Europese kansen voor woningcorporaties samenvatting relevante EU programma’s 2014-2020 Aedes vereniging van woningcorporaties November & december 2013 1 De informatie in dit document is gebaseerd op conceptversies van de programmadocumenten voor de periode 2014 - 2020. Zij zijn momenteel nog niet definitief vastgesteld, zodat nog wijzigingen kunnen optreden. 2 VOORWOORD Deze gids is bedoeld als ‘inleesmateriaal’ voor de bijeenkomsten over Europese fondsen die Aedes in november en december 2013 organiseert. Het doel van de bijeenkomsten is om Aedes-leden te wijzen op interessante Europese financieringsmogelijkheden en te informeren over de aanvraagprocedures. We organiseren deze bijeenkomsten samen met het adviesbureau ERAC – experts in Europese financiering en regionale ontwikkeling. Krimpende nationale budgetten, stevige ambities, twijfelende banken en veranderende regelgeving noopt organisaties, ook woningcorporaties, tot nieuwe, ‘slimme’ manieren van samenwerken en financiering – náást maar niet in plaats van business-as-usual. Europa zal de komende zeven jaar miljarden investeren in een slimme, innovatieve en duurzame economie. Voor woningcorporaties is interessant dat thema’s als energiebesparing en sociale, inclusieve groei hier ook onder vallen. Met Europese financiering kan het ambitieniveau omhoog, kunnen extra stappen worden gemaakt, en misschien wel het belangrijkste: kan samenwerking in de regio en met nieuwe partijen worden vormgegeven. We nodigen u uit de volgende pagina’s door te nemen en verwelkomen u graag op de bijeenkomst in uw regio. Met vriendelijke groet, Aedes vereniging van woningcorporaties 3 EFRO Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is vanuit het oogpunt van regionaal economische ontwikkeling het belangrijkste Europese fonds. In Nederland wordt voornamelijk gekozen voor de inzet van de EFRO middelen op de volgende twee thema’s: Versterken onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie Ondersteuning overgang naar koolstofarme economie In Nederland heeft elk landsdeel (Noord, Zuid, Oost en West) een eigen Operationeel Programma met daarin specifieke investeringsprioriteiten en thematische doelstellingen. Onderstaand een overzicht van relevante doelstellingen: - - - - TD 1: versterken van onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie IP 1a: Verbetering van de infrastructuur voor onderzoek en innovatie (O&I) en van de capaciteiten voor de ontwikkeling van topprestaties op dit gebied, en bevordering van kenniscentra, met name van die van Europees belang. IP 1b: versterking van bedrijfsinvesteringen en productontwikkeling via technologisch toegepast onderzoek. (bevorderen valorisatie, beschikbaarheid van kapitaal, stimuleren clustervorming, bevorderen van experimentele ontwikkeling, optimaliseren open-innovatiesysteem, etc.). TD 4 Het ondersteunen van de overgang naar een koolstofarme economie in alle bedrijfstakken IP 4a: Bevorderen van de productie en distributie van hernieuwbare energie (Duurzame energieopwekking en toepassing, bevorderen van inzet van biomassa als bron van duurzame energie). IP 4c: Bevorderen energie-efficiëntie en gebruik van hernieuwbare energie in publieke infrastructuur (inclusief publieke gebouwen) en in de bebouwde omgeving. (Energiebesparing en opwekking duurzame energie in de bestaande bouw door middel van het integreren van duurzame energie of hernieuwbare energiebronnen bij renovatieprojecten). IP 4F: Bevordering van onderzoek, innovatie en adoptie van CO2-arme technologieën (het stimuleren van (verdere) clustervorming en netwerken gericht op innovatie en toepassing van CO2-arme technologieën, het bevorderen van experimentele ontwikkeling van nieuwe producten en product-marktcombinaties van koolstofarme technologieën, inclusief het ontwikkelen en