Student:Rebecca Plouy INFORMATIEVAARDIGHEDEN Docent:Luk Gheysens School: Vives Kortrijk Klas: 1BaOC1 SADAN-opdracht 215-2016 Inhoudsopgave Stap 1....................................................................................................................................................... 1.1 niet maken.........................................................................................................................................2 1.2 trefwoorden......................................................................................................................................2 1.3 klassieke zoek machines....................................................................................................................2 1.4 verkennende zoekopdracht...............................................................................................................2 1.5 beoordelen op betrouwbaarheid......................................................................................................3 1.6 wat neem je mee...............................................................................................................................3 1.7 thema verbreden/afbakenen............................................................................................................3 Stap 2......................................................................................................................................................... 2.1 basistekst......................................................................................................................................3-11 2.1.1 bronvermelding........................................................................................................................12 2.1.2 context......................................................................................................................................12 2.1.3 auteur.......................................................................................................................................12 2.1.4 structuur...................................................................................................................................12 2.1.5 gelijksoortige info.....................................................................................................................12 2.1.6. lijsten..................................................................................................................................12-14 2.2 samenvatting..............................................................................................................................14-15 2.3 Power Point......................................................................................................................................... Stap 3........................................................................................................................................................ 3.1 publicaties binnen handbereik........................................................................................................15 3.2 auteurs.............................................................................................................................................16 3.3 zoek ter plaatse in de bieb.........................................................................................................16-17 3.4 zoek verder buiten je babistekst................................................................................................17-18 3.5 Bronnenlijst................................................................................................................................19-20 Stap 4......................................................................................................................................................... 4.1 organisaties................................................................................................................................20-21 4.2 juridische documenten...............................................................................................................21-22 4.3 maatschappelijke context................................................................................................................22 4.4 statistieken.................................................................................................................................22-23 Stap 5 en 6................................................................................................................................................. 1 stap 1 1.1. Niet maken. 1.2. je thema/informatie-of onderzoeksvraag in een aantal trefwoorden. Xenophobie: dit woordje wist ik uit het hoofd Vreemdelingenhaat: dit woord kende ik ook van vroeger Discriminatie: dit woord kwam ik tegen in een artikel over racisme Racisme: standaardwoord van ons onderwerp Rassenhaat: via google gaf ik in: ‘synoniemen voor rasicme’. Rassenidiologie: dit vond ik op wikipedia Rassentheorie: via google gaf ik in: ‘synoniemen voor rasicme’. Rassenwaan: via google gaf ik in: ‘synoniemen voor rasicme’. 1.3. Gebruik de zoektermen voor een verkennende zoekopdracht via de klassieke zoekmachines te starten. krantenartikel website Wikipedia Boeken Verzamelwerken Eindweken Onderzoeksliteratuur Statistieken Vaktijdschriften 45 1059 2 0 8 0 3 5 9 1.4. Gebruik dezelfde zoektermen voor een verkennende of exploratieve zoekopdracht op limo http://limo.libis.be/primo_library/libweb/action/search.do?fn=search&ct=search&initialSearch= true&mode=Basic&tab=all_content_tab&indx=1&dum=true&srt=rank&vid=VIVES_KATHO&fr bg=&tb=t&vl%28freeText0%29=racisme&scp.scps=scope%3A%2832LIBIS_ALMA_DS_P%2 9%2Cscope%3A%28SCOPE_773%29%2Cscope%3A%28KHBO_P%29%2Cscope%3A%28 %22KATHO%22%29%2Cprimo_central_multiple_fe krantenartikel boeken Website Verzamelwerken Eindwerken Onderzoeksliteratuur Statistieken Vaktijdschriften 2 25 36 12 3 2 1 3 5 1.5. Beoordeel je zoekresultaten op bruikbaarheid en betrouwbaarheid.. Wikipedia is niet betrouabaar omdat lukkraak iedereen daar informatie kan aan toevoegen Sommige websites zijn wel betrouwbaar als op hun site ressensies staan Ook de kranten artikels van informatieve kranten zijn betrouwbaar, maar sensatie kranten zijn minder te betrouwen. 1.6. wat neem je mee uit deze zoekopdracht? a. Omschrijf kort hoe het zoekproces is verlopen: Het zoekproces verliep redelijk vlot, je vind wel niet bij elke therm even veel informatie. Omdat ik veel woorden zelf al wist, kon ik door de verschillende thermen vlot gaan zoeken op het internet. b. Zou je ander/ extra trefwoorden gebruiken? Welke? neen, ik heb trefwoorden genoeg om informatie op te zoeken. Ik denk dat ik de meest relevante woorden in mijn lijstje heb staan. c. Welke informatie en welke bronnentypes vond je niet? Hoe verklaar je dit? via het ‘gewoon internet’ : google kon ik geen boeken vinden. Dit komt waarschijnlijk omdat de schrijvers auterusrechten hebben. Ook eindwerken van studenten en video’s zijn via internet niet te vinden. d. Heb je nog bemerkingen? Ik vond het beantwoorden van de vragen niet gemakkelijk. Het is soms moeilijk te begrijpen wat er met de vraag bedoelt wordt, maar als je er eens goed over nadenkt lukt het wel. 1.7. Dien je het thema te verbreden of af te bakenen? a. niet moeten doen. b. indien je nog geen onderzoeks- of informatievragen hebt gesteld, formuleer nu zelf een aantal mogelijke vragen. a. Niet moeten maken. b. Indien je nog geen onderzoeks- of informatievragen hebt gesteld, formuleer nu zelf een aantal mogelijke vragen: Hoe verliep de geschiedenis van racisme? Is er al racisme onder kinderen? Is er racisme aanwezig in de politiek? Welke organisaties vertegenwoordigen racisme? Welke mensen vechten tegen racisme? Stap 2 2.1 basistekst De bestraffing van het aanzetten tot racisme en vreemdelingenhaat in België De bestraffing van racistische of xenofobe uitingen via de (gedrukte) media was tot voor kort onbestaande. De niet-vervolging of niet-bestraffing van racistische of xenofobe publicaties (boeken, tijdschriften, brochures, verkiezingsfolders...) was het gevolg van het feit dat dit 3 soort misdrijven als drukpersmisdrijven diende beoordeeld te worden door het hof van assisen. DIRK VOORHOOF . 