deze heeft als weerstand de som van de afzonderlijke weerstanden. Voor de schakeling in afbeelding 3 geldt: R1 • R2 R tot = R1 + R2 Rekenen met geleidingen R tot = R 1 + R 2 + R 3 Bij toepassing van de vervangingsweerstand R tot vloeit dezelfde stroom I als bij de drie afzonderlijke weerstanden. Over het algemeen geldt dus voor een serieschakeling: R tot = R 1 + R 2 + R 3+… Als je bij een parallelschakeling de zogenoemde geleiding (omgekeerde van de weerstand) neemt, is de totale geleiding gemakkelijk te berekenen. Dan geldt: van Kirchhoff de ene stroom altijd uit de andere kan worden berekend, met andere woorden daaruit volgt. Laten we aannemen dat bij de stromen in afbeelding 5 de volgende waarden worden gemeten: I1 = 3A; I2 = 4A; I3 = –2A; I4 = 5A. Voor I5 volgt met vergelijking (2): Gtot = G1 + G2 + G3 + ... We hoeven dus de geleidingen alleen maar op te tellen. I5 = I2 + I3 + I4 – I1 I5 = 4A–2A+5A–3A I5 = 4A Parallelschakeling van weerstanden Ook bij de parallelschakeling van weerstanden behoort een vervangingsweerstand. Voor de schakeling conform afbeelding 4 geldt: R tot = 1 1 1 1 1 + + + R1 R2 R3 R4 En over het algemeen: R tot = 1 1 1 1 + + + ... R1 R2 R3 Knooppuntswet van Kirchhoff De knooppuntswet van Kirchhoff zegt: Alle naar een knooppunt vloeiende stromen zijn samen nul. Laten we hiervoor eens kijken naar het knooppunt in afbeelding 2. Omdat de beide stromen I3 en I4, preciezer aangeduid de stroompijlen, niet naar het knooppunt wijzen, maar juist ervan af, moeten we deze beide stromen van een negatief teken voorzien, zodat voor afbeelding 2 geldt: I1 + I2 – I3 – I4 = 0 Kijken we vervolgens naar het voorbeeld in afbeelding 5, dan luidt de vergelijking: I1 – I2 – I3 – I4 + I5 = 0 (2) Bij een knooppunt kunnen nooit aan alle deelstromen willekeurige waarden worden toegekend, omdat door de knooppuntswet 4. Parallelschakeling van weerstanden en overeenkomstige vervangings- R1 16 2 R2 R3 R4 Rtot schakeling. met vijf aftak- I2 I3 kingen en richtingspijlen voor I4 I1 de stroom. I5 Spanningswet voor mazen van Kirchhoff (1) Overigens is bij de parallelschakeling de vervangingsweerstand altijd kleiner dan de kleinste van de afzonderlijke weerstanden. Bij de serieschakeling is de vervangende weerstand altijd groter dan de grootste afzonderlijke weerstand. Staan er slechts twee weerstanden parallel, dan krijg je door vergelijking (1) om te werken: 5. Knooppunt De spanningswet van Kirchhoff luidt: In een willekeurige maas (van een netwerk) is de som van de deelspanningen, die in dezelfde richting wijzen, nul. We moeten dus bijvoorbeeld alle deelspanningen in een elektrische schakeling, die in de maas met de klok mee lopen, positief tellen. Is een deelspanning tegen de klok in georiënteerd, dan moet deze met een negatief teken worden aangeduid. Een maas is gedefinieerd als een willekeurige, gesloten weg, dat wil zeggen het einde van de maas komt met het begin overeen. Als voorbeeld nemen we de schakeling in afbeelding 6. Deze heeft twee spanningsbronnen, Q1 en Q2. Verder zijn er in de schakeling nog vijf weerstanden en drie IE03 impuls 16 25-02-2008 14:12 Pagina 3 stroomkring en richtingspijlen voor spanning en stroom R3 U3 U1 I1 I3 R1 spanningsdelers