BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 1 VAN DE EERSTE VERDIEPING 4000 personen reageerden in Brussel op zondag 15 maart tegen de haat in de maatschappij en zij werden voorafgegaan door de ambtsdragers van de verschillende levensbeschouwingen. We herkenden aartsbisschop André-Joseph Léonard, voorzitter van de Belgische Bisschoppenconferentie, de orthodoxe metropoliet Athenagoras Peckstadt, metropoliet van België van het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel, prof. Julien Klener, voorzitter van het Centraal Israëlitisch consistorie van België, opperrabbijn Albert Guigui, opperrabbijn van Brussel, dhr. Henri Bartholomeeusen, voorzitter van het Centre d’Action Laïque en dhr. Sylvain Peeters van de Unie van Vrijzinnige Verenigingen, dhr. Noureddine Smaïli, voorzitter van de Executieve van Moslims in België, dominee Steven Fuite voorzitter van de Synodale Raad van de Verenigde Protestantse Kerk in België, dr. Geert Lorein, voorzitter van de Federale Synode van Protestantse en Evangelische Kerken in België, bisschop Robert Innes van de Anglicaanse Kerk. Zij zijn het ook die het opiniestuk ‘TOGETHER IN PEACE – VOOR VRIJHEID EN RESPECT’ ondertekenden dat we op de volgende bladzijde integraal overnemen (dit gebeurde al bij heel wat organisaties). Men kan zich nog altijd als partner van het appel opgeven op de site van de organisatoren ( zie verder). Na een wandeling van twee uur met halteplaatsen aan gebouwen van de verschillende levensbeschouwingen en telkens een toespraak in de twee landstalen, werd de manifestatie afgesloten door minister Geens van justitie en het samen loslaten van witte duiven. Mooi beeld was dat trouwens tegen de achtergrond van het justitiepaleis in de steigers. Volgens de organisatoren gaf deze optocht een krachtig signaal tegen haat en verdeeldheid. “Wij moeten vooral oog hebben voor wat ons verbindt en mogen ons niet laten beheersen door de angst.” Hier werd aan de weg getimmerd. Moge de stem gehoord worden. Een heel deel van dit nummer is besteed aan een In Memoriam van Louis Davids. Hij maakte het immers mogelijk om de Joodse wereld te leren kennen. Als voorbeeld vooraf noemen we graag dat hij de kunst verstond om elke keer als Hebreeuwse woorden of andere moeilijke termen werden gebruikt, een vertaling en verklaring mee te geven. Letterlijk een grote bijdrage voor een beter verstaan van elkaar. Vrolijk feest van Pasen – Chag Sameach. ______________________________________________________________________________________ Dit tijdschrift wordt normaal slechts toegestuurd aan de leden van de gespreksgroepen, de Vrienden van de Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen ( zij die ons werk van onderling contact willen steunen met minstens 25 EUR per jaar ) en aan hen die 2,50 EUR per jaar betalen voor de portokosten. Als U het Berichtenblad verder wenst te ontvangen, stort dan even 2,50 of 25 EUR. Naast de Berichten van de Antwerpse Contactgroep - met meer inhoudelijke artikels - bestaat er ook de Mailkrant. Met die uitgave kunnen wij vlug op de bal spelen, en u verwittigen als er iets belangrijks gaat gebeuren, zoals een voordracht, een presentatie, een concert, enz. Indien U hiervoor belangstelling hebt geef dan even een seintje op [email protected]. Vermeld wel in de e-mail uw reële naam. De vroegere Mailkranten kunnen teruggevonden worden op de site van de ACJCB. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 2 Naar aanleiding van de Manifestatie in Brussel op zondag 15 maart 2015 nemen we de opinietekst op die ondertekend is door de vertegenwoordigers van de verschillende levensbeschouwingen (bron : http://togetherinpeace.be/together-in-peace-opiniestuk/?lang=nl hier vindt u ook de toespraken en foto’s ) TOGETHER IN PEACE – VOOR VRIJHEID EN RESPECT Nu de winter naar zijn einde loopt, moeten we vaststellen: het jaar 2015 is niet goed begonnen. Aan de oost en zuidgrenzen van Europa nemen chaos en gewapende conflicten toe. Dat heeft zijn repercussies in onze samenleving. Recente terreurdaden in Parijs en Kopenhagen, en de verijdelde aanslagen in België scheppen een klimaat van angst. De strategie van de terreur is erop gericht de polarisatie aan te wakkeren en bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten. Met name op kinderen en jongeren heeft dat grote impact, zoals voelbaar is in onze scholen. Aan die strategie van de terreur willen wij niet toegeven. De staat heeft de plicht de democratische vrijheden en alle burgers, te meer als ze behoren tot minderheidsgroepen, te beschermen. Die taak nemen de Belgische overheden ernstig, en wij zijn hun daar erkentelijk voor. Als officiële vertegenwoordigers van de erkende levensbeschouwingen in ons land zijn wij ons bewust van onze eigen verantwoordelijkheid: onze achterban aan te sporen zich actief in te zetten voor het vreedzaam samenleven tussen mensen en groepen die van elkaar verschillen, voor de bescherming van de democratische vrijheden van de rechtstaat en voor het fundamentele respect voor iedere mens, welk geloof of overtuiging hij of zij ook is toegedaan. Een democratische rechtstaat heeft wetten nodig. Een samenleving heeft mensen en groepen nodig die haar bezielen. Daar willen wij, vertegenwoordigers van de christelijke kerken, het jodendom, de islam en het vrijzinnig humanisme in België, ons voor inzetten, met woord en daad. Op 14 januari 2015 ondertekenden wij op uitnodiging van de Eerste Minister, een verklaring waarin we onze gemeenschappelijke wil bevestigden om de fundamentele vrijheden en de basiswaarden van onze samenleving samen te verdedigen. We doen dat vanuit het spirituele en filosofische