1 FEBRUARI 2001 Inleiding 1. De bestraffing van racistische of xenofobe uitingen via de (gedrukte) media was tot voor kort onbestaande. De niet-vervolging of niet-bestraffing van racistische of xenofobe publicaties (boeken, tijdschriften, brochures, verkiezingsfolders...) was het gevolg van het feit dat dit soort misdrijven als drukpersmisdrijven diende beoordeeld te worden door het hof van assisen. Artikel 150 van de Grondwet onttrekt immers de drukpersmisdrijven aan de bevoegdheid van de correctionele rechtbank. In de praktijk zorgde de bevoegdheid van het hof van assisen evenwel voor een al te hoge drempel. In zoverre zelfs dat reeds sedert meer dan vijftig jaar het inzetten van een procedure voor het hof van assisen voor dit soort misdrijven in onbruik is geraakt. Racistische uitingen via gedrukte publicaties konden daarom, net als alle andere drukpersmisdrijven, genieten van een feitelijke strafrechtelijke immuniteit. 2. Met de grondwetswijziging van 7 mei 1999 is alvast deze problematische proceduredrempel weggenomen. Artikel 150 van de Belgische Grondwet bepaalt voortaan: ‘De jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken, alsmede voor politieke misdrijven en drukpersmisdrijven, behoudens voor drukpersmisdrijven die door racisme en xenofobie zijn ingegeven’. Door de vervolging van door racisme of xenofobie ingegeven drukpersmisdrijven te onttrekken aan de bevoegdheid van het hof van assisen werd het pad geëffend voor de effectieve vervolging ervan voor de correctionele rechtbank. De indruk mag echter niet ontstaan dat deze grondwetswijziging de poort onbeperkt heeft opengezet voor de vervolging van allerlei publicaties en uitingen via de media die een eng nationalistisch of extreemrechts discours bevatten of een muffe ‘eigen volk eerst’-ideologie propageren. Feit is dat enkel het (bewust) aanzetten tot discriminatie, racisme en vreemdelingenhaat strafbaar wordt gesteld en effectief tot sanctionering aanleiding kan geven. De wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden (antiracismewet) 3. In essentie stelt de antiracismewet drie soorten van gedrag strafbaar in verband met uitingen van racisme. Ten eerste: het aanzetten tot discriminatie, rassenscheiding, haat of geweld jegens een persoon, een groep of een gemeenschap of de leden ervan, wegens het ras, de huidskleur, de afkomst of de nationale of etnische afstamming van deze persoon of van (de leden van) deze groep of gemeenschap (art. 1, 1° en 2°). Ten tweede: het publiciteit geven aan een voornemen tot discriminatie, rassenscheiding (segregatie), haat of geweld jegens een persoon, een groep of een gemeenschap wegens ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit (art. 1, 3° en 4°). Ten derde is ook strafbaar het lidmaatschap of de medewerking aan een groep of vereniging die kennelijk en herhaaldelijk discriminatie of segregatie verkondigt of bedrijft (art. 3). Deze bepalingen van de antiracismewet zijn overigens niet de enige wettelijke normen die in 4 België de niet-discriminatie beogen te waarborgen. Ook de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, de Cultuurpactwet van 16 juli 1973 en diverse bepalingen in de omroepwetgeving beogen de niet-discriminatie en het respect voor de mensenrechten. De wet van 30 juli 1981 stelt overigens verschillende daden van discriminatie strafbaar, onder meer bij het aanbieden van bepaalde diensten, bij het verhuren van woningen, bij de toegang tot dancings of cafés, bij de aanwerving of het ontslag van werknemers. De strafbaarstelling van openbare uitingen van racisme en van het aanzetten tot vreemdelingenhaat of discriminatie is met andere woorden een onderdeel van een ruimer wetgevend kader in verband met de bestrijding van racisme, vreemdelingenhaat en discriminatie. De antiracismewet stelt evenwel enkel strafbaar het aanzetten tot haat, geweld of discriminatie wegens ras, afkomst, huidskleur, nationaliteit of etnische afstamming. Discriminatie op grond van taal, godsdienst of geslacht valt (voorlopig) niet onder toepassing van de antiracismewet. 4. Het aanzetten tot racisme, discriminatie of vreemdelingenhaat is slechts strafbaar wanneer een zekere openbaarheid aan deze denkbeelden of informatie wordt gegeven, namelijk in zoverre voldaan is aan een graad of vorm van openbaarheid. Er is de door de wet vereiste openbaarheid wanneer de uiting zich situeert in publieke bijeenkomsten of plaatsen, in tegenwoordigheid van verscheidene personen, door geschriften, al dan niet gedrukt, door prenten of zinnebeelden die aangeplakt, verspreid of verkocht, te koop aangeboden of openlijk tentoongesteld worden en door geschriften die niet openbaar worden gemaakt, maar aan verscheidene personen toegestuurd of meegedeeld worden. De antiracismewet stelt dus enkel bepaalde openbare meningsuitingen strafbaar. Het bezit van nazi-emblemen in een privé-woning bijvoorbeeld valt niet onder toepassing van de antiracismewet. Een circulaire brief aan verschillende personen of verspreid binnen een groep of vereniging komt echter wel in aanmerking voor toepassing van de antiracismewet, net zoals de verspreiding van een pamflet of brochure aan verscheidene personen. Ook het versturen van een e-mailbericht aan verschillende personen en het via een website of nieuwsgroep aanbieden van teksten en/of beelden die aanzetten tot racisme of vreemdelingenhaat vallen onder toepassing van de wet van 30 juli 1981. 5. Een bijzonder kenmerk van de wet van 1981 is dat de strafvervolging kan worden in gang gezet niet enkel door het slachtoffer of door het Openbaar Ministerie, maar ook door instellingen van openbaar nut en verenigingen die zich statutair tot doel hebben gesteld de mensenrechten te verdedigen of discriminatie te bestrijden en die minstens vijf jaar rechtspersoonlijkheid bezitten. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat verenigingen als de Liga voor de Mensenrechten of het Mouvement contre le Racisme, l’Antisémitisme et la Xénophobie (MRAX) in rechte kunnen optreden door het indienen van klacht, rechtstreekse dagvaarding of burgerlijke partijstelling. Sedert de wet van 15 februari 1993 bezit ook het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding deze bevoegdheid. 6. De bestraffing in geval van veroordeling op basis van de antiracismewet kan velerlei vormen aannemen. De wet van 30 juli 1981, zoals gewijzigd op 13 januari 1993, 12 april 1994 en 7 mei 1999, bestraft in eerste instantie de bedoelde misdrijven met geldboeten van 50 tot 1.000 frank (te vermenigvuldigen met de wettelijk opdeciemen, x 200). Maar de wet dreigt ook met mogelijke gevangenisstraf van een maand tot een jaar, gevangenisstraf die zelfs twee jaar kan bedragen wanneer de feiten worden gepleegd door een ambtenaar of drager van het openbaar gezag. De personen die werden veroordeeld wegens het aanzetten tot racisme of vreemdelingenhaat of wegens het lidmaatschap of de medewerking aan een racistische organisatie riskeren ook de veroordeling tot de ontzetting van de uitoefening van bepaalde rechten, waaronder het recht om openbare ambten te vervullen en het recht om verkozen te worden. 