V. 1.3 25 augustus 2010 – DCMR en ZHZ SAMENWERKINGSOVEREENKOMST Partijen: 1. Burgemeester en Wethouders van de gemeente ………………...., vertegenwoordigd door ………………..…………….., daartoe gemachtigd ingevolge het besluit van Burgemeester en Wethouders van <datum>, <kenmerk>, verder te noemen “de gemeente”, …………..…. en 2. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, vertegenwoordigd door mr. F.D. van Heijningen daartoe gemachtigd ingevolge het besluit van Gedeputeerde Staten,van 18 mei 2010, PZH-2010-172943574 verder te noemen “de provincie”, Overwegen het volgende: a b c d e f g Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd gezag voor de beslissing op de vergunningaanvraag en de handhaving ten aanzien van bouwen en aanverwante activiteiten, activiteiten met betrekking tot monumenten, milieugerelateerde activiteiten voor bepaalde inrichtingen. Daarnaast zijn zij integraal verantwoordelijk voor de vrijheid van het verkeer en voor de instandhouding, bruikbaarheid en veiligheid van de gemeentelijke wegen; Gedeputeerde Staten zijn bevoegd gezag voor de vergunningverlening en de handhaving ten aanzien van milieugerelateerde activiteiten voor bepaalde inrichtingen binnen de gemeente. Daarnaast zijn zij integraal verantwoordelijk voor de vrijheid van het verkeer en voor de instandhouding, bruikbaarheid en veiligheid van de provinciale wegen; Per 1 oktober 2010 treedt de Wabo in werking; Gedeputeerde Staten zijn op grond van de Wabo bevoegd gezag voor de beslissing op de vergunningaanvraag en de handhaving indien de aanvraag betrekking heeft op een IPPC- en BRZO – inrichting of een gesloten stortplaats, zoals bedoeld in artikel 3.3 en 3.4 van het Besluit omgevingsrecht, alsmede voor de vergunningverlening en de handhaving met betrekking tot de wegen waaraan voornoemde inrichtingen zijn gelegen; Burgemeester en Wethouders zijn op grond van de Wabo bevoegd gezag voor de beslissing op de vergunningaanvraag en de handhaving van een vergunning voor alle overige aanvragen alsmede voor de vergunningverlening en de handhaving met betrekking tot de wegen waarop de bewuste aanvraag betrekking heeft; Partijen realiseren zich dat zij vanaf de inwerkingtreding van de Wabo als bevoegd gezag werkzaamheden moeten verrichten, die tot dat moment werden verricht door de andere partij, die daarvoor als deskundige partij geldt. De deskundigheid van de gemeente betreft met name de ervaring met en de kennis van de lokale situatie, het lokale beleid en de lokale regelgeving op het gebied van bouwen, slopen, kappen, monumenten en gemeentelijke wegen. De deskundigheid van de Samenwerkingsovereenkomst Wabo gemeenten en Provincie Zuid-Holland m.i.v. 1 oktober 2010, v.1.3 2 h i j k l provincie betreft met name de ervaring met en de kennis van de situatie op en om provinciale wegen, de regelgeving ter zake van provinciale wegen en het provinciale wegenbeleid. Ten aanzien van de provinciale en gemeentelijke wegen houden partijen onverkort vast aan het uitgangspunt van integraal wegbeheer, zoals omschreven in de overwegingen a en b. Partijen zijn bereid en in staat elkaar over en weer te ondersteunen bij de uitvoering van de in overweging f bedoelde werkzaamheden waar het betreft de ondersteuning bij het verlenen van vergunningen, bij het uitoefenen van toezicht en handhaving en bij het bieden van rechtsbescherming. Partijen hebben daartoe de hieronder weergegeven afspraken gemaakt, een en ander nader uitgewerkt in de Productencatalogus en afzonderlijke werkafspraken. De wetgever heeft het bevoegd gezag uitdrukkelijk de mogelijkheid geboden om zich bij de verlening en handhaving van omgevingsvergunningen in het kader van de Wabo door andere bestuursorganen te laten ondersteunen. Deze interbestuurlijke samenwerking is neergelegd in deze samenwerkingsovereenkomst. De in overweging i bedoelde afspraken laten de wettelijke bevoegdheden van partijen op grond van de Wabo en andere wetten onverlet. Op 1 januari 2011 zal de provincie onder andere, de uitvoering van de provinciale milieutaken overdragen aan de regionale uitvoeringsdienst, waarin beide partijen deelnemen. Deze overdracht betreft niet