gedachtegoed dat ons eigen is. Vandaag willen we een stap verder zetten. Samen hebben we onze schouders gezet onder de nationale manifestatie ‘Together in Peace – Vrijheid en Respect’ van zondag 15 maart 2015. Dit gezamenlijke concrete initiatief is een primeur voor ons land. Zij aan zij willen we door de straten van Brussel stappen om ons verlangen om in vrede samen te leven duidelijk te maken en kracht bij zetten. Wij roepen verenigingen en burgers van goede wil op zich bij deze beweging aan te sluiten. Wij danken alle verenigingen die dat al deden, en met name de Gemeenschap van Sant’Egidio, die instaat voor de coördinatie van dit initiatief. Op onze wandeling zullen wij halt houden bij een moskee, een synagoge, een vrijzinnig ontmoetingscentrum, een orthodoxe kathedraal, een katholieke kerk en een protestantse tempel: plaatsen die symbool staan voor het levensbeschouwelijke pluralisme in ons land en in Europa. Dat is een teken van het fundamentele respect dat we elkaar verschuldigd zijn en van de solidariteit die ons bindt. Een daad waarmee we de andere in zijn levensbeschouwelijke overtuiging willen waarderen en beschermen. Allemaal hebben wij immers redenen om ons bang te voelen: de joodse burgers die bij de recente aanslagen telkens het doelwit waren van een nieuw soort antisemitisme, zoals dat ook vorig jaar in Brussel al het geval was; de moslims, die zien hoe hun godsdienst gekaapt wordt door geweldenaars, wat de islamfobie kan voeden; de christenen die zien hoe hun geloofsgenoten elders worden vervolgd en die bezorgd zijn over de toekomst van de Europese samenleving; de niet- of andersgelovigen die de opstoot van religieus gemotiveerd obscurantisme vrezen. Maar vandaag willen wij niet de angst laten overheersen, maar wel onze wil om elkaar te waarderen, over onze verschillen heen, en om samen een samenleving te bouwen, waar plaats is voor iedereen, in vrijheid en respect. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 3 Wij willen niet verhullen dat er ook veel kwesties zijn waarover we van mening verschillen. Dat debat over de vormgeving van onze samenleving moeten en willen we binnen het kader van de democratische rechtstaat voeren. Maar er is ook veel dat ons bindt: de liefde en waardering voor dit land en Europa, met hun capaciteit om landen en bevolkingsgroepen in vrede te laten samenleven, met de vrijheid van meningsuiting en geloofsovertuiging en bescherming van de rechten van de mens. In deze moeilijke tijd met zijn vele nieuwe uitdagingen achten wij het meer dan ooit nodig om opzij te kunnen zetten wat ons verdeelt en te kunnen benadrukken wat ons verbindt, uit liefde voor de mensheid. De winterkou van het wantrouwen en de angst gaat voorbij. Met vertrouwen zien wij een nieuwe lente tegemoet van vrijheid, respect en vrede. __________________________________ Bij het heengaan van Louis Davids, een icoon van het Antwerpse Jodendom (7 maart 1928 - 4 februari 2015) Hoewel we wisten dat Louis Davids al enkele maanden zwaar ziek was, kwam het nieuws van zijn overlijden toch als een schok. Het bericht werd langs de media verspreid en meteen kwamen betuigingen van deelneming, met name op de website van Joods Actueel. Zowel in seculiere als in religieuze kringen van 'zijn' geliefde stad Antwerpen, maar ook ver daarbuiten, was hij bekend. In hun getuigenissen leggen de schrijvers unaniem de nadruk op de brede sociale inzet van de monumentale figuur die Louis Davids geworden is - over zijn bekommernis om de integratie van de Joodse gemeenschap in Antwerpen en daarbuiten - en vooral over vriendschap en openheid voor elkaar. Voor mij ligt het boek dat Louis Davids, met assistentie van Patricia De Landtsheer in 2012 uitgaf onder de titel: "Kroniek van een krant. De memoires van Louis Davids". Het ging om zijn herinneringen aan meer dan vijftig jaar journalistieke activiteit. Met zijn "Belgisch Israëlitisch Weekblad" informeerde hij week na week, jaar na jaar over het Jodendom. Zijn publiek was zeer verscheiden, zowel binnen de Joodse gemeenschap als daarbuiten. Gedurende tientallen jaren had ik de gelegenheid om bijdragen te schrijven voor het weekblad. Mijn invalshoek was hoofdzakelijk vanuit de Antwerpse Contact voor Joods- Christelijke Betrekkingen en vanuit culturele activiteiten met betrekking tot het Jodendom. Vroeger, toen er nog geen sprake was van computer en internet, bracht je als medewerker de kopie naar de redactie. Dat was een ideale gelegenheid tot gesprek. Uit de vele ontmoetingen en gesprekken die ik met Louis had, kwam steeds een of ander accent naar voren van wat hij in de inleiding op zijn memoires meedeelt: - het informeren over het Joodse leven in België en in het buitenland BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 4 - het streven naar Joods-christelijke vriendschap in de breedste zin van het woord - het bijdragen tot de realisatie van de rechtvaardige Vlaamse verzuchtingen Dat waren inderdaad de accenten die hij in de loop van meer van vijf decennia legde in de journalistieke inhoud van zijn weekblad en, later, in de 'Overpeinzingen' in het maandblad "Joods Actueel" waarin zijn dochter Terry en zijn kleinzoon Michael zijn werk verder zetten. Je kan die visie zijn geestelijk testament noemen. Makkelijk was die opdracht niet, maar hij bleef doorzetten, tot het einde. Tegenwind kreeg hij voortdurend. In sommige Joodse kringen vond de ene hem te religieus, de andere niet vroom genoeg. In de brede maatschappelijke kring vonden sommige lezers hem te links, anderen dan weer te rechts. In bepaalde Joodse kringen was zijn streven naar Joods-christelijke vriendschap verdacht, in sommige christelijke kringen was dat dan weer te beperkt. Gelukkig was er in die meer dan vijftig jaar inzet van Louis Davids dat eeuwig optimisme kenmerkend, en vooral zijn niet-aflatende hoopvolle kijk naar de toekomst. Wanneer BIW op vrijdag in de brievenbus viel, grepen velen meteen naar de rubriek 'Binnenlandse Berichten', en meer bepaald naar zijn wekelijks kolom onder de titel "Overpeinzingen". Meestal waren het bijzonder scherp gerichte opmerkingen van Louis naar Joodse en/of niet-Joodse kringen, wanneer die geen blijk gaven van het ernstig nemen van een van de drie bovengenoemde accenten. De Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen lag hem na aan het hart. 