7. Een veroordeling in toepassing van de wet van 30 juli 1981 kan ook tot gevolg hebben dat een politieke partij daardoor bepaalde rechten verliest. Met name kan een veroordeling van haar kandidaten of gekozenen duidelijk aantonen dat deze politieke partij vijandig staat 5 tegenover de rechten en vrijheden gewaarborgd door het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). In toepassing van 15ter van de wet van 4 juli 1989 (wet betreffende de verkiezingspropaganda en de financiering van de politieke partijen) kan een dergelijke veroordeling aanleiding geven tot een klacht, uitgaande van de Parlementaire Controlecommissie. De Raad van State kan dan beslissen de dotatie van de politieke partij in te trekken voor een periode van drie maanden tot één jaar. Een veroordeling wegens inbreuk op de antiracismewet kan ook aanleiding geven tot een strikte toepassing van artikel 3 § 1 van de zgn. Cultuurpactwet van 17 juli 1973 dat het mogelijk maakt dat een aantal participatierechten van politieke, ideologische of filosofische organisaties of verenigingen kan worden ontnomen. Uit een dergelijke veroordeling kan immers worden afgeleid dat deze vereniging of organisatie ‘de principes en de regels van de democratie’ niet aanvaardt of naleeft zoals artikel 3 § 1 van de Cultuurpactwet dit vereist. 8. Tot voor kort leidde enkel in een beperkt aantal gevallen de antiracismewet tot een effectieve veroordeling wegens aanzet tot racisme of vreemdelingenhaat. Een opmerkelijke vaststelling is dat de meeste veroordelingen wegens het in het openbaar aanzetten tot racisme, discriminatie of vreemdelingenhaat te situeren zijn in het raam van mondelinge beledigingen die werden geuit in de aanwezigheid van verschillende personen. Vooral naar aanleiding van een uit de hand gelopen woordenwisseling of bij bepaalde incidenten is effectief toepassing gemaakt van de antiracismewet. Enkele voorbeelden - De correctionele rechtbank van Charleroi veroordeelde een persoon die in het openbaar racistische beledigingen had geuit aan het adres van enkele allochtonen van NoordAfrikaanse afkomst. De rechtbank was van oordeel ‘que le terme ‘raton’, synonyme de ‘bicot’ ou de ‘bougnoul’ est une injure raciste (..). Que traiter un Nord Africain de ce substantif est en contradiction avec l’article 1er de la loi du 30 juillet 1981 dont la philosophie tend au respect de la personne, quelle que soit sa race, quelle que soit sa couleur’ (Corr. Charleroi 23 december 1987). - In 1997 veroordeelde de correctionele rechtbank in Brussel een persoon die in aanwezigheid van verschillende personen een behandeling door een arts van Afrikaanse afkomst in de spoedopname van een ziekenhuis weigerde met de woorden :‘Nee, die vuile « bougnoul » zal me niet aanraken’ (Corr. Brussel 30 juni 1997). - Een scheldpartij na een verkeersincident met racistische verwijten aan het adres van een autobestuurder van Turkse afkomst, werd strijdig geacht met de wet van 30 juli 1981 (Corr. Leuven 9 september 1997). - Het in het openbaar verklaren ‘Het stinkt hier, stinkende Iranees, vuile Iranees, bende van Saddam, vuile drughandelaar, ga terug naar Iran’ werd aangemerkt als strijdig met de antiracismewet (Corr. Kortrijk 19 augustus 1998, bevestigd Gent 16 september 1999). - De uitroep aan het adres van vijf Pakistani die in een café van de kelner en de uitbater te horen kregen dat ‘die vijf bruine apen’ het café moesten verlaten, werd veroordeeld als een inbreuk op artikel 1 van de antiracismewet (Antwerpen 17 november 1995). - Het in een restaurant uitroepen: ‘zorg dat die makak van mijn eten blijft, anders sla ik u de kop in’ en ‘mee die zwette kan ik niet om’ werd door de rechtbank beschouwd als een inbreuk op de antiracismewet. Aan de beklaagde werd evenwel het voordeel van de opschorting van de uitspraak van de veroordeling toegekend wegens diens smetteloos strafverleden. Aan de burgerlijke partij werd een schadevergoeding van 10.000 frank toegekend (Corr. Turnhout 5 januari 1999). - Een klant die de uitbater van een pitazaak allerlei racistische uitlatingen naar het hoofd slingert, waarbij zowel de man als de Turkse gemeenschap worden beledigd, werd veroordeeld in toepassing van art. 1, 3° en 1, 4° van de wet van 30 juli 1981 (Corr. Gent 23 november 1999 en 29 februari 2000). - Het in het openbaar verklaren dat ‘ze alle migranten op een boot moeten zetten of een bom 6 onder hun bed plaatsen’ is eveneens strafbaar op basis van artikel 1 van de antiracismewet (Corr. Antwerpen 14 maart 1996). - In 1991 veroordeelde het hof van beroep te Brussel een persoon die in het openbaar tijdens een debatavond de holocaust had ontkend en de stelling had verdedigd dat de holocaust is misbruikt door de joodse gemeenschap. Het hof bevestigde hiermee het vonnis volgens hetwelk in deze sprake was van het aanzetten tot vreemdelingenhaat, meer bepaald ten aanzien van de joodse gemeenschap. Het hof was van oordeel dat het amalgaam van politieke ideeën van de beklaagde ‘est blessante pour les survivants et outrageante pour la mémoire des victimes du nazisme, (et) est de nature à provoquer des réactions passionnelles d’agressivité contre ceux qui se trouvent accusés d’imposture; qu’il s’agit bien d’une incitation à la haine’ (Brussel 8 november 1991). - De scheldtirade waarbij tijdens een zitting van een gemeenteraad het ene gemeenteraadslid het andere gemeenteraadslid de huid vol scheldt en roept ‘Sale juif, retourne en Israël’, werd als een inbreuk beschouwd op de antiracismewet (Corr. Brussel 20 april 1983). - Beledigende uitlatingen tijdens een gemeenteraadszitting zoals ‘canaille magrèbine’ werden door de correctionele rechtbank van Verviers in strijd beoordeeld met de antiracismewet. Volgens de rechtbank waren deze uitingen te beschouwen als aanzet tot discriminatie en haat ‘à l’égard d’une communauté à raison de son origine ethnique’ (Corr. Verviers 5 september 2000). - Het brengen van de Hitlergroet naar aanleiding van de installatie van een gemeenteraad en het voeren van een discours dat voor vreemdelingen als discriminerend en beledigend is te beschouwen, werd in 1996 veroordeeld in toepassing van de wet van 30 juli 1981 (Corr. Brussel 15 juli 1996). De correctionele rechtbank in Antwerpen daarentegen sprak een provincieraadslid van het Vlaams Blok vrij voor het brengen van een armbeweging die volgens klagers kon omschreven worden als de Hitlergroet. Wegens afwezigheid van objectief bewijs werd de beklaagde vrijgesproken voor de tenlastelegging op basis van de antiracismewet (Corr. Antwerpen 23 juni 1999). - Een toespraak tijdens een provincieraad met onnodig kwetsende uitlatingen over vreemdelingen die worden omschreven als ‘criminelen die er enkel op uit zijn om voordelen te verwerven tijdens hun verblijf in ons land’, vormt een misdrijf volgens de antiracismewet (Corr. Luik 21 december 1998, bevestigd Luik 18 oktober 1999). - Een vuilnisman die weigerde het huisvuil van een Marokkaans gezin op te halen met de openlijke verklaring ‘dat er al problemen genoeg zijn met de migranten en dat ze er beter zouden aan doen om naar hun land terug te keren’ werd veroordeeld in toepassing van de antiracismewet (Gent 19 november 1996). - Het beledigen van allochtonen door hen toe te roepen ‘sale étranger, sale macaque, retourne dans ton pays (..) on doit te brûler, toi et ta femme’ is een inbreuk van artikel 1 van de antiracismewet (Corr. Brussel 19 januari 1999). - Het roepen op straat ‘vuile aap, ze moesten u afvoeren naar Polen. Heil Hitler’ en het uiten van openlijk racisme werd door de correctionele rechtbank in Leuven aangemerkt als ‘verwerpelijk, aanstootgevend en onaanvaardbaar’. De beklaagde werd in toepassing van de wet van 30 juli 1981 veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van zes maanden. Het vonnis benadrukt dat ‘een duidelijk teken moet gezet worden dat de maatschappij geen enkele vorm van discriminatie aanvaardt’(Corr. Leuven 15 september 2000). 