de bevoegdheden van Gedeputeerde Staten, maar uitsluitend de feitelijke uitvoering van deze taken. Komen het volgende overeen: Artikel 1. Begripsbepalingen a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; provincie: de provincie Zuid-Holland; Provinciale Staten: Provinciale Staten van Zuid-Holland; Gedeputeerde Staten: het College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland; gemeente: de gemeente; Burgemeester en Wethouders: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente; vergunning: omgevingsvergunning in de zin van de artikelen 2.1 en 2.2, van de Wabo; bevoegd gezag: het bestuursorgaan dat de Wabo als zodanig aanwijst, te weten Burgemeester en Wethouders of Gedeputeerde Staten; deskundige partij: de partij die niet bevoegd gezag is; IPPC- inrichting: een inrichting waarop de IPPC-richtlijn 2008/1/EG van toepassing is; BRZO-inrichting: een inrichting waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Stb. 1999, 234) van toepassing is; bouwen en aanverwante activiteiten: activiteiten met betrekking tot bouwen, aanleggen, brandveilig gebruik, wijziging van een monument, kappen, slopen en planologische afwijking; activiteiten met betrekking tot een weg: activiteiten als bedoeld in artikel 2.2, lid 1 , onder e tot en met j, op, langs of boven een gemeentelijke dan wel provinciale weg; Samenwerkingsovereenkomst Wabo gemeenten en Provincie Zuid-Holland m.i.v. 1 oktober 2010, v.1.3 3 n. tijdig: binnen de in de werkafspraken overeengekomen termijn o. ambtelijk niveau: door ambtenaren op basis van mandaat van het desbetreffende bestuursorgaan. Artikel 2. Onderwerp en reikwijdte van de overeenkomst 1. De gemeente verleent als deskundige partij op verzoek van de provincie ondersteuning bij de uitvoering van de Wabo bij: a. het beslissen op vergunningaanvragen zoals genoemd in overweging d en uitgewerkt in artikel 3, voor zover het betreft a.1 bouwen en aanverwante activiteiten; a.2 activiteiten met betrekking tot een gemeentelijke weg; . b. het uitoefenen van toezicht en handhaving op verleende vergunningen zoals genoemd in overweging d en uitgewerkt in artikel 4, voor zover het betreft b.1 bouwen en aanverwante activiteiten; b.2 activiteiten met betrekking tot een gemeentelijke weg; . c. het voeren van rechtsbeschermingsprocedures in het kader van vergunningverlening en/of toezicht en handhaving, zoals uitgewerkt in artikel 5, voor zover het betreft c.1 bouwen en aanverwante activiteiten; c.2 activiteiten met betrekking tot een gemeentelijke weg; . 2. De provincie verleent als deskundige partij op verzoek van de gemeente ondersteuning bij de uitvoering van de Wabo bij activiteiten met betrekking tot provinciale wegen. 3. Integraal onderdeel van deze overeenkomst is de Productencatalogus. Hierin zijn de diverse onderdelen die deel kunnen uitmaken van de processen vergunningverlening, handhaving en rechtsbescherming uitgewerkt. Daarnaast zijn werkafspraken gemaakt met betrekking tot de feitelijke samenwerking, onder andere op het gebied van termijnen, vergoedingen en kwaliteit. De Productencatalogus en de werkafspraken zijn leidend voor de wijze waarop de ondersteuning wordt verleend. 4. Partijen kunnen overeenkomen dat de deskundige partij ondersteuning verleent waarop de Productencatalogus niet van toepassing is. Een dergelijke opdracht wordt vastgelegd in een separate, schriftelijke opdracht. 5. Partijen verrichten de in lid 1 bedoelde werkzaamheden met de zorgvuldigheid van een redelijk handelend en redelijk bekwaam bestuursorgaan. 6. De werkafspraken, onder andere met betrekking tot de werkprocessen, te hanteren termijnen en de facturering, worden op ambtelijk niveau afgestemd en vastgesteld. 7. Deze overeenkomst is niet van toepassing op wettelijk verplichte verklaringen van een ander bestuursorgaan dan het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning, zoals het afgeven van een verklaring van geen bedenkingen of het geven van wettelijk verplicht advies (artikel 2.26 en 2.27, van de Wabo). 