testen van prototypes, binnen het MKB). Over de hoogte van het EFRO-budget wordt momenteel nog gediscussieerd. Nederland verwacht € 500 mln. toegekend te krijgen, de schattingen voor West-Nederland lopen uiteen maar bewegen zich rond de € 200 mln voor andere regio’s zal dit naar verwachting liggen tussen de € 90 en € 125 mln. Het thema transitie naar duurzame economie, dat in alle EFRO programma’s terugkomt, sluit goed aan op de ambities van woningcorporaties (energie-efficiëntie, duurzame woningbouw, etc.) Daarnaast zien we kansen voor woningcorporaties als locatie waar pilots plaatsvinden en waar geëxperimenteerd wordt door kennisinstellingen en of het bedrijfsleven. Denk bijvoorbeeld aan sociale en duurzame woningen vol innovatieve technieken, etc. die voldoet aan nieuwste eisen. 4 Interreg Officieel heet Interreg ‘Europese Territoriale Samenwerking’. Het is een subsidieregeling waarbij partijen uit meerdere landen samenwerken in projecten op het terrein van duurzame ruimtelijke en regionale ontwikkeling. Interreg is er voor overheden, bedrijven en kennisinstellingen om oplossingen te vinden voor gezamenlijke problemen, bijvoorbeeld op het gebied van water en milieu. Belangrijk doel van Interreg is om kennis en ervaring met elkaar te delen. Er zijn drie verschillende Interreg-programma’s: A. Samenwerking in grensregio’s B. Transnationale samenwerking C. Interregionale samenwerking (door heel Europa heen, dus niet gebonden aan een bepaald gedeelte van het grondgebied van de EU; samenw. met alle landen in de EU) Bij alle Interreg programma’s is één van de voorwaarden dat wordt samengewerkt met Europese partners uit andere landen. Dat zorgt voor kennis uit andere landen en een uitgebreider netwerk (en wellicht afzetmarkt). Daarnaast leiden dit soort samenwerkingen over de grens juist ook tot een intensievere samenwerking op lokaal en regionaal niveau. De volgende programma’s zijn voor de woningcorporaties relevant: 2 Zeeën (A) Het programmagebied betreft o.a. NL, B, UK, F. Dit programma is interessant voor organisaties in de provincie Zeeland, Zuid-Holland-Zuid en West Noord-Brabant. Noordzeeregio (B) Het programmagebied betreft o.a. NL, B, UK, D, DK, S, N. Vanuit Nederland kunnen de kustprovincies inclusief Overijssel en Drenthe deelnemen. Denk daarbij aan projecten gericht op bevorderen van duurzame economie. Bijvoorbeeld de woning van de toekomst. Drie thematische doelstellingen binnen dit programma zijn: 1. Thinking growth: - Nieuwe kennispartnerschappen tussen bedrijven, kennisinstellingen, overheden en individuele burgers, gericht op lange-termijn samenwerking (post project) voor ontwikkelingsprojecten (producten en diensten). - Demonstraties/prototypen die uitkomst bieden in majeure maatschappelijke vraagstukken. - Continue ontwikkeling van regionale innovatiesupport capaciteit. Hiermee worden de twee bovenstaande doelstellingen ondersteund. 2. Clean economy: - Nieuwe producten, diensten en processen die de vergroening van de North Sea economie versnellen. - Beperken toekomstige milieuschade en herstel van reeds beschadigde locaties. 3. Green mobility: - Een effectief multimodaal netwerk, zich zo ver mogelijk vanuit de Noordzee regio’s uitstrekkend. 5 - Grootschalige toepassing van alternatieve brandstoffen en brandstofbesparende technologieën en methoden. Vervolg: Interreg North-West Europe (B) (Programmagebied bestaat uit delen van NL, GB, IE, DE, BE, FR, LU, CH) Voorbeeld: samenwerking en uitwisseling van kennis en ervaring tussen Europese partners gericht op slimme en duurzame woningbouw, bijvoorbeeld gekoppeld aan thema’s als demogafie, healthy ageing, etc. Uitvoeren van pilots, experimenteren, etc. Vier thematische doelstellingen (nog niet definitief): 1. Onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie. - stimuleren van bedrijfsinvesteringen in innovatie en onderzoek, en het ontwikkelen van verbindingen en synergiën tussen bedrijven, R&D centra en hoger onderzoek. 