9. Er is meermaals gewezen op het problematische karakter van de strafvervolging in toepassing van de antiracismewet wanneer het openbaar aanzetten tot discriminatie of vreemdelinghaat gebeurt via gedrukte publicaties. Een opvallende vaststelling was onder meer dat hoewel één bepaalde politieke partij in Vlaanderen en Brussel, namelijk het Vlaams Blok, een politiek discours voerde dat minstens op een aantal punten in strijd kon worden geacht met de antiracismewet, de publicaties in boekvorm, in tijdschriften of brochures en de vlugschriften en verkiezingspropaganda van deze partij nooit aanleiding hebben gegeven tot een strafrechtelijke veroordeling op basis van de wet van 30 juli 1981. Het georganiseerd en systematisch aanzetten tot racisme en vreemdelingenhaat via tijdschriftartikels, cartoons, 7 pamfletten en brochures kon dus rekenen op een feitelijke straffeloosheid, terwijl individuele personen, vooral de voorbije jaren, wél werden veroordeeld in toepassing van de antiracismewet wegens het incidenteel en soms impulsief openbaar uiten van racistische beledigingen. 10. Deze opmerkelijke vaststelling en onhoudbare situatie kwam ook nog eens duidelijk tot uiting in het vonnis van 6 september 1994 van de correctionele rechtbank in Brussel in de zaak die door de Liga voor de Mensenrechten was aangespannen tegen twee VlaamsBlokmilitanten wegens hun lidmaatschap of medewerking aan een groep of vereniging die openlijk en herhaaldelijk rassendiscriminatie of rassenscheiding bedrijft of verkondigt. De Liga steunde zich voor de bewijsvoering op verschillende artikels die waren gepubliceerd in het weekblad Vlaams Blok en op het 70-puntenprogramma van de partij. De correctionele rechtbank verklaarde zich evenwel onbevoegd om in deze zaak uitspraak te doen, aangezien ‘alleen het Hof van Assisen bevoegd is om te oordelen over feiten waarvan minstens één een persmisdrijf vormt en de andere ermee samenhangen’. De wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, onderschatten, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd (antinegationismewet) 11. In het voorjaar van 1995 keurde het Belgisch parlement een wet goed die zich situeert in het verlengde van de antiracismewet, maar tegelijk opteert voor een heel bijzondere strafbaarstelling. Artikel 1 van de wet van 23 maart 1995 stelt strafbaar hij die in het openbaar (art. 444 S.W.) ‘de genocide die tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd, ontkent, schromelijk minimaliseert, poogt te rechtvaardigen of goedkeurt’. De wet dreigt met straffen tot één jaar gevangenisstraf. Verder is ook bepaald dat de recidive van dit misdrijf tot ontzetting uit de politieke rechten aanleiding kan geven (art. 1, lid 3) en dat het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en ook verenigingen die de morele belangen en de eer van het verzet of van de gedeporteerden verdedigen, in rechte kunnen optreden in alle rechtsgeschillen waartoe de toepassing van de wet aanleiding kan geven (art. 3). Tevens kan een veroordeling aanleiding zijn tot de openbare aanplakking of publicatie van het vonnis in één of meer dagbladen en dit op kosten van de veroordeelde (art. 2). Een veroordeling wegens de strafbare ontkenning van de holocaust kan ook nog andere gevolgen hebben, analoog aan die van de antiracismewet (cfr. supra). 12. Deze wet was erop gericht om een einde te maken aan het feit dat België, meer bepaald Vlaanderen, tot de draaischijf was uitgegroeid voor het drukken en verspreiden van negationistische publicaties. Maar algauw moest worden vastgesteld dat de kwalificatie ‘drukpersmisdrijf’ van de boeken, brochures en folders die mogelijk in strijd waren met de wet van 23 maart 1995, een effectieve strafvervolging in de praktijk in de weg stond. Van de exclusieve rechtsmacht van het hof van assisen naar de correctionalisering van racistische drukpersmisdrijven 13. Het voorgaande heeft duidelijk gemaakt dat hét basisknelpunt naar de praktijk toe voor de effectieve strafvervolging van publicaties in strijd met de antiracismewet van 1981 of met de antinegationismewet van 1995 zich situeerde in de kwalificatie ‘drukpersmisdrijf’ van deze feiten en de ermee verbonden exclusieve bevoegdheid van het hof van assisen. Dit kon de indruk wekken dat een bepaald soort publicaties inhoudelijk niet strijdig was met deze wetgeving, hoewel de reden hiervoor dus niet te vinden was in de niet-strafbare inhoud van deze publicaties, maar wel in formeel-procedurele redenen. Daar waar de antiracismewet, en later de antinegationismewet, zich nadrukkelijk beperkt tot het in het ‘openbaar’ bestraffen van aanzet tot discriminatie en vreemdelingenhaat, werd de toepassing van de wet juist bijzonder bemoeilijkt ten aanzien van het meest openbare forum via dewelke kan worden 8 aangezet tot racisme of xenofobie, namelijk de (gedrukte) media. Hierdoor werd deze wetgeving grotendeels buiten werking gesteld. Het aanzetten tot discriminatie en vreemdelingenhaat via de massamedia, folders, affiches en pamfletten, zelfs via advertenties of via Internet, bleef de facto strafrechtelijk ‘immuun’ voor de toepassing van de antiracismewet en de antinegationismewet. Deze feitelijke strafrechtelijke immuniteit voor racistische drukpersmisdrijven werd gaandeweg onhoudbaar. Daarom is er uiteindelijk voor geopteerd om één specifieke uitzondering in te schrijven in artikel 150 G.W. waardoor de correctionalisering zou worden bereikt voor, maar ook beperkt zou blijven tot de drukpersmisdrijven ‘ingegeven door racisme of xenofobie’. Voor dit soort misdrijven is dus niet langer het hof van assisen, maar wel de correctionele rechtbank bevoegd. De eerste veroordelingen sedert de correctionalisering van de drukpersmisdrijven die zijn ingegeven door racisme of xenofobie 14. Een eerste vonnis waarin uitdrukkelijk wordt gesteund op de correctionalisering van de drukpersmisdrijven is het vonnis van 22 december 1999 in de zaak Elbers. De correctionele rechtbank tilde zwaar aan de feiten en veroordeelde Elbers voorwaardelijk tot 6 maanden gevangenisstraf en een geldboete van 100.000 frank met daarbovenop een schadevergoeding van 100.000 frank te betalen aan de burgerlijke partij, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Aanleiding tot de vervolging en reden van de veroordeling waren een aantal teksten met racistische inhoud die via Internet waren verspreid of via een nieuwsgroep konden geconsulteerd worden. Het vonnis benadrukt de ernst van de feiten en vindt deze ontoelaatbaar temeer omdat de dader een politieambtenaar is ‘dont la vocation devrait être de respecter et poursuivre l’exécution de la loi plutôt que de l’enfreindre’. De Brusselse rechtbank maakt duidelijk dat de straffeloosheid van racistische drukpersmisdrijven tot het verleden behoort. De rechtbank is van oordeel dat de gewraakte tekst op Internet ‘indique la volonté publique de l'intéressé de rejeter toute intégration interraciale dans notre société’. Volgens het vonnis is er sprake van het aanzetten tot discriminatie, segregatie, haat en geweld ‘à l'égard de la communauté marocaine en Belgique ainsi qu'à l'égard de la communauté africaine’. Het hof van beroep in Brussel heeft in een arrest van 27 juni 2000 dit vonnis in grote lijnen bevestigd. De schadevergoeding aan het CGKR werd gereduceerd van 100.000 frank tot één (symbolische) frank. 