'Onbekend is onbemind', luidt het gezegde. Daarom stimuleerde hij de gesmaakte en succesvolle cursusreeksen die de ACJCB organiseerde onder de titel 'Levend Jodendom'. Ook maakte hij in BIW de aan de cursus aansluitende studiereizen naar Israël bekend, vaak met een verslag achteraf in het weekblad.. Vijftig jaar geleden richtte Louis Davids, samen met o.a. advocaat Jacobson, met zijn kantoormedewerker Jack Verdijck en met Chris Vonck, hoofdredacteur van het protestantse maandblad Op Vrije Voeten, een vereniging op van journalisten van de periodieke pers: vandaag heet ze 'Vlaamse Journalistenvereniging'. Het is in die vereniging dat ik Louis beter leerde kennen. Heel wat collega's-leden vroegen hem een lezing over het Jodendom te komen geven. Zo kwam hij in de meest afgelegen culturele centra en parochielokalen van Vlaanderen terecht. We hielden elkaar op de hoogte van de activiteiten van de vereniging en bespraken tal van onderwerpen. Hij vertelde dan over zijn ervaringen bij zijn voordrachtavonden. Telkens hamerde hij op het feit dat niet de lezing het belangrijkste punt was voor die avonden, wel de vraagstelling achteraf: "daar leer ik zelf heel veel van voor de volgende lezing", placht hij dan te zeggen. Hij keek dan zwijgzaam naar mij; met zijn fonkelende ogen polste hij naar mijn mening. Toen hij vanwege de leeftijd gaandeweg stopte met die lezingen in het Vlaamse land, nam ik zijn taak gedeeltelijk over. Met dankbaarheid heb ik hem in dit verband altijd beschouwd als mijn leermeester. Ik ben zelf woonachtig in Kalmthout. In talrijke gesprekken op het redactiesecretariaat in de Pelikaanstraat kwam Louis met het onderwerp "Kalmthout" voor de dag. Jarenlang publiceerde hij in BIW bijdragen van o.a. Sylvain Brachfeld en de toenmalige archivaris van Kalmthout mr Vorsselmans, om er enkele uit de beginperiode te noemen. Daarin werd over de geschiedenis van de Joodse aanwezigheid in Kalmthout van bij het ontstaan van de deelgemeente Heide in de jaren tachtig van de negentiende eeuw geschreven. Gaandeweg kwam ook de geschiedenis van de synagoge ter sprake. Omdat er de laatste decennia bijna geen Joden permanent of tijdens de zomer in Heide resideerden rees de vraag naar de minjan. Gedurende enkele jaren werd die opgelost door de aanwezigheid tijdens de zomer van een groep van Belzerchassidiem om de minjan te garanderen. Bij de Open Monumentendagen in 2002 had hij een speciale oplage van het BIW-Nieuwjaarsnummer, met een uitgebreide bijdrage over de synagoge en de Joodse geschiedenis in Heide. De talrijke goede herinneringen aan Louis Davids zullen we niet vergeten. Aan zijn echtgenote Mirjam, aan zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen betuigen wij namens de Werkgroep Synagoge HeideKalmthout onze blijken van deelneming. Frans L. van den Brande BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 5 Ter herinnering aan dhr. L. Davids Louis Davids was een vroom, vreedzaam, minzaam man. Hij had een sterke familieband en was fier over zijn vrouw, zijn kinderen en kleinkinderen. Hij was zich ook bewust van zijn verantwoordelijkheid voor zijn israëlitische geloofsgenoten en had op zich de zware last geladen hun waarden en hun belangen te behartigen: het Belgisch Israëlitisch Weekblad was daartoe het geschikte instrument. Hij was ook in hart en nieren een echte Vlaming en aarzelde niet zich in te zetten voor het Nederlands onderwijs te Antwerpen. Ook zullen zijn stadsgenoten niet vergeten hoe hij zich heeft bekommerd om samen met talloze joodse vrienden, tijdens de Kerstnachten de verzorging van de zieken op zich te nemen. Wellicht minder bekend is de belangrijke rol die hij – onrechtstreeks - gespeeld heeft bij de erkenning van Israël door het Vatikaan en achteraf bij de erkenning van Israël door Spanje, bij zijn toetreding tot de Europese Gemeenschap. Hij was een Rechtvaardige, die recht door zee ging, zelfs al werd zijn inzet en zijn werk niet altijd voldoende gewaardeerd door Israëlitische overheid. A.Vandeplas Herinnering aan Dhr. Louis Davids Louis Davids heb ik begin jaren ‘80 leren kennen op de vergaderingen van de ACJCB (Antwerpse Contactgroep van Joods-Christelijke Betrekkingen),als één van de pioniers van de Joods-christelijke dialoog in Antwerpen. Ik heb hem leren waarderen als een vriendelijke man, die echter in het redactioneel van het Belgisch Israëlitisch Weekblad soms scherp en gevat uit de hoek kon komen. Hij was oprichter en hoofdredacteur van dit blad dat me hielp thuis te komen in het reilen en zeilen van het Antwerpse jodendom. Het was zijn initiatief om Joodse mensen op te roepen om op Kerstmis christelijk verplegend personeel te vervangen zodat deze dit feest met hun gezin zouden kunnen vieren. Zo’n gebaar toont hoe concreet de fijnbesnaarde gevoeligheid was van deze bruggenbouwer. E.H. R. Hoet Herinneringen aan Dhr. Louis Davids We leerden dhr. Louis Davids kennen in de Joods-Christelijke Groep 1, onder leiding van wijlen E.H. Omer Hamels, rond 