58 - introductie op het Bijbelboek Hebreeën

Introductie op de brief aan de Hebreeën.
Hebr.1:1 Nadat God voorheen vele malen en op vele wijzen tot de vaderen had
gesproken door de profeten, heeft Hij in deze laatste dagen tot ons gesproken door
de Zoon.
Hebr.5:11 Door God is Hij Hogepriester genoemd naar de ordening van Melchizedek.
Over Hem hebben wij veel dingen te zeggen, die moeilijk zijn uit te leggen, omdat
u traag geworden bent in het horen.
Hebr.8:1 De hoofdzaak nu van de dingen waarover wij spreken is dit: Zo’n Hogepriester hebben wij, Eén die Zich heeft gezet aan de rechterhand van de troon van
de Majesteit in de hemelen.
De schrijver van de brief aan de Hebreeën.
De brief vermeldt geen schrijver, maar vaak wordt aangenomen dat Paulus de
schrijver van deze brief is geweest, vanwege de zeer doordachte en veel op de Bijbel
gebaseerde manier van schrijven. Toch is deze aanname minder logisch dan vaak
wordt voorondersteld, want de schrijver zegt dat hij de geweldige redding van het
evangelie heeft ontvangen door het getuigenis van de apostelen van de Heer (2:3).
De schrijver heeft dus het evangelie ontvangen door overlevering via predikers van
het evangelie, maar Paulus heeft het evangelie ontvangen door een rechtstreekse
openbaring van de Heer Zelf, zie Gal.1:15-16, Efez.3:7-8. De opmerking in Hebr.2:3
is overigens de enige aanwijzing dat Paulus niet de schrijver van deze brief geweest
is. Er kan niet onomstotelijk bewezen worden wie de schrijver dan wel geweest is,
maar een man als Apollos zou zeker in aanmerking komen als schrijver, omdat hij
een ontwikkeld man was, die zeer goed onderlegd was in het Oude Testament
(Hand.18:24). Hij kwam uit Alexandrië in Egypte, een stad die in die tijd bekend stond
als de op twee na meest bekende universitaire stad van de toenmalige wereld. Maar
er kan niet met zekerheid vastgesteld worden dat hij de schrijver is geweest, dus blijft
de vraag over de identiteit van de schrijver onbeantwoord. Overigens was deze
schrijver wel een bekende van Timotheus (13:23), met wie hij samen een bezoek
wilde brengen aan de ontvangers van de brief.
De achtergrond van de brief.
De brief aan de Hebreeën is in Italië geschreven, en lijkt te zijn gericht aan gelovigen
die niet in Italië woonden maar in een ander land (13:24). De brief is voor het jaar 70
na Chr. geschreven, want de tempel was op het moment van schrijven nog volledig
in bedrijf (9:9, 10:1-2,11). De brief lijkt te zijn geschreven aan Joodse gelovigen, die
net als hun medegelovigen uit de heidenen steeds meer te maken kregen met sterk
toenemende vervolging tijdens de regering van keizer Nero (54-68 na Chr.). Hoewel
er nog geen sprake was van bloedig martelaarschap (12:4), was er al wel sprake van
smaad en beproeving (10:32-33), gevangenschap en beroving van bezit (10:34). Na
de grote brand in Rome in 64 na Chr. werden christenen als de schuldigen aangewezen, en het christendom werd als een illegale religie gebrandmerkt. De Joodse
gelovigen konden aan dat alles ontsnappen door terug te keren naar de synagoge,
want het Jodendom was wel toegestaan als een legale religie. Maar de voorwaarde
was dat ze dan openlijk hun geloof in Jezus als de Messias van Israël moesten
verloochenen. De onbekende schrijver probeert hen daarvan te weerhouden.
Overzicht van de brief aan Hebreeën.
A: Een negatief contrast tussen het Oude en het Nieuwe Testament (hfdst.1-10).
 De kernboodschap is: ga niet terug!
 De Zoon tegenover engelen en mensen.
o Engelen als dienaren (hfdst.1-2).
o Profeten als Mozes en Jozua (hfdst.3-4).
o Priesters als Aaron (hfdst.5).
 Geestelijke inhoud tegenover natuurlijke schaduw.
o Het priesterschap (hfdst.7).
o Het verbond (hfdst.8).
o De offers (hfdst.9).
B: Positieve continuïteit tussen het Oude en het Nieuwe Testament (hfdst.11-13).
 De kernboodschap is: ga voorwaarts!
o Volhard in je geloof in God (hfdst.11).
o Vestig je aandacht op Jezus (hfdst.12).
o Jaag naar heiligheid in relaties (hfdst.13).
Indeling van de brief aan de Hebreeën.
Hoofdstuk 1: Jezus de Zoon van God.
Hoofdstuk 2: Jezus de Mensenzoon.
Hoofdstuk 3: Jezus hoger geacht dan Mozes.
Hoofdstuk 4: Jezus hoger geacht dan Jozua.
Hoofdstuk 5: Jezus hoger geacht dan Aaron.
Hoofdstuk 6: de God van de betere beloften.
Hoofdstuk 7: een betere Hogepriester.
Hoofdstuk 8: een beter verbond, een betere wet en betere beloften.
Hoofdstuk 9: een beter heiligdom en een beter offer.
Hoofdstuk 10: beter gemotiveerde mensen.
Hoofdstuk 11: een beter geloof.
Hoofdstuk 12: een heiliger leven.
Hoofdstuk 13: praktische toepassingen.