2. Overgang naar een low carbon economie in alle sectoren. - stimuleren van low-carbon strategieën voor alle typen gebieden, in speciek stedelijke gebieden, inclusief duurzame stedelijke mobiliteit en voor mitigatie relevante maatregelen. - stimuleren van onderzoek, innovatie en toepassing van low-carbon technologieën. 3. Milieubescherming en resource efficiency. - stimuleren van innovatieve technologieën t.b.v. natuurbescherming en resource efficiency in de afvalsector, watersector, bodembescherming of reductie van luchtvervuiling. 4. Duurzaam transport en wegnemen van knelpunten in de meest belangrijke infrastructurele netwerken. - ontwikkelen van milieuvriendelijke en low-carbon transportsystemen, waaronder rivier- en zeetransport, havens en multimodale verbindingen. Interreg V-C Het programmagebied beslaat heel Europa. Doel is verbetering van de effectiviteit van het regionale beleid en instrumenten. Het gaat om thema’s als innovatie, kenniseconomie, milieu en risicopreventie. Voorbeeld: - onderzoek hoe bedrijfsleven en kennisinstellingen kunnen bijdragen aan een betaalbare woningbouw. Urbact (C) Doel: samenwerking tussen steden in 29 landen. Doel is duurzame stedelijke ontwikkeling middels kennisuitwisseling. Het gaat om het ontwikkelen van pragmatische oplossingen voor grote stedelijke uitdagingen, waarbij economische, sociale en milieudimensies worden geïntegreerd. Bijvoorbeeld een internationaal project gericht op verbeteren van energieprestaties waarbij verschillende steden ervaringen uitwisselen. Ander voorbeeld is het uitwisselen van kennis en ervaringen door steden om verwaarloosde en of leegstand in gebouwen tegen te gaan. Verschillen met vorige programmaperiode: meer MKB betrokkenheid en daarnaast spelen thema’s als innovatie, energie, koolstofarme economie en milieu en grote rol (koppeling EU 2020). Het budget is toegenomen t.o.v. 2007-2013. 6 Vervolg: Interreg Interreg V-C Doel is verbetering van de effectiviteit van het regionale beleid en instrumenten. Het gaat om thema’s als innovatie, kenniseconomie, milieu en risicopreventie. Voorbeeld: - onderzoek hoe bedrijfsleven en kennisinstellingen kunnen bijdragen aan een betaalbare gezondheidzorg. - uitwisselen van ervaring en best practices, om zo te zorgen dat de publieke sector op effectievere wijze het economisch potentieel van de creatieve economie versterkt. Urbact (C) Doel: samenwerking tussen steden in 29 landen. Doel is duurzame stedelijke ontwikkeling middels kennisuitwisseling. Het gaat om het ontwikkelen van pragmatische oplossingen voor grote stedelijke uitdagingen, waarbij economische, sociale en milieudimensies worden geïntegreerd. Voorbeeld: - Rotterdam doet mee aan een internationaal project waarbij verschillende steden ervaringen uitwisselen om jongeren met een taal- en leerachterstand aan het werk te helpen. - project Joining Forces: stedelijk bestuur en competitiviteit van Europese steden. Verschillen met vorige programmaperiode: meer MKB betrokkenheid en daarnaast spelen thema’s als innovatie, energie, koolstofarme economie en milieu en grote rol (koppeling EU 2020). Het budget is toegenomen t.o.v. 2007-2013. 