1984. De groep bestond uit een 12-tal gezinnen, iets meer christenen dan Joodse mensen. We kwamen lange tijd maandelijks samen, bij 1 van de deelnemende gezinnen. Steeds opnieuw waren dit verrijkende avonden, waar we naar uitkeken. Het laatste decennium zagen we elkaar veel minder, we verloren ook verschillende leden door ernstige ziekte en helaas ook overlijden. Reeds bij de eerste kennismaking met Dhr. L. Davids viel ons zijn grote openheid en eerlijkheid op. Hij leerde ons het Jodendom kennen als een religie en cultuur van diepe wijsheid, steeds op zoek naar de zin van het bestaan en met begrip en solidariteit voor elkander. Hij kon dit illustreren met heel fijne humor, waarbij hij zelfs er niet voor terug deinsde ook zijn eigen geloofsgenoten in hun kleine menselijke kantjes te typeren. Dit alles gebeurde met evenwel steeds met diep respect voor de geloofsbeleving van anderen. Louis D. was de minzaamheid en de bescheidenheid zelf, waardoor hij ook geliefd was door iedereen, zelfs wanneer de meningen verschilden. Ook voor ons, christenen, had Louis D. oprecht eerbied en waardering. Hij legde de nadruk op onze eeuwenoude gemeenschappelijke traditie. Veel verbindt ons inderdaad, en dat vergeten we soms. Hij dacht ook samen met ons na over het leergezag van de paus, en vergeleek dit soms (op een milde manier) met de vrijheid van denken binnen het jodendom. Hij bleef zijn hele leven lang erg dankbaar om de hulp die hij van niet-joodse Vlamingen en Belgen gekregen had tijdens de brutale jodenvervolging in WO 2. Aldus kon hij aan het ergste ontsnappen en na de oorlog aan een nieuwe toekomst bouwen. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 6 Louis D. was een echte bruggenbouwer tussen de verschillende religieuze en filosofische gemeenschappen die Antwerpen rijk is. Hij zag die diversiteit inderdaad als een rijkdom en niet als een onoverkomelijke hindernis. Daarvoor blijven we hem oprecht en voor altijd dankbaar. We durven hopen dat de dialoog tussen joden en christenen, maar ook met de vertegenwoordigers van de islam, levendig mag blijven in Antwerpen en daarbuiten. Alleen zo kan onze maatschappij een warme samenleving zijn, waar elkeen gerespecteerd wordt en recht heeft op zijn persoonlijke overtuiging. Dit alles was ook de hoop en het geloof van de alom betreurde Louis Davids. Marc Van Outryve De Heer Louis Davids z"l. Toen ik gevraagd werd om mij aan te sluiten bij de kerngroep van Antwerpse Contactgroepen , ergens in de vroege jaren 1980, had ik een icoon voor mij ten huize van Deken Omer Hamels. De Heer Davids kende iedereen en was ten huize bij iedereen. Niets ging voorbij in de pers of hij nam zijn pen (toen nog geen computer) en de journalist kreeg een reactie. Hij had altijd een hoffelijke manier om mensen aan te spreken, altijd met een glimlach. Zo heeft hij waarschijnlijk zijn weg in de perswereld kunnen maken. Op dezelfde manier onderhield hij de contacten tussen Joden en Christenen, altijd hoffelijk en glimlachend. Hij ging zo zijn weg en gebruikte in zijn weekblad zijn overpeinzingen om over alles zijn mening te geven. Hij is heengegaan op een ogenblik dat dialoog meer dan ooit nodig is , contactpersonen onontbeerlijk zijn. Moge hij rust gevonden hebben, familie, vrienden en kennissen zullen zijn ervaring missen. Nadine Iarchy. De ACJCB rouwt mee met het heengaan van dhr. Louis Davids, ex-hoofdredakteur van het Belgisch Israëlitisch Weekblad en erevoorzitter van Joods Actueel. Voor een overzicht van zijn leven en werk verwijzen we naar de site van het Joods Actueel (www.joodsactueel.be) en naar zijn Memoires die in 2012 uitkwamen onder de titel “Kroniek van een krant”. Volledigheid kan niet bij iemand zoals hij. Maar we willen graag enkele persoonlijke ervaringen doorgeven. We denken aan de werkvergaderingen van de Antwerpse Contactgroep van de ACJCB waaraan hij actief deelnam. Hij was één van de stichters en is altijd verbonden gebleven. We maakten hem van dichtbij mee en profiteerden mee van zijn netwerk aan contacten. Sinds het begin steunde hij mee de plannen om de toen nog voor de Antwerpenaren onbekende wereld van het jodendom te ontsluiten. Samen met de generatie van pastoor Mabesoone, meester Marcel Marinower, pastoor Hamels, dominee Zuidema en vele anderen kreeg men in Antwerpen iets dat er daarvoor blijkbaar te weinig was: het gesprek van de één tot de ander in volle respect. Men sprak niet meer over maar met de ander. En daarbij mocht, moest met de eigenheid ook godsdienstig aan bod komen. Wat zegt die ander en waarom zegt hij dat zo. Een leerschool voor het leven. Er kwam een cursus in 7 avonden 29 jaar lang, er kwamen conferenties, en er waren de gezinsgroepen. Hij maakte deel uit van Groep 1 en zal daar wel de meeste van de gespreksonderwerpen aangebracht hebben. Uit dit alles blijkt een eerste kwaliteit die bij hem altijd is blijven bovendrijven: het persoonlijke contact. Eerder dan wat in de boeken stond, kregen wij van hem een direct verhaal. Soms is hij teleurgesteld geweest omdat hij teveel verwachtte van de ander. Het was in zijn tijd al niet meer zo dat de stem van een pastoor alle deuren opende. Maar hij probeerde, hij deed het toch maar. Wij willen graag ook in herinnering brengen dat hij via zijn weekblad – dat er altijd was zonder onderbreking – een persoonlijk geluid liet horen. Hij kon het zich permitteren om een onafhankelijk geluid te laten horen. Hij liet zich nooit voorstaan dat hij het hele Antwerpse Jodendom vertegenwoordigde. We kregen via hem – en zijn wekelijkse overpeinzingen in het blad – een persoonlijk verhaal te horen. Voor hem belangrijke zaken kwamen meermaals ter sprake, zoals