15. Een tweede toepassing van de correctionalisering van racistische drukpermisdrijven gebeurde met het vonnis van 7 november 2000 in de zaak Vercruysse naar aanleiding van de strafbare inhoud van het revisionistische tijdschrift Final Conflict. Het vonnis maakt melding van propaganda voor en berichtgeving over allerlei neo-nazi bewegingen in Europa. In het bijzonder wordt de aandacht gevestigd op een artikel waarin de vraag gesteld wordt of er wel zes miljoen joden gestorven zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Volgens de rechtbank strekt dit artikel er duidelijk toe op schromelijke wijze de genocide te minimaliseren en goed te praten. De talrijke verwijzingen naar het revisionisme in het tijdschrift ‘constituent une minimisation grave, outrancière et offensante auquel tout alibi scientifique se dérobe’. Het vonnis stelt : ‘Les auteurs tentent une approche tendant à justifier le génocide pour le présenter sous un jour déresponsabilisant le régime national-socialiste allemand et partant, susceptible de réhabiliter pareille idéologie hostile à la démocratie et de nature à offenser gravement de nombreux êtres humains de diverses origines ou catégories sociales’. De persoon die verantwoordelijk was voor de verspreiding in België van het tijdschrift Final Conflict is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van 40.000 frank, waarmee de rechtbank een straf heeft opgelegd ‘de nature à faire (le prévenu) conscience de la gravité de ses actes et à l'inciter à modifier radicalement son comportement’. Ook werd bevel opgelegd tot publicatie van het vonnis in twee kranten, namelijk in Le Soir en in De Standaard, publicatie op kosten van de veroordeelde. Aan het 9 Cetrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding is een schadevergoeding toegekend van 1 frank. 16. Eind oktober 2000 raakte bekend dat door het CGKR en de Liga voor de Mensenrechten een aantal vzw’s werden gedagvaard die hun medewerking verlenen aan het Vlaams Blok, partij die volgens de klachtdoende partijen sinds haar oprichting kennelijk en herhaaldelijk in het openbaar discriminatie en segregatie verkondigt en aanzet tot vreemdelingenhaat. Aangezien de drie gedaagde vzw’s overduidelijk hun medewerking verlenen aan het Vlaams Blok kunnen zij worden veroordeeld in toepassing van artikel 3 van de antiracismewet. Volgens het CGKR en de Liga kunnen de betreffende rechtspersonen voor deze feiten aansprakelijk worden gesteld aangezien de misdrijven waarvan sprake een intrinsiek verband houden met de verwezenlijking van hun doel of waarneming van hun belangen. Het CGKR en de Liga verwijzen in hun dagvaarding uitgebreid naar passages uit boeken, brochures, pamfletten, tijdschriften en congresteksten, passages waarin wordt aangezet tot discriminatie zoals bedoeld in de antiracismewet. Aan de correctionele rechtbank wordt dus gevraagd om het strafbaar karakter van deze publicaties vast te stellen en de gedaagde partijen te veroordelen. Meteen een belangrijke nieuwe test voor de strafvervolging voor de correctionele rechtbank van drukpersmisdrijven die door racisme ingegeven zijn… 17. De vraag blijft of de gecreëerde verwachtingen met de grondwetswijziging van 7 mei 1999 effectief zullen kunnen worden ingevuld. Bij de uiteindelijke toepassing van de antiracismewet moet immers de nadruk worden gelegd op het feit dat men in deze met strafrecht te maken heeft, hetgeen betekent dat het strafbaar gesteld gedrag restrictief moet worden geïnterpreteerd. Aangezien het bovendien de strafbaarstelling van de uitoefening van een fundamenteel grondrecht betreft, te weten de expressievrijheid, is een grote mate van omzichtigheid vereist bij het instellen van vervolging of bij de strafrechtelijke veroordeling wegens uiting van denkbeelden of opinies. Aan de materieel-rechtelijke component van de strafbaarstelling van de antiracismewet is immers niets gewijzigd. Bij de vervolging dient ook rekening te worden gehouden met het basisprincipe van de vrijheid van (politieke) meningsuiting zoals onder meer verregaand gewaarborgd door artikel 10 van de Europese Verklaring voor de Rechten van de Mens. Dit impliceert met name dat de bestraffing van racistische drukpersmisdrijven slechts mogelijk is in die gevallen waarin de toepassing van de (overigens volstrekt legitieme) antiracismewet voldoet aan de voorwaarde van de ‘noodzakelijkheid in een democratische samenleving’. Niet wat als politiek incorrect wordt beschouwd kan het voorwerp zijn van strafrechtelijke vervolgingen. Enkel die uitingen die daadwerkelijk in strijd zijn met de antiracismewet of met de antinegationismewet komen in aanmerking voor correctionele vervolging en bestraffing. De effectieve toepassing van de antiracismewet zal ook niet van aard zijn om meer impliciete of verdoken vormen van racisme te bestraffen: het subtiele racistische discours zal maar moeilijk via de antiracismewet kunnen gesanctioneerd worden. De repressieve aanpak van racistische publicaties waarvoor nu is gekozen kan overigens als (ongewenst) neveneffect hebben dat de racistische boodschap minder herkenbaar, want meer impliciet zal worden geformuleerd. Het openlijk racisme en het aanzetten tot vreemdelingenhaat zal in de toekomst hierdoor mogelijk worden gecamoufleerd, waardoor deze denkbeelden uiteindelijk meer aanvaardbaar (‘salonfähig’) worden geformuleerd of verpakt. 18. Het is nu aan de correctionele rechtbanken en de hoven van beroep die de beoordeling voorgelegd krijgen van door racisme of xenofobie ingegeven drukpersmisdrijven om te bewijzen dat de Belgische antiracismewetgeving effectief één van de instrumenten is om de manifeste negatie van het respect voor de mensenrechten en de bedreiging voor één van de meest fundamentele waarden van de democratie, namelijk die van de gelijkheid onder de mensen, alert en kordaat te beteugelen. De maatschappelijke en politieke ontwikkelingen hebben, vooral in Vlaanderen, een zodanige stroomversnelling gekend dat hoogdringend een duidelijk signaal moest worden gegeven dat racisme en vreemdelingenhaat in een 10 democratische samenleving niet kunnen getolereerd worden. De recente rechterlijke uitspraken in toepassing van de antiracismewet en van de antinegationismewet hebben alvast duidelijk gemaakt dat de Belgische antiracismewetgeving voortaan effectief tot bestraffing kan leiden van via de gedrukte media of via Internet openbaar gemaakte boodschappen die aanzetten tot discriminatie, racisme of vreemdelingenhaat. Van deze wetgeving mag echter niet tegelijk worden verwacht dat zij ook in staat is een sociaal fenomeen te bestrijden: ‘En réprimant les discriminations les plus manifestes, la loi pénale participe à la prise de conscience et à l’évolution des mentalités, mais elle n’est pas un moyen massif d’intervention contre un fait social’ (J. Costa-Lascoux). Dirk Voorhoof is hoogleraar aan de Universiteit Gent, waar hij onder meer mediarecht doceert. Bibliografie : Batsele, D., Hanotiau, M. en Daurmont, O. (1992), La lutte contre le racisme et la xénophobie, Brussel, Editions Nemesis. S. Coliver (ed.) (1992), Striking a balance: Hate Speech, Freedom of Expression and Nondiscrimination, Londen, Article XIX. Costa-Lascoux, J. (1991), ‘Des lois contre le racisme’, in P.-A. TAGUIEFF, Face au racisme 2. Analyses, hypothèses, perspectives, Parijs, Découverte, 127. Dejemeppe, B. (1996), ‘De bestraffing van racistische gedragingen: stand van zaken anno 1996’, Panopticon 1996, 313-346 Delgado, R. en Stefanic, J. (1997), Must We Defend Nazi’s ? Hate Speech, Pornography and the New First Amendment, New York en Londen, New York University Press. D’Haenens, L. en Saeys, F. (eds.) (1996), Media & Multiculturalisme in Vlaanderen, Gent, Academia Press. Dumont, H., Mondoux, P., Strowel, A. en Tulkens, F. (eds.) (2000), Pas de liberté pour les ennemis de la liberté? Groupements liberticides et droit, Brussel, Bruylant. Francis, E. (1999), ‘Bedenkingen bij de ‘correctionalisering’ van racistisch geïnspireerde drukpersmisdrijven’, Rechtskundig Weekblad 1999-2000, 377-394. J. Nieuwenhuis, A.J., (1997), Over de grens van de uitingsvrijheid. Een rechtsvergelijkende analyse van de regelgeving ten aanzien van pornografische en racistische uitlatingen, Nijmegen, Ars Aequi Libri. Schuijt, G.A.I. en Voorhoof, D. (eds.) (1995), Vrijheid van meningsuiting, racisme en revisionisme, Gent, Academia Press. Van Den Broeck, B., ‘De democratische staat en de antidemocratische partijen’, Samenleving en Politiek 1999/6, 3-13. Voorhoof, D. (1998), ‘Het Arbitragehof en de anti-negationismewet’, (noot onder Arbitragehof 12 juli 1996), Jaarboek Mensenrechten 1996-1997, 346-353. Weinstein, J., (1999), Hate Speech, Pornography and the Radical Attack on Free Speech Doctrine, Boulder, Westview Press. 