7 Horizon 2020 Met Horizon 2020 wil de Europese Unie (EU) het concurrentievermogen van Europa vergroten door wetenschap en innovatie te stimuleren. Daarnaast wil de EU het bedrijfsleven en de academische wereld uitdagen om samen oplossingen te bedenken voor maatschappelijke vraagstukken die in heel Europa spelen. Bijvoorbeeld klimaatverandering, vergrijzing, voedselveiligheid en betaalbare duurzame energie. Horizon 2020 is de opvolger van het huidige 7e Kaderprogramma. Het budget van Horizon 2020 voor de periode 2014- 2020 zal ruim € 70 miljard bedragen voor alle EU-lidstaten tezamen. De nadruk verschuift van fundamenteel onderzoek zoals het geval was bij KP7 naar industrieel onderzoek en zelfs experimentele toepassing voor Horizon 2020. Het programma streeft daarbij naar volledige toegankelijkheid voor kennisinstellingen en bedrijfsleven (met name MKB). De extra maatregelen om het MKB te betrekken bij Horizon 2020 betreffen onder meer een vastgesteld budget voor het MKB (15%), een versimpeling van de regels voor het MKB, een nieuw MKB instrument en nieuw financieringsmogelijkheden voor het MKB om het product daadwerkelijk in de markt te zetten. Horizon 2020 bestaat uit drie pijlers, te weten “Excellent Science”, “Industrial Leadership” en “Societal Challenges”. 8 Vervolg: Horizon 2020 H2020 wordt uitgewerkt in meerjarige strategische plannen, jaarlijkse werkprogramma's (WP’s) en oproepen tot het indienen van voorstellen. In het commissiedocument voor het strategische programma 2014-2016 worden 12 "focus-area's" onderscheiden voor het komende werkprogramma waarbij we de meeste relevante hier benoemen: ‘smart’ steden en gemeenschappen CO2-arme energie concurrerend maken energie-efficiency afval: hergebruik van materialen waterinnovatie: waarde vergroting voor Europa. de crisis overwinnen: nieuwe ideeën, strategieën en bestuursstructuren voor Europa De jaarlijkse werkprogramma’s worden in 2013 ingevuld voor 2014, en dit zal resulteren in oproepen tot het indienen van voorstellen. De eerste mogelijk al eind 2013. Voor de invulling van de vele werkprogramma’s binnen Horizon 2020 zijn de klankbordgroepen in Nederland van groot belang. Deze groepen geven de Nederlandse betrokken ministeries namelijk input in de Programma Committees die de werkprogramma’s op lidstaat niveau bespreken. Inmiddels is al een flink aantal concept werkprogramma’s gepubliceerd. Onderstaand een indruk van de onderwerpen die zoal naar voren komen. De gegeven thema’s zijn niet uitputtend. - WP Secure, clean and efficient energy: gebouwde omgeving, betrokkenheid consument, renovatie, ICT-based oplossingen, verwarmen & koelen. - WP Climate action, environment, resource efficiency and raw materials: stimuleren hergebruik afval in de industrie, afval preventie in steden, versnellen van innovatieve wateroplossingen naar marktintroductie, stimuleren en versnellen van eco-innovaties bij het MKB, innovatieve betaalbare oplossingen voor energie-efficiency in historische panden. - WP ICT: toepassing ICT in creatieve sector m.b.v. een incubator, serious gaming. - WP Nanotechnologies, advanced materials, biotechnology and advanced material processing: biotechnologie, low energy solutions for drinking water production, energie efficiënte gebouwen. - WP Health, demographic change and wellbeing: het begrijpen van determants en risicofactoren en verloop, vaccinontwikkeling voor TBC en HIV/Aids, nieuwe diagnosemiddelen en technologieën, nieuwe therapieën voor zeldzame ziekten, healthy ageing met ICT, health policy. Voor woningcorporaties liggen hier o.a. aanknopingspunten voor uitvoering van experimenten, pilots, proefopstellingen ontwikkeld door kennisinstellingen en of bedrijfsleven. Bijvoorbeeld een concept woning met testfaciliteiten. 9 LIFE LIFE is het Europese milieu- en klimaatprogramma. Zij is opgedeeld in twee sub-programma’s met afzonderlijke prioriteiten: Milieu: Rationeel gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Biodiversiteit. Beleid en informatie over milieuproblematiek. Klimaatactie: Terugdringen van klimaatverandering. Aanpassing aan klimaatverandering. Beleid en informatie over klimaatproblematiek. Acties die in aanmerking komen voor financiering zijn: Informatie- en communicatie-activiteiten zoals bewustwordingscampagnes. Studies, enquêtes, modellen en scenario’s. Voorbereiding, implementatie, monitoring, controle en evaluatie van beleid, programma’s en wetgeving. Workshops, conferenties en meetings. Netwerken en platformen voor de uitwisseling van best practices. 