bv. het gebruik van de Nederlandse taal. Hij reageerde fel op affiches in het Jiddisch, het Frans of het Engels. Hij organiseerde samen met anderen de Vereniging ter Bevordering van de Nederlandse Taal waar jaarlijks jongeren zich lieten horen voor een volle BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 7 zaal. In protestantse en katholieke kringen keek men wat dit persoonlijk standpunt betreft een beetje jaloers naar hem op want dat is daar maar gedeeltelijk gelukt. Gedurende jaren hebben op zijn initiatief Joodse vrijwilligers in de hospitalen tijdens de kerstnacht christelijk personeel vervangen. Hij organiseerde het toch maar. Zijn hele leven heeft hij de nadruk gelegd dat de Joodse inbreng in de stad en in het Vlaamse land altijd zeer groot is geweest. Als er de breuk in het verhaal is geweest met de tweede wereldoorlog – waarover hij overigens zijn persoonlijk verhaal inbracht – dan kon via hem terug aangeknoopt worden met het grote verleden hier en elders. Hij werd hierin erkend ook door de Journalisten van de Periodieke Pers, waar hij voorzitter van de Vereniging werd gekozen. Hij opende toch maar de vensters. Een laatste anekdote: wanneer hem op het eind van zijn leven het spreken onmogelijk werd – dat moet hem zeer zwaar gevallen zijn, maar hij bleef tot in het recentste nummer van Joods Actueel zijn overpeinzingen doorgeven – belette het hem niet om bij een ontmoeting een klein papiertje op te duikelen met een gedrukte mop. Hij had contacten in de hoogste kringen maar hij bleef dezelfde die hij altijd was. We verliezen in hem een doener, die wij met een warm en dankbaar gevoel in herinnering houden. We wensen de families Davids en Freilich sterkte in deze dagen van afscheid nemen. D. Rouges, namens de Antwerpse Contactgroep voor Joods-Christelijke Betrekkingen Als ook u nog wil reageren met herinneringen aan dhr. Louis Davids, dan kan dat nog altijd. U kent ons adres. __________________________________ BIJ ONZE BUREN Instituut voor Joodse Studies (nog komende voordrachten in de 2de semester 2014-2015) Telkens donderdag om 20.00 uur in de Universiteit Antwerpen, Rodestraat 14 (R.013) – 2000 Antwerpen 02/04 Opvattingen over oorlog in Bijbel en jodendom Prof. dr. Wout van Bekkum - Universiteit Groningen 23/04 Unpacking the Talmudic Drama: The Tragedy of Heruta Dr. Gila Fine - Maggid Books, Koren Publishers Jerusalem Ltd. 30/04 Religie, integratie en burgerschap. Willem I en de Belgisch-joodse gemeenschappen, 1815-1840 Dr. Bart Wallet - Vrije Universiteit Amsterdam 07/05 Felix Nussbaum’s Life and Work Anne Sibylle Schwetter - Felix-Nussbaum-Haus Osnabrück Lezing in lokaal R.007 - Rodestraat 14 12/05 Sephardi Women and Family Life in Early Modern Amsterdam Dr. Tirtsah Levie Bernfeld - Independent scholar Avondlezing achtste Contactdag Joodse Studies van de Lage Landen - lezing op dinsdag (meer op site) Meer via : https://www.uantwerpen.be/nl/onderzoeksgroep/ijs/lezingen-en-conferen/ en tel. +32 (0)3 265 52 43 of bij [email protected] . __________________________________ BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 8 MATERIAAL Tenachon Bij de vroegere Folkertsma Stichting voor Talmudica, nu PaRDeS, verschijnt een nieuwe reeks, met verwijzingen naar de westerse cultuur. Geen tijdschriftformaat meer op A4, maar kleurrijke brochures, op 32 tot 52 bladzijden. Het eerste nummer ging over ‘Schepping en menselijke identiteit’, 2 over ‘Satan en het kwaad’, 3 ‘Sabbat –een uitdaging voor de mens’, 4 ‘Goddelijke identiteit: Stem of Beeld?’, 5‘Fanatisme: hart en verharding’, 6 ‘Grenzeloos vertrouwen, in het voetspoor van Abraham’ , 7 ‘Uitverkoren?’, 8 ‘Offer: achterhaald of actueel?’ , 9 ‘geboden: gebonden vrijheid’, 10 ‘Yehuda Aschkenasy, een rabbijn met lev’ , 11 ‘Kidoesj Hasjeem, martelaarschap’, 12 ‘de lijdende knecht’, 13 ‘Ballingschap en terugkeer’, 14 ‘Oud en Nieuw Verbond’, 15 ‘Particulier of universeel’, 16 ‘Leren’, 17: ‘En er komen betere tijden’, 18: ‘Openheid’ o.a. over privacy en klokkenluiders , 19: ‘Samenleven’, 20: ‘Wonderen en Magie’ , 21: ‘Vriendschap’ , en nu deel 22: ‘Gastvrijheid’ en deel 23: ‘Wij – individu en gemeenschap’, met een interview rond de kracht van compassie. Volgend deel over het geweld. Telkens wordt naast het hoofdstuk ook literatuur aangegeven om verder te lezen. De abonnementsprijs is € 52,95 per jaar met 5 deeltjes per jaar. Los nummer € 12,50. Bankgegevens: IBAN: NL37 INGB 0000 1793 86, BIC INGB NL2A . Bezoekadres van de Stichting Pardes en de bibliotheek : Claude Debussylaan 2-8, NL-1082 MD Amsterdam (van maandag t/m vrijdag) en het postadres: Stichting Pardes, Postbus 325, NL-4200 AH GORINCHEM; tel. : 00.31.183.645006; mail : [email protected] , en site: www.stichtingpardes.nl . __________________________________ KAZERNE DOSSIN in Mechelen bezoeken met een smartphone of een tablet Sinds kort kunt u van de Google Playstore of van de Applestore een app downloaden waarmee u thuis of in het Museum het gehele museum kunt doorlopen. De zoekterm is ‘kazerne Dossin’. U krijgt een beeld van de verschillende verdiepingen in het museum met telkens op bepaalde plaatsen een filmpje waarbij u geschiedkundige gegevens kunt opvragen (de ‘portals’). U kunt een wandeling maken op een vroegere kaart van Mechelen met uitleg over basisrechten. Er is ook gedacht aan een scanner voor de QR-codes in het museum waar u ter plaatse verder uitleg krijgt. Het verhaal kan opgevraagd worden in 4 talen. Op deze manier kan men ter plaatse, maar ook thuis of in de klas door het museum wandelen en wordt een verbinding gemaakt tussen verleden en heden. Hou er wel rekening mee dat de app behoorlijk zwaar is en dus