en gelijkstroomnetwerken Uq2 U4 I4 U3 Q2 Uq2 M1 U1 U4 R4 M3 Uq1 Q1 R2 U2 U5 I2 R5 Uq1 M4 I5 M1: M2: M3: M4: M5: U5 U2 M5 6. Vertakte stroomkring met richtingspijlen voor stroom en spanning. knooppunten. Belangrijk: de richtingpijlen voor de stromen worden eerst vastgelegd, en wel willekeurig. Vervolgens tekenen we de richtingspijlen voor de deelspanningen, en wel bij de weerstanden steeds in dezelfde richting als de stromen. Er kunnen nu meerdere maasvergelijkingen worden opgesteld, omdat er immers willekeurige, gesloten wegen kunnen worden gekozen (zie daarvoor ook afbeelding 7): M2 7. Vertakte stroomkring met richtingspijlen en mazen. – U3 –Uq2 – U4 = 0 U2 + U4 + U5 = 0 – U3 – Uq2 + U5 + U2 = 0 – Uq1 + U1 – U3 – Uq2 + U5 = 0 – Uq1 + U1 + U4 + U5 = 0 M1 tot M5 te werk zijn gegaan: • de mazen worden altijd met de klok mee doorlopen; • tegen de klok in aangegeven spanningen hebben we negatief meegeteld, met andere woorden in de vergelijking voorzien van een minteken. We vatten nog een keer samen hoe we bij de opstelling van deze maasvergelijkingen Spanningsdelers en gelijkstroomnetwerken Hoe werkt de spanningsdeler en hoe kom je op de wiskundige betrekkingen die de regels voor spanningsdelers vormen? Verder wordt uitgelegd hoe met de Wet van Ohm en met de Wet van Kirchhoff een gelijkstroomnetwerk kan worden berekend. I1 U1 R1 IL = 0 Q Uq tingspijlen moet omgaan. Met deze regels en met de Wet van Ohm kunnen we eenvoudige gelijkstroomnetwerken onderzoeken. Regels voor spanningsdelers De spanningsdeler in afbeelding 1 bestaat uit de beide in serie geschakelde weerstanden R1 en R2 en de ideale spanningsbron Q met de bronspanning Uq. De spanning U2 wordt over de weerstand R2 genomen. Let erop dat de uitgang van de spanningsdeler niet belast is, met andere woorden de belastingsstroom bedraagt IL= 0 A. Je kunt je nu afvragen hoe de uitgangsspanning U2 afhankelijk is van de ingangsspanning U en van de weerstanden R1 en R2. Als eerste bepalen we met de Wet van Ohm de stroom I: U R2 (1) U2 Als tweede stap bepalen we de spanningsval over de weerstand R 2, ook met de Wet van Ohm. Dat geeft met de vergelijking (1): 1. Spanningsdeler. In ‘Stroomkring en richtingspijlen voor spanning en stroom’ zijn de wetten van Kirchhoff behandeld en is uitgelegd hoe je met rich16 3 IE03 impuls 16 25-02-2008 14:12 Pagina 4 spanningsdelers en gelijkstroomnetwerken Instellen van een deelspanning Na omwerking van de vergelijking volgt: (2) Bij vergelijking (2) gaat het om de zogenoemde spanningsdelerregel. Deze regel zegt: Bij een spanningsdeler verhoudt zich de deelspanning tot de totale spanning als de deelweerstand tot de totale weerstand. Voor U1 (spanning over weerstand R 1) kan met vergelijking (1) worden berekend: (3) Na omwerking van vergelijking (3) komen we op: Als we voor zowel de deelspanning U2 als de stroom I een bepaalde waarde willen krijgen, dan geldt dat beide weerstanden R 1 en R 2 moeten worden ingesteld. Kijken we hiervoor naar een voorbeeld, waarbij gegeven is: Uq = 18 V, I = 10 mA, U2 = 12 V En waarbij wordt gevraagd: R 1, R 2 De oplossing: omzetten van vergelijking (1) geeft dan: (4) Vergelijking (4) is de eerste vergelijking, die moet worden