8. Op deze overeenkomst zijn de algemene (leverings- of inkoop)voorwaarden van partijen niet van toepassing. Samenwerkingsovereenkomst Wabo gemeenten en Provincie Zuid-Holland m.i.v. 1 oktober 2010, v.1.3 4 Artikel 3. Samenwerking op het gebied van vergunningverlening 1. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het tijdig en zorgvuldig nemen van een beslissing op een vergunningaanvraag, waaronder begrepen het (deels) weigeren of buiten behandeling stellen. 2. Ondersteuning bij het beslissen op een vergunningaanvraag houdt in het op verzoek van het bevoegd gezag voorbereiden en opstellen van (een deel van) een vergunning door de deskundige partij en het tijdig ter beschikking stellen daarvan aan het bevoegd gezag. 3. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat de deskundige partij tijdig kan beschikken over de aanvraag en bijbehorende stukken. Het zorgt verder voor het tijdig opstellen van een beschikking op een concrete vergunningsaanvraag en verwerkt de bijdrage van de deskundige partij daarin. De deskundige partij zorgt ervoor dat het bevoegd gezag tijdig kan beschikken over de bijdrage. 4. De deskundige partij past op het gebied van bouwen en slopen de Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland of een aantoonbaar vergelijkbare werkwijze toe. 5. Indien en voor zover in een concreet geval toepassing van de in lid 4 bedoelde normen onmogelijk of ongewenst is naar de mening van de deskundige partij, treden partijen in overleg en maken zij nadere afspraken over de kwaliteit waaraan in dat geval de ondersteuning moet voldoen. Artikel 4. Samenwerking op het gebied van toezicht en handhaving 1. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het uitoefenen van adequaat toezicht op en het afdwingen van de naleving van verleende vergunningen. 2. Ondersteuning bij het uitoefenen van toezicht houdt in het op verzoek van het bevoegd gezag feitelijk uitoefenen van toezicht op de naleving van concrete vergunningen en het uitvoeren van alle bijbehorende werkzaamheden, zoals verslaglegging en rapporteren. 3. Ondersteuning bij het uitoefenen van handhaving houdt in het voorbereiden van handhavingsbeslissingen en het uitvoeren van die beslissingen. 4. De handhavingsbeslissingen worden genomen door het bevoegd gezag. 5. De deskundige partij past op het gebied van bouwen en slopen het Toezichtsprotocol van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland of een aantoonbaat vergelijkbare werkwijze toe. 6. Indien en voor zover in een concreet geval toepassing van de in lid 5 bedoelde normen onmogelijk of ongewenst is naar de mening van de deskundige partij, treden partijen in overleg en maken zij nadere afspraken over de kwaliteit waaraan in dat geval de ondersteuning moet voldoen. Artikel 5. Samenwerking op het gebied van rechtsbescherming 1. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor het bieden van rechtsbescherming aan belanghebbenden, waaronder wordt verstaan het behandelen van bezwaren, het voeren van verweer in beroep en het behandelen van klachten. Samenwerkingsovereenkomst Wabo gemeenten en Provincie Zuid-Holland m.i.v. 1 oktober 2010, v.1.3 5 2. Ondersteuning op het gebied van rechtsbescherming in het kader van een beslissing op een vergunningaanvraag houdt in het op verzoek van het bevoegd gezag voorbereiden en opstellen van een reactie op het bezwaar, het beroep of de klacht indien en voor zover dat is gericht tegen (het deel van) een vergunning die door de deskundige partij is opgesteld, het tijdig ter beschikking stellen daarvan aan het bevoegd gezag en het bijwonen van zittingen. 3. Ondersteuning op het gebied van rechtsbescherming in het kader van toezicht en handhaving houdt in het op verzoek van het bevoegd gezag voorbereiden en opstellen van een reactie op het bezwaar, het beroep of de klacht indien en voor zover dat is gericht tegen door de deskundige partij voorbereide en/of uitgevoerde handhavingsbeslissingen, het tijdig ter beschikking stellen daarvan aan het bevoegd gezag en het bijwonen van zittingen. Artikel 6. Verantwoordelijkheid, aansprakelijkheid en verzekering 1. Het bevoegd gezag behandelt vorderingen van derden tot vergoeding van schade als gevolg van onrechtmatig handelen in het kader van de vergunningverlening of het uitoefenen van toezicht en handhaving Zij zal zich jegens de derde niet erop beroepen dat de oorzaak van de schade is gelegen in handelen van de deskundige partij noch zal zij de deskundige partij in vrijwaring roepen. 