Titel: Reclame is menselijk Plaats en betekenis van reclame in een innoverende wereld Reclame heeft voor vele mensen altijd een wat vieze bijklank gehad. Niemand begreep precies wat reclame was, maar reclame dreigde en bedreigde een beetje zoals het monster van Loch Ness. Dit kwam omdat reclame binnendrong in het leven van de gewone mensen vanuit een machtspositie. Je werd gedwongen om reclame te ondergaan. Op die ene TV zender kon je reclame niet vermijden. In een gelimiteerde media omgeving was reclame een buitenaardse kracht die zich aan je opdrong. Reclamemakers benaderden de situatie als inbrekers. De nieuwe media hebben dit uitgangspunt grondig veranderd. Het paradigma is niet langer “hoe kan ik in het leven van mensen indringen?”. Het is nu: “hoe kan ik uitgenodigd worden in het leven van de mensen?” Dit komt omdat er geen éénzijdig dwingend media-monopolie meer bestaat. De vele verschillende media zijn competitief voor aandacht en attentie. Opeens wordt de tijd en de aandacht van de mens een schaars goed. Dit heeft de contextualiteit waarbinnen reclame ervaren wordt, totaal veranderd. Wat mij betreft, ten goede. Het heeft alles tot meer werkelijke dimensies herleid. We kunnen ons met gerust gemoed terug bezighouden met de totaalervaring die mensen hebben met diensten, producten, services, overheidsdiensten en merken en de rol die reclame binnen die totaalervaring speelt. Laten we de componenten van dit geheel eens fundamenteel bekijken: De mens: De mens is een betekeniscreërend wezen. Dit is deel van zijn natuur. De homo sapiens is het enige wezen dat zijn verbeelding kan laten werken voorbij de tastbare realiteit tot in het symbolische. Hij kan onderscheid maken tussen wie hij is en wie hij verlangt te zijn. Als we dit als mensdefinitie aanvaarden, dan is het onmiddellijk duidelijk dat de “verbeelding” een wezenlijk onderdeel is van de “human experience”. Dit heeft consequenties. Het betekent dat “waarden” niet gecreeërd worden door organisatie of productie, maar ultiem alleen gecreeërd wordt binnen de individuele “mind space”. Wat ik hier zeg, is het volgende: producten, diensten en merken hebben geen emotionaliteit. Mensen verlenen emotionaliteit aan producten en merken. Ze doen dit vanuit hun fundamentele nood aan betrokkenheid en emotie. Dit betekent dat iedereen die producten of diensten herleid tot zijn pure functionele componenten, de werkelijkheid geweld aandoet en in feite een belediging is voor de “humanitas”. De totale mens die weet en voelt terzelfdertijd. Niet noodzakelijk in die volgorde. Op dat gebied ben ik een adept van Jung die zei: “nihil est in intellectu, quod non antea fuerit in sensu””. Niets dringt door tot ons verstand als het eerst niet in onze emoties aanwezig was. Als dit het terrein is waarbinnen moderne reclame ageert, dan is de functie heel duidelijk. Reclame moet een emotionele preview geven van wat er ons te wachten staat binnen de product- of dienstenrelatie waarvoor het de spreekbuis is. Wat zijn hiervan de consequenties? 1) Dat het product of de dienst een aanleiding is om mensen een totaalervaring te bezorgen. Essentieel is bijgevolg de wijze waarop mensen het geheel ervaren. 2) We moeten bijgevolg beslissingnemers zijn. aanvaarden dat mensen (psycho)logische 3) Het betekent dat reclame moet bekeken worden op zijn totaaleffect en niet alleen op zijn feitelijkheid. In dit spel met de geest behoort de verbeelding en de allegorie tot de wezenskenmerken van de “human experience”. Vaststellen of reclame eerlijk is dan wel liegt of bedriegt is bijgevolg een meer complex geheel. Respectvolle reclame gaat met mensen om als volwaardige, intuïtieve maar ook reflecterende mensen als een niet opdeelbare Gestalt. Laat me toe om dit met 2 quotes te illustreren: - “In the factory we make cosmetics, in the store we sell hope” (Charles Revlon) & “Only liars need to be consisent!” (John Grant) Is dit een vrijgeleide voor elke vorm van reclame? Neen, integendeel. Laat me dit illustreren met een heel praktische case. Ik heb hier 4 advertenties voor een openbare dienst. De finaliteit van deze reclames is mensen ertoe aanzetten om een contract te tekenen bij het leger. De motieven die hen aangeboden worden binnen de totaalervaring zijn erg uiteenlopend. In een eerste voorbeeld biedt deze reclame aan jonge Spaanse vrouwen de kans om zelfstandig te worden? Om te ontsnappen aan een leven aan de haard met 20 kinderen en een zeurende man. Is dit legitieme reclame? Alleen in de mate dat het Spaanse leger deze promesse van zelfstandigheid kan waarmaken. Een tweede voorbeeld komt van de Amerikaanse navy Hier biedt de reclame aan elke puber met een laag self-esteem een uitweg aan: test uzelf, ben je het waard om te leven? Dit is een zeer fundamentele puberale nood. Maar ook een zeer wezenlijk onderdeel in het proces van volwassen worden. Kan het leger hierbij helpen? Alleen in die mate dat ze na de 2 à 3 jaar contractperiode sterke, zelfdenkende jonge mensen aflevert. Of ze dit doet of niet, dat lijkt me een wijze vraag voor de raad van reclame in de US. Mijn derde voorbeeld komt ook uit de US en is een advertentie voor de marines. Pain is weakless leaving te body. Hier wordt het leger u aangeboden als de ultieme oefening in zelfcontrole en zelfdiscipline. Ervaart u dat zo? Dan is dit legitieme reclame. Indien niet, is het alleen maar irrelevante reclame die u perfect kan negeren. Mijn laatste voorbeeld in deze reeks is er opnieuw ééntje voor de navy en hier rijzen toch wel een aantal andere vragen. Hier wordt u uitgenodigd om naar het leger te gaan en de grote democratische vrijheden te gaan verdedigen. In Irak. De vraag rijst nu, wat wordt hier aangeboden? Mijn inziens belooft de navy aan zijn toekomstige rekruten groot maatschappelijk respect en aanzien. Vietnam indachtig, twijfel ik eraan of deze rekruten die hierop ingaan, dat ooit van de gemiddelde Amerikaan zullen krijgen. Hier stelt zich mijn inziens binnen mijn definitie van reclame een ernstig ethisch probleem. De reclame belooft hier iets waar noch de producent, noch de reclamemaker controle over hebben. Wat mij betreft preprogrammeren ze met dergelijke reclame het volgende Vietnam-syndroom. Gefrustreerde jonge mensen die door gebrek aan maatschappelijk respect in de marginaliteit terechtkomen. Ik kan uiteraard verkeerd zijn, maar hier bereikt de reclame mijn inziens zijn limieten. Ik vind het volstrekt onethisch iets te beloven dat totaal buiten de voorzienbare controle van zowel de reclamemaker als de dienstverlener ligt. Voor mij zijn dit de vragen waar de JEP zich dient mee bezig te houden. Voor mij gaat het over het begrijpen van de totaalrelatie en deze ontsnapt aan de enge formalistische productdefinities die er al te vaak gebruikt worden.