opgelost. (We hebben twee vergelijkingen nodig, want er zijn twee onbekenden, namelijk R 1 en R 2). Daarom nemen we vergelijking (2) die luidt: (5) Daarmee verhouden de deelspanningen U1 en U2 zich als volgt tot elkaar: We kunnen nu vergelijking (4) in vergelijking (5) invullen en dat levert op: (6) Dit geeft met vergelijking (6) en de gegeven waarden: Bekijken we hierbij een voorbeeld, waarbij gegeven is: Uq = 12 V, R 1= 8 Ω, R 2 = 4 Ω En waarbij wordt gevraagd: I, U1, U2 Dan is de oplossing met: vergelijking (1): Door omwerken van vergelijking (4) volgt voor R 1 vergelijking (3): Proef op de som: vergelijking (2): De som van de deelspanningen U1 en U2 geeft de totaalspanning weer, met andere woorden de spanning Uq van de bron. Dat is uiteindelijk de consequentie van de maaswet van Kirchhoff, die luidt: Zo is U2 ook als volgt te berekenen: Berekeningen aan een gelijkstroomnetwerk In afbeelding 2 wordt een gelijkstroomnetwerk getoond met de spanningsbron Q, de drie weerstanden R 1, R 2 en R 3 en ook een aan de klemmen aangesloten belastingsweerstand R L. Gevraagd worden de stromen I1, I2 en I3 en de spanning UL, die over de klemmen komt te staan. We zetten vervolgens twee maasvergelijkingen op: (7) 16 4 IE03 impuls 16 25-02-2008 14:12 Pagina 5 spanningsdelers en gelijkstroomnetwerken (8) In de vergelijkingen (7) en (8) zijn drie onbekenden, namelijk I1, I2 en I3. Uit de wiskunde weten we dat er altijd zoveel vergelijkingen nodig zijn, als er onbekenden zijn. Met andere woorden, er ontbreekt nog een vergelijking. Hiervoor gebruiken we de knooppuntswet van Kirchhoff: R1 I1 R3 I3 I2 Uq Q R2 UL RL (9) Nu moeten we de drie onbekenden door een juiste substitutie bepalen. Hiervoor zetten we in vergelijking (8) in plaats van de stroom I3 2. Eenvoudig gelijkstroomnetwerk met twee mazen voor het opstellen van de maasvergelijkingen. Uq = 12 V, R 1 = 4 Ω, R 2 = 6 Ω, R 3 = 2 Ω, R L = 5 Ω I3 = I1 – I2 En waarbij wordt gevraagd: I1, I2, I3, UL en krijgen dan voor vergelijking (8): (10) Dan is hierbij de oplossing met: vergelijking (12): Als we nu de vergelijkingen (7) en (10) bekijken, dan zijn er nog maar twee onbekenden, namelijk I1 en I2 en daarmee zijn we al een flink stuk verder. Uit vergelijking (10) volgt: (11) vergelijking (13): Nu zetten we de vergelijking (11) in (7) en elimineren daardoor ook nog I2: vergelijking (14): vergelijking (15): (12) Vergelijking (11) geeft dan I2: (13) En met vergelijking (9) kunnen we I3 berekenen: (14) Voor Ul kunnen we invullen: (15) We kijken naar een rekenvoorbeeld, waarbij gegeven is: 16 5 IE03 impuls 16 25-02-2008 14:12 Pagina 6 fotowedstrijd cursusaanbod Fotowedstrijd ‘Zo moet het niet!’ Prijswinnaar van deze maand Onder het motto ‘Zo moet het niet’ gaat Intech Elektro en ICT op zoek naar foto’s van slecht of foutief uitgevoerde installaties. Inzenders van wie de foto’s worden geplaatst in Intech kunnen rekenen op een technisch handboek van Isso ter waarde van maar liefst 245 euro. Het handboek bestaat uit twee delen en bevat ruim 1.400 pagina’s aan technische kennis. Vermeldt u alstublieft kort en bondig welke fouten te zien zijn op de foto en uiteraard ook uw naam en adres. Mail of stuur uw foto’s naar: Redactie