11 X. (1999), De wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, Brussel. Artikel gevonden via internet google: rassenhaat vaktijdschrift 2.1.1. bronvermelding Voorhoof, D. (2001). De bestraffing van het aanzetten tot racisme en vreemdelingenhaat in België. Mondiaal nieuws, geraadpleegd op 21 oktober 2015, op http://www.mo.be/artikel/debestraffing-van-het-aanzetten-tot-racisme-en-vreemdelingenhaat-belgie 2.1.2 Context De tekst komt uit mondiaal nieuws: MO bestaat dankzij de gratie van een aantal leden en partners die samen de productie van het blad en de website mogelijk maken. Deze zijn: 11.11.11., vredeseilanden, trais, broederlijk delen, oxfan wereldwinkels, socialistische solidariteit, plan, wereldsolidariteit en fairtrade. Daarnaast zijn er ook een hele hoop acteurs: Alma De Walsche, Gie Goris, Joga Kosoloksy, Jan Buelinckx, John Vandaele, Kilian De Jager, Kristof Clerix, Samira Bendadi, Stefaan Anrys en Tine Danckaers. Het is een elekrtonisch dagblad dat iedereen kan lezen, van jongeren tot ouderen. 2.1.3 Auteur Voorhoof Dirk is een professor in de Gentse universiteit (mediarecht) en docent in de universiteit in Kopenhagen (recht). Dirk Voorhoof heeft veel artikelen in verband met racisme geschreven. Hij is nauw betrokken bij het onderwerp: racisme. zijn afbeelding: http://www.bing.com/images/search?q=dirk+voorhoof&id=5F2DF9540F5C809C3ADCBBFFE 50768270DCF1669&FORM=IQFRBA 2.1.4 Structuur Het is een lange doorlopende tekst waarbij gebruik gemaakt wordt van alinea’s en nummering. Verder is er een duidelijke titel die in het oog springt, en een direct zichtbare inleiding (tussentitel), het slot is minder gemakkelijk te vinden. De referenties werden op de correcte manier weer gegeven. De tekst is gebaseerd op een groot aantal bronnen, wat de betrouwbaarheid vergroot. 2.1.5. Gelijksoortige info Zie markering in de tekst. 2.1.6. Lijsten organisaties Centrum voor gelijke kansen en racismebestrijding Stad Leuven, dienst diversitieit en gelijke kansen stad Brussel, RoSa vzw, expertisecentrum gelijke kanden: koningsstraat 136 (sociale kaart) https://www.desocialekaart.be/interfederaal-gelijkekansencentrum-503443 bevordert gelijke kansen voor alle burgers. 12 Liga van de mensenrechten Gebroeders De Smetstraat 75 9000 Gent in België (sociale kaart) https://www.desocialekaart.be/dienst-gelijke-kansen-team-wijkwerking-506821 Werkt aan leven en samenleven in woonwijken. Specialisten Benoît Dejemeppe Benoît Dejemeppe is een Belgisch raadsheer en lid van het hof van Cassatie. Hij is tevens voorzitter van de orde van geneesheren. Dejemeppe werd vooral bekend door de zaak Dutroux waarbij hij procureur des Konings van het Brusselse parket was. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Beno%C3%AEt_Dejemeppe) Dirk voorhoof Voorhoof Dirk is een professor in de Gentse universiteit (mediarecht) en docent in de universiteit in Kopenhagen (recht). Dirk Voorhoof heeft veel artikelen in verband met racisme geschreven. Hij is nauw betrokken bij het onderwerp racisme vaktermen antiracismewetgeving Met de term Antiracismewet, wordt de Belgische wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden bedoeld Drukpersmisdrijven In het Belgische recht is een drukpersmisdrijf (Frans: délit de presse) een misdrijf, waarbij iemand door middel van een openbare publicatie de wet overtreedt of schade veroorzaakt aan een derde. Genocide Genocide (of volkerenmoord) is een misdrijf in het internationale recht dat door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in Resolutie 96(1) omschreven werd als 'de ontzegging van het recht van bestaan van een gehele menselijke groep.'[1] Genocide staat vaak gelijk aan massamoord van een specifieke groep, hoewel ook andere daden onder de definitie vallen. Formeel juridisch gezien is genocide geen oorlogsmisdaad, omdat het geen schending van het oorlogsrecht is, bovendien kan genocide ook in vredestijd worden gepleegd. Soorten bronnen (5 gekozen bronnen gemarkeerd ) Sociaal wetenschappelijke bronnen Juridische bronnen Geschreven bronnen beeldbronnen 13 2.2. Samenvatting De bestraffing van racistische of xenofobe uitingen via de (gedrukte) media was tot voor kort onbestaande omdat dit soort misdrijven als drukpersmisdrijven diende beoordeeld te worden door het hof van assisen. Door grondwetswijziging van 7 mei 1999 zijn problemen opgelost, artikel 150: ‘De jury wordt ingesteld voor alle criminele zaken, alsmede voor politieke misdrijven en drukpersmisdrijven, behoudens voor drukpersmisdrijven die door racisme en xenofobie zijn ingegeven’. Feit is dat enkel het (bewust) aanzetten tot discriminatie, racisme en vreemdelingenhaat strafbaar wordt gesteld en effectief tot sanctionering aanleiding kan geven. 3 soorten gedrag zijn strafbaar: het aanzetten tot discriminatie, rassenscheiding, haat of geweld jegens een persoon, een groep of een gemeenschap of de leden ervan, wegens het ras, de huidskleur, de afkomst of de nationale of etnische afstamming van deze persoon of van (de leden van) deze groep of gemeenschap het publiciteit geven aan een voornemen tot discriminatie, rassenscheiding (segregatie), haat of geweld jegens een persoon, een groep of een gemeenschap wegens ras, huidskleur, afstamming, afkomst of nationaliteit ook strafbaar het lidmaatschap of de medewerking aan een groep of vereniging die kennelijk en herhaaldelijk discriminatie of segregatie verkondigt of bedrijft niet enkel de antiracisme wet is van tel maar ook: - artikelen 10 en 11 van de Grondwet Cultuurpactwet van 16 juli 1973 wet van 30 juli 1981 Het aanzetten tot racisme, discriminatie of vreemdelingenhaat is slechts strafbaar wanneer er openbaarheid van deze gedachten aanwezig is. De antiracismewet stelt dus enkel bepaalde openbare meningsuitingen strafbaar. Bijzonder kenmerk van de wet van 1981: de strafvervolging kan zowel in gang gezet worden door het slachtoffer, door het openbaar ministerie, instellingen van openbaar nut en verenigingen. De bestraffing: - misdrijven met geldboeten van 50 tot 1.000 frank mogelijke gevangenisstraf van een maand tot een jaar, gevangenisstraf die zelfs twee jaar kan bedragen ontzetting van de uitoefening van bepaalde rechten aantal participatierechten van politieke, ideologische of filosofische organisaties of verenigingen kan worden ontnomen voorbeelden van bestraffingen. In het voorjaar van 1995 keurde het Belgisch parlement een wet goed die zich situeert in het verlengde van de antiracismewet, maar tegelijk opteert voor een heel bijzondere strafbaarstelling. hét basisknelpunt naar de praktijk toe voor de effectieve strafvervolging van publicaties in strijd met de antiracismewet: ‘drukpersmisdrijf’. - eerste vonnis waarin uitdrukkelijk wordt gesteund op de correctionalisering van de drukpersmisdrijven is het vonnis van 22 december 1999 in de zaak Elbers. 