LANDEN 1 1) Op deze afbeeldingen ontbreken de

LANDEN
1
1) Op deze afbeeldingen ontbreken de namen van de landen. Probeer die namen terug te
vinden.
2) Beschrijf ook elk plaatje en schrijf een zinnetje. Probeer werkwoorden en structuren te
gebruiken zoals : kunnen, de gelegenheid hebben om ... te ... , de mogelijkheid hebben om ...
te ... , zien, bewonderen, bekijken, bezoeken, bezichtigen, enz.
------------1) Les noms des pays sont absents sur ces illustrations. Essayez de les retrouver.
2) Décrivez également chaque dessin en construisant une phrase. Essayez d'utiliser des verbes
et des structures tels que : kunnen, de gelegenheid hebben om ... te ... , de mogelijkheid
hebben om ... te ... , zien, bewonderen, bekijken, bezoeken, bezichtigen, enz.
Voorbeeld / Exemple :
1. België (Brussel)
2. Daar kun/kan je het Atomium zien : elk van de negen bollen
stelt een ijzeratoom voor.
1) ............................
2) .........................................................
.........................................................
1) ...............................
2) .........................................................
..........................................................
2
1) ................................
2) ........................................................
.........................................................
1) ............................
2) ................................................
................................................
1) ................................
2) ..........................................................
..........................................................
1) .................................
2) ........................................................
........................................................
1) .................................
2) ...........................................................
...........................................................
1) ........................................
2) ..........................................................
.........................................................
3
1) ...........................
2) .......................................................
.......................................................
1) .................................
2) ...........................................................
...........................................................
1) ................................
2) ................................................
................................................
1) ................................
2) ..........................................................
..........................................................
Modèles de réponses / Antwoordmodellen
1) Egypte
2) In dat land kun je de piramiden bewonderen. Daar kun je ook op een kameel rijden.
♣
1) Italië (Venetië)
2) Daar heb je de gelegenheid om een ritje met/op een gondel te maken door de grachten.
Woordenschat : de rit : le trajet, la promenade / de gondel : la gondole
♣
1) Griekenland (Athene)
2) In Athene kan je het Parthenon op de Akropolis bewonderen. Dit tempelgebouw voor de
stadsgodin Athena Parthenos werd tussen 447 en 432 v. Chr. gebouwd.
♣
1) Nederland
2) In Nederland is het nog mogelijk oude windmolens te zien. De windmolens dienden om graan te
malen en om grondwater op te pompen.
Woordenschat : dienen om ... te + infinitief : servir à + infinitif / het graan : les grains / malen :
moudre
♣
1) Mexico
2) Daar kan je Mexicanen ontmoeten die vaak een sombrero dragen en die graag gitaar spelen. In de
Mexicaanse woestijn (Sonarawoestijn of Sonaraanse woestijn) kan je veel cactussen zien.
Woordenschat : de woestijn : le désert
♣
1) Zwitserland
2) Daar is het mogelijk om in de bergen te skiën.
♣
1) De Verenigde Staten (New York)
2) In New York kun je het Vrijheidsbeeld bewonderen. Het standbeeld werd in 1886 door Frankrijk
aan de VS geschonken als teken van vriendschap.
Woordenschat : het standbeeld : la statue / schenken (schonk, geschonken) = bieden (bood,
geboden) / het teken : le signe
♣
1) Frankrijk (Parijs)
2) Daar heb je de gelegenheid om de Eiffeltoren te bezoeken. Dit driehonderd meter hoge
monument is in 1889 ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling gebouwd door Gustave Eiffel.
Woordenschat : ter gelegenheid van : à l'occasion de / de wereldtentoonstelling : l'exposition
universelle
♣
1) Duitsland (Berlijn)
2) In Berlijn kun je de Brandenburger Tor (Bandenburgse Poort) bewonderen. Het is de enige
bewaard gebleven stadspoort van Berlijn. Het symbool van Berlijn is een beer.
Woordenschat : de enige ... : l'unique ... / bewaren : conserver / de stadspoort : la porte de la ville /
de beer : l'ours
♣
1) Spanje (Barcelona)
2) In het centrum van Barcelona heb je de gelegenheid om de monumentale kerk La Sagrada
Familia te bezoeken. Dat is het symbool van de stad geworden.
♣
1) Italië (Rome)
2) In deze stad kun je het beroemde Colosseum bewonderen en bezichtigen. Hier werden in de
Oudheid de gladiatorengevechten gehouden.
Woordenschat : beroemd = bekend / het gevecht : le combat
♣
1) Groot-Brittannië of het Verenigd Koninkrijk (Londen)
2) In deze stad kan je Big Ben en de Tower Bridge zien. Big Ben is de bijnaam van de grote klok
die in de klokkentoren van het Palace of Westminster (het Paleis van Westminster) hangt. De Tower
Bridge is één van de beroemdste bruggen over de Thames in Londen en werd in 1894 gebouwd. Je
kunt de wisseling van de wacht (of de aflossing van de wacht) bij Buckingham Palace zien. Je kunt
ook met een dubbeldekker de stad bezoeken.
Woordenschat : de klok : la cloche / de klokkentoren : le clocher / de wisseling van de wacht (de
aflossing van de wacht) : la relève de la garde / de dubbeldekker : le bus à impériale