Intech Elektro en ICT ‘Zo moet het niet’ [email protected] Postbus 188 2700 AD Zoetermeer Ger Hermsen van Kwakkernaat Elektrotechniek – Kabeltelevisie uit Nijmegen is deze maand de winnaar van de fotowedstrijd. Dat studentenhuizen vaak niet uitblinken qua veiligheid is een publiek geheim. De fotoserie laat zien dat het in dit geval echt bar en boos is. Hermsen ontvangt het handboek Installatietechniek van Isso. Van harte gefeliciteerd namens de redactie! Onder: Er zit een gat in de ruit. Dat is handig! Hoeven we geen gat te boren, kunnen we de leiding er zo doorheen steken. Dit scheelt tijd en bespaart de nodige energie! We dachten in eerste instantie dat deze bruine leiding zou fungeren als aardleiding die dan zou worden gekoppeld met de aardelektrode in de kelder. De leiding loopt van de eerste verdieping, waar zich de schakel- en verdeelinrichting bevindt, naar het trapgat in de kelder. Een logische gedachtegang toch? Niemand zal toch bedenken dat dit een faseleiding is? En jawel hoor! Dit is echt een faseleiding, nog wel vanaf de hoofdzekering van het GEB! Trouwens, ook een handig draadje als je van de trap valt, dan kun je je daaraan vasthouden als ‘schrikreactie’. Cursusaanbod www.tetrixbedrijfsopleidingen.nl, www.edunoord.nl, www.roizwn.nl Er zijn veel cursussen op het terrein van gelijkstroomnetwerken en elektrische schakelingen. Ga voor meer info naar www.otib.nl NEN3140/NEN-EN 50110 Bedrijfsinstallaties Voor wie? Onderhoudsfunctionaris, installateur, electrotechnicus en medewerkers technische dienst Waar? www.technotrans.nl, www.booa.nl, www.eselektro.nl, www.rovc.nl, www.pilz.nl Basiskennis elektrotechniek Voor wie? Elektromonteur, vmbo opleidingsniveau en medewerkers van elektrotechnische (installatie)bedrijven Waar? www.roi-brabant.nl, www.cursusloket.nl, www.vakopleidingtechniek.nl, www.SBKadvies.nl, www.mikrocentrum.nl, www.bouwradius.nl, www.cbt-trainingen.nl, www.elsevieropleidingen.nl, 16 6 opfris laag- Hoogspanning Voor wie? Servicemonteurs, engineers, installatieverantwoordelijken en inspecteurs Waar? www.elsevieropleidingen.nl spanningsinstallaties Voor wie? Monteur, vakbekwaam persoon, bevoegd persoon en technicus Waar? www.cursusloket.nl, www.bouwradius.nl, www.argus.nl, www.mikrocentrum.nl, www.edunoord.nl, www.rovc.nl, www.rockopnh.nl, www.kenteq.nl, www.vanderheide.nl Onderhoud, storingen en metingen aan sterkstroominstallaties Voor wie? Monteur op monteur sterkstroom installatiesniveau Waar? www.cursusloket.nl, www.kenteq.nl NEN 1010 voor monteurs Voor wie? Uitvoerende monteurs Waar? www.cursusloket.nl, www.SBKadvies.nl, www.elektrowerk.nl, www.ponsioen.biz Inspectie laagspanningsinstallaties NEN 3140/NEN-EN 50110 Voor wie? Leidinggevende, hoofd technische dienst, inspecteur laagspanning en installatieverantwoordelijke Waar? www.elektroraad.nl, www.kenteq.nl, www.vanderheide.nl Elektrisch schakelen Voor wie? Werktuigbouwkundigen, operators, machinisten, sales engineers en onderhoudstechnicus Waar? www.rovc.nl, www.gilde-bt.nl, www.edunoord.nl, www.cursusloket.nl Elektrisch schakelen, gevorderd Voor wie? Servicetechnicus, technicus, servicemonteur en onderhoudsmonteur Waar? www.roccontract.nl, www.elsevieropleidingen.nl