14 - Een tweede toepassing van de correctionalisering van racistische drukpermisdrijven gebeurde met het vonnis van 7 november 2000 in de zaak Vercruysse De vraag blijft of de gecreëerde verwachtingen met de grondwetswijziging van 7 mei 1999 effectief zullen kunnen worden ingevuld De effectieve toepassing van de antiracismewet zal ook niet van aard zijn om meer impliciete of verdoken vormen van racisme te bestraffen. (Voorhoof, D. (2001). De bestraffing van het aanzetten tot racisme en vreemdelingenhaat in België. Mondiaal nieuws, geraadpleegd op 21 oktober 2015, op http://www.mo.be/artikel/debestraffing-van-het-aanzetten-tot-racisme-en-vreemdelingenhaat-belgie) 2.3 Powerpoint Stap 3 3.1. Publicaties binnen handbereik bron over de grens van de uitingsvrijheid Media en muliculturalisme in vlaanderen De democratische staat en de antidemocratische partijen Vrijheid van meningsuiting, racisme en revisionisme Hate Speech, Pornography and the Radical Attack on Free Speech Doctrine, Boulder, Westview Press. Pas de liberté pour les ennemis de la liberté? Groupements liberticides et droit, Brussel ‘Des lois contre le racisme’, in P.-A. TAGUIEFF, Face au racisme 2. Analyses, hypothèses, perspectives, Parijs, Découverte, 127. De bestraffing van racistische gedragingen: stand van zaken anno 1996’, Panopticon 1996, 313-346 Pas de liberté pour les ennemis de la liberté? Groupements liberticides et droit, Brussel, 15 vindplaats Limo: Vives kortrijk, roeselare, tielt en torhout Databank: unicat (ouder boek overgeplaatst naar unicat) Limo: Vives kortrijk, roeselare, tielt en torhout Databank: unicat (ouder boek overgeplaatst naar unicat) Limo: Vives kortrijk, roeselare, tielt en torhout Jrg. 6 (1999) nr. 6, p. p.3-13 Een tijdschrift: zoeken op de beneden verdieping bij de letter s Limo: Vives kortrijk, roeselare, tielt en torhout Databank: unicat Limo: Vives kortrijk, roeselare, tielt en torhout Databank: unicat Limo: Vives kortrijk, roeselare, tielt en torhout Sociologie du travail, 2011, Vol.53(2), pp.160-193 Limo: Vives kortrijk, roeselare, tielt en torhout 1994, Vol.115(1), pp.213-266 Databank: unicat Limo: te vinden in vives kortrijk Afdeling sociaal-agogisch werk (gelijkvloers) tijdschrift per letter zoeken. Databank: unicat De wet van 30 juli 1981 tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden, Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding Limo: Vives kortrijk, roeselare, tielt en torhout Databank: unicat 3.2. Auteurs Auteur tekst Dirk Voorhoof bronnen VOORHOOF, D.(2010). Openbaarheid van bestuur in België: een losse flodder. tijdschrift voor een democratisch socialisme. 17. 56-61 VOORHOOF, D.(2010). Audiovisuele media, reclame en minderjarigen: veel regels, maar weinig toezicht.Tijdschrift voor jeugdrecht en kinderrechten. 11. 169-176 Andere auteurs Rondeux,N. Van Dinter, F. C.H.M. Geuijen bronnen RONDEUX, N.(2002). Tegen racisme treed ik op.Brussel: Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken VAN DINTER, F. Verlot, M. (1994). Ik beken kleur: werken rond het Europees paspoort tegen racisme. Brussel: Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding GEUIJEN,K. (1998) .multiculturalisme. Utrecht: lemma 3.3. Zoek ter plaatste in de bieb Ik ging opzoek naar het boek omtrent multiculturalisme, via limo zocht ik op waar ik moest gaan zoeken: eerste verdieping 130.4. Ik ontleende het boek in de bibliotheek van vives Kortrijk. De cover van het boek is paars met verscheidene kleuren op (soort vlakken,ruiten). De achterflap van het boek is helemaal hetzelfde. Het is een boek die een multidisciplinaire kijk wil hebben op multiculturalisme. Het bekijkt zowel de positieve als negatieve kanten. Dit is vooral een wetenschappelijke tekst met een groot aanbod aan visies uit verschillende ogen. Het boek telt dan ook heel wat bronnen (literatuurlijst achteraan 21pagina’s) Bron: GEUIJEN,K. (1998). Muliticulturalisme.Utrecht: lemma. 16 3.4. Zoek verder buiten je basistekst A) Boeken T.,A.,(2004). een eiland in zee. wommelgem T.,E.(2015). wie is charlie?:xenofobie en de nieuwe middenklasse. Amsterdam: de bezige bij ANDRIESSEN I., NIEVERS E. & DAGEVOS J.( 2012) op de achterstand: discriminatie van niet-westerse migranten op de arbeidsmarkt. den haag: sociaal en cultureel planbureau B) Artikels uit vaktijdschriften WILDEMEERSCH, D. Wisselwerk.(1993). Multiculturele vorming tussen betrokkenheid en distantie. driemaandelijks tijdschrift voor sociaal-cultureel volwassenenwerk., 8 301-314 BOONE, R. (2010) Antiracismewet schiet haar doel voorbij, De juristenkrant : een actuele kijk op recht.202 . 6-7 C) Eindwerken VERDONCK, S. , VANDUFFEL, K. , BOLLEN, G. , GAETHOFS, S. & PHILTJENS, S. (2008). Hogeschool zonder racisme. Katholieke hogeschool limburg. FAES, P. (2005). De zaak tegen het Vlaams Blok: over racisme en politiek misdrijf. Katholieke Hogeschool Kempen, MOERMAN, A. (2008). Racisme binnen het voetbalgebeuren. Plaag, verdedigingsmiddel of gewoonte? Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen. D) Onderzoeksliteratuur (1991). Naar racisme neigende houdingen in Vlaanderen: typologie en maatschappelijke achtergronden. Cultuur en Migratie. 1. 25-62 (2012). Racisme? Vergeet de omgevingsfactoren niet. EOS magazine (2005). Etnische discriminatie op de arbeidsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: onderzoek in het kader van het Sociaal Pact voor de Werkgelegenheid van de Brusselaars E) Anders talige bronnen RONALD, E. (2008).l Racism in the 21st Century An Empirical Analysis of Skin Color Hall (springerlink) 17 MURRAY,C.(2016). Racism and Mental Health. Encyclopedia of Mental Health. 1-12 (science direct) KRUMMEL,S. (2015). Migrant women, place and identity in contemporary women's writing. 722-738 F) Kranten artikels Bergmans, E. ( 31 maart 2015) De Wever aangeklaagd wegens racisme en discriminatie. Het nieuwsblad. Geraadpleegd via: http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20150330_01607068 (10 november 2015) Sinterklaasjournaal houdt Pieten zwart. De standaard. Geraadpleegd via: http://www.standaard.be/cnt/dmf20151109_01963026 G) Internet algemeen Extra informatie over Dirk Voorhoof: Handboek mediarecht Dit boek is bestemd als ondersteuning voor het vak mediarecht in het universitair en hoger onderwijs 758 pagina’s H) Beeldmateriaal (14 april 2015). Anti-rasicme campagne in Kroatische voedbalstadions.Kroatie. geraadpleegd via: http://www.liberties.eu/nl/videos/racism-in-football-stadiums-croatia 18 3.5. bronnenlijst ANDRIESSEN I., NIEVERS E. & DAGEVOS J.( 2012) op de achterstand: discriminatie van niet-westerse migranten op de arbeidsmarkt. den haag: sociaal en cultureel planbureau BERGMANS, E. ( 31 maart 2015) De Wever aangeklaagd wegens racisme en discriminatie. Het nieuwsblad. Geraadpleegd via: http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20150330_01607068BOONE, R. (2010) Antiracismewet schiet haar doel voorbij, De juristenkrant : een actuele kijk op recht.202 . 6-7 CHARLIER,P. (8 december 2015). Islamofobie is een prangend aandachtspunt bij de politie. De morgen. Geraadpleegd via: http://www.diversiteit.be/islamofobie-een-prangendaandachtspunt-bij-de-politie-opinie1 FAES, P. (2005). De zaak tegen het Vlaams Blok: over racisme en politiek misdrijf. Katholieke Hogeschool Kempen, GEUIJEN,K. (1998) .multiculturalisme. Utrecht: lemma KRUMMEL,S.(2015). Migrant women, place and identity in contemporary women's writing. 722-738 MOERMAN, A. (2008). Racisme binnen het voetbalgebeuren. Plaag, verdedigingsmiddel of gewoonte? Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen. MURRAY,C.(2016). Racism and Mental Health. Encyclopedia of Mental Health. 1-12 (science direct) RONALD, E. (2008).l Racism in the 21st Century An Empirical Analysis of Skin Color RONDEUX, N.(2002). Tegen racisme treed ik op.Brussel: Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken VAN DINTER, F. Verlot, M. (1994). Ik beken kleur: werken rond het Europees paspoort tegen racisme. Brussel: Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding VERDONCK, S. , VANDUFFEL, K. , BOLLEN, G. , GAETHOFS, S. & PHILTJENS, S. (2008). Hogeschool zonder racisme. Katholieke hogeschool limburg. VOORHOOF, D. (2001). De bestraffing van het aanzetten tot racisme en vreemdelingenhaat 19 in België. Mondiaal nieuws, geraadpleegd op 21 oktober 2015, op http://www.mo.be/artikel/de-bestraffing-van-het-aanzetten-tot-racisme-envreemdelingenhaat-belgie VOORHOOF, D. (2010). Openbaarheid van bestuur in België: een losse flodder. tijdschrift voor een democratisch socialisme. 