even tijd vraagt om in te laden. __________________________________ MEDEDELINGEN Moslims mobiliseren zich voor de oudste synagoge van België De synagoge van Aarlen – die we in 2007 tijdens de reis van de ACJCB bezochten – zou bouwvallig zijn. Zij is sinds 2005 geklasseerd als historisch gebouw. Restauratiewerken worden voor een deel betaald door de Waalse gemeenschap, een ander deel moet komen uit giften. De ‘Association des Musulmans d’Arlon’ (A.M.A.), de Moslims van ter plaatse, nemen daarin hun verantwoordelijkheid op. ‘De Joodse gemeenschap heeft ondersteuning nodig om – zoals de andere overtuigingen –hun eredienst te houden in alle vrijheid, veiligheid en comfort’, zei Hajib El Hajjaji, namens de A.M.A. BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 9 Conferentie van Europese kerken veroordeelt geweld in Kopenhagen De Conferentie van Europese Kerken (CEK), die de Europese protestantse, anglicaanse, orthodoxe en oudkatholieke Kerken overkoepelt, spreekt haar verontwaardiging uit over de 'tragische en gewelddadige gebeurtenissen" in Kopenhagen (Denemarken). Bij de schietpartijen werden twee burgers gedood en raakten vijf politiemannen gewond. De vermoedelijke dader is doodgeschoten. Volgens dr. Guy Liagre, de Belgische algemene secretaris van de Conferentie van Europese Kerken (CEK), benadrukken de incidenten opnieuw hoe belangrijk de verdediging van de godsdienstvrijheid is: "Wij herhalen nogmaals ons verzet tegen elke vorm van antisemitisme en vragen ruimte voor dialoog, tegen de achtergrond van de diversiteit in Europa. Wij betreuren deze tragedie en het nutteloze verlies van mensenlevens. Maar wij blijven hopen op een Europa waar iedereen echte godsdienstvrijheid heeft en in vrede en veiligheid kan leven. Laten wij daar vandaag en de komende dagen om bidden." De Conferentie van Europese Kerken benadrukt nogmaals uitdrukkelijk haar solidariteit met de joodse gemeenschap en alle slachtoffers, hun familie en vrienden. (Kerknet 170215) ‘Mein Kampf’ straks in de winkelrekken ? 70 jaar na de dood van Hitler vervallen op 31 december van dit jaar de rechten op dit boek. Mein Kampf zal dan publiek eigendom zijn en terug te koop kunnen gesteld worden in de Duitse boekhandels. Hitler schreef het in 1924. Tot de machtsovername van de Nationaalsocialisten in januari 1933 werden er 241.000 exemplaren verkocht, daarna werd het ook bij diploma-uitreikingen, huwelijken en lidmaatschap van de partij uitgedeeld, in totaal op 12,5 miljoen exemplaren. Sinds 1945 mocht het niet meer verkocht worden, maar het circuleert vrij o.a. op het internet en in Turkije bvb. met 30 edities tussen 1939 en 2000 (!). Het Instituut voor de Hedendaagse Geschiedenis (IfZ - Institut für Zeitgeschichte, waar ook het ‘Zentrum für Holocaust-Studien‘ onder ressorteert) overweegt een wetenschappelijke en kritische uitgave. Onder de leiding van dr. Chr. Hartmann werkt een team aan de beschrijving van de ontstaansgeschiedenis en de bronnen van Hitlers propagandageschrift om de mythe rond het boek bloot te leggen. Bedoeling is mede om misbruik omwille van commerciële of ideologisch-propagandistische redenen tegen te gaan. Men wil daarmee de verdere verspreiding van de bacil bij de jeugd vermijden. De vraag blijft of men het boek zomaar kan lezen. Veel hangt af van de instelling van de lezer. Wat wel duidelijk moet worden bij de lectuur zijn de eenvoudige conclusies die getrokken worden en die nergens gestaafd worden. De halve waarheden. De taal van de reclame. Maar het effect daarvan ook vandaag moet niet onderschat worden. Een nieuwe uitgave zal men toch niet kunnen tegenhouden, laat het dan maar een kritische uitgave zijn met commentaar en randnoten. Volgens onze informatie wordt het een boek van 2000 bladzijden , waarvan 800 voor de originele tekst met 5000 commentaren van geschiedkundigen. Meer op http://www.ifz-muenchen.de/aktuelles/themen/edition-mein-kampf/ waar men ook de discussie rond deze nieuwe uitgave kan volgen of op http://www.tdg.ch/monde/Mein-Kampf-sera-bientt-dans-leskiosques/story/23276832 . Verdere informatie in het boek van A. Vitkine: Mein Kampf – Histoire d’un livre, uitg. Flammarion, Parijs 2009. Coca-Cola heeft een reclamefilmpje voor Fanta aangepast na kritiek dat het spotje nazi-Duitsland zou verheerlijken. Het frisdrankbedrijf bracht het filmpje uit vanwege het 75-jarige bestaan van Fanta en vond niet beter dan dat te doen onder de formule ‘We brengen het gevoel van de goeie oude tijd terug’ . Fanta werd in 1940 geïntroduceerd in Duitsland als alternatief voor Coca-Cola .Tegenover de Amerikaanse website Buzzfeed verontschuldigde Coca-Cola zich. "Wij distantiëren ons van de nazi-tijden", aldus een woordvoerder. Spijtig dat er eerst een storm van kritiek moest komen. (Het Laatste Nieuws van 040315) BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 10 Jaarlijkse Herdenkingsplechtigheid georganiseerd door het aan het Monument voor de Gedeporteerde Antwerpse Joodse Burgers op de Belgiëlei in het kader van de 70ste herdenking van de "Dag van de Overwinning voor de Democratie en de Herdenking van de door nazi-Duitsland gepleegde Genocide" In Louvain-la-Neuve is er een driedaags Franstalig colloquium over de Kerkvaders van 20 tot 23 mei aanstaande. Algemeen onderwerp is ‘L’antijudaïsme des Pères: mythe et/ou réalité? ‘. In dit geheel is er in het Auditoire Montesquieu 10, in Louvain-la-Neuve (zie www.uclouvain.be/478952 ) een publieke open conferentie op woensdag 20 mei van 19.30 tot 20.30 uur over : Polémiques et controverses : quand juifs et chrétiens élaboraient leur identité door Dan JAFFÉ (Tel Aviv), met antwoord van Dominique JANTHIAL (CNCJ). De organisatie is in handen van de Nationale Katholieke Commissie voor de Relaties met het Joodse Volk. __________________________________ Bijbeltentoonstelling in Bergen/Mons Voor hen die deze zomer naar Mons-cultuurhoofdstad van Europa willen gaan, even doorgeven dat er van 30 april tot 25 mei een tentoonstelling wordt opgezet ‘La Bible, Patrimoine de l’Humanité’ in de UCL van Mons, Chaussée de Binche 151; toegankelijk van maandag tot zaterdag van 10 tot 18 uur en zondag van 14 tot 18 u. Tijdens de tentoonstellingsperiode zijn er conferenties : Les lamentations, le chant d’Israël à l’heure de l’épreuve door JeanLuc WRINCQ, doctor in de theologie op maandag 4 mai 20 uur. La Bible, une parole divine au goût d’humanité, door Paul SCOLAS, doctor in de theologie, professor aan de UCL en aan het Institut Catholique de Lille op woensdag 6 mei 20 uur. L’icône ou la Parole en images, l’Ecriture pour les yeux, door Anne Marie VELU, specialiste van de Byzantijnse iconografie op maandag 11 mei om 20 uur Exégèse juive dans le Nouveau Testament, door Germain BIENAIME, doctor in de bijbelse wetenschappen op vrijdag 15 mei om 20 uur. La Bible de Lobbes (1084) : son histoire et son iconographie, door Monique MAILLARD, doctor in de geschiedenis, archiviste en conservator aan het Séminaire de Tournai en Jacqueline LECLERCQ, doctor in archeologie en de kunstgeschiedenis, professeur emeritus aan de ULB op woensdag 20 mei om 20 uur. Meer informatie op http://www.expobible2015.be/ . __________________________________ BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 11 BOEKBESPREKINGEN Gerard F. WILLEMS, Oog in oog met het vroegrabbijnse Jodendom, Averbode: Altiora, 2014; 414 blz.; ISBN: 978-90-317-3844-1; € 29,90. In de eerste eeuwen van onze tijdrekening zijn christendom en jodendom als twee verschillende godsdiensten uit elkaar gegroeid. Het christendom heeft zijn interpretatie van de heilige Schriften neergelegd in het Nieuwe Testament, het rabbijnse Jodendom heeft dat uiteindelijk gedaan in de Talmoed. Maar wie zijn die rabbijnen waartegen de christenen zich afzetten en die zich tegen de christenen hebben afgezet? G. Willems, die al een interessant boek over “Jezus en de chassidim van zijn dagen” (Ten Have, 1996) op zijn naam heeft staan, heeft nu een soort encyclopedie samengesteld voor wie belangstelling heeft voor het vroegrabbijnse jodendom dat vorm kreeg vanaf Jezus’ tijd tot in de tweede eeuw n.C. Het eerste deel van dit werk presenteert in zes chronologische hoofdstukken de vele rabbijnen vanaf diegenen die genoemd worden in het eerste hoofdstuk van het misjna-traktaat Avot (“Vaderen”) tot en met de rabbijnen van rond het jaar 200. Het tweede deel bevat zes “thematische” hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk vertelt wat we weten over de Schriftlezingen in de synagogale liturgie van die tijd en legt de zeven hermeneutische regels van Hillel uit. Het tweede hoofdstuk geeft een inzicht in de oudste gebeden van de synagoge. Daarin legt de auteur ook uit wat de stand van zaken is in het onderzoek over de minim-bede in het Achttiengebed. Dat is de zogenaamde “bede tegen de ketters”, die zou bedoeld geweest zijn om de christenen uit de synagoge te houden. Hoofdstuk 9 verzamelt de magere oogst van de oudste niet-christelijke bronnen over Jezus en de eerste christenen: achtereenvolgens de Romeinse schrijvers, de archeologie, de Joodse schrijver Flavius Josephus en de Talmoed. Dan volgt een hoofdstuk over de zeven geboden van Noach en een ander over de 613 Torah-voorschriften voor de Joden. Dit laatste geeft na een beknopte inleiding de lijst van de 248 geboden en de 356 verboden. Het laatste hoofdstuk geeft in vier tabellen een chronologisch overzicht van namen en feiten vanaf Antiochus IV (Makkabeeëntijd) tot ongeveer 220 n.C. Een woordenlijst met verklaring van gebruikte Hebreeuwse en Aramese termen sluit dit welgekomen handboek af. In het Nederlands taalgebied bestond nog geen werkinstrument waarin al deze gegevens zo boeiend verzameld zijn voor wie geïnteresseerd is in het vroegrabbijnse Jodendom en in de “joodse achtergrond” van het christendom. Bij een voorstelling van dit boek verklaarde de auteur dat zijn bedoeling ermee onder meer is: de simplistische schema’s over de verhouding Jodendom en christendom te doorbeken en als niet-Jood toch het jodendom voor te stellen zoals het zichzelf begrijpt. Daarom, en omwille van de grote onwetendheid over he jodendom, wensen wij dit boek vele lezers. Hendrik Hoet, Antwerpen (overgenomen uit Collationes) __________________________________ BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 12 SINDS MOZES OP DE SINAI de joodse traditie in het heilige land. 12 — Rabbi Eliëzer ben Hurqanos (ca.90) - een buitenbeentje. Rabbi Eliëzer ben Hurqanos (doorgaans kortweg rabbi Eliëzer) wordt uitzonderlijk ook rabbi Eliëzer de Grote genoemd. Gezien wat hem overkomen is, is dit merkwaardig. Het leven van rabbi Eliëzer is eigenlijk gehuld in legenden, vooral zijn jeugd. Zijn rijke vader zou aanvankelijk tegen zijn studies bij rabban Jochanan ben Zakkai in Jeruzalem geweest zijn. De beroemde leraar zei later over zijn leerling ‘indien alle Wijzen van Israël zich in één schaal van een balans bevonden en rabbi Eliëzer ben Hurqanos in de tweede, dan zou hij zwaarder wegen dan zij allen‘ (mAvot 2,8). Als dat geen lof is! Tijdens het beleg van Jeruzalem in het jaar 70 smokkelde rabbi Eliëzer met zijn medestudent rabbi Jehosjua ben Chananja hun leermeester in een doodskist naar buiten bij Vespasianus. Na de verwoesting maakte hij deel uit van de academie van Javnè en had zijn eigen leerhuis daar