2. Indien en voor zover een vordering zoals bedoeld in lid 1, geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op handelen van de deskundige partij in strijd met de in artikel 2 lid 4 bedoelde zorgvuldigheid, zal het bevoegd gezag de vordering behandelen in overleg met de deskundige partij. De deskundige partij biedt het bevoegd gezag op eerste verzoek alle ondersteuning bij de behandeling van een vordering, bijvoorbeeld in de vorm van het verschaffen van informatie, het ter beschikking stellen van stukken en dergelijke. Erkenning van aansprakelijkheid of het toekennen van schadevergoeding zal in dat geval alleen kunnen geschieden met instemming van de deskundige partij. 3. In de relatie tussen bevoegd gezag en deskundige partij geldt dat ieder verantwoordelijk is voor het eigen handelen, zoals gedefinieerd in de overwegingen d en e en uitgewerkt in artikel 2, lid 4. De deskundige partij zal aan het bevoegd gezag vergoeden hetgeen deze met instemming van de deskundige partij aan de schadelijdende derde heeft vergoed. 4. In geval partijen het niet eens kunnen worden over de behandeling van de vordering, het al dan niet erkennen van aansprakelijkheid of de omvang van te vergoeden schade, is artikel 10 van toepassing. 5. Partijen dragen zorg voor een adequate verzekering tegen aansprakelijkheid voor onrechtmatig handelen dan wel voor een vergelijkbare voorziening. Artikel 7. Vergoeding 1. Vergoeding van de door de deskundige partij geleverde ondersteuning vindt plaats op basis van een schriftelijke opdracht. De vergoeding is gebaseerd op de Productencatalogus. Samenwerkingsovereenkomst Wabo gemeenten en Provincie Zuid-Holland m.i.v. 1 oktober 2010, v.1.3 6 2. Vergoeding van werkzaamheden waarop de Productencatalogus niet van toepassing is, vindt plaats op basis van bestede uren, tegen een uurtarief van € 100,=. 3. Voor de door de deskundige partij geleverde ondersteuning ten aanzien van wegen is geen vergoeding verschuldigd. 4. Indien en voor zover in een concreet geval de in de Productencatalogus voorziene vergoeding niet in een redelijke verhouding staat tot de door de gemeente voorziene inspanningen, treden partijen in overleg en maken zij nadere afspraken over de vergoeding die in dat bijzondere geval zal worden gehanteerd. 5. De deskundige partij declareert na afloop van elk kwartaal de in het eerste en tweede lid genoemde vergoedingen voor gerealiseerde producten (dat wil zeggen geleverde adviezen, verslagen en rapporten) door middel van een gespecificeerde factuur. Het bevoegd gezag betaalt de factuur binnen 30 dagen na ontvangst, tenzij controle van de factuur aanleiding geeft tot opschorting van betaling. Alsdan treden partijen met elkaar in overleg. Artikel 8. Duur, beëindiging, wijziging en evaluatie van de overeenkomst 1. Deze overeenkomst treedt in werking op het moment dat de Wabo in werking treedt en eindigt op 31 december 2011, tenzij partijen voordien overeenkomen de overeenkomst te verlengen. 2. Partijen kunnen de overeenkomst tussentijds beëindigen met inachtneming van een opzegtermijn van drie kalendermaanden. Ontbinding ingevolge artikel 6:265, Burgerlijk Wetboek is uitgesloten. 3. Partijen kunnen de overeenkomst wijzigen. Wijzigingen worden schriftelijk vastgelegd en door beide partijen ondertekend. 4. Deze overeenkomst wordt jaarlijks geëvalueerd. De eerste evaluatie vindt plaats zes maanden na inwerkingtreding en vervolgens steeds met tussenpozen van één jaar. Partijen maken op ambtelijk niveau afspraken over het uitvoeren van de evaluatie. In ieder geval worden de volgende aspecten geëvalueerd: de uitvoering van de werkafspraken; de omvang van de overeengekomen standaardvergoedingen; het functioneren van de coördinatie van het toezicht; de vormgeving van toekomstige samenwerking. 