10 European Energy Efficiency Fund (EEEF) EEEF (European Energy Efficiency Fund) Europa streeft naar vermindering van broeikasgassen met 20%, verhoging van gebruik van duurzame energie met 20% en verlaging van energieverbruik door 20% verbeterde energieefficiëntie. Een instrument om deze doelen te bereiken is het European Energy Efficiency Fund (EEEF). Begunstigden zijn lokale, regionale en mogelijk nationale overheden of publieke en private ondernemingen die namens deze overheden optreden. We signaleren de volgende aanknopingspunten: Renovatie van gebouwen ter verbetering van de energie-efficiëntie of de omschakeling naar hernieuwbare energie Warmtekrachtkoppeling (WKK), microwarmtekrachtkoppeling en netwerken voor stadsverwarming/-koeling Gedecentraliseerde en lokaal geïntegreerde hernieuwbare energiebronnen en de integratie hiervan in de elektriciteitsnetten Lokale infrastructuur, zoals energiezuinige straatverlichting, oplossingen voor elektriciteitsopslag, slimme meters Technologieën op het gebied van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie met innovatie- en economisch potentieel EEEF biedt: 90% subsidie in voorbereidingskosten (haalbaarheidsstudies, marktonderzoek, businessplannen, energie audits, financieel advies, aanbestedingstrajecten en loonkosten van uw personeel) Subsidiabele kosten in de voorbereiding maximaal 5% van investeringsbudget. Gaat het om een investeringsvolume van € 20 miljoen, dan kunt u maximaal 90% subsidie over € 1 miljoen krijgen Het verkrijgen van EEEF-subsidie voor de voorbereiding betekent dat u de lening voor de investering ook (minimaal voor een deel) via EEEF moet aangaan. EEEF wordt beheerd door Deutsche Bank (DB) in samenspraak met de Europese Investeringsbank (EIB) 11 ELENA Veel steden en regio’s hebben plannen voor energiebesparing en duurzame energie, maar het omzetten van plannen naar daadwerkelijke implementatie blijkt in de praktijk lastig. Met de faciliteit ELENA steunt Europa samen met de Europese Investeringsbank (EIB) steden en regionale overheden bij de uitwerking van hun innovatieve investeringsprogramma’s of projecten die een investering vergen van meer dan € 30 miljoen. ELENA staat voor European Local ENergy Assistance. Aanknopingspunten zijn: Innovatieve energiebesparing in publieke gebouwen, inclusief sociale woningbouw, straatverlichting en verkeerslichten Aanpassing van gebouwen gericht op energiebesparing (verwarming, elektriciteit, isolatie, airconditioning, verlichting) Hernieuwbare energiebronnen toepassen in de gebouwde omgeving, zoals biomassa, fotovoltaïsche energie, zonne-thermische collectoren Renoveren, uitbreiden of bouwen van nieuwe warmte-koude netwerken (inclusief combinatie verwarming/elektriciteit) op gebouw, buurt of stadsniveau Lokale infrastructuur gericht op energie efficiëntie. Denk aan stedelijke apparatuur, informatie- en communicatiemiddelen en tankmogelijkheden voor nieuwe vervoersmiddelen Het ELENA-programma loopt al enkele jaren en zal de komende jaren in zijn huidige vorm worden voortgezet. De volgende zaken zijn van belang bij een aanvraag: Maximaal 90% subsidie in voorbereidingskosten (haalbaarheidsstudies, marktonderzoek, businessplannen, energie audits, financieel advies, aanbestedingstrajecten en loonkosten van uw personeel) Facilitering van het verkrijgen van financiering voor de uiteindelijke investering vanuit de EIB of andere banken Het totale budget van ELENA is € 49 miljoen. ELENA loopt tot 2015, maar de looptijd is afhankelijk van de hoeveelheid aanvragen. Op dit moment is het nog mogelijk een aanvraag in te dienen. 12