niet zo ver vandaan in Lod (mJadajim 4,3). Als vooraanstaande rabbijn maakte hij officiële reizen naar het buitenland. Naar Rome samen met rabbi Jehosjua en rabban Gamliël II waarbij het merkwaardig is dat rabban Gamliël als laatste van de drie genoemd wordt. Wij denken dat op deze reis Gamliël II nog geen nasi was en Eliëzer als eerste genoemd wordt daar hij de eigenlijke delegatieleider was. Wanneer bij latere reizen rabban Gamliël II als nasi voorop staat, ontbreekt rabbi Eliëzer totaal. Wij zullen nog zien waarom. Verder is er een reis naar Antiochië met de collega’s Jehosjua en Aqiba om geld in te zamelen voor het sanhedrin. Weer is rabbi Eliëzer de leider. Bij dit alles moet men weten dat rabbi Eliëzer ben Hurqanos de zwager was van rabban Gamliël II. Hij huwde Imma Sjalom, de zuster van de nasi, een zeer intelligente vrouw. Wat de halacha van rabbi Eliëzer betreft, moet men zeggen dat deze gekenmerkt wordt door zijn grote gehechtheid aan de oude tradities. Deze conservatieve houding maakte dat hij neigde naar strengheid. Deze positie bracht hem op den duur in conflict met de academie van Javnè. Daar wilde men juist de halacha aanpassen aan de situatie van na 70 en tevens een uniform halachisch systeem ontwikkelen. Rabbi Eliëzer was dan ook een volgeling van Bet Sjammai, in tegenstelling tot zijn collega Jehosjua die voor Bet Hillel koos. Hij wordt bovendien uitdrukkelijk genoemd ‘Sjammati’ of ‘Sjammuti’, volgeling van Sjammai. De tegenstelling tussen rabbi Eliëzer en de andere leden van het sanhedrin van Javnè bereikt zijn climax in de zaak van de bakoven van een zekere Aknai. Wegens zijn speciale structuur verklaart rabbi Eliëzer deze oven cultisch rein, de Wijzen verklaren hem echter onrein. Om te bewijzen dat de halacha volgens zijn standpunt is roept rabbi Eliëzer vier bovennatuurlijke tekenen op: met een johannesbroodboom, met een rivier, met de muren van het leerhuis, ten slotte roept hij zelfs een hemelse stem op die zegt dat de halacha steeds volgens rabbi Eliëzer is. Hoe wonderlijk ook, de collega’s laten zich BERICHTEN van de ANTWERPSE CONTACTGROEP – april-mei-juni - blad 13 niet overtuigen en rabbi Jehosjua springt recht en zegt dat een halachische beslissing niet in de hemel genomen wordt (zie Deuteronomium 30,12). Het kleurrijke verhaal vervolgt en zegt dat op die dag alle voorwerpen die rabbi Eliëzer rein verklaard had verbrand worden en dat hij na een stemming van het sanhedrin geëxcommuniceerd wordt. Sinds deze ban verscheen rabbi Eliëzer niet meer in Javnè en leefde eerder in afzondering te Lod. Rabbi Eliëzer ben Hurqanos had een grote liefde voor zijn volk en moest niets hebben van de heidenen. Hij verbood het voorlezen van Ezechiël 16 in de synagoge daar dit hoofdstuk beledigend is voor het volk Israël (mMegilla 4,10). Hij wilde de Romeinen bestrijden met de wapens, wat overeenstemde met zijn Sjammaïtische positie. Anders dan de Wijzen was hij zo van mening dat men op sabbat in het openbaar wapens mocht dragen; zij waren een versiering (mSjabbat 6,4). De rode koe voor het reinigingswater mocht niet van heidenen gekocht worden volgens rabbi Eliëzer, volgens de Wijzen wel. Hij wilde zoveel mogelijk contacten vermijden tussen joden en heidenen, wegens hun afgodendienst, weer in tegenstelling tot de Wijzen. Wat zijn houding tegenover de joodse christenen betreft, zie men ons hoofdstuk 9 over de christenen. Er is ons van rabbi Eliëzer een mooi kort gebed bewaard gebleven dat gereciteerd moet worden bij gevaar, wanneer men geen tijd heeft voor het lange gebruikelijke gebed. Het getuigt van een volledige overgave aan God. Hij doet wat goed is, men kan daarop aan. Wat is een kort gebed? Rabbi Eliëzer zegt: Doe uw wil in de hemel boven, en geef gemoedsrust aan wie U vrezen [op aarde = MS Erfurt], en doe wat goed is in uw ogen. Gezegend Hij die het gebed verhoort. (tBerakot 3,7 Lieberman 13). Toen rabbi Eliëzer ernstig ziek werd, kwamen rabbi Aqiba – zijn voornaamste leerling – en zijn collega’s rabbi Elazar ben Azarja en rabbi Jehosjua hem bezoeken. Rabban Gamliël II wordt daarbij niet genoemd, hij was blijkbaar al overleden. Samen spraken zij onder meer over de dood. Rabbi Eliëzer onderrichtte nog over onreine en reine voorwerpen. Hij legde zijn twee armen op zijn borst en vergeleek ze met twee Tora rollen. Zo zou zijn gigantische Torakennis uit de wereld verdwijnen. Wat later blies hij de laatste adem uit. Men stelde toen vast dat de ban opgeheven was… Rabbi Eliëzer ben Hurqanos moet overleden zijn in ca.120 van onze jaartelling. Zoals wij hoorden schreef men hem ook allerlei magische bovennatuurlijke krachten toe. Na zijn dood werden zijn halachot en uitspraken teruggebracht naar het leerhuis en opgenomen in de overlevering. Zij worden veel aangehaald in de Misjna (méér dan 324 maal) en de overige Tannaïtische literatuur. Waarschijnlijk was het zijn discussie- en studiepartner rabbi Jehosjua die daarvoor gezorgd heeft. Er is van hem dan ook een merkwaardige eerbetuiging bewaard gebleven aan zijn ongelukkige collega. De bet hamidrasj (Hebr. leerhuis) van rabbi Eliëzer zag er uit als een soort arena en er was daar een steen die als zitplaats voor hem gereserveerd was. Op een keer kwam rabbi Jehosjua binnen. Hij begon die steen te kussen en zei: Deze steen is als de berg Sinai en degene die erop zat is als de ark van het verbond. (Hooglied Rabba 1,3 §1). Gerard F. Willems P.S. Dit verhaal kan men uitvoeriger, samen met veel andere dingen, vinden in het boek van de auteur van dit artikel getiteld ‘Oog in oog met het vroegrabbijnse Jodendom’ uitgegeven bij Altiora Averbode 2014 (ISBN 978-90-317-3844-1 / 416 p. / € 29,90).