5. Partijen zijn van oordeel dat zij met het sluiten van deze overeenkomst niet handelen in strijd met het Europese of nationale aanbestedings- of mededingingsrecht, de algemene beginselen daaronder begrepen. Indien blijkt dat (een onderdeel van) de overeenkomst strijdig is met het Europese of nationale aanbestedings- of mededingingsrecht, als gevolg waarvan een partij een of meer verplichtingen uit deze overeenkomst niet kan nakomen, treedt zij in overleg met de andere partij om te bezien of de overeenkomst op wederzijds aanvaardbare termen kan worden aangepast. Indien dit overleg niet uiterlijk binnen vier weken nadat het is aangevangen tot volledige schriftelijke overeenstemming heeft geleid, is ieder der partijen bevoegd de overeenkomst met onmiddellijke ingang te beëindigen. 6. In geval van beëindiging op grond van het voorgaande lid dragen partijen in beginsel ieder de eigen kosten voortvloeiend uit de beëindiging en kunnen zij over en weer geen aanspraak maken op schadevergoeding, hoe ook genaamd en onder welke titel dan ook. Samenwerkingsovereenkomst Wabo gemeenten en Provincie Zuid-Holland m.i.v. 1 oktober 2010, v.1.3 7 Van dit beginsel kan slechts worden afgeweken, indien toepassing daarvan voor een partij tot kennelijk onredelijke gevolgen leidt. Artikel 9. Communicatie en informatie 1. Partijen informeren elkaar over en weer adequaat. 2. Partijen verplichten zich ertoe om informatie die vertrouwelijk ter beschikking is gesteld in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst, vertrouwelijk te behandelen. 3. Informatie aan derden (bijvoorbeeld in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur) door een partij wordt alleen verstrekt nadat de andere partij tijdig in de gelegenheid is gesteld om te reageren op zowel het verzoek om informatie als op de te verstrekken informatie. De laatstbedoelde partij maakt zo spoedig als mogelijk zijn standpunt aan de eerstbedoelde partij kenbaar. Dit geldt ook voor informatie die wordt verstrekt aan Provinciale Staten en de gemeenteraad. 4. Partijen maken op ambtelijk niveau afspraken over het onderhouden van contact, zowel voor het beheer van de overeenkomst als voor de feitelijke uitvoering van de overeenkomst. Artikel 10. Conflicterende belangen en geschillen 1. Indien in een concreet geval sprake is van conflicterende belangen of tegengestelde uitgangspunten tussen partijen, treden partijen in overleg en maken zij nadere afspraken over hoe hiermee om te gaan. 2. Geschillen tussen partijen met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst worden voorgelegd aan een door partijen te benoemen bindend adviseur. Indien partijen het niet eens kunnen worden over een bindend adviseur, dan benoemen zij beide een bindend adviseur, die gezamenlijk een derde bindend adviseur benoemen, die als voorzitter zal fungeren. Er is sprake van een geschil zodra 1 van de partijen aan de ander partij schriftelijk bericht dat er een geschil is. 3. De kosten van een bindend advies worden gelijkelijk over partijen verdeeld, ongeacht de uitslag van het bindend advies. 4. Partijen maken op ambtelijk niveau afspraken over de procedure om tot een bindend advies te komen. 5. Als partijen er niet in slagen om tot overeenstemming te komen over de procedure om tot een bindend advies te komen, heeft elk der partijen het recht om het geschil voor te leggen aan de bevoegde rechter. Samenwerkingsovereenkomst Wabo gemeenten en Provincie Zuid-Holland m.i.v. 1 oktober 2010, v.1.3 8 Partijen verklaren elkaar deskundig bij te staan op het gebied van vergunningverlening, op het gebied van handhaving en toezicht alsmede op het gebied van rechtsbescherming op de wijze als in deze overeenkomst beschreven, voor wat betreft: *) □ bouwen en aanverwante activiteiten □ activiteiten met betrekking tot een weg *) S.v.p. aankruisen wat van toepassing is. Aldus overeengekomen en ondertekend, d.d.: ……………………………………………. Xx september 2010 te: ………………………………………………. te: ‘s-Gravenhage Gemeente …………………… ………………………… Provincie Zuid-Holland Vertegenwoordigd door: Vertegenwoordigd door: Naam: ………………………………………………….. de heer mr. F.D. van Heijningen Functie: ………………………………………………… Lid Gedeputeerde Staten Samenwerkingsovereenkomst Wabo gemeenten en Provincie Zuid-Holland m.i.v. 1 oktober 2010, v.1.3 9