17. 56-61 VOORHOOF, D.(2010). Audiovisuele media, reclame en minderjarigen: veel regels, maar weinig toezicht.Tijdschrift voor jeugdrecht en kinderrechten. 11. 169-176 T.,A.,(2004). een eiland in zee. wommelgem T.,E.(2015). wie is charlie?:xenofobie en de nieuwe middenklasse. Amsterdam: de bezige bij WILDEMEERSCH, D. Wisselwerk.(1993). Multiculturele vorming tussen betrokkenheid en distantie. driemaandelijks tijdschrift voor sociaal-cultureel volwassenenwerk., 8 301-314 WILLEMS, P. Inburgering en integratie. Lokale statistieken. Geraadpleegd via: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/inburgering/kk_rapport_inburgering.html op 17 december 2015 Stap 4 4.1. organisaties Het Interfederaal gelijkekansencentrum: Het Interfederaal Gelijkekansencentrum informeert, bevordert gelijke kansen voor alle burgers. Maar de aandacht gaat vooral uit naar risicofactoren binnenin onze maatschappij: -racisme -geloof of levensbeschouwing -handicap -leeftijd -seksuele geaardheid. en behandelt meldingen over: -discriminatie -pesterijen die met beschermde criteria te maken hebben -haatboodschappen en –misdrijven op grond van beschermde criteria -de grondrechten van personen met een handicap De home pagina van het interfederaal gelijkekansencentrum bestaat uit een aantal actuele publicaties die in de kijker staan. Deze publicaties zijn voornamelijk wetenschappelijke artikels. Die ondersteunen het thema racisme. Ik vind het goed dat je via de home pagina meteen heel wat informatie kan verwerven. verder zijn er heel wat verschillende linken naar: thema’s, achtergrond, sensibilisering, over het centrum. Bij elke verdere pagina staat duidelijk van waar ze de informatie gehaald 20 hebben, dus het is na te trekken. Je kan ook via de site terecht op hun sociale media, en dit door een eenvoudige klik op het icoontje van: Twitter, facebook, youtube. Persoonlijk vind ik de website wat te druk, maar ze is wel heel overzichtelijk door de verschillende hyperlinks die je wegwijs maken in de informatie. De drukte op de site zorgt er dus wel voor dat de informatie gemakkelijk terug te vinden is. Mijn besluit rond de site: het is een drukke homepage, maar er zijn wel heel wat handige verwijzingen binnenin de site. Het is dus een zeer wetenschappelijke en informatieve tekst. Bronvermelding website: Interfederaal gelijkekansencentrum. (op 9 december 2015). Geraadpleegd via: http://www.diversiteit.be/ Bronvermelding sociale kaart: Interfederaal gelijkekansen centrum. De sociale kaart. (op 9 december 2015). Geraadpleegd via: http://www.desocialekaart.be/interfederaal-gelijkekansencentrum-503443 op de sites zijn er ook extra artikels te vinden ter aanvulling van het thema. Hier onder zal ik één van deze artikelen volgens de APA- normen weergeven.2 CHARLIER,P. (8 december 2015). Islamofobie is een prangend aandachtspunt bij de politie. De morgen. Geraadpleegd via: http://www.diversiteit.be/islamofobie-een-prangendaandachtspunt-bij-de-politie-opinie3 4.2. juridische documenten 10 JUNI 2015. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot aanwijzing van de leden van het overlegplatform met het Interfederaal centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en <racisme> Artikel 1. Aangewezen worden tot lid van het overlegplatform tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en het Interfederaal centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme: - als werkend lid : Mevr. Sandrine DEBUNNE en Mevr. Alexandra ADRIAENSSENS; - als plaatsvervangend lid : de heer Vincent BONHOMME en Mevr. Sandrine YODTS. Art. 2. De werkende en plaatsvervangende leden worden benoemd vanaf de datum waarop dit besluit ondertekend wordt en voor een onbepaalde duur. Art. 3. Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 september 2014 tot aanwijzing van de leden van het overlegplatform met het Interfederaal centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme, wordt opgeheven. Art. 4. De Minister van Gelijke kansen is belast met de uitvoering van dit besluit. 10 JUNI 2015. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot aanwijzing van de leden van het overlegplatform met het Interfederaal centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en <racisme> (29 juni 2015). Het Belgisch staatsblad. 2 De beschrijving van de website bestaat uit 306 woorden. 21 19 JANUARI 2014. - Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tot oprichting van een interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en <racisme> (1) Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet. Art. 2. Instemming wordt gegeven aan het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tot oprichting van een interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met `s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. 19 JANUARI 2014. - Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tot oprichting van een interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en <racisme> ( 5 maart 2014). Het Belgisch staatsblad. 20 DECEMBER 2013. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en <racisme> onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid. Art. 2. Instemming wordt betuigd met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de Federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980. Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt 20 DECEMBER 2013. - Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 tussen de federale overheid, de Gewesten en de Gemeenschappen voor de oprichting van het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en <racisme> onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 (5 maart 2014). Het Belgisch staatblad. 4.3. maatschappelijke context In de politiek kan ik meteen het Vlaams Belang aan het thema racisme koppelen. Het Vlaams Belang is volgens mij een partij die een negatieve invloed heeft op racisme. Hun programma wijst erop dat Vlaanderen en Wallonië moeten scheiden van elkaar. Ze willen ook het aantal migranten in Vlaanderen sterk doen dalen. Ik kan ook vast stellen dat er in de volledige partij geen enkele buitenlandse vertegenwoordiger aanwezig is.Het is dan ook een volledig rechtse partij. In de maatschappij waarin we nu leven is er gelukkig wel ruimte voor migranten/ vluchtelingen. Daarin is de Europese Unie een grote rol speler. 4.4. statistieken 22 Ik ging op zoek naar statistieken via de site: www.lokalestatistieken.be. Daar kwam ik terecht op zeer relevant cijfermateriaal. Van het jaar 2000 tot 2010 krijgen we het aantal Belgen/ andere nationaliteit te zien. Ik kan hieruit concluderen dat er over het algemeen een bevolkingsgroei is, zowel het aantal Belgen en de migranten nemen toe. Opmerkelijk is wel dat het aantal migranten van het jaar 2000 tot 2003 gedaald is maar dat er dan een enorme groei plaatsvond. Wat ook duidelijk af te leiden is uit de cijfers is dat er meer mannelijke migranten dan vrouwelijke zijn. Je kan de resultaten bekijken voor alle gemeenten, ik deed dit voor mij gemeente. Globaal gezien kan ik ook afleiden dat in 2000 het grootste deel van de migranten van Turkije/Marokko kwam. Maar dat dit in 2010 uit Polen was. WILLEMS, P. Inburgering en integratie. Lokale statistieken. Geraadpleegd via: http://aps.vlaanderen.be/lokaal/domeinen/inburgering/kk_rapport_inburgering.html op 17 december 2015 Stap 6 Aanmaken van een wiki profiel. Stap 7 Inorde brengen van onze wiki. 23